Leren en spelen
Reeds vóór de opening van het sanatorium was contakt opgenomen met de Inspectie van het Buitengewoon Lager Onderwijs waaronder de sanatoriumscholen ressorteren en was de inrichting van een school voorbereid.
Het onderwijs aan kinderen in een sanatorium werd erg belangrijk gevonden, niet alleen om te voorkomen dat de kinderen na hun genezing teveel achter zouden zijn, maar ook omdat actief bezig zijn hun genezing zou bevorderen.
In de vergadering van het stichtingsbestuur op 11 oktober 1951 werd de heer G. Schellekens benoemd tot hoofd van de te openen school voor buitengewoon lager onderwijs. Het bestuur kende hem reeds vanuit het verleden als lid van het werkcomité van Sint Jozefsheil. De heer Schellekens maakte zich bijzonder verdienstelijk: ook in zijn vrije tijd buiten de schooluren hield hij zich vele uren in het sanatorium met de kinderen bezig en bezorgde hen de nodige ontspanning.
De school startte met 80 ingeschreven leerlingen en 3 onderwijskrachten (1 hoofdonderwijzer en 2 onderwijzeressen). Eind 1952 waren er al 115 leerlingen en 5 leerkrachten.
Het onderwijs geschiedde voornamelijk individueel en aan het bed, maar bij voortschrijdende genezing van de kinderen ook klassikaal. Hiervoor waren in het sanatorium 2 klaslokalen aanwezig.
Behalve in de gebruikelijke vakken van het basisonderwijs werd aan de oudere kinderen les gegeven in Frans, Duits, Engels, handelscorrespondentie, typen en steno. De rector gaf godsdienstles en de onderwijsstaf assisteerde o.a. bij de Kindermis en de Eerste H. Communie.
Ziek of niet, net als thuis was de Eerste H. Communie een gebeurtenis om feest te vieren met de hele familie.
De oudere kinderen ontvingen in Sint Jozefsheil ook het H. Vormsel. Ook dat was een bijzondere en feestelijke gebeurtenis, zeker als het Vormsel door de Bisschop werd toegediend.
Ook de ontspanning voor de kinderen in de vorm van film- en muziekvoorstellingen, eigen toneelopvoeringen, kermis enz. werd door het onderwijzend personeel verzorgd.
Veel aandacht werd besteed aan handenarbeid, hetzij in bed, hetzij in de recreatiezaal, in de vorm van houtsnijden, leer- en plastic bewerken en werken met klei.
Veel potten, vazen, schalen en bakjes werden gemaakt, maar echt ontelbaar zijn de in alle kleuren gebakken mozaïeksteentjes, waarmee tableaus, tafeltjes en spiegels werden versierd.
Als de kinderen zover genezen waren dat zij uit bed en naar buiten mochten, dan was de bokkenwagen een geliefd speelgoed. Een ritje op of in de bokkenwagen zorgde al gauw voor een frisse kleur op de bleke wangen.
Een jaarlijks terugkerend evenement was het bezoek van de kersenkoningin uit Mierlo. Zij had voor alle patiënten - ook voor de volwassenen - een opbeurend woordje en een heerlijk schaaltje Mierlose kersen: de enige echte!
Met het mislukken van de kersenoogst in 1966 kwam een einde aan deze traditie.
Veel verenigingen kwamen naar Bakel en trokken langs de paviljoens, zoals b.v. met de jaarlijkse Palmpasenoptocht. Kinderen uit de omgeving maakten zo kennis met het sanatorium en de daar verblijvende kinderen (en volwassenen) genoten van de prachtig opgesierde palmpaasstokken.
Na afloop van de Palmpasenoptocht mochten de zieke kinderen de meegebrachte gaven houden. Een leuke versiering voor de kale bedjes.
Een traditie die speciaal voor de kinderen werd begonnen, sloeg snel over naar de volwassenen en is ook later overgenomen in de Jan de Witkliniek: het jaarlijkse bezoek van Sinterklaas. Hij bezoekt alle patiënten en overhandigt hen persoonlijk de pakjes van familieleden en van de Zonnebloem.
Met het klimmen der jaren zal het werk van Sinterklaas nog toenemen. Voortaan bezoekt hij ook de patiënten in Sint Joseph in Deurne en vanaf volgend jaar ook de patiënten in het verpleeghuis Keyserinnedael in Helmond.
Intussen werd het leren op school heus niet vergeten. Na 1955 - een topjaar met alleen al 126 schoolgaande patiëntjes waaronder 60 kleuters en een personeelsbestand van 8 onderwijskrachten en 3 kleuterleidsters - daalde het leerlingenaantal van de school geleidelijk en naderde in 1966 - 10 jaar later - de wettelijk voorgeschreven minimumgrens van 24. In 1969 zag het ernaar uit dat de school wegens te gering aantal leerlingen zou moeten worden opgeheven. Een bijzondere bepaling in de wet maakte echter een voortbestaan van de school op rijkskosten mogelijk.
De leerlingen merkten niet veel van deze problemen: voor hen gingen de lessen op school gewoon door, afgewisseld met leuke dingen. De verjaardag van de medisch directeur was altijd een reden om feest te vieren. Versjes met goede wensen werden opgezegd voor de jarige, vergezeld van grote bossen bloemen.
En als de directeur dan jarig was en toch niet hoefde te werken, dan was er alle tijd om samen met hem de op school gemaakte werkstukken eens grondig door te nemen. En dat was een zeer serieuze aangelegenheid.
In 1974 werd in Bakel de basis gelegd voor de huidige "ziekenhuisschool". Het leerlingenbestand was intussen totaal gewijzigd. Werden voorheen kinderen met tuberculose opgenomen, nu waren het langdurig zieke kinderen, vaak lichamelijk en geestelijk gehandicapt.
Om voor deze kinderen het onderwijs te kunnen behouden werd in overleg met de Inspectie Buitengewoon Onderwijs naar een oplossing gezocht. Bij wijze van experiment werden - met bereidwillige medewerking van de betreffende besturen en directies - de kinderafdelingen van het Sint Lambertusziekenhuis in Helmond en het Sint Willibrordusziekenhuis in Deurne bij het onderwijs betrokken. Vanuit Bakel verzorgde een onderwijzeres het "pendelonderwijs".
In de daaropvolgende jaren zou het toch nog moeilijk blijken te zijn het wettelijk vereiste aantal leerlingen te halen.
Toch was het niet allemaal kommer en kwel, er gebeurde ook wel eens iets leuks, zoals b.v. in 1976 toen de school een eigen gebouw kreeg op het terrein van Sint Jozefsheil. Een van de leerlingen bedacht de naam: "De Piekerbol".
In 1979 leek een sluiting van de school echt onafwendbaar, gezien het voortdurend beperkt aantal leerlingen. Op advies van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen onderzocht het bestuur van Sint Jozefsheil - tevens bestuur van de school - of samen met de directies van de ziekenhuizen in Helmond, Deurne, Geldrop, Veghel en Venray een school voor "onderwijs aan zieke kinderen in herstellingsoorden" zou kunnen worden opgericht.
Al begin 1980 kon aan het Ministerie worden medegedeeld dat de poging was geslaagd en dat "De Piekerbol" aan de nieuwe stichting kon worden overgedragen. Deze overdracht vond plaats op 11 juni 1980.
Bijna 30 jaar heeft het bestuur van Sint Jozefsheil de belangen van de school behartigd. Met de overdracht van de school aan de nieuwe stichting werd een tijdperk afgesloten.
De activiteiten van de school werden in de daaropvolgende jaren uitgebreid door toetreding van de ziekenhuizen in Den Bosch, Oss en Boxtel. De aansluiting van de Eindhovense ziekenhuizen in 1985 bij de school maakte de deelname van de ziekenhuizen in oostelijk Noord-Brabant compleet.
Na de afbouw van de kinderafdeling in Sint Jozefsheil in 1983 volgde begin 1984 de overplaatsing van de regionale ziekenhuisschool "De Piekerbol" naar het Sint Lambertusziekenhuis in Helmond.
← Terug naar: Sint Jozefsheil 35 jaarVerder naar: Sanatorium wordt verpleeghuis →