Woord van de Oud-geestelijk adviseur pastoor A. Wassenberg
Mijn herinneringen aan de K.P.J.
Toen ik in 1961 pastoor werd in Bakel maakte ik kennis met de Jonge Boerenstand en daarnaast de Boerinnenbond. De R.K.J.B. was alleen voor jonge boeren. De boerinnenbond had de zorg over jonge boerinnen en getrouwde boerinnen. In Tilburg en Waalwijk had ik met geen van beiden te maken gehad.
De kapelaan was adviseur van de R.K.J.B. en daarvan herinner ik mij weinig. Wel herinner ik me de boerinnenbond. Het bestuur vergaderde steeds op de pastorie onder genot van een lekker „bekske" en een lekkere koek. De ledenvergadering had een levendig verloop. De groep jonge boerinnen kroop bij elkaar en leek op een stel springerige kuikens, wiebelend en giechelend. Dan was het moeilijk voor Mevrouw de Haan, dit jonge grut in toom te houden, maar het lukte!
Op 20 december 1965 werd in café Sjoke van Thiel besloten, één vereniging op te richten: de K.P.J.; één vereniging voor jongens en meisjes uit het platteland. Zo konden ook niet tot de boerenstand behorende jongeren lid worden. De K.P.J. werd dan ook de grootste standsorganisatie van de oudere jeugd in onze parochie.
Na het vertrek van de laatste kapelaan van onze parochie in 1964 werd ik adviseur van de K.P.J.. lk bewaar daaraan prettige herinneringen.
Moest vroeger een geestelijk adviseur ongeveer alles opknappen, de jeugd was -gelukkig- zo geëmancipeerd, dat het adviseurschap geen zware job was, men verwachtte dan ook niet, dat hij alle vergaderingen meemaakte. Op sommige vergaderingen werd ik uitgenodigd. Die leken soms wel op een Poolse landdag. Iedereen was aan het woord. Er werd gekwebbeld in alle hoeken. De bestuursleden achter de groene tafel riepen op tot luisteren. Het hielp niet. Totdat...... de technisch adviseur ingreep. Naar hem werd geluisterd. Want hij was de enige getrouwde in het gezelschap en dus een wijs man! Harde woorden of klappen vielen er nooit.
In 1972 vierde de K.P.J. (eerst jonge boerenstand) het 50-jarig bestaan. Drie dagen feest. Doruske van de Heuvel mocht het nog meemaken. En nu in 1982 is hij er nog bij, even vitaal. Een levend getuige van de spreuk: „Van werken is nog nooit iemand dood gegaan".
Na het feest schreef ik in „Rond onze Toren" ('n beetje ondeugend): „Er is veel veranderd in Bakel in die 50 jaar. Maar wat is er NIET veranderd bij onze boerenjeugd? 50 Jaar geleden schoven ze bij de H. Mis allemaal in de laatste banken en nu denken ze nog dat de toren zal instorten".
lk feliciteer jullie allemaal van harte. Het is een geweldig voorrecht, terug te zien op een blije jeugd. Geniet van sport en spel, muziek, dans en toneel. „Laat de boerinnekes de rokskes zwaaien", zong men enkele jaren geleden.
lk denk met veel plezier terug aan de jaren bij de K.P.J.
Met name dank ik allen, die steeds klaar stonden voor allerlei akties voor het goede doel. Klaar staan voor de medemensen in nood moet ook in de toekomst inhoud geven aan de „K" (Katholiek) van jullie K.P.J.
A. Wassenberg
e.m. pastoor