Deel 5
Rec. 9 Julij 1764 door den President van BAKEL, NICOLAAS van OMMEREN.
10 en 11 Dito gecopieert op een zegel van 12 stuijvers, bij mij verschoten
12 Dito aan de Heer en Mr. FRANS van HEURN overgegeven.
Verschoten 3 zegels, geder à 3 stuijvers f. 0.10. 8
Aan den Notaris SANTVOORT voor het copieeren van het Product sub. No 2. met zegel f. 1. 7. 8
Aan den Notaris de GIER, sub. No 6 f. 1. 7. 8
Memorie administratief gedaen maken en aan de Wel Edele Heeren Arbiters Mrs. FRANS van HEURN, en CORNELIS van BOXTEL overgegeven door of te van weegens de Heer Eerwaardens de Regenten van BAKEL ter eenre
Op ende jegens
Heer Eerwaardens de Regenten van HELMONT en van AERLE BEECK ter andere zijde.
Wel Edele Heere Arbiters !
Uit het Compromis door PERSIJN hier inde gepasseert zullen U Wel Eerwaardens hebben gezien
Dat het object der zelver uitspraek bestaat in deeze voege:
3.
Of die van BAKEL gehouden zijn de meerdere Peel of Torf velden, die hunne ingezetenen boven die van AARLE en HELMONT thans in ’t gebruik hebben, het zij aanstonds direct, of wel bij uitsterven aan AARLE, en HELMONT te laten volgen, en verblijven ?
En of ooit meer Torf of Peel velden aan de Ingezetenen van de Een, dan aan de ingezetenen van de anderen der drie Plaatsen, zullen mogen worden uitgegeven ?
De Negative van de eerste Vrage word ten deeze gesustineert.
En met relase tot de tweede, affirmative < = bevestiginge > beweert.
Dat aan die van BAKEL altoos meer Torf of Peelvelden, conform hun oude Possessie, zullen mogen worden uitgegeven, als aan die van AARLE en HELMONT.
Tot consort < deelnemer > van welke sustenue < = gevoelens > men niet in ’t breede zal adstrueeren < = vastmaken >.
Dat er geen één dispositief < = korte inhoud en besluit > gevende word in alle de documenten ingevolgen het Compromis overgelegt.
Het welk aan die van AARLE en HELMONT egale parten in DEN PEDEL met die van BAKEL adseribeert < = toeschrijven >.
11.
Gelijk men ook zig niet zal ophouden met aan te toonen
Dat het agste artikel van de Heeren van den 12 Meij 1649 alleen bewijst een egale directie, maar niet egale parten in DEN PEDEL.
Vermits deeze artikel in zijn verband met den even overgaande ingezien zijnde, het manifest < = openbaar > word.
Dat de woorden egeene van de voors. plaatse alleen zien op de dirigeerende Peelmeesters, en niet op de Dorpen of ingezetenen van die in ’t generaal.
En zal men al mede niet daer uit breedvoerig deduceeren < = verhalen >.
Dat ofschoon wel blijckt dat AARLE en HELMONT ook den bewusten PEDEL kunnen gebruiken.
Zulks egter niet volkomen bewijst, dat even gemelde Plaatsen egale parten hebben in DEN PEDEL met die van BAKEL.
Maar men zal zig aan deeze zijde eeniglijk bezig houden met te demonstreeren.
19.
Dat die van BAKEL uit hoofde van hun ende possessie geregtigt zijn tot een meerdere portie in de bewuste Peelvelden boven die van AARLE en HELMONT.
Ten welken fine < = eindelijk > voor eerst word geciteert de verklaring bij forme van Turbe < = vorm van een grote schare > onder eede gegeven voor eene menigte van de oudste opgezetenen van BAKEL op den 26e Maart 1761, ten deeze voorgelegt sub N-1.
Waar bij eenparig is gedeponeert:
Dat de ingezetenen van AARLE en HELMONT nooit meerder gebruik in DEN PEEL, of Peelvelden hebben gehad, daar dezelve thans zijn hebbende.
Waar tegens niet zal gelden ( zoo vernoemt werd ) een onnozele Copie, die mogelijk door partijen zal worden gemaekt.
Te weeten dat het woord nooyt zig oock uitstrekt tot de tijden voor der deponenten verkeer in DEN PEDEL.
Ja zelfs voor hun geboorte.
26.
En dat …… gelijk deeze deponenten meer zouden hebben verklaart, als zij uit overtuiging konden doen.
Want het is ( ……. aan een zijde gesteld ) zeer evident uit de context van deeze verclaring.
Dat voors. woord nooit alleen met woorden ‘thuis gebragt op de tijd van der Deponenten geheugen, en verkeer in DEN PEDEL.
En men kan twijffelen of de Deponenten nader ondervraagt zijnde, zouden in dien volge dat woord expliceert ?
Tot een gevolg, dat het daar voor ook moet gehouden worden.
Omdat volgens Regten en ook de natuurlijke reeden der menschen woorden op deeze wijze het veiligst worden uitgelegt.
En voor zoo verre tegens deeze verklaring nog zoude worden in geworpen.
N.B.
Dat dezelve alleen is afgelegt door Opgezetenen van BAKEL.
En dus in hun eigen zaak.
35.
En ad proprium commodum < = het eigen voordeel > .
Zoo diend, dat in een zaak van natuur als deeze niet wel zoude kunnen worden geproduceert eene Turbe van getuigen buiten BAKEL woonagtig.
Want de meeste luiden, niet in dien PEDEL geinterresseert, hebben niet dagelijks daar in verkeert.
En kunnen derhalve meerendeels niet attesteeren < = betuigen > de propria < = eigen > scientia <= kennis >.
Daar het ook niet mogelijk is geweest, om attestatien in te winnen van Opgezetenen van AARLE en HELMONT.
Onder dezelve hun getuigenis aan die van BAKEL zouden hebben kunnen weigeren.
Zijnde men anderszins deze zijde wel verzeekert.
Dat zij onder eede gehoort zijnde het gedeponeerde van die van BAKEL zouden hebben moeten aanvullen.
43.
En dit is zoo veel te minder tegenspraak onderheevig.
Onder die van AARLE en HELMONT geen contrarie getuigenis van hunne opgezetenen hebben ingewonnen.
Zeekerlijk uit een contrarie van de oude Possessie van die van BAKEL.
Want anderzints zoude het de moeyte waardig zijn geweest voor Partijen.
Om te infringeeren < = breken > de bewijzen van die Possessie.
Waar op zij wisten, dat die van BAKEL zig eeniglijk fundeerde.
Zoo dat, of schoon regulanter de getuigenis van Opgezetenen van een gemeente ten behoeve van dezelve niet ten volle probeert.
Egter ten deze zig omstandigheden opdoen.
Die het getuigenis van die van BAKEL ontegenzeggelijk maken.
Confer: MASCARDUS de Probationibus: Vol: 4 Concl: 1422.
Et MENOCHIUS de arbitraraiis: indic: quest: lib: 2. cas: 106: n: 4.
Trouwens deeze attestatie van de Ingezetenen van BAKEL word op eene overtuigende wijze bevestigd, door eene beéédigde verklaring van vier consonante < = over eenstemmende > getuige zijnde opgezetenen van DEURNE ten deeze gevoegt Sub Nó 2.
55.
Denwelken hebben geattesteert dat voor zoo verre hun geheugens draegt en in DEN PEEL verkeerd hebben de Ingezetenen van AARLE en HELMOND nooit zoo veel gebruik in de Peelvelden van BAKEL hebben gehad, dan de Ingezetenen van BAKEL waren hebbende.
En dat zij nooit hebben hoeven zeggen:
Dat die van AARLE en HELMONT zoo veel gebruik in de Peelvelden gehad hebben, als die van BAKEL.
Waar bij nog komt de beëedigde verklaring van drie consonante getuigen, opgezetenen van GEMERT alhier gevoegt sub No 3.
Dewelke hebben geattesteert:
Dat zij van jongs af, tijde zij verkeert hebben in de Peelvelden van BAKEL, hen kennelijk te zijn, en te geheugen
Dat de ingezetenen van AARLE en HELMONT nooit zoo veel gebruik in die zelve Peelvelden hadden
Als die van BAKEL waren hebbende.
63.
Dat alle welke verklaringen gegeeven door menschen van een hooge ouderdom, kan zoo men vertrouwt getrocken worden deeze grond.
Dat die van BAKEL boven menschen geheugen zijn in een aloude possessie van in de bewuste Peelvelden meer gebruik te hebben, dan dei van AARLE en HELMONT
Tot een regtelijk gevolg dat zij niet gehouden zijn die meerdere velden het zij aanstonds direct of wel bij uitsterven aan AARLE, en HELMONT te laten volgen.
En dat altoos aan die van BAKEL conform hunne possessie meer velden dan aan de andere plaatsen zullen mogen worden uitgegeeven.
Het beschreeven Regt is ten dien respecte decisoir < = beslissend > .
Zoo als blijkt ex L 11 C de Petit Heved:
L. ubt.ff de Reo om dicatiore.
En inzonderheid L 10 ff Si Servitus omd:
Al waar te zien is dat een langdurige possessie zoo goed is als een Titel van verkrijg.
72.
Ja dat iemand zijne langdurige possessie kunnende probeeren buiten verpligting is, om zijn troef of goede trouw aan te wijzen.
Adde L. 3. L. 4. et possien en Tit: Cod: de Presento 30. vel 40 annex.
L.1. f. 3. C de annael exepto.
Welk regt zelfs in ons heeden daags reft zoo ver is overgenomen.
Dat in een Cons. Lico van Titel en Possessie zodanig een langdurige possessie boven drijft.
Volgens de paroemia Junis Consultonum mede brengende.
Dat de Presiriplie van een derde deel van hondert jaaren voor alle Zeegel en brief gaat.
Zonder dat zelfs eens word vereijscht bewijs van goede trouwe.
Van welke materie verdienen na geleezen te worden ANTONIUS MATTHEUS PAROEMIA 9.
LAMBERTUS GORIS ADVERSAR: P.s. tract: . cap. 9 V 61 et segg:
En anderen meer.
Waar eve kortheids halve word gerefereert.
Van welke Regts geleerdheid deeze redenen te geeven zijn.
85.
Dat iemand, dewelke zoo lang ongestoort een zaak heeft bezeeten, de presumtie < = het vermoeden > voor zig heeft.
Dat hij of altoos daar toe geregtigt is geweest.
Of die zaak door een conventie, of anderzints verkreege heeft.
Waar bij nog komt, dat het algemeen belang vordert, dat de eigendom eens zeeker zij
En de geschillen daar over eens een einde hebben L.s. ff: de reserpaa: en occupea:
L. fin: ff pro suo
Behalve dat de Regten niet favoriseeren de geenen, dewelke verzuimt hebben gedurende zoo langen tijd hun regt te handhaven.
Zoo dat die Presentene < = aanwezige > niet zoo zeer is geintroduceert, om den Presentene te begunstigen.
Als wel in odium negligensis < = te verwaarlozen vijandschap >
94.
………………. < is onleesbaar >
Adde sensores allegatos
Dog wat betreft men dit alles breeder te adstrueeren < = vastmaken > ?
Daar voors. Regtsgeleerdheid en de Stede S’BOSCH en Meijerije van dien is gecansalreert geworden daar een expres privilegie
Gegeven door Vrouwe JOHANNA Hartoginne van BRABAND in dato den 15e Junij 1384.
En overgenomen in de costuymen van genoemde Hooftstadt Tit 24 ( Edit: Nov: )
Bij welk Privilegie word gestatueert.
Dat zoo wie dartig jaren en dat bezeeten heeft of bezit in erve, als over zijn erve, dat die daar in berusten zal
Tot een gevolg, dat zoo elders, immers in deeze landen die Praeskriptie van een derde van een eeuw moet stand grijpen.
102.
En het welk van die evident… is, dat dit zoo vertrouwt word, bij Partijen geen contestatie < = betwisting > zal lijden immers in Thesi.
En vermits nu hier boven zonneklaar is beweezen.
Dat die van BAKEL sedert onheugelije tijden zijn in de possessie van te gebruiken meer Peelvelden als die van AARLE en HELMONT.
Zoo is het niet wel te begrijpen, wat Partijen tegens die alles in Hijpothesi < = een voorlopige waarheid > zullen inbrengen.
Want wie breed zij ook zullen mogen opgeven van hun Titul tot bewijs van hun egaal regt in DEN PEEL.
Zoo kan zulks niets opleveren tegens de praeskriptie.
Die de preferentie < = voordeel > heeft doel zeegel en brief.
Zoo als hier voor is aan gevoerd.
Alleen kan men bij gissing voor zien
Dat Partijen zullen tegenwerpen.
112.
Dat de Praekriptie niet kan werden tegens minderjarigen, en die daer voor gehouden worden
Als sonder, gemeentens en dergelijke
Edog daar tegens diend: dat gem. Privilegie van Vrouwe JOHANNA generaal spreekt.
Enkel en alleen buiten die preskriptie sluitende de Heerlijkheid en Regten der Leenen van den Souverein.
116.
Welke Exceptie na de wetten der gezonde redeneerkunde den gemeenten Regt alzoo bevestigt in casibus non exceptis < = geen zaak uitgezonderd.
Zoo dat al was Leene Regten zeeker, dat de praekriptie tegens gemeentens niet liep.
118.
Daer door dit Privilegie niet zoude kunnen werden ge…reteert.
119.
Omdat het den eigen aart en natuur is van een Previlegie af te wijken van het gemeen Regt
120.
Zoo als zulks uit de betekenis van het woord zelfs manifest is.
121.
En ……. bij de Regts dienaaren geleerd word.
122.
En voor zoo verre Tit: 24 der Costuijmen van die Praekriptie nog worden geexisteert zaken, waar inne voormaals anders is voorzien.
123.
Zoo is het notabel, dat er in de Costuijmen, zulks in den Titel van onbejaard kinderen en momberije geen jota of Tittels gevonden word.
124.
Het geen de minderjarige van deeze praekriptie bevrijd.
125.
Ja wat meer is Van SOMEREN, die in zijne commentaare over die Titel zorgvuldig aantekend alle exceptien van deese praekriptie rept geen een eenig woord van minderjarigen.
126.
En remarqueert < = merkt op > zelfs passien < = ingenomen te zijn >, dat die Titel en het Privilegie buiten die uitzonderingen generaal moeten verstaan worden.
127.
Bij als het nog komt dat in epilogo < = slotwoord > van de Costuijmen der Hooftstede en Meijerije van ’S BOSCH word gestatueert < = ingesteld >.
128.
Dat men dan eerst zig mag reguleeren < = schikken > na dispositie < = een ordentelijke beschikking > van de gemeene beschreven regten.
129.
Wanneer de privilegiën < = voorrechten >, mendementen < = bevelen; lasten >, edicten < = verordeningen > en ordonnantiën < = bevelen > ontbreeken.
130.
Tot een gevolg dat het voorgen. Privilegie de praekriptie generalijk hebbende geintroduceert door het beschreeven regt niet mag worden bepaalt
131.
Men voegd hier nog bij
132.
Dat al eens gestelt zijnde dat het gemeend regt ten deeze van influeerende < = beïnvloedende > …….. weezen.
133.
Dan nog in consideratie < = nader inzicht > zoude koomen.
134.
Dat hier questie is tusschen gemeente en gemeente
135.
En dus volgens de eigen stelling van Partijen inter …………, et …………..
136.
Quo secundum axioma juris non ….. suo privilegio.
137.
Waarom …. de restitutionibus in integrum in terminis concludeert in deezes voege.
138.
……………
139.
……………….
140.
………………..
141.
Daarenboven zoo kan in alle gevallen in deeze materie van praekripsie niet veijlig geargumenteert worden van ’t regt aan minderjarige tot gemeentens.
142.
Omdat minderjarige kunnen worden meerderjarig, en dan de praekripten begind te loopen.
143.
Daar gemeentens altijd de zelfde blijven.
144.
En derhalve zonder volgen
145.
Dat daar tegens nooit praekriptie zouden loopen
146.
Het geen als oud zoude zijn.
147.
Zoo als zulks met relatie tot Kerken zeer wel word genoteert bij den Heer SCHRASSERT en zijn Consultatien 4e deel cons. 15 V.13.
148.
Waarom dan ook na regten bekend is, dat dat Kerken goederen praekripsibel zijn.
149.
Vid: ibid: en Van SOMEREN loco citato
150.
Behalve dat de reden, waarop tegens minderjarigen de praekriptie niet loopt, te weeten van dat zij in regten niet kunnen ageeren ten eenenmaal respect in gemeentens.
151.
Vermits die altoos kunnen ageeren
152.
Het welk in cas subject te meer stringeert.
153.
Omdat de bewuste Peelvelden altoos mede zijn beheert door Peelmeesters, en gebruikt voor opgezetenen van AARLE en HELMONT
154.
In wier gezigt derhalve die van BAKEL gedurende zoo onheugelijke tijden, een meerder gebruik in DEN PEEL hebben gehad
155.
Tot een gevolg dat zulks is geschied Parte sciente, et agend valente.
156.
Het welk na regten een wijde deur opend voor de Praekriptie
157.
Zoo als niet nodig is te adstrueeren < = met bewijzen staven, toelichten >
158.
Waar bij in de laatste plaats nog kan worden gevoegt
159.
Dat in allen gevallen ten deeze niet alleen is beweezen eene praekriptie van een derde van een eeuw.
160.
Maar zelfs een onheugchelijke Possessie
161.
En zulks door het getuigenis van de oudste menschen
162.
Zoo als zodanig een possessie moet worden beweezen
163.
Ende …….. obs: Prait: cos: 362. V.2.
164.
Zijnde het na regten bekend, dat zodanig eene immemoriable possessie alle actie extendeert < = uitbreidt >
165.
End L 56 ff de …….
166.
Daar ook nergens word geleerd
167.
Dat deeze tegens minderjarigen niet zoude werken
168.
Men zwijge tegens gemeentens
169.
Mits allen het welke men deeze zal besluiten in die equitable verwagting
170.
Dat UWel Eerwaardens geene zwaarigheid zullen maken
171.
Van uit … spreeken voor regt
172.
Dat die van BAKEL niet gehouden zijn, de meerdere Peel, of Torf velden
173.
Die hunne Ingezetenen boven die van AARLE, en HELMONT thans in ’t gebruik hebben.
174.
Het zij aanstonds direct, of wel bij uitsterven aan AARLE-BEECK te laten volgen, en verblijven.
175.
En dat altoos aan de Ingezetenen van BAKEL conform hunne ende possessie zullen mogen blijven in hunne possessie, en vervolgens worden uit gegeven meer Torf of Peelvelden als van die van AARLE, en HELMONT
Implorerende
← Terug: Raad en Rentmeester-Generaal