Oud Rechterlijk Archief 1698
“De Kroniek van Driek”
Transcriptie gemaakt door Driek Smits te Venray, van de Schepenprothocollen van Bakel en Milheeze.
Gemeentearchief Gemert – Bakel.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE.
Folio 1 verso.
d.d. 20-01-1698.
Dat voor ons gekomen sijn JAN HENDRICX en WOUTER HENDRICKEN inwoonderen alhier mitsgaders GOMBEERT ANTHONISSEN als man ende momboir van JENNEKE HENDRICX woonende tot DEURSEN, ende JAN GEERLINX meerderjarige soone van GEERLINCK HANSEN verweckt aen CATHALIJN HENDRICX inwoonder binnen den dorpe van UEIJEN < = UDEN > alle tesamen erfgenamen van wijlen JOSEPH HENDRICX ende selfs broeder ter eenre, ende JAN JANSEN MARTENS mitsgaders soo voor hem selve als mede in qualiteijt als wettige geëde momboir neffens THOMAS GIJSBEERTSEN over d’onmondige kinderen van wijlen JAN MARTENS des selfs vader verweckt aen SEIJCKE GIJSBEERTSEN mede alhier present sijnde nu laest weduwe van wijlen den voorschr. JOSEPH HENDRICX ter andere zijde, de welcke verclaeren met malcanderen aengegaen, ende gemaeckt te hebben een minnelijck accoord in voegen, end manieren naer volgende.
Eerstelijck verclaeren de voorschr. eerste comparanten te cedeeren, te transporteeren en eerstelijck over te geven gelijck sij doen bij desen aen de voorschr. SEIJCKE GIJSBEERTSE ter tochte, en aen den voors. JAN JANSEN MARTENS in sijne voorn. qualiteijt ten eerfrechte alle de goederen soo havelijcke, erfhavelijcke, als erffelijcke metter doot ontruijmt en aghtergelaten bij wijlen den voorn. JOSEPH HENDRICX hunner resp. broeder, waer inne hun Comparante de erffenisse soude competeeren voor eenen sommen van taghentigh guldens, de welcke en bij desen bekennen ontfangen te hebben ende met welcke somme sij comparanten verclaeren te renuntieeren en afstand te doen van de erffenisse hun competeerende in de naergelaetene goederen van wijlen den voorn. JOSEPH HENDRICX, sonder oijt eenigh reght ofte per actie daer op te sullen pretendeeren, onder conditie nogtans dat de voorn. tweede Comparanten in deesen sullen moeten betaelen alle de personeelen ende reëlen schulden, gemaeckt bij den voorn. JOSEPH HENDRICKS als Borgemeester, soodanigh, dat de voorn. eerste Comparanten noijt daer voor sullen mogen gemolensteert, ofte geactioneert werden, allen nemende aller de voorschr. schulden tot hunner lasten alleen, mits conditie nogtans dat de voorn. tweede Comparanten tot haeren behoren sullen mogen invorderen, opbeuren ende ontfangen allen de uijtstaande schulden, ende restanten in de voorschr. Borgemeesters boecken nog openstaende, sonder oijt daer van aen ymant gehouden te zijn eenige reeckeninge ofte bewijs te doen. Geloovende voorts de voorschr. eerste comparanten dit cedeeren, transporteeren ende erffelijck overgeven ten behoeven als boven, altijt voor goed en van waerden te sullen houden te doen houden onder verbant als na recht daer toestaende geloovende mede de voorn. parthijen linc in de dit accoord in alle haeren puncten wedersijts te sullen naerkomen en aghter volgen ende doen aghtervolgen onder verbant van alle haeren resp.t. persoonen en goederen present en toecomende. Actum dese twintighste Januarij 1698.
Coram LAMBERT van der ASDONCK ende HERMEN MARCELIS Schepenen.
De koop is soo partijen verclaeren 80- 0- 0
Den 40e penning is 2- 0- 0
Den 10e verhooging is bij Dhr. PELS ontfangen volgens quitantie. Daer van aen ons gebleecken in dato den 28 December 1697.
LAMBERT van der ASDONCK
HERMEN MARCELIS.
Folio 3 recto.
d.d. 20-01-1698.
Dat voor ons gekomen is JAN JANSEN MARTENS als in houwelijck hebbende LIJNTJE PETERS, dochtere van wijlen PETER JOOSTEN woonende binnen den dorpe van DEURSEN soo voor hem selve als mede hem fort ende sterck maeckende ende de rato caveerende < = borg blijvende voor een ander > voor de verderen erfgenaemen van wijlen den voorschr. PETER JOOSTEN verweckt ANNA HENDRICX, den welcke in dier qualiteijt heeft verclaert wel, ende wettelijck te cedeeren te transporteeren ende met helmelinge vertijdenisse erffelijck over te geven, gelijck hij doet bij desen aen, en ten behoeven van JAN JOOSTEN inwoonder alhier een geregte derde part ofte deel in seeckere huijsinge, hoff ende aengelag, waij ende saijlanden soo groot ende kleijn als het selver binnen BAECKEL alhier ter plaetse onder MELIS gestaen, ende gelegen zijn in hunnen bekende reengenooten < = belendende eigenaar of nabuer > aldaer, soo in der voegen als het selven uijt hoofde van PETER JOOSTEN voorschr. hem transportant in sijne voorn. qualiteijt aengecomen is en waar van de resteerende twee derde deelen in voorschr. huijsinge en goederen zijn competeerende den gemelte PETER JOOSTEN ende REIJNIER JOOSTEN los en vrij behoudelijck uijt de voors. geheele huijsinge en goederen jaerlijcx te vergelden staende eene gulden elff stuijvers en acht penningen grondchijns aen den Heer van MELIS.
Item nogh twee gulden vijff stuijvers aen de Kerck van van BAECKEL, mitsgaders nog een spijnt < = inhoudsmaat > saet, een halff spijntsaet rogge aen d’Heer Rentmeester HURINUS, voorts los en vrij behoudelijck alle stegen, wegen ende waterlaten, daer met recht over en doorgaende dorps commer lasten en verpondingen. Geloovende voorts den voorschr. transportant in qualiteijt en uijt kragte als boven dit cedeeren, transporteeren en erffelijck overgeven ten behoeven als vooren altijt voor goed en van waerden te sullen houden en doen houden met gelofte van guarantschap in forma onder verbant van sijnen persoon, ende alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende. Actum desen twintigste Januarij XVIC acht en tnegentigh. Coram LAMBERT van der ASDONCK en HERMEN MARCELIS MANDERS Schepenen.
Waer van wegens de koopp en instaende pagt aen het Land betaeld is de somme van 5- 0- 8
en wegens 10e verhooginge 0-10- 0
5-10- 8
Volgens de quitantien van Hr. ontfanger OFPELS in dato den 3e Januarij 1698 aen ons Schepenen vertoont.
LAMBERT van der ASDONCK.
HERMEN MARCELIS.
Folio 4 recto.
d.d. 03-02-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergenoemt JAN HENDRICKS, WOUTER HENDRICKS, inwoonders alhier mitsgaders GOMMERT ANTHONISSEN van der VOORT in houwelijck hebbende JENNEKE HENDRICKS ende JAN GEERLINX soone van GEERLINGH HANSEN verweckt aen CATALIJN HENDRICX, mitsgaders EIJCKE GIJSBERTS laest Weduwe van wijlen JOSEPH HENDRICKS als transport hebbende van de voorschr. JAN, WOUTER ende JENNEKE HENDRICKS etc. ende also voor so veel als de portie vande voorschr. JOSEPH HENDRICX aengaet te samen kinderen, erffgenaemen van wijlen HENDRICK JANSEN verweckt bij GERRITJE DIRX, wettige beddegenooten, en eghte luijen waren als sij leefden, en de welcke met malcanderen hebben aengegaen ende gemaeckt eene wettige erfscheijdinge en deijlinge van allen des selfs goederen en effecten bij doode van hunne voors. ouders zaliger agtergelaten en ontruijmt, ende met welcke erfscheijdinge, ende deijlinge met den eerste loote ten deelen gevallen is.
GOMMERT ANTHONIS van der VOORT nomine uxoris eene Schepen obligatie, oft Renthe van twee hondert gulden capitael met de jaerlijckse interessen van dien tot tien gulden van ijder jaer gelooft verleeden ende gepasseert bij HERMEN GOORTS voor Schepenen van LIEROP den ……….
Item alnog een Schepenschultbrieff ofte obligatie van hondert en vijftigh gulden capitael, met den jaerlijxe interest van dien tot seven gulden tien stuijvers staende tot lasten van MARCELIS JANSEN inwoonder tot LIEROP, ende bij den selven verleden en gepasseert voor Schepenen van LIEROP voorschr. op den ……….., ende moet dit Loth uijtkeere aen het tweede en aen het vijfde Lot yder acht en vijfftigh gulden, maeckende tesamen de somme van hondert en sestien gulden tot egalisatie van des selfs Looten, de welcke den voorschr. GOMMERT ANTHONISSE aen JAN HANDRIC en JAN GEERLINX bewesen heeft te sullen trecken en genieten van een Schepen obligatie van vier hondert gulden staende alhiertot lasten van den gemeijnten van BAECKEL en hem competeerende van de voors. gemeijnte.
Item is met de tweede loote ten deele gevallen JAN HENDRICKS een stuck ackerlants genaemt DEN KOSTERS ACKER groot ontrent de twee Loopensaten, nogtans soo groot, ende kleijn als den selven alhier binnen den dorpe van BAECKEL gelegen is met d’een zijde de Kinderen JAN JANSEN, d’ander sijde JAN PETER WILBORTS, d’een eijnde den gemeenen wegh, d’ander eijnde de GENENEIJNT van BAKEL, los, ende vrij behoudelijck alle stegen, wegen en waterlaten, daer met recht over, en door gaende dorps commer lasten, en verpondinge, ende moet dit loth trecken van het eerste lot eene somme van acht en vijftigh gulden tot des selfs egalisatie, de welcke GOMMERT ANTHONIS hem heeft beweesen te sullen trecken, ende genieten van eene obligatie van vier hondert gulden die den voorm. GOMMERT ANTHONISSE van dese gemeijnte van BAECKEL is competeerende.
Item is met den derde loote WOUTER HENDRICKS ten deele gevallen eene somme van veertien gulden in geld, om redenen, alsoo den selver van sijne ouders zaliger eene merckelijcke somme gelts ofte wel de weerde van dien, boven sijnen medecondividenten
< = medeverdeler > in desen heeft voor aff genooten ende ontfangen, ende verclaert den voorn. WOUTER HENDRICX met de voorschr. somme van veertien gulden om redenen als vooren te zijn gecontenteert voor sijnen portie.
Item is met den vierde loote EIJCKE GIJSBERTS laest Weduwe JOSEPH HENDRICX haeren man zaliger ende bij reprensatie van de voorn. JOSEPH HENDRIX als transport hebbende van des selfs mede condividenten in desen ten deelen gevallen seeckere ervenisse bestaende in huijsinge, schuere, schop en nog een kleijn huijsken, mitsgaders in way, ende saylanden app en dependentie < = aan en bij behoorende landerijen > van dien soo groot, ende kleijn als het selve alhier binnen den dorpe van BAEKEL gestaen en gelegen is in sijnen bekende reengenooten < = belendende eigenaren > aldaer soo en in dier voegen het selver den voorschr. JOSEPH HENDRICX laest in gebruijck heeft gehad, los en vrij behoudelijck daer uijt gaende vijff vat rogge en vijff stuyvers en vijff duijten in geld aen de Armen van HELMONT.
Item eenen gulden twee stuyvers en 8 penningen aen Rentmeester HORNIUS.
Item seventien stuyvers aenden H. Geest van BAKEL, voorts alle stegen, wegen, etc.
Item is met een vijffde loote JAN GEERLINX meerderjarige soone van CATALIJN HENDRICX ten deele gevallen eene somme van veertig gulden in geld, de welcke hij belooft heeft te sullen verteeren bij de Wed. van JOSEPH HENDRICX die de selve saemen aen hem sal moeten betaelen, ende ingevallen bij versterff of andersints hij de voors. somme niet en komt te verteeren, soo sal de voors. Weduwe van JOSEPH HENDRICX die selve somme aen hem uijtkeeren ende moet dit lot trecken van het eerst loth tot egalisatie acht en vijfftig gulden. Geloovende de voors. Comparanten ende condividenten verclaerende d’een wel, ende wettelijck te sullen renuntieeren, vertijden, ende afstand doen van des anderen portien, gelijck sij doen bij desen, mitsgaders dese erffscheijdinge ende deijlinge altijt voor goed en van waerde te sullen houden, ende doen houden, ende een yder voor sijne portie de pagten hem hier voore aengegroot altijt soodanigh te sullen bij betaelen, dat des anders portie noijt daer mede en sal werden belast, ofte beswaert, ende ofter in toecomende nog eenige pagten, renthen, chijnssen, ofte andere lasten opquamen des men nu niet, en weet, ende hier vooren niet staen geexpresseert, die gelooven sij comparanten, ende condividenten malcanderen te sullen helpen dragen, ende aencoopen naer Lants recht, ofte Lantcoop, mitsgaders malcanderen te sullen wegen ten naesten velden, ende ten minsten schaede. Alles onder verbant van der voorschr. Comparanten, ende Condividenten persoonen, ende aller haere goederen hebbende ende vercrijgende. Actum desen derde Februarij XVIC acht en tnegentig. Coram LAMBERT van der ASDONCK en JAN JANSEN HOOBERGEN Schepenen.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
LAMBERT van der ASDONK.
P.S. In de marge !
Compareerde JAN HENDRIKS, de welcke bekent de somme van acht en vijftig gulden in dit loth geexpresseert ontfangen te hebben, consenteert over sulx in de cassatie deses.
Actum desen twintigste Februarij 1698. Coram Heeren DANIEL MAKALLE, JAN HOBERGEN Schepenen.
MAKKALLE de JONGH.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
Compareerde voor Heeren Schepenen ondergenaemt JAN GEERLINX den welcke bekent de somme van acht en vijftigh gulden in dit nevenstaende loth geexpresseert ontfangen te hebben en consenteert over sulx in de cassatie …… van dien.
Actum desen twintigsten Februarij 1698.
Coram Heeren DANIEL MAKALLA en JAN HOBERGEN.
MAKKALLA de JONGHE 1698.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
Folio 6 recto.
d.d. 03-02-1698.
Dat voor ons gekoomen is AERT HUIJBERTS BLOMMARTS inwoonder binnen de Heerlicheijt BERLICUM den welcke heeft verclaert wel ende wettelijck te cedeeren, te transporteeren, ende met helmelinge vertijdenisse erffelijck over te geven, gelijck hij doet bij desen, aen ende ten behoeven van WILBORT JAN WILBORTS, inwoonder alhier eene geregte onbedeijlde helfte hem transportant cometeerende in seeckere huijsinge, hoff ende aengelagh, way ende saylanden appendentie, ende dependentie van dien groot te samen ontrent twintigh Loopensaten, nogtans soo groot, ende kleijn als het selve binnen dese dorpen van BAECKEL ter plaetse onderr de Heerlicheijt van MELIS Jurisdictie van BAECKEL voorschr. in sijnen bekende reengenooten aldaer gestaen, ende gelegen is, en waer van de wederhelft is competeerende ANNA HUIJBERTS BLOMMAERTS, los ende vrij, behoudelijck alle stegen, wegen, waterlaten, en alle gebuerlijcke regten daer met recht over en doorgaende dorps commer, lasten, end verpondinge uijtgenomen hier uijt jaerlijcx te vergelden staende twee gulden vijff stuijvers int geheel aen den Armen van HELMONT.
Item nog eenen gulden en twee stuyvers uijt de voorschr. geheele huijsinge jaerlijcx te gelden aen den Grontheer van MELIS, alles soo en in dier voegen het selve den voorn. transportant uijt hoofde van HUIJBERT DIRCK BLOMMARTS, en JENNEKE …………….. sijne ouders zaliger bij versterff aengecomen is geloovende de voors. transportant dit cedeeren en transporteeren, en eerstelijck overgeven ten behoeven als boven altijt voor goed, bundig en van waerden te sullen houden ende doen houden met gelofte van guarantschap in forma, onder verbant van sijnen persoon, en alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende. Actum desen derde Februarij XVIC acht en tnegentigh. Coram de Heeren LAMBERT van der ASDONCK, JAN JANSEN HOOBERGEN, Schepenen tot BAECKEL.
Den koop is parthijen 290- 0- 0
en de instaende pagten soo van den Armen als vande grondchijnen sijn in capitael 35- 0- 0
begroot op 325- 0- 0
waar van wegens den 40e aen den geauthoriseerde van Hr. Onfanger VRIJBERGEN betaelt is 8- 2- 8
ende wegens de thiende verhooginge van dien 0-16- 4
volgens de quitantie daer van sijnde en aen ons Schepenen gebleecken 8-18-12
JAN JANSEN HOOBERGEN.
LAMBERT van der ASDONCK.
Folio 7 recto.
d.d. 03-02-1698.
Dat voor ons gekomen sijn SEIJCKE GIJSBERTSEN Weduwe wijlen JOSEPH HENDRICX geassisteert met JAN HENDRICX als haere geassumeerde < = mee gebrachte > momboir in desen.
Item JAN JANSEN MARTENS, ende WILBORT JAN MARTENS, ende JOOST JAN MARTENS des selfs meerderjaerige soonen verweckt bij JAN MARTENS eerste man zaliger van de voors. SEIJCKE GIJSBERTS soo voor haer selven, als mede haer fort ende sterck maeckende voor haere absenten minderjarige broeders ende susters, ende voor deselve de rato caveerende (na dat de voorn. SEIJCKE GIJSBERTS des selfs moeder mede alhier present hadde verclaert te renuntieeren van de togte haer ten dese competeerende gelijck sij renuntieert bij desen en tot het naervolgende volcomentlijck te consenteeren) de welcke alsoo, ende in dier qualiteijt wel ende wettelijck hebben gecedeert, getransporteert, en met helmelinge vertijdenisse eerstelijck overgegeven gelijck sij doen bij desen, aen, en ten behoeven van JAN GEERLINX inwoonder int Land van RAVESTEIJN een yder sijnen geregte onbedeijlde portie ter somme van hondert vijftigh gulden haer transportanten competeerende in een Schepene gelofte van seven hondert gulden capitael staende tot lasten van de Gemeijnte, ofte het Corpus van BAECKEL, ende bij deselven gelooft en verleden voor Schepenen van BAECKEL uijt wijsens de originele bescheeden daer van sijnde, met de jaerlijcxe interesten van dien tot vijff gulden van yder hondert gulden, in het jaer soo en in dier voegen het selven de voors. transportanten bij transport van de erfgenamen van wijlen den voorschr. JOSEPH HENDRICK voor Heeren Schepenen alhier op den twintigste Januarij XVIC acht en tnegentigh aengecomen is. Geloovende de voors. transportanten in qualiteijt, ende haer voor de voorschr. onmundige fort, ende sterck maeckende en de rato caveerende als voor dit cedeeren, transporteeren, en erffelijck overgeven ten behoeven als boven altijt voor goed, en van waerden te sullen houden en doen houden, met gelofte van guarantschap in forma, onder verbant van haere persoonen, ende alle haere goederen present en toecomende. Actum desen derde Februarij XVIC acht en tnegentig. Coram LAMBERT van der ASDONCK en JAN JANSEN HOOBERGEN, Schepenen.
Den koop is soo parthijen verclaeren 165- 0- 0
Waer van wegens den 40e penn. betaelt is 4- 2- 8
En wegens de 10e verhooginge van dien 0- 8- 4
Volgens de quitantie aen Heeren Schepenen gebleecken 4-10-12
LAMBERT van der ASDONCK.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
Folio 8 recto.
d.d. 20-02-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergenoemt HENDRICK WILBERTS inwoonder alhier den welcke van huijden dato ondergeschreven over vier eerstcomende jaeren heeft gelooft te geven, restitueeren ende te betaelen, aen GOORT DIRCK FRANSEN inwoonder tot DEURSEN, eene capitaele somme van een hondert gulden, spruijtende ter saecke van goede, deugdelijck geleende, ende ten dancke ontfangene gelden sijnde den eersten penninck met de laesten deugdelijck bij den voorn. Comparant ontfangen, renuntieerende over sulx van de exeptie van egeene aengetelde gelde, ende middeler tijts den interest van het voors. capitael alle jaren te sullen betaelen tot vijff gulden, ende ingevalle van egeene restitutie ten eijnde de voorschr. vier jaere in den gestipuleerde interest te sullen blijven continueeren tot d’effectueele voldoeninge, ende aflossinge van het voorschr. capitael toe tot nawercominge van het geene voorschreven staet, ende tot wel voldoeninge van dit soo van capitael als van interest verbindt voorn. comparant sijnen persoon, ende alle sijne goederen hebbende, ende vercrijgende.
Actum desen twintigste Februarij XVIC acht en tnegentig coram JAN JANSEN HOBERGEN ende JAN GOORTS van den EIJNDE Schepenen tot BAEKEL van de bovenstaende obligatie van hondert gulden t is geen 40e penninck betaelt. Memorie.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
JAN GORDTS vanden EIJNDE.
Folio 8 verso.
d.d. 20-02-1698.
Dat voor ons gekomen sijn GOMMERT ANTHONIS van der VOERT inwoonder tot DEURSEN als man, ende momboir van JENNEKE HENDRICX, Item JAN HENDRICX inwoonder alhier, ende JAN GEERLINCX meerderjarige soone van GEERLINGH HANSEN verweckt aen CATALIJN HENDRICX inwoonder binnen den dorpe van UIJEN < = UDEN >, de welcke te samen wel, ende wettelijck hebben gecedeert, getransporteert ende erffelijck overgegeven gelijck sij doen bij desen aen ende ten behoeven van JAN PETER STERCKEN inwoonder alhier yder sijnde geregte aendeel, ende contingent ter somme van vier hondert gulden haer competeerende in eene Schepene obligatie van seven hondert gulden capitael Mette jaerlijcxe intereste van dien, staende tot laste van desen dorpe van BAECKEL, ende haer uijt hoofde van HENDRICK JANSEN bij versterff aengecomen, breder blijckende bij den origineele uijtgemaeckte obligatie brieff daer van sijnde. Geloovende voorschr. transportanten in qualiteijt als voorschr. dit cedeeren, transporteeren, ende erffelijck overgeven ten behoeven als boven altijt voor goed ende van waerden te sullen houden, ende doen houden onder verbant als na reght daertoe staende.
Actum desen twintigste Februarij XVIC acht en tnegentigh. Coram HERMEN MARCELIS MANDERS, ende HERMEN PETER NOIJEN Schepenen des Dorps van BAECKEL.
Den koop is soo partijen verclaeren 380- 0- 0
waer van wegens den 40e penninck betaelt is 9-10-0
en wegens 10e verhoginge 0-19-0
volgens de quitantie vande geauthoriseerde van Hr. Ontfanger VRIJBERGH in dato den 6 Febr. 1698 aen Schepenen alhier geblecken.
HERMEN MARCELIS MANDERS.
HERMEN PETER NOIJEN.
Folio 9 recto.
d.d. 20-02-1698.
Wij JAN JANSEN HOBERGEN, ende JAN GOORTS van den EIJNDE Schepenen des Dorps van BAECKEL gelegen in den Quartiere van PEELAND Meijerije van S HERTOGENBOSCHE doen cond, ende certificeeren bij desen voor d’opregte waerheijt, dat WILBERT HENDRICK out Schepen alhier ontrent twee en veertigh jaeren geleden als doen nogh Jonghman sijnde heeft beslapen seeckere ELISABETH HENDRICKS, alsdoen mede nogh Jongedochter sijnde ende ongetrouwt sijnde, ende aen deselve geprocreërt < = geteelt > te hebben eene soone genaemt GERARD WILBORTS jegenwoordigh nogh in sijnen leven zijnde, en woonende binnen den Dorpe van VLIERDEN ende dat wij deponenten van verscheijde Liede verstaen ende hooren seggen hebben, dat de voorschr. WILBORTS HENDRICK soude betaelt ende gegeve hebben aen de voorn. ELISABETH HENDRICKS wesende dienstmaegt ten woonhuijse van des voorschr. WILBORT HENDRICKS ouders zaliger eene somme van twee hondert gulden tot defloratie < = schoffiering; onteering > van des selfs eere, sonder oijt ofte ymmermeer zedert de voorschr. tijt te hebben hooren seggen dat een van haer beijde verders eenige misval hebben bedreven, maer ter contrarie < = strijdig; dwars > van dien hun altijt voorts wel ende loffelijck hebben gedragen, voor soo veel ons kennelijck is, alsoo ons noijt het contrarie van dien en is gebleecken. Verklaerende verders ons deponenten niet kennelijck te zijn dat de voors. WILBERT HENDRICKS, ende ELISABETH HENDRIX malcanderen in eenige bloetverwantschap bestaan, ofte van aengetrouwde maetschap te zijn, nog sulx oijt van ymant te hebben hooren seggen. Ende want men sculdig is der waerheijt getuijgenisse te geven insonderheijt daer toe versocht sijnde als ten desen is geschiet. In oirconde der waerheijt hebben Wij Schepenen desen ten prothocolle eijgenhandig ondergeteijckent desen twintigsten Februarij XVIC acht en tnegentigh.
JAN JANSEN HOEBERGEN.
JAN GORDTS van den EIJNDE.
Folio 10 recto.
d.d. 03-04-1698.
Wij Heeren PETER NOIJEN, ende HERMEN MARCELIS MANDERS Schepenen des Dorps van BAECKEL gelegen in den Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSSCHE doen cond, ende certificeeren mits desen, dat voor ons in propere personen gekomen sijn de deponenten hier naer genoemt, de welcke ter instantie van de jegenwoordige Regenten van BAECKEL hebben getuijgt, naer gedaene Eede, aen handen van het Officie afgelegt waer, waerachtigh, ende haer seer wel kennelijck te wesen yder in sijn reguarde < = kennisnemende >, ende eerstelijck MARGRIET doghtere JAN THIJSSEN ROBBEN gewesene meijt van SERVATIUS NIEUWENHOVE alhier tot BOECKEL in den Lande van RAVESTEIJN woonende, dat sij in den jaere XVIC drie / XVIC vier en tnegentig, ende meer jaeren daer voor, ende daer naer voor meijt gewoont heeft binnen BAECKEL bij den voorn. NIEUWENHOVEN: sijnde de selve van seer goede competenten ouderdom, en heeft verclaert dat in den jaere XVIC drie en tnegentigh sonder den precisen tijt onthouden te hebben, ten haeren voorn. huijse aldaer als meijt woonende, door ANDRIES GIJSBERTS doen ter tijt regeerende Borgemeester, ende WILLEM CUIJPERS doen ter tijt regeerende Schepen, ende verpondingbeurder alhier tot BAECKEL voors. hebben gebroght eenen sack met gelt omme te bewaeren, zijnde penningen de gemeijnte van BAECKEL competerende, die sij ook in eene kiste heeft opgeslooten, dat daer na in den jaere XVIC vier en tnegentigh op seeckere dage, sonder in den precijse tijt of dagh behaelt te willen sijn, ten huijse voorschr. bij de voorn. deponente is gecomen den persoon van den voorn. WILLEM CUIJPERS geassisteert met GOORT HENDRICX voerman ordinair < = gewoon > van desen dorpe van BAECKEL naer DEN BOSCH mede van competenten ouderdom, de welcke mede verclaerde aen, bij, ende present geweest te zijn. Dat den voors. WILLEM CUIJPERS haer eerste deponente afeijschte den voorn. sack met geld, ende daer uijt haelde, ende lichte eene somme van drie hondert gulden, daer op sij voorn. eerste deponente in den beginnen begoste swaerigheijt te maken, om willen dat het selve Gemeijnts gelt ende hij CUIJPERS van de Regeeringe maer alleen was, dat den voorn. CUIJPERS dat hoorende ende siende tegen haer voorn. eerste deponente antwoorde schoon dat het gemeijnts gelt is, dat doen ick in stilligheijt, ick sal het voorn. gelt in kort daer aen wederom bij leggen, ick hebbe het tegenwoordigh van Noode, ende dat sij eerste deponente den voorn. CUIJPERS daer toe tot het wederbrengen onderscheijdelijck heeft aengemaent, maer dat de selve sulx noijt en heeft gedaen. Dat daer over den voorn. WILLEM CUIJPERS is comen aflijvich te worden, ende dat naer sijn doot sijn gecomen JAN CUIJPERS sijnen broeder ende AERT HAGEMANS sijnen swager ende beurde de restanten van de voorn. verpondinge op, die hij voorn. WILLEM CUIJPERS als verpondingbeurder nog van de ingesetene van BAECKEL tot betalinge van s’lants comptoir te vorderen hadde, waer bij sij voorn. eerste Comparanten is gegaen ten huijse van JAN JOOSTEN woonende alhier binnen BAECKEL verscheijde maelen bij den voorn. JAN ende AERT hun in der minne aenmanende hebbende eenen groote sack gelts bij haer staenden die sij uijt ten hoofde voorschr. van de naebueren hadde ontfangen tegens haer seggende gij hebt nu gelts genogh, comt legt nu dat gelt weder bij, dat uwen broeder ende swager, ofte om wel te seggen WILLEM CUIJPERS voorn. vant gemeijnts gelt van mij heeft afgehaelt, ende onder eerbaerheijts wille soude het selve niet een groote schande zijn, dat sulx uijtquam, daer op die voorn. JAN CUIJPERS, ende AERT HAGEMANS telckens antwoorde, Wij sullen maecken, dat alles wel is, ’t welck niet en is geschiet, ende verclaerde wijders den voorn. GOORT den voerman onder Eede als voore, de voorn. penningen van driehondert gulden neffens andere voor den voorn. CUIJPERS van alhier over gebragt te hebben op het comptoir van Joncker NAGELS Ontfanger van de verpondinge ten BOSCH. Ende verclaerde WILBORT HENDRICX op SCHEEPSTAL inwoonder alhier, derde deponent ende GERRIT WILBORTS, inwoonder tot VLIERDEN, vierde deponent in sesen, zijnde beijde van competenten ouderdom, onder Eede als vooren dat sij den voorn. WILLEM CUIJPERS naer het lichte der voorschr. penningen niet eens maer verscheijde maelen hebben hooren bekennen de voorschr. penningen gelicht te hebben, en dat hij oock vermeijnde de selve stillekens weder te sullen geven, ende hebben alle de voorn. deponenten voor soo veel ijder sijne gedeponeerde aengaet naer voorgaende praelecture daer bij gespecifiseert, ende het selven met Solemneele Eede becragtight. In oirconde der waerheijt hebben Wij Schepenen voorn. desen door onse Secretaris laten schrijven ende ten prothocolle beneffens de selven behoorlijck onderteeckent desen derde April XVIC acht en tnegentigh.
HERMEN PETER NOIJE.
HERMEN MARCELIS MANDERS.
Onleesbaar 1698 Secrts.
Folio 11 verso.
d.d. 04-04-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergent. CLAES JAN NOIJEN, CLAES JOORDENS, ende PETER JAN MAESBROECK inwoonders alhier zijnde alle van competente ouderdom, de welcke ter instantie van de jegenwoordige Regenten van BAECKEL hebben getuijgt, verclaert, ende gedeponeert gelijck sij daer bij desen voor waeragtigh onder Eede heden aen handen vant Officie gepresteert, dat WILLEM CUIJPERS ende JAN MAESBROECK in qualiteijt, als Borgemeesters over dese Dorpe van BAECKEL van den Jaere XVIC vijff en taghentigh als doen in het laesten van het selve Jaer van JOORDEN GOORTS cum suo gewesene Borgemeesters alhier over den Jaere XVIC seven en tseventich hebben overgenomen eene capitale somme van drie hondert gulden, ende gelooft deselve somme metten jaerlijcxe interest van dien tot vijftien gulden sjaers te sullen betaelen in soodanige scabinale obligatie < = schepen obligatie > van dertien hondert gulden, als den voors. JOORDEN GOORTS cum suo in sijnen voorn. qualiteijt tot lasten van de gemeijnte alhier hadde op interest opgenomen van wijlen den Hr. ADRIAEN van STRAELEN in sijn leven woonende tot HELMONT, tot betalinge van s’lants comptoir ende gemeijnte schulden. Ende dat de voorn. WILLEM CUIJPERS ende JAN MASBROECK van het voors. capitael van drie hondert gulden bij haer tot ontlastinge van de voors. obligatie van dertien hondert gulden uijt handen van de voorn. JOORDEN GOORTS cum suo ontfangen zijnde Jaeren hebben betaelt den interest, als mede dat bij de weduwe van wijlen d’Hr. ADRIAEN van STRAELEN, wegens eene thiende bij haer voor merckelijcke somme van de erfgenamen vanden voorschr. WILLEM CUIJPERS in den Jaere ……………. gekoght van de kooppenningen heeft ingehouden, ende gekort vijff en veertigh gulden tot voldoeninge van drie agterstellige Jaeren interest, die de voorn. Borgemeesters WILLEM CUIJPERS cum suo aen haer als doen nogh schuldigh waeren, wegens de voors. capitale somme van drie hondert gulden. Ende verclaert verders den voorn. tweede deponent daer aen, bij ende present te zijn geweest doen de voors. drie hondert gulden door den selfe vader JOORDEN GOORTS wierden gestelt aen de voorn. WILLEM CUIJPERS cum suo gewesene Borgemeesters tot BAECKEL. Eijndigende hier mede de voors. drie deponenten dese henne waeragtige verclaeringe, de welcke na voorgaende praelecture voor soo veel yder sijne gedeponeerde aengaet, daet bij hebben gepersisteert allegerende redenen van welwetenschap het geene voors. staet alsoo waer ende waerachtigtig te zijn ende hun tselve nog in goede geheugenisse ende memorie te wesen.
Actum desen vierde April XVIC acht en tnegentigh. Coram de Heeren LAMBERT van der ASDONCK ende HERMEN MARCELIS MANDERS, Schepen tot BAECKEL.
LAMBERT vander ASDONCK.
HERMEN MARCELIS MANDERS.
Folio 12 verso.
d.d. 25-04-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergent. WILLEM PETERS als man ende momboir van CATALIJN EVERTS, inwoonder alhier ter eenre ende EVERT LEENDERTS ingsgelijcx alhier woonagtigh ter andere zijde. Dewelcke verclaeren in der minne met malcanderen over een gecomen ende veraccordeert te zijn in voege, ende maniere navolgende te weten, dat WILLEM PETERS eerste comparant in desen den voorn. EVERT LEENDERTS tweede comparant in desen sal alimenteren, en onderhouden in montcost en dranck, oppassen, ende gade slaen, ende dat voor den tijt ende termijn van een jaer alleenlijck, welcke voors. tijt verstreecken sijnde, soo sal den voorn. eerste comparant niet gehouden sijn den tweede comparant te alimenteren, onderhouden, ende opp te passen, of gade te slaen ten ware sulx dede uijt consideratie ende mededogentheijt, ofte wel daer voor op nieuws gecontenteert wierde. Ende heeft den gemelten tweede compareert daer voor nu, en eens voor all ( alwaer het schoon dat hij binnen den voorschr. tijt van een Jaer quam aflijvigh te worden ) uijt kragte van authorisatie van Heeren Schepenen alhier de dato den vijff en twintighste April XVIC acht en tnegentigh verleent op de request op heden aen haer Eerw. bij den voorn. tweede comparant gepresenteert, verclaert wel, ende wettelijck te cedeeren, te transporteeren bij ende met helmelingen < = een korenhalm > vertijdenisse eerstelijck over te geven gelijck hij doet bij desen aen ende ten behoeven van WILLEM PETERS eerste comparant voorn. alle ende eene ygelijcke sijne meubilaire ende erfhavelijcke goederen en effedten mitsgaders alle de schaere staende ten velde op de erffelijcke goederen gelegen alhier tot BAECKEL, so ende gelijk die jegenwoordigh bij hem tweede comparant beteult, ende besaijt zijn egeene van dien gereserveert ofte uitgesondert zijnde, los ende vrij van alle commer, calangie, ende aental, daer op zijnde, ofte nog naermaels daer opkomende zijnde mits dat den eerste Comparant boven de voors. montcost ende dranck uijt te keeren en te betaelen eens eene somme van tnegentich gulden, ende is verders geconditioneert dat den tweede comparant voor sijne reeckeninge tot betaelinge sal aennemen, en aen de voors. somme van tnegentich gulden sal laten korten ende defalqueeren < = wegnemen of snijden > alle de quitantien van de Borgemeesterslasten, en verpondingen, die aen hem bij den eersten comparant werden overgelevert. Geloovende den voorn. EVERT LEENDERTS die in qualiteijt ’t uijt kragte als boven altijt voor goed ende waerden te sullen houden, ende doen houden met gelofte van guarantschap in forma onder verbant als na reghten daer toe staende, gelijck dan ook den voorschr. WILLEM PETERS bij desen belooft den voors. tweede Comparant daer voor ( boven ende behalve de gestipuleerde somme van tnegentich gulden bij hem eersten comparant te betaelen ) te sullen onder houden in montcost ende dranck ende op te passen als voore, sonder oijty yetwes meer daer voor te sullen pretendeeren, dan voorschr. staet. Verclaerende sij voorn. Comparanten wedersijts dit voorschr. accoord in alle sijne leden poinctelijck te sullen naercomen, aghtervolgen, ende doen aghtervolgen, mitsgaders allen het selve altijt voor goed ende van waerden te houden, onder verband als na reght daer toe staende.
Actum desen vijff en twintigste April CVIC acht en tnegentigh. Coram de heeren JAN AERTS HOEBERGEN, ende JAN PETER STERCKEN Schepenen tot BAECKEL.
JAN JANSEN HOOBERGEN.
JAN PETER STERCKEN.
Folio 14 recto.
d.d. 15-05-1698.
Dat voor ons gecomen is JAN FRANSEN VERBAECKEL inwoonder binnen de Heerlicheijt BEECK, die welcke uijt kragte van behoorlijck decreet geproduceert ende gemomen bij de respt. Wethouders van BEECK voornt. wel ende wettelijck heeft gecedeert, getransporteert, ende erffelijck overgegeven gelijck hij doet bij desen, aen en te behoeven van den Hoog en Wel Gebooren Heere JOHAN PILIP Baron van LEEFDAEL etc. eenen beemt gecomen van JAN JANSEN de LOUW groot ontrent vijff Loopensaten ofte soo groot ende kleijn als den selve alhier binnen den Dorpe van BAECKEL ter plaetse op GROOTEL, gelegen is, met deen zijde aen erve ………, d’andere sijde WILLEM onmondige soon van YSBOUTS HENDRICK GOORTS, d’een eijnde uijtschietende opde gemeijnte van BEECK voorschr. d’ander eijnde aen erve de Wed. van wijlen den Advt. ROEFS tot HELMONT ( als sij seijde ) ende heeft voorts den voorn. vercooper op den voors. beemt, ende op en van ’t recht, toe ende aenseggen hem dien aengaende competerende, en Schepenen letteren daer van mentie < = melding; gewag ) makende helmelingh verteghen tot behoeve van den gemelte Heere coopere. Geloovende hij transportant onder verbant van zijnen persoon ende alle sijne goederen hebbende, ende vercrijgende egeene van dien uijtgescheijden dit cedeeren, transporteeren, ende erffelijck overgeve ten behoeven als boven met vertijden van dien, eeuwiglijck ende altijt voor goed vast, stedich, ende van waerde te houden en den voorn. Cooper te weiren < = weren > los ende vrij behoudelijck alle stegen, wegen ende waterlaten, dorpslasten ende verpondingen ende alle commer, calangie, ende aentael soo van chijns als andersints, die daer op mogte comen, ofte bevonden werden bij hem vercooper af te doen, en deden voorn. Heer Cooper ter saecke van dien te sullen guarandeeren.
Actum desen vijftiende Maij CVIC acht en tnegentigh. Coram LAMBERT van der ASDONCK, ende HERMEN MARCELIS MANDERS Schepenen van BAECKEL.
Den coop is soo parthijen verclaeren 120- 0- 0
In voldoen 40e penninck ende 3- 0- 0
Van de thiende verhooginge is aen Lant betaelt 0- 6- 0
Volgens quitantie van de geauthoriseerde van de Heer Ontfanger VRIJBERGEN de dato 12 April 1698 aen Schepenen alhier gebleecken.
LAMBERT van der ASDONCK.
HERMEN MARCELIS MANDERS.
Folio 15 recto.
d.d. 17-06-1698.
Compareerde voor Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergenoemt MATHIJS van de KERCKHOFF oudt Schepen, ende Regeerende Armmeester alhier, out ontrent negen en seventigh Jaeren ende HERMEN WILLEM MANDERS insgelijcx out Schepen, ende gewesene Borgemeester alhier mede out ontrent negen en seventig Jaeren, mitsgaders JOACHIM JANSEN schaliedecker < = beroep van iemand die bedekkingen maakt van natuursteen ( leien ) of van eikenhout voor gebouwen en vooral van molens. > wonende binnen den dorpe van GEMERT out ontrent drie en vijftig jaeren, de welcke ter instantie van WILBORT HENDRICX regeerende Kerckmeester over desen voorschr. dorpe van BAECKEL, op den Eedt heden aen handen van den gecommitteerde des Heeren Officiers gepresteert hebben getuijgt, verclaert, ende gedeponeert, ( gelijck sij doen bij desen ) voor waeragtigh te weeten de twee eerste in ordine deponenten, dat de parochiekerck van BAECKEL gestaen en gelegen alhier altijt tot dato deses bij den regeerende Abt van EPTERNAECKEN van den tooren af tot aen het koor van de voors. parochiekerck in dackglasen, met sijne verdere ap ende deponentie van dien specteerende tot den buijck van de voorschr. parochie kerck soo wel boven als beneden den voors. buijck is onderhouden ende gerepareert buijten costen ofte lasten van de gemeijnte van BAECKEL. Ende verclaert verders den derde in ordine deponent dat hij in den jaere XVIC een, of twee en taghentigh onbegrepen den buijck van de voorschr. parochiekercke door ordre van wijlen NICOLAES van NEERVEN doen ter tijt geweesene pagter ende gebruijcker der thiende competeerende den gemelten Abt van EPTERNAECKEN in qualiteijt als Mr. Schaliedecker heeft gerepareert ende dat oock den voorn. NICOLAES NEERVEN hem deponent ende sijne knegten, wegens sijnen verdient arbeijtsloon bij hem derde deponent int repareeren van den buijck der voorschr. parochiekerck gedaen, heeft betaelt ende ten vollen voldaen. Eijndigende hiermede de voors. deponenten dese hunnen waeragtige verclaeringe, dewelcke na voorgaende praelecture voor soo veel yder sijnen gedeponeerde aengaet daer bij hebben gepersisteert, allegueerende de twee eerste in ordine deponenten redenen van welmeesterschap sulx seer dickwils van des selfs voor ouders, nabueren ende andere goede ingesetenen van BAECKEL te hebben hooren seggen, ende verstaen, gelijck mede den derde in ordine deponent voor redenen van welwetenschap allegueert, dat hem de betalingen van dien door ordere van voorn. NEERVEN als pagter der thiende van de gemelten Abt van EPTERNAKEN tot voldoeninge van sijnen verdient arbeijts loon is gecomen, verders verclaere de voorn. driede deponenten haer mede seer wel kennelijck te wesen dat het koor van de voors. kerck bij den Commandeur van GEMERT, ende den tooren van de voorschreven kercke alleen bij ende tot lasten van de gemeijnte van BAECKEL is gerepareert ende onderhouden geweest jegenwoordig nog onderhouden worden.
Actum desen seventiende Junij XVIC acht en tnegentig. Coram JAN GOORTS van den EIJNDEN ende JAN PETER STERCKEN Schepenen.
JAN GORDTS van den EIJNDE.
JAN PETER STERCKEN.
Folio 16 verso.
d.d. 18-06-1698.
Compareerde voor Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergent. LAMBERT van der ASDONCK Regeerende Schepen alhier, ende EMKE PETERS Wed. wijlen GOORT CORSTIAENS inwoonderse alhier, sijnde beijde van competente ouderdom dewelcke sonder enige inductien < = aanraden; aandrang >, persuasie ( = overreding > ofte disfimulatie < = ontveinzing; verbloemen > van ymanden, maer alleenlijck in faveur < = gunst > van justitie soo sij verclaeren op Eede heden aen handen van de gecommitteerde des Heeren Officiers gepresteert hebben getuijgt, verclaert, ende gedeponeert gelijck sij doen bij desen voor d’opregte waerheijt ter instantie van JUDOCUS JUSTUS VERBERCQ inwoonder tot AERLE, dat sij deponenten ontrent voorleden Pinxterendag van desen loopende jaere XVIC acht en tenegentigh, sonder nogtans in praediesen dagh te willen agterhaelt wesen naer voorgaende verscheijde discoursen < = redevoeringen; praatjes > me MARGRIET BASTIAENS gehad haer onder anderen woorden gevraagt te hebben, waeromme dat sij niet tot BAECKEL gecomen was, wanneer sij ontboden ofte versocht wiert uijt namen van den requirant < = verzoeker > in desen en dat daer op de voors. MARGRIET BASTIAENS haer deponenten antwoorde ende tegemoet voerde ick sal altijt wel comen, wanneer gij lieden, ofte ymant van uwent wegen mijn ontbiedt, maer is het om goed te doen van mijn grootvader ( denoterende < = beduidende > daer mede AERT HENDRICX van AERLE ) daer na sal ik mijn leven niet omsien seggende want ick weet wel datter meer schult, als goed is, soo dat ick noijt daer van sal comen profiteren, ofte diergelijcke woorde in substantie. Eijndigende hier mede de voorschr. deponenten dese haere verclaeringe, de welcke na voorgaende praelecture daer bij hebben gepersisteert, alleguerende redenen van welwetentschap het geene voors. alsoo waer ende waerachtig te sijn, mitsgaders het selve alsoo van de voorschr. MARGRIET BASTIAENS, ( als sijnde de enigste wettige descent < = nakomeling; afstammeling > ende kints kint van wijlen den voorn. AERT HENDRICX des selfs grootvader zaliger ) te hebben hooren, ende sien seggen.
Actum desen achtiende Junij XVIC acht en tnegentigh. Coram HERMEN MARCELIS MANDERS, ende HERMEN PETER NOOIJEN Schepenen.
HERMEN MEN MARCELIS MANDERS.
HERMEN PETER NOIJE.
Folio 17 recto.
d.d. 05-07-1698.
Dat voor ons gecomen is HENDRICK WILLEMS LAENEN inwoonder binnen de Vrijheijt GEMERT, den welcke heeft verclaert in sijn volle bedde sijnde wel ende wettelijck te cedeeren, transporteeren, ende met helmelinge vertijdenisse erffelijck over te geven gelijck hij doet bij desen, aen, ende ten behoeve van LEENDERT AELBERTS inwoonder binnen de voorschr. Vrijheijt GEMERT een stuck teullants ende groese groot ontrent twee Loopensaten ende een halff oft soo groot ende kleijn als het selven alhier binnen dese dorpe van BAECKEL gelegen is ter plaetse op CLEIJN GROOTEL met beijde zijde PETER THONIS, d’een eijnde aen de gemeijnte Loop tusschen BAECKEL ende BEECK, ende d’ander eijnde aen den wegh van BALECH (?), los ende vrij, behoudelijck alle stegen, wegen ende waterlaten daer met recht over, ende doorgaende dorps lasten, ende verpondingen aen te vaerden te Bamis eerstcomende bloot aende stoppelen. Geloovende den voors. transportant dit cedeeren, transporteeren, ende erffelijck overgeven ten behoeven als boven altijt voor goed, bondig, ende van waerden te sullen houden, ende doen houden, met gelofte van guarantschap in forma, onder verbant van sijnen persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende, ende voorts van allen commende calangie en aental den cooper ter sake deses te sullen indemneeren < = schadeloos houden >.
Actum desen vijfden Julij XVIC acht en tnegentigh. Coram d’Heeren HERMEN PETERS NOOIJEN, ende JAN GOORTS van den EIJNDE Schepenen tot BAECKEL.
Den coop is soo parthijen verclaeren 210- 0- 0
Waer van in voldoeninge vande 40e penning 5- 5- 0
Betaelt is 0-10- 8
Ende 10e verhooginge van dien 5-15- 8
Volgens quitantie vande Hr. W. PELS als geauthoriseerde vande Ed. Mo. Heeren Raden van Staten de dato den 27 Junij 1698 alhier aen ons Schepenen gebleken.
HERMEN PETER NOIJE.
JAN GORDTS van den EIJNDEN.
Folio 18 recto.
d.d. 04-08-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergenoemt MATTIJS JOOST MANDERS, JAN JOOST MANDERS, ANSEM van der HAGE als man ende momboir van MARIA JOOST MANDERS hem mede fort ende sterck maeckende voor CHRISTINA haere suster, mitsgaders JACOBUS van de VENNEN, als in houwelijck hebbende CATALIJN WILLEMS van ZELAND te voorens Wed. van wijlen JOCHEM JOOSTEN MANDERS te samen kinderen, ende erfgenamen van JOOST WILLEM HERMES verweckt aen MARIA JOCHEMS, de welcken in dier qualiteijt verclaeren voor hun contingent, aendeel ende portie haar competeerende in eenen Capitale sommen van vier hondert gulden tot lasten van THIJS WILLEM HERMENS volgens scheijdinge ende deijlinge gepasseert voor Heeren Schepenen alhier den tweeden Meert XVIC ses en sestigh door den voorschr. THIJS WILLEM HERMENS ten vollen voldaen ende betaelt te zijn ende consenteeren oversulx in de cassatie < = afschaffing >, ende roeijeringe < = doorhalen; doorstrepen > van de voorschreven vier hondert gulden Capitael ten prothocolle voor soo veel yders sijn contingent aengaet.
Actum desen vierden Augustij XVIC en tnegentigh. Coram Heeren DANIEL MAKALLA ende HERMEN CEELEN MARCELIS.
MAKKALLA de JONGH, 1698.
HERMEN MARCELIS MANDERS.
Folio 18 verso.
d.d. 01-09-1698.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps van BAECKEL ondergent. PETER JAN MAESBROEK, ende DENIS JAN JOOSTEN, JAN HERMENS ende MATHIJS MATHIJSSEN MANDERS allen inwoonderen alhier binnen den dorpe van BAECKEL voornt., zijnde allen van competenten ouderdom, de welcke ter instantie van de Regenten van BAECKEL op den Eedt heden aen handen vande Gecommitteerde des Heere Officiers gepresteert hebben verclaert ende getuijgt bij desen voor waerachtigh haer jegenwoordigh nogh seer kennelijck te wesen, ende nog goede geheugenisse te hebben. Eerstelijck den eersten in ordine deponent, dat WILLEM CUIJPERS, ende JAN MASBROECK ( des eersten deponents vader zaliger ) in qualiteijt als Borgemeesters van BAECKEL over den jaere 1685 alsdoen in’t selvige jaer hebben geleent ende overgenomen van JOSEPH HENDRICX ende JAN JOOSTEN gewesene Borgemeesters alhier over den jaere XVIC drie ende tagentigh eene capitale somme van vijffhondert guldens, ende gelooft de selve somme te restitueeren, ende te betaelen aen GERARD HOGERS inwoonder tot GEMEERT, in minderinge ende op aflossinge van soodanige Capitaele somme van een dusend gulden Mette jaerlijcxe interesten van dien, als THEUNIS JOOST CORSTIAENS, ende GERARD JAN WILLEMS in qualiteijt als Borgemeesters van BAKEL met goedvinden ende consent van de Regeerders des selvige dorps van BAECKEL op interest hadde genomen van voorn. GERARD HOOGERS tot betaelinge van S’lants Comptoiren, ende anderen Dorps schulden ofte lasten, dat de voorn. WILLEM CUIJPERS ende JAN MASBROECK verscheijde jaeren hebben betaelt den interest van de voorschr. vijft hondert gulden Capitael, pro rato < = elk naer zijn deel of aandeel > van dien, ingevolge diversche quitantien alhier gedoceert. Ende verclaert den tweeden in ordine deponent hem insgelijcx bewust en wel kennelijck te wesen dat de voors. vijff hondert gulden bij WILLEM CUIJPERS ontfangen zijn, ende oock daer van den interest tot verscheijde jaeren in sijnen presentie aen GERARD HOGERS hebben betaelt ende daer in gecontinueert, tot dat eijndelijck door haer in minderinge, ende op afcortinge van de voors. vijff hondert gulden zijn betaelt ende gerestitueert eene somme van twee hondert gulden, ende oversulx nogh maer tot hunne lasten beleeff.
Eerstelijk eene somm van drie hondert gulden, verders verclaeren den derde ende vierde in ordine deponenten, dat op den twintighsten Maert van den voorleden jaere XVIC seven ende tnegentig door den eersten deponent in qualiteijt als soone van den voorschr. JAN MASBROECK in hunnen presentie aen GERRIT HOOGERS wierde getelt eene somme van hondert vijftig gulden tot betalinge van sijnen voorschr. vaders contingent int restant van de bovengemelte drie hondert gulden capitael, seggende, dat hij alsdoen het contingent van zijn vader in de voors. vijff hondert gulden capitael hadde voldaen ende datter nogh maer een hondert en vijftich gulden resteerde tot lasten van WILLEM CUIJPERS. Eijndigende hier mede de voorschr. vier deponenten dese hunne waeragtige verclaeringe, de welcke na voorgaende praelecture daer bij hebben gepersisteert voor soo veel yder sijne gedeponeerd aengaet allegueerende redenen van welwetentschap het selve alsoo waer en waerachtig te wesen, ende hun allen nogh in goede memorie te zijn.
Actum BAKEL desen eersten September XVIC acht en tnegentigh. Coram HERMEN PETERS ende LAMBERT van der ASDONCK Schepenen.
HERMEN PETER NOIJE.
LAMBERT van der ASDONCK.
Folio 20 recto.
d.d. 09-08-1698.
Dat voor ons gekomen is HENDRICK WILBORTS, inwoonder alhier, den welcke wel en wettelijck heeft gecedeert, getransporteert ende met helmelinge vertijdenisse erffelijck overgegeven, gelijck hij doet bij desen, aen ende ten behoeven van WILLEM THIJSSEN MANDERS, insgelijx alhier woonaghtigh een stuck groeslants ofte dries groot ontrent een Loopensaer, nogtans soo groot ende kleijn het selve alhier binnen BAECKEL ter plaetse aende DE STRAET gelegen is met d’een zijde THEUNIS JAN WILBORS, d’ander zijde WILLEM de WITHs kinderen, d’een eijnde den voors. THEUNIS JAN WILBORTS, d’ander eijnde aen de gemeene straat, los, ende vrij uijtgenomen dorps commer, lasten, servituijten < = erfdienstbaarheden >, ende verpondinge daer met recht over ende doorgaende mitsgaders alle stegen, wegen, ende waterlaten aen te vaerden aenstonts. Geloovende den voors. transportant dit cedeeren, transporteeren, ende erffelijck overgeven ten behoeven als boven altijt voor goed, bundigh ende van waerden te sullen houden, ende doen houden met gelofte van guarantschap in forma onder verbant van sijnen persoon ende goederen hebbende ende verkreijgende.
Actum desen negende Augustij XVIC acht en tnegentic. Coram de Heeren DANIEL MAKALLA, ende HERMEN PETER NOOIJEN Schepenen tot BAECKEL.
Den koop is soo partijen verklaeren 20- 0- 0
Waer van in voldoeninge van 40e penningh 0-10- 0
Betaelt is 0- 1- 0
Thiende verhooging is 0-11- 0
MAKALLA de JONGE, 1698.
HERMEN PETER NOIJE.