Veranderingen in Sint Jozefsheil
Aan het eind van de vijftiger jaren daalde in Europa, maar vooral in Nederland, de tuberculosemorbiditeit en de behoefte aan sanatoriumbehandeling.
Enkele oorzaken: de ontdekking van adequate geneesmiddelen tegen de tuberculose (waardoor de behandelingsduur aanzienlijk werd verkort); de opkomst van de ambulante behandeling en de verbeterde mogelijkheden tot behandeling thuis en de sterk verbeterde levensomstandigheden van de bevolking.
In de sanatoria stonden de bedden leeg: veel inrichtingen sloten hun poorten voor tuberculosepatiënten en gingen over tot het opnemen van andere categorieën patiënten. Ook Sint Jozefsheil ontkwam niet aan deze tendens.
Vooral de kindertuberculose - afname van besmettingskansen - nam af. Sint Jozefsheil had inmiddels een zeer grote kinderafdeling (150 bedden) en was hiervoor speciaal geoutilleerd. Het lag voor de hand een deel van de kinderafdeling voor andere zieke kinderen te benutten.
In 1961 kwam de "Buitenkliniek voor langdurig zieke kinderen" tot stand, bedoeld voor de opname van herstellende kinderen die niet langer in het ziekenhuis hoefden te verblijven, maar toch nog onvoldoende hersteld waren om in een kindertehuis te verblijven of naar huis te gaan.
Van het oorspronkelijke doel is vrijwel niets terecht gekomen. De redenen? Primair, het gebrek aan overtuiging bij de ziekenfondsen dat deze Buitenkliniek in een behoefte zou kunnen voorzien, met als gevolg onvoldoende medewerking. Secundair, onvoldoende medewerking van en belangstelling bij de kinderartsen in Oost-Brabant.
Geleidelijk aan veranderde de functie van de Buitenkliniek en werden bijna uitsluitend langdurig lichamelijk zieke kinderen opgenomen, veelal ook geestelijk gehandicapt, die bijzonder zware en moeilijke verpleging behoefden.
Deze kinderafdeling zou in 1983 worden opgeheven.