Interviews
Aan de telefoon heb ik mevrouw Dien van de Ven - de Vries, dochter van de oprichter van Kunst en Vermaak; meester De Vries.
Dien, kunt u zich nog iets herinneren van de oprichting van Kunst en Vermaak?
Eigenlijk niet zo veel; ik was nog maar een kind. Ik weet wel dat, toen er ook dames bij het koor mochten, onze pap naar Den Bosch moest om toestemming aan de bisschop te vragen.
Hoezo toestemming? Kunst en Vermaak was [en is] toch geen kerkkoor?
Nee, maar de repetities vonden plaats in het café en vrouwen mochten niet in het café komen.
Onze pap moest dus ontheffing vragen zodat ook de vrouwen naar de repetities konden.
Hoelang bent u zelf lid geweest van Kunst en Vermaak?
Niet zo lang. In 1955 ben ik getrouwd en moest eronderuit.
Getrouwde vrouwen mochten destijds niet bij het koor blijven, die hoorden thuis!
En de mannen?
De mannen wel, die mochten ook bij andere verenigingen blijven.
Zelf had ik graag onder de harmonie willen gaan, maar ook dat mocht toen niet.
Bent u, toen dat wel mocht, weer gaan zingen bij Kunst en Vermaak?
Nee, ik heb het destijds weliswaar met veel plezier gedaan maar later is het er nooit meer van gekomen.
Ik draag het koor wel een warm hart toe en hoop dat ze nog lang muziek mogen blijven maken.
Interview met Toon Bevers.
Toon Bevers vertelt:
"Kunst en Vermaak", ja, daar kan ik veel over vertellen. In 1951 kwam ik als 20 jarige jongeman bij het koor. Het was toen al een gemengd koor, mijn zus Riek en twee van mijn broers waren er ook al bij. Verder was er eigenlijk ook niet veel te beleven in Bakel.
De harmonie, de voetbalclub en het koor; méér was er ook niet.
Toen ik bij "Kunst en Vermaak" kwam telde het koor zo'n 70 leden. En je kwam er niet zomaar bij; je moest eerst voorzingen bij meester De Vries. Dan hoorde hij wel of je een beetje kon zingen en of je een tenor of bas was.
Hele families waren bij het koor zoals de familie Van de Poel met 5 man, de familie Van der Horst met 6 man, familie Van Lamoen met 5, Van Dinther met 4 en wij - die van Bevers - óók met 5 man.
Ik weet nog dat er een keer radio-opnames werden gemaakt. Dat was rond 1954 en de opnameleider zei tegen meester de Vries; "ik dacht dat het koor veel groter was". "Is ook zo," zei De Vries, "maar het is nog geen acht uur.'' En tegen acht uur kwamen al die families binnen...
We repeteerden bij Café de Kroon. Meester De Vries was streng, maar legde zijn hele hart en ziel in het koor. Hij kocht bijvoorbeeld zelf de muziek. Pas toen een piano werd aangeschaft moesten we contributie betalen en wel 50 cent per maand. Jan Cornelissen was onze eerste pianist. Boer Heintje van den Heuvel had een renteloze lening gegeven en iedere maand werd er afgelost. Van het geld dat over was werd een uitstapje georganiseerd zoals bijvoorbeeld met de bus naar Rotterdam of Antwerpen. In die tijd een hele happening en gewoon zelf boterhammen meenemen!
Er waren veel jonge meisjes bij het koor, maar als ze trouwden moesten ze er onderuit.
De meisjes moesten op een gegeven moment in de pauze van de repetitie binnen blijven van meester De Vries. De jongens stonden natuurlijk buiten te wachten en dan gebeurde het wel eens, dat er na de pauze minder meisjes aanwezig waren als vóór de pauze. Die waren dan met de jongens op stap.
"Kunst en Vermaak" is in 1935 opgericht als mannenkoor. In 1939 wilde Meester De Vries er een gemengd koor van maken maar dat ging niet door; Pastoor Van Zeeland vond het niet goed. De Vries is toen toestemming gaan vragen bij de bisschop en toen mocht het. Maar de oorlog kwam en er werd niet meer gerepeteerd.
Rond 1949-1950 kwam het weer goed op gang, maar een gemengd koor was in de omgeving nog een zeldzaamheid.
Ik weet nog dat we een keer uitgenodigd zijn bij de Klokkengieters in Aarle-Rixtel, die wilden dat wel eens horen! Goed voorbeeld doet goed volgen, want zij zijn daarna ook een gemengd koor geworden.
Ook deden we iedere twee jaar mee met een concours of festival. Mooie prijzen werden er binnengehaald.
Ja, ik zou een boek kunnen schrijven, maar ik houd nu op met te zeggen, dat ik heel verrast en blij was met de huldiging van mijn vijftig jaar lidmaatschap; ik had er niet meer aan gedacht, maar anderen wel!
Interview met Anneke van de Mortel.
Ik ben op bezoek bij Anneke v.d. Mortel - Vogels, het oudste koorlid van "Kunst en Vermaak".
De koffie staat klaar en wat mij meteen opvalt zijn de muziekinstrumenten die binnen staan; een orgel, een gitaar, mondharmonica en panfluit.
Hallo Anneke, ik hoef niet te vragen of je muzikaal bent!
Ja, ik kom uit een muzikale familie. Mijn zussen zingen ook.
Bespeel je ook al die instrumenten, heb je les gehad?
Mijn man en ik hebben 2 jaar orgelles gehad en ik kan er wel de gewone liedjes op spelen. Ik ben nu aan het oefenen met mijn kleindochter; zij speelt saxofoon. Gitaar heb ik mezelf geleerd, net als de mondharmonica. Met de panfluit kan ik nog niet zo goed overweg.
Anneke, hoe ben je destijds bij "Kunst en Vermaak" terecht gekomen?
Ik kom oorspronkelijk uit Milheeze, maar ik werkte in 1946 bij Verhoeven in Bakel toen meester de Vries langskwam om te vragen of ik lid wilde worden en dat wilde ik wel.
"Kunst en Vermaak" is voor de oorlog begonnen als mannenkoor en ik weet dat er mannen onderuit zijn gegaan, omdat er na verloop van tijd vrouwen bij kwamen.
Wat weet je nog van die eerste tijd en van meester De Vries.
Het was vooral gezellig. Er was zo net na de oorlog niet veel te beleven en zo zag en sprak je elkaar nog eens.
Meester De Vries was streng. We moesten apart repeteren, eerst de vrouwen. De mannen zaten dan aan de bar te wachten tot wij klaar waren. Eerst op noten zingen; do, re, mi en dat dan wel 100 x!
Pas als de noten "erin zaten" mochten we op tekst zingen.
Als we samen met de mannen moesten zingen stonden we in carrévorm; de alten en sopranen tegenover elkaar, daar tussenin de bassen en de tenoren. We gingen een keer per jaar op concours en kwamen altijd met prijzen thuis, tot "uitmuntend" toe. Dus dat vele herhalen had wel degelijk nut!
Dan waren we zó blij! Zelfs meester De Vries kuste ons en als we weer in Bakel kwamen werden we ingehaald door de harmonie.
Intussen schuift Anneke's echtgenoot, Marius, ook aan en vertelt;
"Weet je dat wij een koorstel zijn? Ik heb Anneke bij Kunst en Vermaak leren kennen. Ik zong bij de bassen en zag daar een leuk sopraantje staan.
We moesten op een gegeven moment een serenade gaan brengen bij Miet van den Heuvel, want die ging het klooster in. Toen zijn we voor de eerste keer samen opgefietst en dit kwam er van. Dit jaar zijn we 55 jaar getrouwd..."
Anneke, heb je nog leuke herinneringen aan "Kunst en Vermaak"?
O ja, vroeger - en dan heb ik het over héél vroeger - de feest avonden; we hadden toen geen orkestjes of zo, we deden alles zelf.
Ik heb een keer het liedje van Marlene Dietrich gezongen; Lilly Marleen. En van deze tijd vind ik het heel leuk dat ik gehuldigd werd met mijn 50 jaar lidmaatschap.
In 1955 zijn wij getrouwd en moest ik eronder uit. Dat was toen zo de regel, maar toen het koor in 1973 weer heropgericht werd ben ik er meteen weer bij gegaan en tot op heden met veel plezier.
Bedankt Anneke voor dit gesprek
Interview met Viola Barends.
Ik ben in gesprek met Viola Barends, oud dirigent van Bakels Gemengd Koor "Kunst en Vermaak", nu plaatsvervangend dirigent èn erelid!
"Muziek is geen vak maar een afwijking"
Viola, dat is een kenmerkende uitspraak van jou; kun je er iets meer over zeggen?
Met "muziek is een afwijking" bedoel ik, dat ik altijd met muziek bezig ben. Gelukkig is het mijn vak, maar het is voor mij bijvoorbeeld heel moeilijk een gesprek te voeren bij achtergrondmuziek.
Ik hoor altijd de muziek en dat is op zich niet erg, maar ik luister dan altijd hoe het uitgevoerd wordt, hoe de muziek gespeeld wordt, of ik het zou kunnen gebruiken voor koor of orkest. Kortom; ik ben dan meer met de muziek bezig dan met het gesprek en dat is niet altijd de bedoeling.
Daarom heb ik ook nooit de radio aanstaan. Een behoorlijke afwijking dus, maar wel een leuke.
Je bent bijna 25 jaar dirigent geweest van "Kunst en Vermaak Hoe ben je daar terecht gekomen?
Ik ben in 1977 - ik was toen 17 jaar - gevraagd door het bestuur om als pianiste het koor te begeleiden. Ik zat toen nog op de middelbare school.
Was dit een zetje in de richting conservatorium?
Nee, naar het conservatorium wilde ik al als kind, maar het was wel goed voor de ervaring die ik opdeed. Daarnaast vond ik het altijd leuk om te doen.
Daarna ben je dus dirigent geworden?
Ja, toen Hendrik van de Poel ermee stopte heb ik het overgenomen. Eén van de vakken op het conservatorium was koordirectie, dus dat kwam goed uit en ik deed het met veel plezier.
Hoe kwam je aan de muziek voor het koor?
Zoeken op internet of toevallig ergens iets horen wat geschikt is. Daarnaast krijg je op het conservatorium zoveel muziek onder ogen; daar kun je heel lang uit putten.
Is er een bepaald genre muziek watje geschikt vindt voor "Kunst en Vermaak"?
Nee, alle muziek is geschikt. Het voordeel van een koor dat al lang zingt is dat ze niet zo vlug ergens voor terug deinzen; het zijn mensen met ervaring, dus die weten ècht wel dat het goed komt, ook al klinkt het in het begin onwennig. In het begin voel je dan die spanning, langzaam groeit het dan tot een goed muziekstuk en dat is leuk, voor zowel de koorleden als voor mijzelf.
Waar denk je met plezier aan terug?
Eigenlijk aan alles. Het omgaan met de mensen vond en vind ik erg leuk; de uitwisseling met andere koren, de uitstapjes.
Waar ik ook altijd veel plezier aan beleeft heb zijn de gezamenlijke optredens met de twee mondharmonica orkesten, die ik leidt, en het koor. Volgens mij uniek in Nederland en misschien wel in de wereld. Het lijkt me in de toekomst wel een cd.-opname waard.
Viola, wil je aan het einde van dit interview nog iets kwijt?
Ja, dat ik met veel plezier in totaal ruim 30 jaar verbonden ben met "Kunst en Vermaak" en dat ook blijf als reserve dirigent èn als erelid; die benoeming bij mijn afscheid was ècht een verrassing!
Viola, dankje we voor al die jaren en voor dit interview.
Interview met Adriaan van den Heuvel.
Na de repetitie ga ik in gesprek met Adriaan van den Heuvel, sinds oktober 2009 de dirigent van Kunst en Vermaak. Adriaan was geen onbekende voor het koor. Hij verving de vaste pianiste, zijn vrouw Hanneke.
Na het vertrek van Viola werd Adriaan benaderd en gelukkig was hij bereid ons koor te leiden.
Adriaan, wil je iets overjezelf vertellen?
Nou, ik ben in 1962 geboren in Oldenzaal, daarna verhuisd naar Tilburg, maar het grootste deel van mijn leven heb ik in Geldrop gewoond.
Ik ben getrouwd met Hanneke en we hebben twee kinderen, Fleur en Rutger.
Hoe en wanneer ben je in de muziek terecht gekomen?
Ik zat als ukkie op ritmiekles, daarna blokfluitles en op een gegeven moment stond er een piano bij ons in de kamer. Muziek werd dus door mijn ouders gestimuleerd.
Ik volgde pianolessen op de muziekschool en speelde een tijdje saxofoon bij muziekkorps Euphonia. Later speelde ik in een jazzbandje. Op zeker moment vroeg een klasgenote of ik bij haar in het jongerenkoor wilde komen zingen. Binnen de kortste keren voelde ik me hierbij thuis en begon de club mee vorm te geven.
Dat heb ik eigenlijk altijd wel gehad; ik vind bijna alles wat met muziek te maken heeft leuk en kan dan ook moeilijk nee zeggen.
Toen zowel de pianist als de dirigent van het jongerenkoor ermee stopten, hebben een medezanger en ik de leiding van het koor op ons genomen. Het conservatorium was voor mij dan ook een logisch gevolg. Ik ging hoofdvak piano studeren in Rotterdam, maar sloot de studie met het staatsexamen af.
Is muziek je vak?
Ja en nee. Ik verdien de kost op kantoor, gewoon omdat ik met alleen muziek de kost niet kan verdienen en ik werk met plezier hoor. Maar muziek is méér dan mijn hobby. Ik ben hiervoor opgeleid en volg nog steeds opleidingen, momenteel de opleiding voor dirigent licht vocaal in Utrecht. Heel leerzaam en stimulerend.
Daarnaast ben ik dirigent van meerdere koren en geef ik pianolessen.
Adriaan, waar haal je de energie vandaan?
Soms vraag ik me dat ook wel af, maar muziek kan je ook enorm veel energie geven. De combinatie tussen tekst en muziek kan me echt ontroeren. Ik kan huilen als ik zie en hoor hoe mensen opgaan in muziek, wat het met hen doet.
Daarnaast vind ik het geweldig interessant om mensen iets te leren en door studie en ervaring groei je hier ook voortdurend in.
Is er een leven naast muziek?
Ja, hoor, mijn gezin is natuurlijk heel belangrijk, maar ook daar is bijna altijd muziek.
Onze kinderen zijn muzikaal begaafd en hebben de muziek met de paplepel ingekregen, maar ze vinden het ook leuk! Regelmatig sta ik stom verbaasd wat ze allemaal al kunnen en doen. We proberen hen te stimuleren, maar het is geen moeten.
Daarnaast tennis ik een keer per week, ook om een beetje fit blijven.
Wat is als dirigent je drijfveer bij Kunst en Vermaak
Ik kan nog zo veel doen. Je ziet dat de mensen het leuk vinden.
Ik sta verwonderd over het geduld en de wil om een lied goed te leren, petje af!
Adriaan, ik wil je bedanken voor dit interview en wens je veel en lang succes in je leven en zeker ook bij Kunst en Vermaak.
Interview met Ad van der Zanden.
Ad, naast de festiviteiten rond het 75 jarig bestaansjubileum is er binnen Kunst en Vermaak nóg een feestje te vieren, namelijk het feit dat jij 25 jaar koorlid bent. Hoe ben jij destijds bij Kunst en Vermaak terecht gekomen?
Weet je, ik ging in Helmond naar de Sint Jozefschool en daar was het een en al muziek; Theo Driessen was daar het hoofd en hij probeerde zoveel mogelijk leerlingen muziek - en dan met name koorzang - bij te brengen. Zo kwam het dat ik al als jongetje van een jaar of 8 bijna dagelijks zangles kreeg en vanaf pakweg m'n negende al in het grote Sint Jozefkoor mocht meezingen. Dat bleef zo gedurende de lagere schooltijd.
Op de middelbare school kwam het er niet meer van, maar vanaf pakweg m'n twintigste werd ik door een van mijn broers geronseld voor mannenkoor Lambardi, waar ik met erg veel plezier lid van ben geweest tot ik in 1983 in Bakel ging wonen.
Ik dronk na de repetities graag een pilsje maar dat combineerde niet met het rijden in de auto en voor de fiets van Bakel naar Helmond heen en weer was ik te lui. Bovendien had ik het in de voorgaande jaren zo druk met mijn werk gekregen, dat ik vaak verstek moest laten gaan. Al met al reden om mijn lidmaatschap te beëindigen.
Begin 1985 stond er een mijnheer aan de deur, die zich voorstelde als Piet Meulendijks, voorzitter van Kunst en Vermaak (waar ook mijn zus Charlotte en zwager Marius lid van waren en nog zijn). Hij vroeg of ik misschien lid wilde worden van "zijn" koor en overreedde me om eens een paar keer te komen luisteren. Het was een aardige man, waar ik geen "nee" tegen wilde zeggen. Het viel me in het begin qua repertoire niet mee; "Het karretje op de zandweg reed" en de "Zangersmars" waren zeker niet mijn favorieten. Wat me wel beviel, was de sfeer; er was volop ruimte voor humor en er werd heel wat afgelachen en het pilsje aan de bar na de repetities viel óók goed...
Wat maakt dat jij je zo verbonden voelt met Kunst en Vermaak?
Ik ben gebleven, was binnen een paar jaar bestuurslid - waarvan ook nog een aantal jaren als voorzitter - en voelde me meer en meer met het koor verbonden, niet in de laatste plaats door allerlei nevenactiviteiten van het koor. Het repertoire veranderde sterk en het koor beleefde een nieuwe glorietijd. En wie wil nou niet bij winnaars horen?
Waar heb je goede herinneringen aan?
Dat zijn naast de muzikale hoogtepunten, zoals de aaneenschakeling van goede prestaties tijdens concoursen, zeker ook een activiteit als het organiseren van de intocht in Bakel en bezoeken door Sinterklaas, waarin Kunst en Vermaak tot een jaar of wat geleden een belangrijke rol binnen het Bakelse vervulde; we hebben heel wat hulpsinterklazen en zwarte Pieten op bezoek weten te sturen bij in spanning verkerende kinderen thuis, op scholen, in bedrijven en bij verenigingen.
Heel wat hilarische verhalen hebben we in die tijd beleefd. De tranen van het lachen zijn nog altijd niet opgedroogd... Door de vergrijzing is dit nu een gepasseerd station en is alleen nog de verhuur van kostuums gebleven.
Waar ben je trots op?
Natuurlijk op mijn kleinkinderen, maar dat zul je hier niet bedoelen! Voor wat betreft Kunst en Vermaak ben ik trots op het feit, dat de naam zozeer eer aangedaan wordt; we repeteren grondig om op hoog niveau de nodige "Kunst" ten gehore te brengen - wat veel voldoening schenkt - en we hebben zowel tijdens de repetities als daarbuiten volop gelegenheid om lol te hebben, veel te lachen.
Daarbij denk ik ook aan uitstapjes en feestelijkheden. Waarmee ook "Vermaak" helemaal waargemaakt wordt.
Kunst en Vermaak heeft, als je naar andere koren kijkt, een redelijk hoog aantal mannelijke leden, maar nog steeds zijn die mannen in de minderheid. Hoe zou dat komen?
Ik ben geen marktonderzoeker, maar als ik naar mezelf kijk - en naar zingende mannen die ik buiten het koor ken - kan ik me voorstellen dat voor veel mannen de voorkeur uitgaat naar zingen bij een mannenkoor; de koorklank daarvan vind ik in het algemeen sprekender dan dat van een gemengd koor.
Ik betwijfel of ik zolang lid van Kunst en Vermaak zou zijn gebleven, als er een kwalitatief vergelijkbaar mannenkoor in Bakel geweest zou zijn! Ik neem aan dat men dat binnen Kunst en Vermaak liever niet hoort, maar er valt wat dat betreft ook niet veel te vrezen. Toch?
Er is een Afrikaans gezegde; "als je kunt wandelen kun je ook dansen, als je kunt praten, kun je ook zingen". Vind jij dat ook?
Daar is zeker iets voor te zeggen; ik ontmoet regelmatig mensen, die niet in een koor durven zingen omdat ze nooit zangles hebben gehad, maar dat eigenlijk best zouden willen. Dat blijkt helaas een flinke drempelvrees met zich mee te brengen. Ik ben van mening, dat als iemand kan praten en redelijk de wijs kan houden die iemand met de methodiek zoals die bij Kunst en Vermaak toegepast wordt binnen afzienbare tijd een volwaardig koorlid kan worden. Het blijkt ook vaak genoeg, dat als iemand maar eens een paar keer komt luisteren op de wekelijkse repetitieavonden, dat de drempel al gauw geslecht is en er alwéér iemand gelukkig is als zingend mens. Misschien zelfs óók voor minstens 25 jaar!!
Ad, mag ik je hartelijk bedanken voor dit interview en je een dag met een zilveren randje toewensen tijdens je jubileum.
Interview met Lisa Cornelissen.
Op 26 april heb ik een interview met de goedlachse Lisa Cornelissen, met haar negentien jaar het jongste koorlid van Kunst en Vermaak.
Lisa, als je de naam Brzoskowski in de familie hebt is de link met muziek wel vlug gelegd, ervaar jij dit ook zo?
Ja, dit kan niet missen, mijn moeder is Nelleke Brzoskowski. Ik herinner me nog dat ik wel eens mee mocht naar een optreden van mijn moeder en achter de schermen ontmoette ik dan allerlei bekende mensen. Zo heb ik bijvoorbeeld verschillende kleurplaten gekleurd met vader Abraham. Het is erg bijzonder om die foto's nu terug te zien.
Was je al jong met muziek bezig en ben je muzikaal begaafd?
Eigenlijk was ik helemaal niet zo jong. Op mijn 16e ging ik pas echt serieus muziek maken en ontstond het idee om er mijn beroep van te maken. Zoals zoveel kinderen ging ik vroeger wel naar blokfluitles. Daarna heb ik klarinet, keyboard, gitaar en saxofoonles gehad om uiteindelijk bij klassiek piano te eindigen.
Muzikaal begaafd vind ik een groot woord, maar er zit in ieder geval wel veel gevoel achter.
Je zit nu op de vooropleiding van het conservatorium, welke richting wil je op en wat is dan je grootste wens?
Ik wil graag met muziek én mensen werken dus ga ik na dit jaar studeren voor muziektherapeute met piano als hoofdvak.
Mijn grootste wens is om een eigen praktijk te hebben waar ik volwassene en kinderen door middel van muziek weer op weg kan helpen, bv. mensen die een trauma hebben.
Hoe kom je bij Kunst en Vermaak terecht?
Met mijn tante [ook lid van Kunst en Vermaak] ben ik naar de korendag geweest en toen dacht ik; ja, daar wil ik wel bij. Het muziekrepertoire sprak me aan, wel serieus maar niet oubollig.
Ik heb zelf altijd gedacht dat ik niet kon zingen, maar dat blijkt in de praktijk toch mee te vallen. Van Adriaan, de dirigent van Kunst en Vermaak, leer ik ontzettend veel.
Heb je voorkeuren in muziek; wat vindje leuk of fìjn om naar te luisteren?
Toch wel klassiek, ik heb niets met rampetamp muziek van tegenwoordig. Easy listening- en filmmuziek vind ik fijn om te beluisteren en om te spelen spreekt Chopin me het meest aan.
Heb je hobby's naast het maken van muziek?
Nou, echt veel vrije tijd heb ik niet, maar sporten, tekenen en muziek schrijven doe ik graag.
Daarnaast zullen de meeste mensen in Bakel mij wel kennen met volle posttassen. Ik heb een bijbaantje als postbezorger bij de TNT.
Soms treed ik samen met mijn oom op of zing ik samen met mijn moeder op een bruiloft.
Een paar jaar geleden hebben mijn moeder en ik samen en cd opgenomen, dat vond ik erg bijzonder.
Lisa, ik wil je hartelijk bedanken voor dit leuke en openhartige gesprek, veel succes met je studie en als koorlid van Kunst en Vermaak.
← Terug naar: Kunst en VermaakVerder naar: Dirigenten en pianisten →