Thema: De Twintigste Eeuw

Voor veel leerlingen is de tijd van opa en oma al heel lang geleden en heel anders dan de tijd waarin zij leven. Oma en opa hadden geen internet, iPad of mobiele telefoon en ook geen computerspelletjes en zelfs heel lang geen tv. Maar wat deden zij dan toen zij klein waren? Waar speelden zij mee? Wat aten ze? Wat vonden zij leuk om naar toe te gaan? De kinderen gaan met dit thema in gesprek met hun opa en oma.

 Voor de onderbouw
“De tijd dat opa, oma, papa en mama klein waren”.
Onderwerpen die de kinderen aanspreken in de vergelijkende vorm laten ontdekken en erover praten en werken.

Activiteiten

• Verzamelen van ‘oude’ voorwerpen en laten bedenken waar deze voor zouden dienen.
  

  

• Ook constructies laten maken als vergelijking, met allerlei materialen: lego, knex of kosteloos materiaal.
• Foto’s verzamelen van opa en oma en baby/kinderfoto’s van papa en mama en met een ‘tijdlijn’ ophangen met hun eigen babyfoto’s als tegenhanger.
• Uitvindingen van de Twintigste Eeuw vergelijken met de tijd van nu; denkend aan de brandweerauto, de telefoon, de computer, het vliegtuig.
  

  

• Luisteren naar verhalen van oudere mensen en prentenboekenverhalen over vroeger.
• Schoolproject Jet en Jan (groep 5).

Voor de bovenbouw

Onderwerpen die je als thematisch werk en groepjes kunt laten ‘onderzoeken’ en later terugkoppelen naar de groep zijn:

• De eerste wereldoorlog 1914-1918
• De Stijl: revolutie in vormgeving 1917-1931
• De crisisjaren: samenleving in depressie 1929-1940
• Anne Frank: Jodenvervolging 1929-1945
• De Tweede Wereldoorlog 1940-1945
• De watersnoodramp: de dreiging van het water 1953
• Veelkleurig Nederland, multiculturele maatschappij, vanaf 1945

Bij deze onderwerpen kun je als inleiding filmpjes bekijken op het Klokhuis.
Over het onderwerp Anne Frank vind je twee delen.
Kijk ook eens op schooltv-home, leerlingpagina’s, http://www.entoen.nu/

Thematisch werken:

• Maak een woord-web rondom een onderwerp samen met de leerlingen. Kijk wat ze al van het onderwerp weten.
• Maak daarna een overzicht met vragen waarop de leerlingen een antwoord willen. Cluster die vragen en laat de kinderen in groepjes deze onderzoeksvragen zelf beantwoorden door gebruik te maken van boeken en internet. Laat het groepje hierover een verslag maken, d.m.v. een werkstuk, een Powerpoint, een vertelplaat, en laat ze dit presenteren aan de groep.