Sint Willibrordusparochie Neerkant
Neerkant geboren
De door pastoor van Erp aan de dag gelegde tact en ondernemingslust werden met succes bekroond. In korte tijd bereikte hij dat een deel van een boerderij op de Heitrak tot noodkerk werd ingericht.
Hij vond een nieuw -voor alle partijen aanvaardbaar- bouwterrein, waarna op 9 september 1889 de aanbesteding van een kerk en pastorie plaatsvond.
Op 28 juni 1890 werd de parochie Neerkant officieel opgericht. Per gelijke datum promoveerde 'bouwpastoor' van Erp tot de eerste pastoor van Neerkant. De geschiedenis van Neerkant ging hier van start. Het aantal inwoners bedroeg ruim 500.
De nieuwe kerk werd in 1893 in gebruik genomen. Twaalf jaar later werd de toren gebouwd. De totale stichtingskosten van de kerk bedroegen: F 42.500,--.
Neerkant kwam tot verdere ontwikkeling. Een intensief verenigingsleven kwam tot stand. Zo werd in 1908 een coöperatieve zuivelfabriek opgericht. In 1915 werd het dorp verrijkt met het St. Vincentiushuis, dat onder leiding van zusters Franciscanessen aan bejaarden en langdurig zieken een welverzorgd onderdak bood. Als laatste voorbeeld zij vermeld dat in 1916 -eveneens onder leiding van de zusters- een meisjesschool werd geopend.
Met dit alles ging nog een interessante ontwikkeling gepaard. De vroegere langdurige verbondenheid van de Heitrak met Liessel, en van de rest van het nieuwe dorp met Meijel, had meegebracht dat zich in de buurt van de kerk een "taalgrens" bevond. Een deel van de bevolking voerde het Liesselse dialect, het andere (grotere) deel sprak Meijels. Via de scholen en het overige onderlinge verkeer werd Neerkant eentalig en wel in die zin, dat na twee generaties het Liesselse dialect vervangen werd door het Meijelse. Het unicum, dat ons Brabants dorp in het Limburgse conserveert, mag als een mooie herinnering aan de historische banden met Meijel gezien worden.