De konijnen van de Zandse Berg
Op de Zandse Berg woonde de familie Konijn.
Het was een heel grote familie, met Moeder Konijn, Vader Konijn, Tante Konijn, Oom Konijn, Neef Konijn en natuurlijk een heleboel kleine konijntjes.
Ze leefden met z'n allen in een groot hol met veel gangen en kamers. In de loop van de jaren was er nogal wat veranderd in het hol. Oude gangen werden dichtgegooid, nieuwe gangen gegraven en er waren heel wat kamers bijgekomen. Dat moest ook wel, want de familie Konijn werd steeds groter en groter.
Opa Konijn mopperde wel eens. 'Vroeger', zei hij dan tegen zijn kleinkinderen, 'vroeger was het veel leuker op de Zandse Berg. Met van die mooie oude gangetjes en kamertjes. Maar ja, ze hebben alles onder mijn staart afgebroken. De vooruitgang noemen ze dat!' De kleine konijntjes renden naar hun vader en terwijl ze over elkaar heen duikelden, riepen ze : 'Baas Beertje (want zo werd hun vader door alle andere konijnen genoemd), Baas Beertje! Opa zegt dat het vroeger veel leuker was op de Zandse Berg.'
'Vroeger is vroeger,' antwoordde Baas Beertje dan. 'We leven thans in de tijd van de vooruitgang.'
Baas Beertje praatte altijd een beetje deftig. Dat kwam omdat hij het belangrijkste konijn was van allemaal.
En zo ging het leven zijn gangetje op de Zandse Berg.
Maar eens, op een dag, hoorde de familie buiten een enorm kabaal. Iedereen rende naar de uitgang. Voor het hol zat een groot konijn, die met zijn rechter achterpoot op de grond roffelde. Baas Beertje zag meteen wie het was. Het was de baas van een ander groot konijnenhol dat een heel eind verderop lag aan de andere kant van 't Grote Bos. En dat hol heette: Het Hol op de Maasakkers.
'Hallo Beertje,' zei de baas van het Hol op de Maasakkers. 'We hebben een leuk plan bedacht. Als we nou eens jouw hol en mijn hol bij elkaar stoppen. We graven dan een heleboel gangen naar elkaar toe en we maken één heel groot hol. Vind je dat geen fantastisch plan? Dat is nou vooruitgang!'
Meteen begonnen alle grote en kleine konijnen door elkaar te schreeuwen. Opa Konijn had het hóógste woord: 'zie je nou wel! Dat krijg je nou met al dat moderne gedoe!'
Neef Konijn begon heel hard te schelden tegen de baas van het Hol op de Maasakkers, maar Baas Beertje riep: 'Neef! blijf beleef! ' Oom Konijn vond het eigenlijk wel een heel spannend plan om één groot hol te maken, maar dat durfde hij niet hardop te zeggen, want alle andere konijnen waren woedend en zwaaiden boos met hun poot naar de baas van het Hol op de Maasakkers.
Nou, die ging er maar gauw vandoor; terwijl hij riep: 'ik ga naar koning Leeuw. Die vindt het vast wél een goed idee. Dan moeten jullie wel één groot hol maken samen met mij!'
En toen verdween zijn witte staart tussen de bomen van 't Grote Bos. Je snapt wel dat iedereen flink in de war was. De konijnen van de Zandse Berg wilden niet samen in één groot hol met de konijnen van het Hol op de Maasakkers. Het was juist altijd zo gezellig geweest op de Zandse Berg.
Natuurlijk was er wel eens een ruzietje, maar dat had je overal. Laatst bijvoorbeeld wilde Opa Konijn een nieuwe gang maken, waar hij zijn boeken in wilde zetten, want Opa las graag. Tante Konijn was er tegen. Ze vond het geen gezicht, die nieuwe gang. 'Je graaft die gang maar ergens anders,' zei ze tegen Opa Konijn.
Of die keer dat ze ruzie hadden over wie er nou eigenlijk de baas was. Natuurlijk: Baas Beertje was het hoofdkonijn, maar hij had nog twee helpers. Die werden gekozen door de andere konijnen en toen er nieuwe helpers moesten worden aangewezen, vlogen de plukken konijnenhaar in het rond.
Maar dat werd nu allemaal vergeten.
Baas Beertje klom op een boomstronk, gaf een roffel met zijn poot en zei: 'we laten ons hol niet afpakken. We zijn konijns genoeg om voor onszelf te zorgen!'. Er barstte een luid geroffel los.
Iedereen wist het nu zeker: wat er ook zou gebeuren: van het Hol op de Zandse Berg bleven ze af!
Baas Beertje was zo blij dat alle konijnen het met hem eens waren, dat hij riep: 'Ik trakteer jullie allemaal op een wortel. Daarvan blijf je kerngezond en konijns genoeg!'
En weetje hoe het afliep?
Van Koning Leeuw moesten ze tóch samengaan met het Hol op de Maasakkers. Nou je snapt wel dat de Konijnen van de Zandse Berg héél erg boos werden, maar er was niks aan te doen. Toen bedacht Opa Konijn een lied en dat werd voortaan iedere dag gezongen door alle konijnen van de Zandse Berg.
'Ook al wordt ons Hol nog zo groot
van hier tot 't Grote Bos voorbij!
en gaan we voortaan poot in poot
en zetten onze boosheid opzij,
vergeet dan nooit van waar je bent
en knoop het in je lange oren:
(want ook samenvoeging went)
De Zandse Berg gaat nooit verloren!'