Nicolaas van Ommeren. Dossier IV

“De Kroniek van Driek”

Bakel Dossier IV. Nicolaas van Ommeren

Notariële akten betreffende de nazaten van

Nicolaas van Ommeren.

Notariaat Erp. d.d. 20-08-1818. No. 106.

Notariaat Erp.
d.d. 20-08-1818.
No. 106.

Compareerde voor mij BASTIAAN van de WERK Openbaar en gepaten­teerd Notaris residerende te ERP Kanton GEMERT, Provincie NOORD BRABAND, Koningrijk der NEDERLANDEN, in presentie der nagenoemde getuigen, Mejuffrouw ALLEGONDA van RAVENSTEIN weduwe den Heer NICOLAAS van OMMEREN in leven ontvanger, particuliere wonende te BAKEL, zoo voor zich als weduwe en Boedelhoudster van wijlen haare voorschreve man, als mede in hoedanigheid als Moeder en voogdesse over haare minderjarige kinderen FRANCINA WILHELMINA, WILLEM HENDRIK, GEERTRUY MARGA­RETA, JOHANNA CORNELIA, HENDRICA NICOLASINA, en LAMBERTUS, in echte verweckt als voor, en alzo te saam Erfgenamen ab inte­stato van voorschreven haren man en vader, respective, geadsi­steerd met NICOLAAS ALTHUIJSE particuliere wonende te BAKEL als toeziende voogd over gezegde minderjarige kinderen en JACOB HENDRIK van OMMEREN particuliere wonende te VENRAIJ inde eerste plaats in qualiteit als oudervoogd over dikwerf minder­jarige, en in de tweede plaats voor zich inprivé; voorts NICOLAAS ALTHUIJSEN voormeld zo voor zich zelve als in hoeda­nigheid van wettige voogd over zijne minderjarige zusters en broeder FRANCINA WENDELINA, PEETER FRANCOIS en HELENA ALTHUIJSEN gezamentlijke kinderen van wijlen HENDRIK AL­T- HUIJSEN en WENDELINA van OMMEREN in leven Egtelieden, en alnog de bovengemelde JACOB HENDRIK van OMMEREN in hoedanigheid als toeziende voogd over gedagte minderjarige kinderen; en einde­lijk de Heer JAN van BREDA ontvanger van de Convoijen wonende te MIDDELAAR bij KUIJK en de Heer HENDRIK RIETMAN gepensio­neert Luitenant wonende te ERP, den eersten als voogd en den tweeden als toeziende voogd over FRANCINA, ADRIANUS, ELISA­BETH, WILHELMINA, JAN en ANTONIUS minderjarige kinderen van wijlen WILLEM FREDERIK van BREDA in Egte verweckt bij mede wijlen ANNA-MARGARETHA van OMMEREN, te kennen gevende dat meergemelde NICOLAAS van OMMEREN voor zig zelve en alzo in privé, en nog als gemagtigd door zijnen broeder JACOB HENDRIK van OMMEREN voornoemd met magt van substitutie bij acte den vierden November agtien honderd negen voor Schepenen van BAKEL gepasseerd, als gevolmagtigd door voormelde HENDRIK ALTHUIJSEN zijnen Zwager Nomine Uxoris mede met magt van Substitutie bij de evengemelde procuratie; en nog als gemagtigd door WILLEM FREDERIK van BREDA zijn Zwager Nomine Uxoris insgelijks met magt van Substitutie bij procuratie den agtienden October agttien honderd negen voor denzelven geregte gepasseerd, als zijnde dezelve met zijnen broeder en zijn Zwagers van Vrouws zijde met en benevens hunnen broeder en zwager respective PIERRE FRANCOIS van OMMEREN vermids het opden agtienden Decem­ber agtien honderd en zes voorgevallen overlijden hunner moeder FRANCINA TEMPELAARS weduwe van hunne vader NICOLAAS van OMMEREN te samen geworden de Erfgenamen in den boedel en nalatenschap van wijlen hunnen broeder en zwager WILLEM HEN­DRIK van OMMEREN gewoond hebbende en in den jaare agttien honderd en drie overleden te SURINAMEN heeft gepasseerd op den een en twintigsten November agtien honderd en negen ten over­staan van den Notaris PETRUS HENDRIKUS van FENEMA en getuigen in S'HERTOGENBOSCH, met den Heer JAN HENDRIK DAUM te AMSTERDAM woonagtig als gemagtigd van denzelven zijnen Broeder PIERRE FRANCOIS van OMMEREN bijde daar in vermelde acte van procura­tie opden Negenentwintigsten Juny agtien honderd agt voor JOHANNES ANDRISSEN gezworen Klerk ter Secretarie van de Colo­nie SURINAMEN en getuigen gepasseerd, en ten prottocolle van gemelde Notaris geregistreerd en opgevolgde brieven in dato LONDEN den dertigsten September agtien honderd negen, daartoe relatief, en blijkens dezelve acte, in originale ten protto­colle van gemelde Notaris berustende, een acte, waarbij hij NICOLAAS van OMMEREN zoo voor zich, als in gemelde zijne relatieve heeft verklaard alle regt actien en pretensieve uit wat hoofde zulks zoude mogen voortspruiten het welk zij ende­zelve zijne voorschreve principalen mogten sustineeren te hebben of ooit of immer te kunnen verkrijgen opden Boedel en nalatenschap van wijlen zijns en zijne principalen broeder en zwager WILLEM HENDRIK van OMMEREN voornoemd te cederen en afte staan aan enten behoeven van zijns ene principalen broeder en zwager PIERRE FRANCOIS van OMMEREN voornoemd, destijds zig bevindende te LONDEN, zonder eenige reserve hoegenaamd, in cas dat den verkoop vanden voorzeiden algehelen Boedel, door denzelvene zijnen broeder PIERRE FRANCOIS van OMMEREN, van welke bijden gedagten brief was melding gemaakt, zoude door­gaan; en ten einde den zelven zijn broeder PIERRE FRANCOIS van OMMEREN als dan behoorlijk Transport zoude kunnen passeren, en zulks tegen belofte en aanneming van denzelven Heer DAUM in zijne qualiteit om uit voorzeiden boedel en nalatenschap aan hem NICOLAAS van OMMEREN voor zich en zijne principalen uit te keeren en te voldoen de somma van vijftig duizend guldens, contant geld, alles onder verband als na regten.
Dat meergemelde PIERRE FRANCOIS van OMMEREN steeds nalatig gebleven zijnde inde voldoening van negen en dertig duizend guldens, nog door hem verschuldigd, ook na deswegens behoor­lijk te zijn geinterpelleerd te LONDEN den agttienden January agttien honderd vijftien, midsgaders inde voldoeninge van de deswegens competerende interessen, den zelven Heere NICOLAAS van OMMEREN zo uit kragte der voormelde volmagten als volgens aan hem verdere gegeven last door JACOB HENDRIK van OMMEREN vervat inde acte van approbatie van meergemelde Contract gepasseerd den vijfentwintigsten October achttien honderd en zestien voor den Notaris GERARD van RIET te DEURNE, Canton ASTEN, Provintie NOORDBRABAND in tegenwoordigheid van getuigen gepasseerd, geregistreerd bij WILLAERS te HELMOND den een en dertigsten derzelver maand D 4 fol. 53v. C 5. en ten gevolge der acte van approbatie van HENDRIK ALTHUIJSEN als in huwelijk gehad hebbende WENDELINA van OMMEREN gepasseerd voor Notaris van RIET als voor en getuigen te ASTEN den een en twintigsten Augustus agttien honderd vijftien, geregistreerd te HELMOND den vierden September daar aan volgende, en eijndelijk in zijne betrekking voor zig zelve, en in qualiteid van regerende en administrerende voogd over de minderjarige kinderen van WILLEM FREDERIK van BREDA in huwelijk verweckt met ANNA MARGA­RETHA van OMMEREN en bij acte gepasseerd voor Mr. BERNARDUS ALBERTUS van HOUTEN en zijn ambtgenoot residerende te AMSTER­DAM den dertigsten Januarij deses jaars geregistreerd aldaar bij ABBEMA den tweeden February daaraan volgende D 16 fol. 25recto C7 en verso C 1. na intrekking en te rug bekoming van eene voorgaande procuratie afgegeven op Vrouwe VERÉUL en Zoon te AMSTERDAM, heeft magtig gemaakt voor zich en in alle zijnde gemelde relatien, tot het doen effectueren van allet geen hun onderling belang in regten mede brengen de Heeren FRANCOIS TAYSPIL JANSZ., ABRAHAM JACOB BROERS en JOHAN CHRISTOFFEL GOSMAN alle wonende te AMSTERDAM, dat door het overleiden van meergedagte NICOLAAS van OMMEREN het noodzakelijk geworden is om in eene nadere volmagt deswegens te voorzien.
Weshalven de comparanten ieder in zijne voor vermelde betrek­king en alzo gezamentlijk als Erfgenamen en eenigste regt hebbende tot de voormelde pretentie van neegen en dertig duizend guldens en interessen op PIERRE FRANCOIS van OMMEREN, en vervolgende de werkzaamheden door wijlen NICOLAAS van OMMEREN ten dien einde reeds ondernomen. - verklaren bij dezen op de kragtigste wijze doenlijk te constitueren en magtig te maken dezelve Heeren FRANCOIS TAIJSPIL JANSZ., ABRAHAM JACOB BROERS, en JOHAN CHRISTOFFEL GOSMAN om ter zaaken voormeld alle regten en belangens van hun comparanten en hunne pupillen waar te nemen voor te staan en te bevorderen zoo in regten als daar buiten, zoo op en jegens gemelde PIERRE FRANCOIS van OMMEREN, als is 't nood op de nalatenschap zelve van gedagten WILLEM HENDRIK van OMMEREN enden posseseur of posseseurs van dezelve of van het geen de zodanige nog aan PIERRE FRANCOIS van OMMEREN voorn. verschuldigd mogten zijn voor zoo ver zulks nog zal kunnen en mogen geschieden; alles te doen, zoo moge­lijk inder minne, zoo niet, in regten te ageren, eischende, verwerende, voor alle Regtbanken en Hoven, ook in de uiterste instantien, arresten te doen, arresten te ontslaan, hypothe­caire inschrijvingen te neemen, die wederom te doen roijeren, alle ontvangsten te doen, en er voor te quiteren, alle gelden onder Cautie te ligten, te guarandeeren voor namaning, domici­lium te kiesen, en in en omtrend alles, zoo in regten als daar buiten tot den geheelen afloop der zaken toe te doen wat zij comparanten in privé en qualiteit zelver zoude kunnen, mogen en moeten doen zonder dat tot een of ander eenige nadere volmagt zal kunnen worden vereischt, en zonder dat in eenig geval eenige Exeptie van non qaulificatie zal kunnen worden gemaakt, of geadmitteerd, specialijk daaronder begrepen het vorderen en ligten van alle acten, stukken en bescheiden hun Heeren geconstitueerdens tot de uitvoering dezes benodigd, het Emploij van alle practiseins en andere personen, welker nini­sterie zij zullen behoeven, het passeeren en tekenen van alle acten, het geven van verband als volgens de wet, en wat des meer is; en hebben de compartanten aan de Heeren geconstitu­eerdens gegeven de magt van substitutie.
Voorts hebben de comparanten verklaard zich, in alle gevalle, ieder in zijn reguard te verplichten ente verbinden, om deze lastgeving niet in te trekken anders dan tegen de dadelijke voldoening aan de Heeren geconstitueerdens, van alle zodanige voorschotten als dezelven ten hunnen behoeven en van hunne pupillen zullen mogen gedaan hebben, mitsgaders de interessen daarvan, en het geen hun wegens vacatien, moeitens, provisien als andersinds zal competeren, belovende al het zelve prompte­lijke in rekening te zullen valideren, en speciaal de eerste comparante de Weduwe NICOLAAS van OMMEREN, NICOLAAS ALTHUIJSEN en JACOB HENDRIK van OMMEREN de eerste zoo voor zig en te samen in betrekking als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen NICOLAAS van OMMEREN, ook op zodanige gelden, als zij of een van hun geconstitueerdens uit anderen hoofde, hoe ook genaamt, ten behoeve derzelve zouden mogen bekomen, en in alle gevallen, conform aan derzelver te doene opgaaf, ingeval van verschil, het geene niet questieus zijn zal, voldoen, en het overige ten kosten en periculen van hun in hunne betrek­king deponeren, en hun voorts te zullen afhouden kost, en schadeloos van alle kosten, schade en interessen ter zaaaken voormeld, door hun eenigzints te hebben ente lijden, en van alle namaning op en aanspraak van een iegelijk, ter zaake voormeld, aannemende ook voor zoo veel van hun zulks gerqui­reerd zal worden, alle bescheiden welke het in hunne mogt zijn zal te leveren, en alle nodge informatien aan hun te zullen bezorgen, afstaande de comparanten van alles wat met den inhoud dezes strijdig zoude mogen zijn, direcht of indirect; en kiezende in allen gevalle domicilie ten huize van mij Notaris met opgave dat alle acten van Exployten ten dezen betrekkelijk, aldaar gedaan zullen zijn van waarden ten allen tijde, alles onder verband als volgens de wet.
Eindelijk verklaren alle de gezamentlijke comparanten ieder in hun reguard, aan de Heeren gecontstiueerdens voor zo veel des noods volkomen volmagt en authorisatie te geven, om na ont­vangst der voven gemelde pretensie van negen en dertig dui­zend guldens ten kosten en lasten van PIERRE FRANSCOIS van OMMEREN ten behoven van denzelven PIERRE FRANCOIS van OMMEREN te passeerrn behoorlijk Transport van de voorvermelde algehee­le Boedel en nalatenschap van WILLEM HENDRIK van OMMEREN voornoemd, zonder eenige reserve, meede met magt van substitu­tie en belorfte van approbatie en Indemniteit onder verband als volgens de wet.
Waar van Acte, en aande comparanten voorgelezen.
Gedaan te ERP ten Kantore van mij Notaris den Twintigsten Augustus Een duizen agthonderd achtien in tegen woordigheid van de Heer JOSUA SANDERUS Renenier en MARTEN VERBRUGGEN Smits Knegt beide te ERP woonachtig, getuigen ten deeze speciaal verzogt, welke na voorlezinge, de tegenwoordige volmagt met de comparanten, benevens mij Notaris ondertekend hebben.
Van ROSTEIJN Wed. van ROMMEREN
N. ALTHUIZEN
J.H. van OMMEREN
JOHANNES van BREDA
RIETMAN
J.SANDERUS
M. VERBRUGGEN
W. DEWERK Notaris.

Notariaat Erp. d.d. 20-08-1818. No. 107.

Notariaat Erp.
d.d. 20-08-1818.
No. 107.

Compareerde voor mij BASTIAAN van de WERK Openbaar en gepaten­teerd Notaris residerende te ERP Kanton GEMERT, Provincie NOORD BRABAND, Koningrijk der NEDERLANDEN, in presentie der nagenoemde getuigen, Mejuffrouw ALLEGONDA van RAVENSTEIN weduwe den Heere NICOLAAS van OMMEREN in leven ontvanger, particuliere wonende te BAKEL, particuliere, JACOB HENDRIK van OMMEREN particulier wonende te VENRAY, en WILLEM van RAVEN­STEIN, Schoenmaker wonende te BAKEL, dewelke verklaarden te weten de eerstgenoemde comparante zo voor zich zelve, als meede in hoedanigheid van moeder en voogdesse over hare onmon­dige kinderen met namen FRANCINA WILHELMINA, WILLEM HENDRIK, GEERTRUIJ MARGRITA, JOHANNA CORNELIA, HENDRINA-NICOLASINA, en LAMBERTUS in echte verweckt bij gezegde haren man; den tweeden comparant in qualiteit als ondervoogd en den derden als toe­ziende voogd over evengemelde minderjarige kinderen, en zulks uit kragte van Homologatie verleend bij de Regtbank van eer­sten aanleg zitting houdende te EIJNDHOVEN den drie en twin­tigsten Julij achttien honderd achttien, geregistreerd te EIJNDHOVEN bij ROÉLL daags daar aan, op de kragtigste wijze doenlijk te constitueren en volmagtig te maken de Heeren FRANCOIS TAYSPIL JANSZ., ABRAHAM JACOB BROERS en JOHAN CHRISTOFFEL GOSMAN alle wonende te AMSTERDAM, specialijk om na voor af bijden plaatselijken Regter in SURINAMEN te hebben verkregen de benoeming van een Notaris of ander Publiek per­soon, gemagtigd tot het geene navolgende, te procederen en over te gaan tot den Publieke verkoop van een stuk land gele­gen inde Kolonie SURINAMEN bekend onder den naam van JUNGER­MANS-CREECQ Numero Elf, ten overstaan van het geregt aldaar of zo als zulks ter dier plaatse in dergelijke gevallen gebruike­lijk is, zijnde evengemelde stuk land wijlen voormelde NICO­LAAS van OMMEREN, aangekomen bij wettig Transport, wijders met volmagt om het zelve aan den koper of kopers te Transporteren, vesten en guaranderen na behoeven, de kooppeningen te ontvan­gen, vereischte kwitantien te passeren voorts in alle gevallen der comparanten Pupillen belangens voor te staan en is 't nood in regten te maintineren, Practiseins te constitueren, domici­lium te kiesen, de voordelige vonnissen ter Executie te doen leggen en van de nadeligen te appelleren, en generalijk om­trend alles zoo in regten als daar buiten tot den geheelen afloop der zelve toe te verrigten wat zij comparanten in hunne hoedanigheid zelve zoude konnen mogen en moeten doen, zonder dat tot een of ander eene nadere volmagt zal konnen werden vereischt,en zonder dat in eenig geval eenige Exceptie van non qualificatie zal kunnen worden gemaakt of geadmitteerd; en hebbende de comparanten aan de Heeren geconstitueerdens gege­ven de magt van substitutie. Voorts hebben de comparanten verklaard zich, in alle gevalle, ieder in zijn reguard te verplichten ente verbinden, om deze lastgeving niet in te trekken anders dan tegen de dadelijke voldoening aan de Heeren geconstitueerdens, van alle zodanige voorschotten als dezelven ofd'een ofd'ander van dezelve ten hunnen behoeven en van hunne pupillen zullen mogen gedaan hebben, mitsgaders de interessen daarvan, en het geen hun wegens vacatien, moeitens, provisien als andersinds zal competeren, belovende al het zelve prompte­lijke in rekening te zullen valideren, kiezende tot den in­stande dezes domicilium ten huyze van mij Notaris, met opgave dat alle acten en Exploicten ten dezen betrekkelijk aldaar gedaan, zullen zijn van waarde ten allen tijden; alles onder verband als volgens de Wet.
Waar van Acte aan de comparanten en getuigen voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd tot ERP den twintigsten Augustus Een duizend agt honderd achttien, in tegenwoordigheid van de Heer JOSUA SANDERUS Rentenier en MARTEN VERBRUGGEN Smits knegt beide te ERP woonagtig, getuigen ten deze speciaal verzogt, welke de tegenwoordige met de comparante benvens mij Notaris ondertekend hebben.
Van RAVESTEIJN Wed. van OMMEREN
J.H. van OMMEREN
W.H, van RAVESTEIJN
J. SANDERUS
W. VERBRUGGEN
W. DEWERRK Notaris.

Notariaat Erp. d.d. 20-08-1818. No. 108.

Notariaat Erp.
d.d. 20-08-1818.
No. 108.

Compareerde voor mij BASTIAAN van de WERK Openbaar en gepaten­teerd Notaris residerende te ERP Kanton GEMERT, Provincie NOORD BRABAND, Koningrijk der NEDERLANDEN, in presentie der na te noemen en mede onderte tekene getuigen, is gecompareerd de Heer JACOB HENDRIK van OMMEREN particulier wonende te VENRAAIJ denwelken verklaarde volmagt te geven aan de Heeren FRANCOIS TAIJSPIL JANSZ., ABRAHAM JACOB BROERS, en JOHAN CHRISTOFFEL GOSMAN, alle wonende te AMSTERDAM, specialijk om uit naam envan wegens den comparant het zij inder minne het zij gereg­telijk tegens quitantie in te vorderen en te ontvangen van de Heeren Curators in den Boedel en nalatenschap van wijlen zijnen Broeder de Heer WILLEM HENDRIK van OMMEREN overleden te SURINAMEN, zodanig Legaat van linnen, wollen, cieraden en lijftoebehoortens als door laastgedagten zijnen Broeder bij Testament op hem gemaakt is, onder kortin van het geen daar op in mindering zoude moeten verstrekken, in kas van refus, practiseins te Emploijeren, arresten te doen, arrestere te ontslaan, de voordelige te appelleren, en generalijk alles verder te doen en verrigten wat des geconstitueerdens goede raad gedragen zal ende comparant tot verhaal van zijn goed regt alles verder zoude kunnen mogen en moeten doen, al was het dat een of ander mogt des nodg in deze was gecommitteerd, als houdende het zelve voor alhier geinsereert, met magt van substitutie alles onder verband als volgens de Wet.
Waar van Acte aan den comparant voorgelezen.
Gedaan en gepasseerd binnen ERP den twintigsten Augustus Eenduizend agthonderd achtien, in tegenwoordigheid van de Heer JOSUA SANDERUS Rentenier en MARTEN VERBRUGGEN Smitsknegt beide te ERP woonagtig, Getuigen ten deeze speciaal verzogt, welke na voorlezinge de tegenwoordige met den Heere constituant benevens mij Notaris ondertekend hebben.
J.H. van OMMEREN
J. SANDERUS
W. DEWERKE Notaris.