Met het 7 eeuwen oude én jonge Bakelse gilde zit het wel snor!
"De schut is voor Bakel een stuk geschiedenis en overlevering, een instituut dat de oude gebruiken van voorheen conserveert en blijft bewaren. En nog steeds kijken Bakelse inwoners steeds weer opnieuw herhaald met intense belangstelling naar het speelse en kleurige vendelen, dat de vendeliers naar oud gebruik en voorschrift blijven beoefenen in de schaduw van de eeuwenoude toren en kerk, die tezamen in Bakel als enige getuigen uit vergane eeuwen zijn blijven staan. De kerk, die een der oudste is uit de gehele streek en de ecclesia matrix was van andere oude kerken, zoals die van Deurne en Gemert."
Aldus is te lezen in de "Beschrijving van de Meijerij", samengesteld anno 1645 door een zekere Philippus, baron van Leefdael. 1645...; Australië is nog maar net ontdekt; Frederik Hendrik verovert nog snel wat gebieden omdat de 80-jarige oorlog op een eind loopt en in Delft breekt oproer uit vanwege de te hoge belastingen op het bier.... 1645....
De geschiedenis van het Bakels gilde gaat echter nog veel verder terug. Zo beschikt de schut over een zilveren vogel waarop in antieke letters staat: "Die Scut van Bakel MCCCV". Volgens een landmeter-historicus uit die dagen zou in datzelfde jaar 1305 het gilde officieel worden toegewijd aan Sint Willibrordus, de geloofsverkondiger die rond 714 zijn staf hier plantte met de woorden: "Hic pona, Hic Baculorum", met als gelukkige bijkomstigheid dat hij daarmee Bakel voorgoed op de landkaart zette. En dat zal nooit meer uitgegumd worden.... wat er ook gebeuren zal.... !
Uit doorgaans zeer betrouwbare bron verneem ik intussen, dat 1296 gegarandeerd het jaar van oprichting is geweest en dat het dus alleszins verantwoord is om in het jaar des Heren 1996 het 700-jarig bestaan te gedenken en vooral: te vieren. 1296.... even over de schouder terugkijken.... : In dat jaar wordt in het toenmalige Nederland de eerste weg bestraat; verliest Floris de Vijfde, meergenaamd der Keerlen God, zijn hoofd en opnieuw breekt er oproer uit vanwege een te hoog gehalte aan B.B. .... inderdaad: BierBelasting!
Mogelijk gaat echter de oorsprong van ons gilde nog verder terug en vindt het zijn ontstaan in de oude Germaanse bloed-broederschappen, die de plicht hadden de cultus van de gestorven leden te behartigen; die moesten aanzitten aan het lijkmaal en waarvan ook het hedendaagse vogelschieten mogelijk een erfstuk is van de oudgermaanse volksweerbaarheid. Vreemde vogels zijn immers niet alleen voorbehouden aan onze tijd.... !
Het oorspronkelijke doel van de schuttersgilden schuilt naar alle waarschijnlijkheid in de woorden "schut", "guld" of "gilde". Schut staat dan voor beschermen, terwijl gilde de betekenis kent van verbinden en kameraadschap. Geen wonder dus dat de gildebroeders van toen, maar zeker ook die van nu, het broederschapsideaal hoog in het vaandel dragen.
De Bakelse middeleeuwer kende geen vakantie- of snipperdagen, maar men behoeft hem daarom niet te beklagen. Voortdurend doorbraken feestdagen de sleur van het dagelijks bestaan. Een veelvoud van heiligedagen werden alle met minder of meer vertoon gevierd. En vooral dat laatste komt het gilde goed van pas. Immers, Bakelse inwoners - Brabanders in hart en nieren - houden van huis uit van stoeten en feesten, van opschik en zwier, van kleur en fleur, van processies en carnaval. Elke gelegenheid voor het houden van feesten wordt dan ook met beide handen aangegrepen: het patroonsfeest, de jaarlijkse teerdag, de kermis, het vogelschieten, de kringdagen en landjuwelen.
Zoals ook zelfs binnen gegoede families voorkomt, kent het gilde in de historie ook zwarte schapen en donkere bladzijden. Zo kregen in de 19de eeuw de gildefeesten steeds meer het karakter van drankgelagen, waaraan echter op tijd paal en perk werd gesteld. Het oorspronkelijke doel was dan wel reeds geruime tijd verdwenen, maar de schut werd nu als een stukje erfgoed uit het verleden herboren. Nieuwe leden werden ingevendeld en voortaan gingen zij vendelzwaaien voor de geestelijke en de wereldlijke overheid. Met vliegend vaandel en slaande trom mondt dat uit in een schilderachtig, indrukwekkend gebeuren.
De organisatie is in al die jaren globaal hetzelfde gebleven. Nog steeds staat aan het hoofd de hoofdman, bijgestaan door de deken waaraan wordt toegevoegd de koning, die zijn majesteitelijk optreden ontleent aan het schieten van de vogel, terwijl het geheel wordt omgeven door een fraai ogend legertje, bestaande uit de standaardrijder, de tamboers en de vendeliers. Van oudsher trad de knecht dikwijls op als nar, waarbij opgemerkt zij, dat mij bij de huidige Bakelse schut die laatste in één persoon (nog) niet is opgevallen.
Denk nu niet dat men op een achternamiddag zo maar gildebroeder kan worden. Neen, men moet voldoen aan bepaald hoge eisen, waarbij het te goeder naam en faam bekend staan, vaak zwaar weegt. En.... als het effe-kan moet dat ook zo blijven .... !
Concluderend durf ik te stellen: de Bakelse schut is niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Zij behoort tot de vaste inventaris van ons dorp. Zonder haar zou Bakel niet langer meer Bakel zijn... Niet voor niets vertolkt zij de eerste klanken van de cd: "Kerngezond en Mansgenoeg".
Nooit werd of wordt tevergeefs een beroep op haar gedaan om via haar aanwezigheid bepaalde gemeenschapsactiviteiten extra cachet te geven. En dat het gilde anno nu nog immer springlevend, vitaal en niet voor één gat te vangen is, werd opnieuw bewezen door zijn creatieve flexibele opstelling toen het wereld-spektakel hier in Bakel, meergenaamd de Tour de France, even dreigde een spaak in het wiel te steken. ("Gild' dé-Bakel...merci... !)
1996 belooft mede vanwege het zevende eeuwfeest een bijzonder jaar te worden. De officiële ingebruikname van de gildekamer en de naamgeving van het Gildepad zijn slechts de eerste opstapjes naar het absolute hoogtepunt in het weekend van de 29ste juni.
Gildebroeders, namens de Bakelse, de Milusse en Ripse gemeenschap mag ik U hartelijk dank zeggen en complimenteren voor bewezen diensten gedurende de afgelopen zevenhonderd jaar.
Moge de Bakelse schut tot in lengte van jaren de trom blijven roeren en het vendel hoog houden ....tot meerdere eer en glorie van haar leden en van onze gemeenschap.
U verdient het dat U op handen wordt gedragen....TOEN ...NU... en in de TOEKOMST.... immers ik kan mij met het oog op het zevenhonderd jaar oude én jonge Bakels gilde volledig vinden in de oude Japanse wijsheid:
"Het verleden is de toekomst van vandaag...."
En bescheiden voeg ik er aan toe: DAT ZIT DUS WEL SNOR.....!
H.M.J.M. van Beers, burgemeester
Het gilde hoort bij ons dorpsleven!
Ons Willibrordusgilde viert zijn 140e lustrum, ofwel zijn 7e eeuwfeest. Dat zullen maar weinig verenigingen kunnen zeggen en vieren. Het gilde kan zich dus baseren op een rijke traditie. Veel oude, mooie tradities zijn al verloren of dreigen het niet lang meer te maken, zoals o.a. onze mooie Brabantse taal met haar zovele schakeringen, die haast van plaats tot plaats verschillen en allemaal hun betekenis hebben.
Wij noemen ons gilde kortweg de "Schut", afgeleid van het woord beschutten (beschermen).
Vroeger - in mijn jonge tijd - moest de tamboer van de Schut zaterdags voor de kermis de kermis "inluiden". Die tamboer, die ik gekend heb, was Johan Nooyen.
Hij is ongelukkigerwijze onder de oorlog bij het vallen van een bom, dodelijk getroffen. Wij noemden hem Jantje Monk. Dat was geen scheldnaam, maar een bijnaam, die hij geërfd had van zijn vader Cis, die een hond had die Monke heette. Jantje ging dan trommelend met zijn gildesjerp om van het ene café naar het andere en wij er achteraan. Overal werd hij dan "getrakteerd" en als hij dan aan het laatste café kwam dat van Jub en Katrieneke Bosch - dan trommelde Jantje niet hard meer.
Het gilde, vanwege zijn lang, traditioneel bestaan - je ziet dat aan het uniform - is uiteraard er op aangewezen en geschikt, om goede tradities onder het volk levend te houden en voort te laten bestaan. Het gilde hoort bij ons dorpsleven, zoals ook de fanfare erbij hoort. Het trekt altijd veel sympathieke belangstelling als het op zijn "hoogdagen" uittrekt. Vooral het beroemde "vendelzwaaien" heeft altijd veel bekijks. Belangrijk is ook dat de gildebroeders als "broers" met elkaar omgaan en daardoor een voorbeeld zijn wat anderen kan trekken.
Wij hopen en verwachten dat het geloof, gepreekt door Willibrordus, die zij als patroon en beschermheer gekozen hebben, en die de apostel is van onze streken, middels de gildebroeders in echte Brabantse sfeer zal herleven.
Moge het gilde voorlopig verlangen naar het volgende eeuwfeest.
Voor jullie allemaal: van harte gefeliciteerd.
A.E. van den Eikhof, pastor
Gildebroeders gaan!
Wat snel gaat bereikt eerder zijn doel.
Dat komt ook, omdat wat langzaam gaat daarvoor moet wijken. Dat principe geldt ook in het verkeer. Voetgangers moeten wijken voor snelverkeer of er moeten bijzondere voorrechten gelden.
De eeuwenoude traditie, dat gilden op een zondag samenkomen om te verbroederen na eerst de Eucharistie gevierd te hebben, moet dit jaar wijken voor de commercie van de Tour de France.
Om naamsbekendheid te verkrijgen voor de hoofdstad van de provincie en als afgeleide daarvan ook voor gemeenten in Oost-Brabant, moeten de gildebroeders wijken.
Zij kunnen hun rondgang door het dorp in het eigen tempo niet houden, omdat snelheidsduivels op de fiets voorrang hebben, inclusief de uitgebreide reclamekaravaan.
Het verzet en het aanpassingsvermogen van het Sint Willibrordusgilde daartegen baatten niet.
Daarom vindt het vrij gildefeest op een zaterdag plaats, maar met behoud van het oorspronkelijke programma.
Mogen de gilden voor de overmacht begrip hebben en toch naar Bakel komen om samen het feest te vieren, zoals dat al jaren overal het geval is geweest. En moge iedereen zijn uiterste best doen om het feest in alle opzichten te laten slagen.
Onze overleden kringvoorzitter Ferd van Thiel had als motto:
"Als je iets doet, doe het goed, dan slaagt het altijd".
Moge hij, die ons ruim achttien jaren is voorgegaan, in deze woorden in onze herinnering blijven voortleven.
M.G. Sijbers
Waarnemend voorzitter Kring Peelland
Het Sint Willibrordusgilde heet U welkom!
Met genoegen hebben wij de organisatie van de vrije gildedag 1996 ter hand genomen. Ons gilde dat in 1296 is opgericht is nu 700 jaar oud, maar nog niet uit de tijd.
Dat het gildewezen leeft blijkt uit het feit dat het in een tijd waarin wij elkaar niet meer nodig lijken te hebben toch aanspreekt.
Voor God, Koningin en Vaderland geeft toch het gevoel dat we bij elkaar horen en dat we samen met iets goeds bezig zijn.
Onze eerste dank gaat vooral uit naar het werkcomité waarmee we op een bijzonder prettige wijze hebben samengewerkt.
Ook de overheid en de commissies van de kring hebben de taak aanmerkelijk verzacht.
Dank ook aan het gemeentebestuur, aan de gildebroeders van het Sint Willibrordusgilde en aan alle vrijwilligers die zich voor dit gildegebeuren hebben ingezet.
Rest mij de begunstigers, zilverschenkers en iedereen die heeft bijgedragen aan de gildedag van harte te danken.
Laten we samen van deze vrije gildedag een spontane mooie dag maken waarbij gildebroederschap en gastvrijheid hoog in het vaandel geschreven zullen staan.
Tot slot wil ik namens het Sint Willibrordusgilde alle gildebroeders en -zusters van harte welkom heten en veel succes met de wedstrijden toewensen.
En we hopen en vertrouwen er met zijn allen op dat we straks kunnen terugzien op een mooi gezellig gildefeest.
M.L Sleegers
Kapitein-voorzitter Sint Willibrordusgilde.