Godsdienstperikelen te GEMERT.
De Kroniek van Driek
Godsdienstperikelen te GEMERT.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 314, folio 118, d.d. 22-06-1735.
Compareerde voor ons PIETER de CORT en WILLEM van DIJCK Schepenen der Stadt HELMONT Quartiere van PEELAND Meijerije van S.HERTOGENBOSCHE, den Eerwe. Heere WILHELMUS van FLODROP Predikant tot AARLE en BEEK, JOHAN ANTHONIJ MARTINET Predikant van DEURNE en VLIERDEN, HENDRICUS HANEWINCKEL Prediant tot SOMEREN en LIEROP en PAULUS ANTHONIUS LAATS Predikant tot BAKEL als nabuurige predikanten van de Heerlijckheijt GEMERT, ter requisitie vant Hoog Officii der Stadt ende Meijerije van S'BOSCH versogt sijnde getuygenisse der waarheijt te geven, hebben verclaart, waer ende waaragtig te wesen, en haer Eerwe. nog in verse geheugen te sijn, dat sij Heere deponenten tot GEMERT vermits de vacature aldaer gepredickt hebbende hun deponenten's wederwaren, gehoort ende gesien te hebben namentlijck den eerste in ordine deponent, dat hij op den 13 Maart 1735, staande inden predikstoel inde kercke off cappel van GEMERT alsdoen met een groote steen op de kerckdeur wiert geworpen, soodanigh dat de steen inde kerck vloogh, waer door de deponent verschrickte; verders dat hij deponent op verscheijde tijden op voors. vacerende plaets predikende hem gebeurt is, dan eens int gaan na de kerck van op een veragtelijcke wijse na geroepen te worden, dan eens, op de predickstoel staande seer gestoort te worde van een groot geschreeuw van veele kinderen die even buyten de kerck sijnde, als slaande op de trommels, daer voor bij gingen; niettegenstaande den Schoolmeester aldaer op ordre van den deponent sulx tragten te stremmen; dat hem Heere deponent een geruyme tijt te voorens almede nog gebeurt is, dat hij deponent sullende gaen na AARLE en passerende een soo genaamt Heijlige Huysje uijt een daer tegens overstaande herbergh van twee Papisten inde deur staande gehoort heeft dese off diergelijcke woorden in substantie; men moest de Geuse Predikanten met de beene aande galgh hangen;
Den tweede deponent verclaart, dat hij verscheijde reijse tot GEMERT predikende altijt door het geschreeuw en geraas der jongens ontrent de kerck sijnde, ja selfs tot int portaal en in sijns gesigt soo verre is gestoort geworden, dat den Schoolmeester dickwils uyt de kerck moest gaan, om het geraas te doen ophouden en wel specialijck op Pashenmaandagh laatstlede onder de bedieninghe van des Heere H.Avontmael.
Ende verclaarde den derde in ordine deponent dat den tegenwoordige Drossard van GEMERT tegens hem deponent onder andere heeft gesegt; dat des voorn. Drossaarts broeder, die so den deponent vermeent Drost van VELP is, aldaer tot VELP, een gereformeert man uyt de Stad GRAVE sijnde, dusdanig had geslagen oft late slaan en dat voorn. <?> voor de Schepenen dat er het bloet uytsprong dese off diergelijcke woorde, en dat men hier (namentlijck tot GEMERT) als met de schel off Hostie de priester omgedragen wordende wel siende soude off ment soude konne ontkomen, off niet.
Eijndelijck verclaart den vierde en laatst deponent dat hij op den 7 November 1734 tot GEMERT predikende, aldaar sulcke geschreeuw en geroep was, dat men niet hooren konde alsmede op den 16 Januarij 1735 in sijn aenspraek sijnde, van verre de trommel hoorde met een groot geschreeuw van jongens, die eijndelijck voor de kercke quamen en daer stil blijvende staan, soo als sij konde de trommel slaeghen, dat doen tertijt ook een seer groot geschreeuw van een groote meenigte van groote jongens gemaekt wiert en wel dusdanig dat hij deponent genootsaekt wiert om de meester naer buyten te doen gaan en het geraas te doen stillen, niettegenstaende sij al even hart in trommelen en schreeuwen voortgingen, soo dat hij deponent gedwongen wiert, voor een tijt met prediken op te houden 't geen hem deponent en de gemeente seer ontstelt maekte, ja wierde als doode en sommige van haar schreijde waarop hij deponent ordre gaff de deur te sluyten. Ende wanneer die jongens eijndelijck wat voorbij de kerck trocken, begon hij deponent sijn gebed voor de predikatie, dog ondertusschen quamen sij wederom na de kerck, ende deden 'tselve ja eenige van haar quamen selfs door dien de meester de deur niet geheel geslooten had, tot in de kerck, en schreeuwde aldaer, 'tgeen veroorsaekte dat eenige vande gemeente door schrick bevangen, uyt de kerck liepen, blijvende de jongens nog eenige tijt voor de deur van de kerck, waarop de gemeente aan hem deponent versogte niet te prediken, dog niettegenstaande dat versoek, predikte hij kortelijck met doot schrick bevangen.
Allen het welcke voornd. deponenten verclaren bij forme van klagten aande gedeputeerden van de E.Classis bij haar acte visitationes der kercke van PEELANT en KEMPELANT te hebben op gegeven, eijndigende hiermede haare opregte verclaringe bij denwelcke voor soo veel ider hier voore heeft gedeponeert, naer prelecture hebben gepersisteert ende hun gedeponeerde beveststigt met de woorde Soo waarlijk helpe haar God Almagtig. Welcke Eet sij deponenten in handen van de Heer JOHAN de CASSEMAJOR Drossardt, ten overstaan van Heeren Schepenen bovengent. hebben affgelegt.
T'oirconder der waerheyt hebben wij Schepenen voornt. de minute prothocollair onderteekent op heden den twee en twintigste Junij 17c vijf en dartig.
P. de CORT
W. v. DIJCK
Mij present J. DONKER Secretaris.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 314, folio 120, d.d. 22-06-1735.
Compareerde voor ons CORNELIS HOOFD en JOHANNES GIJSBERTUS vanden BRUGH Schepenen der Stad HELMONT Quartiere van PEELAANT Meijerije van S'BOSCHE, GIJSBERT van RAVENSTEIJN Schoolmeester en Coster van de Gereformeerde Gemeente tot GEMERT dewelcke ter instantie ende requisitie vant Hoogh Officii der Stadt ende Meijerije van S'BOSCH als deponent versogt sijnde heeft getuygt, verclaart ende gedeponeert, waer ende waaragtig te sijn dat op den 16 Januarij 1735 als wanneer Domine LAATS Predikant tot BAAKEL, tot GEMERT predikte, een groot rumoer en gescheeuw wiert gehoort, en door getrommel met de jongens ontrent de kerck gaande, gemaeckt wiert, dat den predikant aan hem deponent ordre gaff, de jongens te gaan verbieden, na welck verbod, het geraas, nog veel stercker wiert, en men niet konde hooren, soo dat JAN van RAVENSTEIJN en sijn dogter uijt de kerck gingen ende den predikant ordre gaff de kerckdeur te sluyten, verders verclaart hij deponent op seekeren tijt als Domine FLODROP Predikant tot AARLE tot GEMERT predickte, met een steen op de kerckdeur geworpen wiert, dat de steen inde kerck vloogh tot digt bij des deponents broeders sitplaats. Weijders verclaart hij deponent, dat sedert eenige tijt herwaarts op de publeique wegen onder de Jurisdictie van GEMERT verscheijde soo genaamde Heijlige Huysjes gemaekt en gestelt sijn, verclarende nog verders, dat als het gebeurt dat de Priester met de schel naer de sieken gaet, en wel speciael ten tijde als de Processie op den soo genoemde Sacramentsdagh gaet, dat deselve dan passeert langhs de wooninge van de deponent, vanden predikant, en van de kerck, en dat den deponent sig alsdan daaromtrent, noijt durft laten vinden, off deselve durft ontmoeten uijt vreese van geaffronteert en mishandelt te sullen worden; dat die van GEMERT dagelijx laten in en uyt komen, ja selfs vernagten, geordende Papen en monnicken in haar volle cloosterlijcke habijt.
Ende laatstelijck verclaart den voorn. deponent dat er van tijt tot tijt, om en omtrent de kerck als de Gereformeerde godsdienst geoeffent wort, verscheijde insolentien sijn gepleegt, soo door jongens met het maken van geschreeuw, als door 't slaan op de trom vanden tamboer der Schutterije die hem deponent, niet mogelijck sijn te specificeren op wat dage en tijde sulx geschiet is. Waarmede hij deponent eijndigt sijn opregte verclaringe ende heeft naer prelecture daer bij gepersisteert en sijn voors. gedeponeerde bevestigt met de woorde Soo waarlijk moeste hem God Almagtig helpen, welcke Eet hij deponent in handen vande Heer JOHAN de CASSEMAJOR Drossardt ten overstaan van Heeren Schepenen bovengent. heeft affgelegt.
T'oirconde der waarheijt hebben wij Schepenen bovengent. de minute prothocollair onderteekent op heden den twee en twintigste Junij seventien hondert vijff en dartig.
CONR. HOOFD
J.G. v.d. BRUGH
Mij present J. DONKER Secretaris.