Milheeze in de loop der tijden
Milheeze moet al heel oud zijn. Als we de archieven nagaan vinden we de naam Milheeze voor het eerst in 1380, waar we lezen dat een zekere Melis van Milheeze lid was van de Schepenbank van Helmond, hetgeen er op wijst dat er toen al een plaats moet bestaan hebben die Milheeze heette.
Als heerlijkheid is Milheeze bekend vanaf het jaar 1443 toen de Heren van Deurne Milheeze in leenbezit ontvingen van de Hertog van Brabant.
We moeten niet denken dat het leven hier in het landelijke Milheeze altijd vredig en genoegzaam verlopen is. Dikwijls heeft het, zoals trouwens de hele omgeving, de tol van de geschiedenis moeten betalen.
In Bakel en Milheeze had men in 1508 veel te lijden door de inval der Geldersen. Bakel, Deurne en Asten werden in as gelegd.
In 1599 werden Bakel en Milheeze opnieuw gekweld door 3000 binnenvallende Spaanse soldaten, die aan het muiten waren geslagen omdat hun soldij niet op tijd werd uitbetaald.
Later omstreeks 1750 waren de mensen in Milheeze doodsbenauwd voor de Limburgse bokkenrijders, die hier binnen vielen om af te persen en te plunderen.
Van 1795 tot 1813 waren de Fransen in het land. Pastoor van Heeswijk, de Bakelse pastoor van die tijd schreef hierover in een Doopregister: "In het jaar 1811 zuchtten wij ongelukkigerwijze onder het ondragelijke juk van de keizer der Fransen. Napoleon Bonaparte, die alle katholieke rechten trachtte weg te vagen, maar er niet in slaagde...."
Voegen we hierbij 170 jaar protestantisme in onze streken. Het kreeg gelukkig hier geen voet aan de grond, maar dat neemt niet weg dat het een zeer moeilijke tijd geweest is voor de katholieken hier.
Ook met de omgeving was het hier niet altijd peis en vree. De verslagen en brieven van de twisten over het gebruik van de Peel dateren van 1411 tot 1717, dus drie eeuwen van strijd.
De Heerlijkheid Milheeze moet gezocht worden tussen Schutsboom en waar zich nu de kerk bevindt. Namen als Hof, Klooster, Schutsboom, Poort, Kreytenberg schijnen in die richting te wijzen.
Waar nu de kerk staat, bevond zich vroeger een eeuwenoude kapel die in ongeveer 1450 is opgericht door de Heer van Helmond, Jan van Berlaer.
Van een andere Heer van Helmond, Jan van Cortenbach, lezen we dat hij in een testament, opgesteld in 1490, ook de kapel van Sint Antonius in Milheeze bedacht heeft. De beroemde, 250 kg. wegende St. Antoniusklok, die helaas in de nacht van de 21ste juli 1967 verdwenen is van het kerkplein en niet meer is teruggevonden, droeg het jaartal 1486.
In de oude kapel bevond zich ook een beeldje van ongeveer 80 cm. van de H. Antonius Abt met zijn varken, dat in de woelige protestantse tijd bewaard is gebleven in een oud huis op het Hof, bewoond door P. Relou. Later is dit beeldje boven de ingang van de kerk aangebracht en heeft daar gestaan tot 1897, toen het bij de beschildering van kerk verwijderd is.
In 1645 werd een kleine klok van de kapel in Milheeze gewijd. Daarbij was aanwezig Cornelis Fransen, zielzorger van Bakel en Antonius Roymans, pastoor van Deurne. Lange tijd hebben Bakel en Deurne samen een pastoor gehad, vermoedelijk bijna 400 jaar lang. In 1643 had de pastoor van Deurne nog recht op de tienden van de kerk van Bakel. In 1651 zijn de kerkelijke inkomsten van Bakel en Deurne voorgoed van elkaar gescheiden.
De Antoniuskapel werd waarschijnlijk van ouds door een priester bediend, want Milheeze had ook een eigen begraafplaats. In ieder geval zijn enkele namen bekend van rectoren aan de kapel verbonden: Rector Paulus Sprongen in 1616 en Rector Paulus Proenen in 1623. Een beneficie zorgde voor hun levensonderhoud. Zo'n beneficie bracht een aardig sommetje op en was vooral in de tijd van de Hervorming zeer aantrekkelijk voor protestantse geestelijken die naar hier kwamen en die van de katholieke bevolking maar weinig te verwachten hadden. De katholieken waren n.l. sinds 1648, het jaar van de Vrede van Munster, hun kerken en pastorieën kwijtgeraakt. Pastoors moesten hun kerken en pastorieën verlaten. Mannenkloosters moesten ontruimd worden, maar gelukkig is dat nooit een succes geworden. Een paar import-protestanten: een dominee, ambtenaren en 'n schoolmeester, daar was alles mee bekeken. Het is niet bekend of er echt mensen van hier protestant zijn geworden.
In de moeilijke jaren dat de mensen alleen maar in het geheim naar de kerk konden gaan, hadden de volgende pastoors in Bakel de ziel-zorgelijke leiding: Hubertus Neefs, Wilhelmus van de Einde, Jasper Moors en Servatius Nieuwehoven. In de doopboeken komen ook de namen voor van verschillende priesters, die de pastoor van Bakel voor enige tijd kwamen helpen. Een Priester, Antonius van Schipstal uit Gemert, is in Bakel in het jaar 1670. Daarna ging hij naar Beek. Een pater Capucijn, Michiel coppens, kwam ook helpen.
In 1665 begon pastoor S. Nieuwenhoven zelfs een nieuw doopboek, dat hij zeer nauwkeurig bijhield. In 1666 doopte hij 40 kinderen. Maar waar werd gedoopt? Waar droeg de pastoor de Heilige Mis op? Dat is het geheim van die jaren.
Van 1648 tot 1672 gingen de mensen van Bakel, Milheeze en Deurne te voet naar het kerkje op de Grootenberch of Kraayenhut. Dat lag op het Limburgse, dus op Duits-Spaans gebied waar de protestanten niets te vertellen hadden. Ze gingen er heen door de Peel langs een weg die achter de tegenwoordige nieuwe boerderijen door liep. Daarom heet nu de nieuwe weg "Oude Kerkbaan". Een weg bij de Grootenberch heet nu nog "Pastoor Jacobspeel", naar pastoor Jacobs uit Deurne, die na zijn kerk en pastorie aan de protestanten te zijn kwijtgeraakt, zich op de Grootenberch vestigde om zo de mensen van Deurne, Vlierden, Bakel, Milheeze, Liessel enz. te helpen. De beelden uit de kerk van Deurne had men al eerder in veiligheid gebracht: met een kar naar Venray "gevaren". 26 Jaar lang heeft de kapel van Kraayenhut dienst gedaan.
In 1672 raakte de Republiek in oorlog met Engeland, Frankrijk, Munster en Keulen en al gauw stonden de Fransen in Brabant. De katholieken kregen wat meer Godsdienstvrijheid en overal begon men schuurkerken op te richten. Men kon de eigen kerken zo maar niet van de protestanten terugnemen. Naar oude verhalen stond in Bakel de schuurkerk waar nu het huis van de familie Goossens staat en het "Muziekhofke".
De Fransen bleven maar twee jaren in Brabant, maar een zekere mate van godsdienstvrijheid was toch wel het gelukkige resultaat voor de komende jaren. De schuurkerk in Bakel heeft nog dienst moeten doen tot 1818, toen ze eindelijk na 170 jaren hun Willibrorduskerk weer terug hadden.
In die protestantse tijd, toen de kerken voor katholieken gesloten waren, moesten de kerkmeesters zorgen voor de eigendommen van de kerk. De meesten van hen waren katholiek en ook in deze tijd zorgden ze graag voor wat eigenlijk "hun" kerk was.
Over de kapel van Milheeze is van die tijd maar weinig bekend. In een jaarstaat van 1777 lezen we dat Jan Claessen van de Laar voor het uurwerk zorgden.
De kapel geraakte van lieverlee in verval en werd bij de storm van 9 november 1800 grotendeels verwoest doordat de torenspits terecht kwam op het middenschip dat met stro gedekt was. Die situatie duurte tot 1844.
Milheeze, dat zich uitstrekte tot Oploo en Westerbeek en 500 zielen telde, behoorde nog steeds bij de parochie Bakel. Men was daar niet erg tevreden mee en verlangde naar zelfstandigheid.
Milheeze bestond toen uit drie buurtschappen of rotten:
Weyersrot: bevattende Bankert, Hoeven, Laren, Weyer en Klef.
Bogtrot: waaronder Bogt, Haag, Berken en Kerkstraat.
Schutsboomrot: waaronder Kaweide, Schutsboom, Kreytenberg, Hoberg en Greef.
De koppen werden bij elkaar gestoken en onder de bezielende leiding van Smid Vlemmings en van Neerven is men begonnen de oude kapel weer op te bouwen tot een parochiekerk. Enkele stukken muur en een stuk van de toren konden nog benut worden.
25 November 1844 is men ermee begonnen. Kerk en pastorie waren met kerstmis 1845 bijna gereed.
De bouw had men aanbesteed voor de som van f 3925,--, met dien verstande dat kalk en stenen door de mensen zelf geleverd moesten worden als ook het hout. En niet te vergeten alle werkzaamheden.
De stenen die gebruikt werden voor de bouw kwamen vooral van de steenovens te Leemskuilen bij Vogelzangs, ook Langvlaas geheten. Alle eikenbomen in Milheeze die geschikt werden geacht voor de bouw werden genaast voor de kerk en het afval bleef achter voor de eigenaar.
Omdat er geen enkele subsidie was om de bouwkosten te betalen werd er onder de bewoners een collecte gehouden met intekenlijsten.
De grote ijveraar voor de zelfstandigheid van de parochie van Milheeze was wel de smid H. Vlemmings, die het bestaan heeft om 24 maal te voet naar Den Bosch te gaan, om de zaak te bepleiten. Ondanks menigvuldige moeilijkheden van de kant van Bakel werd zijn moeite beloond. Pastoor Scheutjens schrijft hierover als volgt: Toen hij de 23ste keer bij de bisschop kwam wilde deze hem het paard laten zien dat hij van zijn zwager, burgemeester van de Poel uit Bakel, gekregen had. Men heeft mij gezegd dat Vlemmings toen tot Mgr. zeide: "ik ben niet gekomen om uw perd te zien; ik heb het heet "schijt" aan uw perd, maar ik kom nu voor de oprichting van de parochie. Daarop gaf Mgr. zich gewonnen. 20 September 1845 werd door Mgr. den Dubbelden de eerste pastoor benoemd, Th. Scheutjens, die kapelaan was te Asten.
Omdat de kerk en pastorie nog niet klaar waren nam hij voorlopig zijn intrek bij de pastoor van Bakel, maar om één of andere reden heeft dat niet lang geduurd. De 27ste oktober zien we hem de totaal lege en kale pastorie betrekken onder geweldige toeloop van de bevolking, onder het afschieten van geweerkogels, onder het zingen van toepasselijke liederen en met trom en vaandel van het aloude St. Antoniusgilde. Bij de eerste trommelslag sloegen zij al door het vel, maar behendig wierpen zij de trom onderste boven en met het "ellendige geraas van een valse trom" werd de pastoor ingeluid. Voor de ingang van de pastorie spreidden zij het vaandel uit voor hun nieuwe herder, maar het was zo versleten dat het bijna scheurde.
De weg was versierd vanaf de smid tot de pastorie. De gemeente had voor de pastorie drie ijzeren bedden ter beschikking gesteld en een vuurijzer voor de zitkamer van de pastoor.
Nog zonder ramen erin werd op 4 november 1845 de kerk ingezegend door de Deken van Helmond onder geweldige belangstelling van mensen uit Milheeze, Bakel, Gemert en Helmond. Er was ook een kerkbestuur gevormd, bestaande uit de pastoor als voorzitter en twee kerkmeesters: Smid H. Vlemmings en Jacobus Swinkels van de Schutsboom, twee grote ijveraars voor de oprichting van de Parochie. De inkomsten van de parochie waren toen:
1. Het communiekantengeld, te weten 30 cent per jaar per communicant.
2. De opbrengst van de bankenpacht.
3. Enige cijns van Bakel.
Ook aan het levensonderhoud van de pastoor was gedacht:
1. Als traktement ontving hij uit de kerkenkas f 150,-- per jaar, maar hij koest zelf de hosties, miswijn en kerkenwas betalen.
2. Met Pasen kreeg hij 2,5 cent per communicant, de z.g. "offer op de communiebank".
3. Hij had recht op een omgang om paaseieren.
4. En er was een boteromgang waarbij een half pond boter per koe gegeven moest worden.
5. De gelukkige bezitters van een gespan (met paard, os of koe) moesten een kar klot of mest naar de pastorie varen, een gebruik dat onder pastoor Simonis nog bestond en waar hij sterk de hand aan hield.
In 1847 kwam Mgr. Den Dubbelden, Vicaris Apostolicus van het Bisdom en bisschop van Emmaus, naar Milheeze om de kerk en pastorie te bezichtigen en prees de ijver van de gelovigen voor hun eigen kerk en pastorie en spoorde hen aan in gehoorzaamheid en vereniging met de pastoor te leven.
De spits van de toren was toen nog niet gebouwd, de kerk was nog niet helemaal af. De pastoor liet onder de parochianen een intekening houden en ook dit kwam in orde. Nog in 1848 heeft Adriaan van Gaal uit Geldrop de torenspits gebouwd voor de som van f 500,--.
In 1864 kwam er een schone nieuwe klok in de toren, gegoten bij Petit Fritsen in Aarle-Rixtel voor f 1413,--. Met verlof van de bisschop werd hij door de pastoor plechtig ingewijd en geconsacreerd.
Pastoor Scheutjens heeft onder zijn pastoraat enkele oude gebruiken afgeschaft, die als volgt beschreven staan in de boeken:
"Als de doden begraven wierden, wierden zij met twee peerden naar de kerkhof gebracht, wat soms moeilijkheden gaf, wijl het één of ander paard niet voor malkanderen wilde trekken. De binnen-familie wierd getrakteerd in de herreberg op koffie met een klontje.
Als er getrouwd wierd, wierden de bruid en bruidegom op een kar of soms wijlen ieder op een kar naar de kerk gebracht. De voerlui en de vergezellenden wierden in de herreberg getrakteerd."
Het volgende verhaal van pastoor Scheutjens willen we u niet onthouden: Hoe hij eens achter misdienaars aanging, die afgeluisterd hadden toen de pastoor "trouwers" op bezoek had. De misdienaars waren vlugger dan hij en hij gooide ze achterna met zijn klomp.
Theodoor Scheutjens is 22 jaar en 8 maanden pastoor geweest en een goede pastoor die op allerlei gebied veel heeft bijgedragen voor de bloei der parochie. Hij is op 6 juni 1868 overleden. Hij heeft op zijn grafzerk laten zetten: "die deze kerk tot luister heeft gebracht". En dat is de volle waarheid, want hij had er al zijn zorgen en moeite aan besteed. "Hij heeft er de Hemel aan verdiend", schrijft zijn opvolger.
Reeds 15 juni 1868 werd er door Mgr. J. Zwijssen, Aartsbisschop van 's-Hertogenbosch, een nieuwe pastoor benoemd, namelijk Wilhelmus van de Pas, geboren te Udenhout op 10 juni 1819 en 17 mei 1845 priester gewijd door Mgr. Den Dubbelden. Hij was jammer genoeg ziek en gebrekkig en altijd moe. Toch is hij 18 jaar en 9 maanden pastoor van Milheeze geweest.
Van zijn pastoraat worden de volgende belangrijke feiten vermeld:
In 1869 werd de kerk versterkt met drie ijzeren balken omdat de muren begonnen uit te wijken. Ook kwam er een nieuwe kap op de pastorie omdat het houtwerk vermolmd was. In hetzelfde jaar werd door hem de Maria Congregatie opgericht.
In 1877 liet hij aan de noordkant van de kerk een nieuwe sacristie bouwen. In 1882 kwamen er nieuwe sierlijke ramen in de kerk voor de som van f 1299,20.
Onder zijn bestuur is ook de weg naar Bakel verhard, een feit dat op de pastorie uitbundig gevierd werd met een "grand diner".
De 97-jarige Bert v.d. Aa, die in het bejaardenhuis van Bakel verblijft, wist te vertellen dat hij bij hem in 1885 de plechtige communie gedaan heeft, samen met Willem Verhoeven. Om te worden toegelaten moesten 52 Catechismuslessen van buiten opgezegd worden. De pastoor overhoorde hen, zittend in een luie stoel en lange pijp rokend. Willem moest de vragen stellen en hij moest antwoorden. Zonder één fout werd de Catechismus opgezegd. Dat betekende een eerste prijs: een groot kerkboek en een schouderklopje van de pastoor. 1 Maart 1887 kreeg hij eervol ontslag van Mgr. Godschalk en keerde naar zijn geboorteplaats Udenhout terug, waar hij 14 juli 1891 is overleden.
Als zijn opvolger kwam pastoor Henricus van Lieshout, geboren te Eindhoven 8 september 1841. Deze heeft van 1 maart 1887 tot september 1908 parochiële leiding in Milheeze gehad.
De mensen waren bang van hem, want hij was 'grif' baas, zoals oude mensen in Milheeze nog zeggen. Dat neemt niet weg dat hij heel veel goeds heeft gedaan. Hij deed heel veel voor de opluistering van de kerk en betaalde dat veelal zelf.
Hij liet aan de zuidkant van de kerk een nieuwe sacristie bouwen, liet altaren aanbrengen van O.L. Vrouw en Sint Jozef. Er kwam een nieuw hoogaltaar en een nieuwe communiebank, vervaardigd door de Roermondse beeldhouwer J. Oor. Mgr. W. v.d. Ven kwam persoonlijk om 't altaar te consacreren.
Verder nog een nieuwe preekstoel en gebrandschilderde ramen. De stijlvolle kruisweg op koperen platen die de kerk in Milheeze nu nog siert, heeft hij laten maken door een kunstenaar uit Keulen. Ook liet hij de hele kerk beschilderen door Jozef Lommen uit Roermond.
In 1887 schafte hij het mooie orgel aan dat zich nog in de kerk bevindt. Het is van W. Gradussen uit Winssen.
In de parochie liet hij verschillende missies geven. 1889 door de paters van Handel. In 1895 door pater Cyprianus van de paters Kapucijnen van Helmond. In 1904 door pater Ildefonsus Zwegers uit Geldrop, Franciscaan.
In 1900 liet hij tegen de toren van de kerk een kapel bouwen met vier begraafplaatsen eronder, waarheen het lijk van pastoor Scheutjens werd overgebracht. Sinds de grote restauratie van de kerk in 1963 rust hij op het huidige kerkhof naast de Calvarieberg.
De toren van de kerk had toen nog een typische wijzerplaat voor het torenuurwerk. De wijzerplaat had geen twee wijzers voor de uren en minuten maar slechts één, 'n uurwijzer die een dubbele lengte bezat en zodoende ook het tegenliggende cijfer aanwees.
Pastoor van Lieshout heeft in de kerk en de pastorie veel eigen geld gestoken, maar uit een parochieboek blijkt dat er ook veel weldoeners en edelmoedige gevers waren die dat alles mede hebben mogelijk gemaakt. We zullen er enkele noemen:
- Simon Moors, kerkmeester, die een huis met grond naast de kerk schonk plus 1000 gulden voor een kelk en remonstrans en nog 800 gulden voor de Calvarieberg. Hij wilde nog een fundatie stichten van f 3000,-- voor zijn overleden vrouw en kinderen, maar aangezien pastoor van Lieshout geen fundaties aannam is deze in Bakel terecht gekomen.
- In 1895 schonken de kinderen Driessen een preekstoel aan de kerk plus 500 gulden.
- Catharien Raymakers heeft in 1907 geld geschonken voor een kelk en monstrans en voor nieuwe banken.
- Martinus Raymakers en zijn zoon Joannes vermaakten bij overlijden f 3000,-- aan de kerk.
- Joost Hendrixs, die niet rijk was aan aardse goederen, maar altijd royaal bij collectes en ommegangen, heeft koperen flambouwen geschonken.
- Een zilveren wierookvat met scheepje kwam van Jos Jaspers.
- Lambertus Sleegers gaf f 1000,--.
Dit zijn enkele namen die opgetekend staan in het grootboek van de kerk, maar daarnaast zijn er verschillende weldoeners geweest die onbekend wensten te blijven wier namen dus niet werden opgetekend.
In 1895 is in Milheeze de harmonie opgericht, ontstaan uit een liederentafel of wel mannenkoortje. Ze kregen f 500,-- van de koningin. De pastoor hield een preek en een collecte. Er werd begonnen met 20 instrumenten, waarvan er enkele door gift waren verkregen en één der leden kocht zelf een instrument. De eerste directeur was Peter Claassen. De enige nog levende van de oprichters is Bert van der Aa, die in het bejaardenhuis van Bakel verblijft, hij is 97 jaar.
In 1897 is er ook een keer ingebroken in de pastorie. Gelukkig was de buit niet al te groot: wat geld en enkele zilveren voorwerpen.
Pastoor van Lieshout is 21 jaar in Milheeze geweest. Op zijn aanvraag werd hem in september 1908 eervol ontslag verleend. Hij vertrok naar Eindhoven waar hij op 11 februari 1918 plotseling is overleden.
Als vierde pastoor kwam in Milheeze Antonius Johannes Goossens, geboren te Waalwijk in 1865. 7 September 1908 kwam hij van Oerle naar Milheeze als pastoor. Eén van zijn idealen was om zusters naar Milheeze te krijgen voor het onderwijs. In 1910 al klopte hij aan bij de Algemene Overste te Oirschot, omdat deze Congregatie al in Bakel gevestigd was. Aanvankelijk kreeg hij een gewillig gehoor, maar toen het er op aankwam trokken ze zich terug. Hij leed erg onder deze tegenvaller, en de eerste Wereldoorlog maakte verdere pogingen onmogelijk.
In het jaar 1911 schrijft hij in het parochieboek over de buitengewone droogte die toen heerste. Het was zo droog dat de tuin vanaf midden juli geheel uitgedroogd was. Deze droogte begon 4 juli en hield aan tot 30 september met een temperatuur van 30 graden Celsius. Deze droogte heeft veel schade aan de veldgewassen gedaan, maar daarentegen waren de maanden oktober, november en december zomerse maanden en hebben veel goed gemaakt. De droogte van de zomer was zo groot dat "de vreesachtige mol buiten aan de pomp van de pastorie kwam drinken, terwijl men aan het pompen was".
Nog enige gegevens uit zijn pastoor tijd:
- Hij liet een missie geven door de paters van Redemptoristen.
- Hij richtte een parochieel armbestuur op en ook een Mariavereniging tegen drankmisbruik en tot bevordering van de matigheid.
- In 1913 ging men voor het eerst ter bedevaart naar Ommel.
- In 1915 richtte hij de retraitepenning op om het op retraite gaan van de parochianen te stimuleren en om de lasten daaraan verbonden te verlichten.
- Hij breidde de pastorie uit met een koetshuis voor zijn paard en rijtuig en vergrootte de kerk aan weerskanten.
In juli 1918 gaf hij de wens te kennen Milheeze te verlaten. Hij kreeg eervol ontslag en ging naar Berkel-Enschot waar hij ook gestorven is.
Daarna kwam pastoor Johannes Simonis, die 43 jaar lang de zielzorg in Milheeze heeft uitgeoefend. Hij werd in Raamsdonkveer geboren en is 4 juni 1898 priester gewijd. 6 Juli 1918 kreeg hij zijn benoeming voor Milheeze dat toen 600 inwoners telde.
Velen kennen hem nog en spreken met heel veel waardering over hem als een man van gebed, een groot Maria-vereerder, een bevorderaar van het gezinsleven naar het voorbeeld van de H. Familie en door het gezinsgebed.
Hij was geestig, hartelijk en vol humor en niet altijd even gemakkelijk. Vele kostelijke verhalen zijn over hem in omloop. Hij had zo zijn eigen manier van doen, maar zijn krachtig woord en voorbeeld hebben een hele grote invloed gehad op de mensen van Milheeze. Een invloed die nu nog merkbaar is, vooral wat betreft godsdienstigheid, gebedsleven en goede gezinssfeer.
Hij had ook zijn eigen manier om zijn dankbaarheid te tonen. Bij zijn jaarlijkse rog omgang had hij altijd een zak snoepgoed op zijn rug, waaruit hij volle "haffels" suikererwten toverde voor de kinderen. Als tegenprestatie bij het geweldig feest, dat de bevolking hem aanbood. Toen hij 60 jaar priester was en tegelijk 40 jaar pastoor van Milheeze liet hij in alle gezinnen een krentenmik thuisbezorgen, wat ten zeerste op prijs werd gesteld.
Onder zijn pastoraat vielen vele feesten. In 1920 het 75-jarig bestaan van de parochie. Als eeuwige gedachtenis aan dat gebeuren werd er een H. Hartbeeld geplaatst, gemaakt door J. Custers uit Stratum-Eindhoven. Het werd door Willem van Hees daar met de kar opgehaald. Heel de parochie werd plechtig aan het H. Hart toegewijd.
In 1923 bij het zilveren priesterfeest kwamen er nieuwe kerkelijke gewaden
In 1938 toen pastoor Simonis 40 jaar priester was werd als hoogtepunt van het feest de Mariakapel aan de weg van Milheeze naar Bakel plechtig ingezegend.
Met pracht en praal werd in 1945 het honderdjarig bestaan van de parochie gevierd. Als voorbereiding werd een missie gepreekt. Het hele dorp was versierd tot in de Klef toe. Eén van de hoogtepunten van het feest was een optocht van praalwagens door het dorp. Pastoor en kerkbestuur zaten in een open landauer. Het feestgeschenk was een Willibrordusklok ter vervanging van de klokken door de Duitsers weggehaald.
Bij het gouden priesterfeest van de pastoor in 1948 kwam er een nieuwe Mariaklok en 3 kazuifels.
10 Jaar later op 8 juni 1958 mocht de pastoor, nog in goede gezondheid, zijn diamanten priesterfeest vieren en zijn 40-jarig pastoraat. Een prachtig televisietoestel en kerkelijke gewaden waren het resultaat van een inzameling in de parochie en de bijdragen van de verenigingen. Alle priesters en zusters en broeders religieuzen uit Milheeze afkomstig, waren bij dit zeldzame feest tegenwoordig. Het waren er 31 in het geheel. Bruidjes en misdienaars, het kerkbestuur en het feestcomité met hoge hoeden haalden de pastoor af aan de voordeur van de pastorie, die voor deze gelegenheid open ging. In processie werd hij naar de kerk geleid voor de Hoogmis en 's namiddag op dezelfde wijze voor het Lof. Daarna trok men door het feestelijk versierde Kerkeind naar het sportveld waar de pastoor, familie en genodigden plaats namen op een overdekte tribune vol bloemen, om het defilé af te nemen van alle verenigingen in Milheeze. Gloedvolle speeches werden afgestoken. Cadeau's werden aangeboden en men kon genieten van kindervoordracht en sportdemonstraties.
Hier volgen nog enkele belangrijke gebeurtenissen onder zijn pastoraat:
- 26 december 1920 werd De Rips van de parochie Milheeze afgescheiden. De priesters van het H. Hart hebber er samen met de toen stadig groeiende bevolking een eigen kerk gebouwd. Pater H. Trines werd de eerste pastoor. Genoemde kerk bestaat sinds kort niet meer. Een nieuwe moderne kerk is ervoor in de plaats gekomen.
- In 1924 is de toren van Milheeze nogmaals vernieuwd en hoger opgetrokken en het uurwerk kreeg andere wijzerplaten.
- De openbare school van Milheeze werd onder hem omgevormd tot een R.K. lager school, die de naam Sint Aloysiusschool kreeg.
- Sinds 1937 ging een lang gekoesterde wens in vervulling. De Eerwaarde Zusters van de Congregatie van O.L. Vrouw van Tegelen deden hun intrede in Milheeze voor onderwijs en bejaardenwerk.
26 September 1961 nam pastoor Johannes Simonis afscheid van zijn parochianen, die door hun enorme belangstelling en met een passend geschenk blijk gaven van hun dankbaarheid voor zoveel jaren trouwe dienst. Hij vond een gastvrij onderkomen bij pastoor M. v.d. Ven in de Walsberg. 30 Juli 1964 is hij aldaar overleden en werd begraven in zijn geliefde Milheeze, uitgeleide gedaan door de hele parochie.
Pastoor A.J. Boeyen, die onder overweldigende belangstelling door Mgr. W.M. Bekkers als nieuwe pastoor van Milheeze geïnstalleerd werd op 8 oktober 1961, zag zich voor een erg moeilijke taak geplaatst. Er was heel wat werk aan de winkel. De kerk moest gerestaureerd en uitgebreid worden en een nieuwe pastorie gebouwd en nog veel andere plannen wachtten op verwezenlijking. Door de doortastendheid en 't taai volhouden van de pastoor, door de royale medewerking van de parochianen en de steun van het bisdom, is er onder zin pastoraat heel veel tot stand gekomen.
De restauratie en uitbreiding van de kerk werd in eerste instantie geraamd op f 110.900,--. De nieuwe pastorie, alle onkosten inbegrepen van verwarming, aankleding en architectenkosten op f 80.000,--. Het bisdom gaf machtiging en schonk als aanmoediging f 50.000,--, waarvan de helft à fonds perdu en de andere helft als renteloos voorschot. Architect de Jong kwam echter met een meer uitgebreid en degelijker plan naar voren en zo is de restauratie en uitbreiding in feite veel grootser van opzet geworden.
22 Februari 1964 was de belangrijkste dag dat de geheel gerestaureerde en vergrote kerk weer in gebruik kon worden genomen, na eerst door de pastoor te zijn ingewijd. Tijdens de restauratiewerkzaamheden had men zich moeten behelpen met een noodkerk. Aan veel misères was nu een einde gekomen, tot grote vreugde van de pastoor en het hele kerkvolk.
De restauratie is uitgevoerd door de firma van de Sanden uit Wanroy onder leiding van de Schaykse architect J. de Jong. Ondertussen was op 3 februari dezelfde aannemer begonnen aan de bouw van de nieuwe pastorie, die reeds op 1 december 1964 betrokken kon worden. J. v.d. Acker uit Deurne was de architect.
De kerk had nieuw uurwerk gekregen met verlichte wijzerplaten in de toren en een heel moderne luidapparatuur geleverd door de firma M. v.d. Kerkhof uit Aarle-Rixtel voor f 4772,--. Door dezelfde firma werd ook een Angelusklok gegoten ter vervanging van de 250 kg. wegende klok uit 1485, die wegens barsten en valse klanken onbruikbaar was geworden. Op de nieuwe klok staat in het Latijn te lezen: "1485 Per saecula sonui-homines monui-Deo laudi 1964", hetgeen betekent: "Door de eeuwen heen heb ik geluid, de mensen vermaand en God geprezen".
De oude klok die onder de monumentenzorg viel en als sieraad op 't kerkplein stond is, zoals bekend, in de nacht van de 21 juli 1968 gestolen en er is nooit meer iets van gehoord of gezien.
De totale onkosten van de restauratie en uitbreiding van de kerk, architectenkosten en toezicht bouwbureau van het Bisdom inbegrepen, hebben bedragen f 182.835,95. De bouwkosten van pastorie en parochiezaaltje bedroegen f 91.000,--. Dit alles is mogelijk geworden door de royale medewerking van de parochianen en het Bisdom.
Aan leningen met lage rente ontvangen een som van: f 111.600,--
Aan schuldbewijzen van f 50,--: f 15.600,--
Van het Bisdom: f 75.000,--
_________
f 202.200,--
Van de gemeente werd een subsidie ontvangen van f 10.000,-- voor uurwerk en kerkplein.
Zondag 15 juni 1964 was het weer groot feest in Milheeze. Mgr. W.M. Bekkers kwam de kerk opnieuw consacreren. Na de plechtigheid droeg Monseigneur zelf de H. Mis op en feliciteerde de mensen van Milheeze met hun mooie gemoderniseerde kerk en spoorde de gelovigen aan hun onmisbare gezinsbijdrage te blijven verlenen tot instandhouding van de kerk. Als omlijsting van de kerk-consecratie werd onder leiding van pater Bertien O.F.M. Cap. met succes het mooie kerkspel opgevoerd: "Pascha, brood en wijn". 120 Parochianen hebben er in meegespeeld.
Om in een andere, niet mindere grote behoefte te voorzien, werd al in 1963 de nieuwe school aanbesteed, waarvoor op 4 februari goedkeuring werd verkregen. Met voortvarendheid ging men aan de slag. Op 21 juli 1964 werd de nieuwe Aloysiusschool, prachtig ontwerp van architect Deltrap uit Deurne, door de pastoor ingezegend. Toen is ook het gouden jubileum gevierd van de dames Verhoeven, die 50 jaar lang de schoonmaak van de oude school hadden verzorgd. Aanvankelijk voor slechts 30 gulden per jaar.
In 1963 bestond Maria-oord 25 jaar. Wegens de strenge winter is het feest tot driemaal uitgesteld. Uiteindelijk is het feest gevierd op 5 mei 1964.
Als blijk van waardering en dankbaarheid werd aan de zusters een televisie aangeboden. Op dat feest had het kerkbestuur ook een onderhoud met het hoofdbestuur van de zusters uit Tegelen over de bouw van een nieuw bejaardentehuis, nadat er van te voren al contacten waren geweest met B. en W. van de gemeente Bakel en Milheeze. Het voorstel viel in goede aarde: plannen werden gemaakt, uiteindelijk goed gekeurd en uitgevoerd, met als resultaat dat Milheeze nu beschikt over een prachtig, monumentaal, goed ingericht bejaardentehuis, waar men met recht trots op kan zijn.
In 1965 is ook het kerkhof uitgebreid. De totale onkosten bedroegen f 7598,38. De gemeente gaf f 5557,44 subsidie, zodat uiteindelijk door de parochie werd betaald: f 2040,91.
10 April 1967 werd begonnen met het grondwerk voor een nieuwe kleuterschool. J. v.d. Acker uit Deurne was de architect. De "Zonnehoek" kon 15 augustus al in gebruik genomen worden.
Het jaar daarop werd Milheeze verrijkt met een stijlvol Wit Gele Kruisgebouw, dat op 7 juli 1968 geopend werd.
Ook aan de toeristen van camping "de Peel" is gedacht. Bij de camping is naar ontwerp van architect van de Acker een toeristenkerkje gebouwd, heerlijk in de bossen. Fr. Vereijken was de aannemer. Met Pinksteren 1968 is het ingezegend en in gebruik genomen.
In 1970 is de basisschool uitgebreid met twee lokalen, te weten een leslokaal en een lokaal voor handenarbeid.
Nog steeds blijven er wensen: een gymzaal bij de school, waarvoor al een urgentieverklaring verkregen is: een behoorlijk onderkomen voor de jeugd en andere passende voorzieningen in het belang van de hele samenleving van Milheeze. Sinds het opbouwwerk in Bakel, Milheeze en Rips zijn intrede heeft gedaan, leeft de verwachting dat ook deze wensen binnen niet al te lange tijd verwezenlijkt kunnen worden. Veel is er onder pastoor Boeyen tot stand gekomen wat betreft uiterlijke vernieuwingen, maar steeds heeft hij ook zijn volle aandacht besteed aan de innerlijke vernieuwing van de parochie. Met grote voldoening kan hij nog spreken over de buitengewoon goed geslaagde parochieretraite van 3 maart - 7 april 1963, gegeven door de paters Kapucijnen Rembertus en Rogier. Slechts 4 van de hele parochie hebben niet meegedaan.
Tenslotte zij nog vermeld de waardevolle hulp van de paters van Gemert en van Christus Koning. Pater Wennink heeft jarenlang in de parochie goed werk gedaan en pater Arts verbleef zelfs twee jaar in de pastorie.
Sinds de opening van het nieuwe bejaardenhuis werd in de parochie assistentie verleend door oud-pastoor van Delft, die in september 1968 naar Udenhout vertrokken is. Met ingang van 25 september 1968 is tot Rector van Maria-oord benoemd pater C.H. Dekker van de priesters van het H. Hart, die tevens als assistent in de parochie werkzaam is.
Nu bestaat de parochie van de H. Willibrordus 125 jaar, een gelegenheid die in Milheeze zeker niet onopgemerkt voorbij mag gaan. De parochieraad heeft al een actie op touw gezet voor een passend cadeau voor de parochie n.l. een nieuwe geluidsinstallatie voor de kerk, iets onmisbaars in deze tijd.
Aan de kerkelijke viering wordt ook de nodige aandacht besteed: de drie eerste dagen van de goede week en het feest zal eerste Paasdag gevierd worden met als hoogtepunt de Plechtige Eucharistieviering waar koor en fanfare samen de zang en muziek zullen verzorgen.
Veel goeds is er in die 125 jaren parochieleven geschied, dank vooral aan de mensen van Milheeze voor wie hun kerk altijd heel veel betekend heeft en nog betekent. Als herinnering aan dit feest en uit dankbaarheid wordt dit boekje aangeboden aan de gezinnen van Milheeze en we denken dat het allen wel zal interesseren.
Voorjaar 1971
De gegevens voor deze geschiedenis zijn geput uit parochieboeken van Milheeze en Bakel; uit het boek van pater H. Nooijen "Tussen Peel en Aa" en uit mondelinge mededelingen.
Pastoors in Milheeze:
1845 - 1868 Theodorus Scheutjens
1868 - 1887 Wilhelmus van de Pas
1887 - 1908 Henricus van Lieshout
1908 - 1918 Antonius Johannes Cornelis Goossens
1981 - 1961 Johannes Petrus Simonis
1961 - 1974 Antonius Johannes Boeijen
1974 Cornelis Hendrikus Dekker
1974 - 1993 Josephus Cornelis Maria Corsten
1994 - 1995 Johannes Petrus Jozef van de Ven
1995 - 1996 L.J.M.C. Baeten, administrator
1996 W.A. Jansen, administrator