Dingbank van Bakel 1807
“De Kroniek van Driek”
Transcriptie door Driek Smits te Venray.
Gemeente Gemert-Bakel.
Inv. nr AB. 016.
BAKEL en MILHEEZE.
Schepenbank Oud Archief.
Inv. nr. S 28.
Folio 128 verso. d.d. 13-01-1807.
Genegt gehouden op Dingsdag den 13e Januarij 1807. present JAN BIEMANS, JAN MATTIJS MASTBROEK, WILLEM DIRK JANSEN en JOHANNIS VERBAARSCHOT, Scheepenen.
JAN WILLEM van de MORTEL woonende te DEURNE Eisscher en aanlegger ter eenre
Op en jeegens
JOHANNIS NOOIJEN woonende te MILHEEZE onder BAKEL, gedaagden ter andere zijde.
Van weegens de gedaagden ingekomen zijnde requeste aan Scheepenen alhier gepresenteerd verzoekende den dag tot furnissement van stukken te Prolongeeren tot van heeden over zes weeken..
Scheepenen accordeeren aan den gedaagden de verzogte Prolongatie tot het dienen van deductie tot van heeden over zes weeken.
Folio 129 recto. d.d. 24-02-1807.
Genegt gehouden op Dingsdag den 24e Februarij 1807. Present JAN BIEMANS, JAN MATTIJS MASTBROEK, WILLEM DIRK JANSEN en JOHANNES VERBAARSCHOT, Scheepenen.
JAN WILLEM van de MORTEL woonende te DEURNE Eisscher en aanlegger ter eenre
Op en jeegens
JOHANNIS NOOIJEN woonende te MILHEEZE onder BAKEL, gedaagde, ter andere zijde.
De gedaagden verklaard bereid te zijn om te furneeren, voegende alzoo besloten korte Memorie van Recht.
d.d. 09-06-1807.
Genegt gehouden op Dingsdag den 9e Junij 1807. present JAN BIEMANS, JAN MATTIJS MASTBROEK, WILLEM DIRK JANSEN en JOHANNIS VERBAARSCHOT, Scheepenen.
WILLEM JAN MEELIS inwoonder te DEURNE Eisscher en aanlegger ter eenre
Op en jeegens
JAN MARTINUS SLAATS inwoonder alhier te BAKEL, gedaagde ter andere zijde.
Den Eisscher en aanlegger geadsisteerd met den Procureur M. van SCHAIJK diend van Schriftuure van Eisch en aanspraak met twee annexe en concludeert als bij dezelve.
En wijl den gedaagden nog Procureur voor hem compareert, zo verzoekt den Eisscher jeegens denzelven verstecq van antwoord en adjudicatie van zijn Eisch en Conclusie, bij aanspraak gedaan en genomen, onder summiere blijking der instantie, gedaane dagement en dienende dag, Cum Expensis.
Scheepenen weerhouden het verzoek tot den naasten genegte.
Folio 129 verso. d.d. 09-06-1807.
Gezien wij Scheepenen der Rechtbank van BAKEL en MILHEEZE de Requesten aan hen gepresenteerd door of van weegen ANTONETTA PEETER MANDERS Weduwe en Boedelhouster van wijlen DIRK JANSEN GEENEN woonende te GEMERT daar bij te kennen gevende.
Dat ANTONET overlijden van wijlen haaren man en het opvolgend ooverlijden van des Suppliants vader op de bij haar Suppliante ten Erfftogte en op die bij haar Suppliant met wijlen haaren man in Egte verwekte Minderjarige kinderen ten Erveregten is gedevolveerde, een geregte en onverdeelde derde part in een Huijs en Hof met eenige parceelen land en groes staande en geleegen alhier te MILHEEZE.
Dat zij Suppliante in overweging heeft genoomen dat door de afgeleegentheid der goederen het door haar Suppliante zeer inconvenient Is dezelve te gebruijken of met voordeel te verhuuren, zij diensvolgens met overleg der naaste vrienden van voormelde haare minderjarige kinderen te raden geworden is de voorschr. vaste goederen naar vader afgaande scheijdinge en deelinge Publielck en voor alle Man te verkoopen en de penningen daar van provenieerende ten minsten voordeele der minderjarige na afbetalingen der schulden en Emploijeeren.
Dan alzoo zij Suppliante daartoe eigener autoriteit onbevoegd is en zulks niet valide, kan of vermagte geschieden zonder daartoe alvoorens onse Authorisatie en Pelucette hebben geobtineerd.
-------- welke zoo keerde zij Suppliante zig tot ons gedienstig verzoekende dat het ons behaagen moogen haar Suppliante te authoriseeren om de voors. aan haare Supplianten ten Pro togten en haar nog minderjarige kinderen ten Erv regten gedevolveerde vaste goederen na voorgaande Scheijding en Deeling Publiek en voor alle man te moogen verkoopen en de penningen daar van provenieerend en afbetaaling der schulden ten meesten voordeelen van voorschr. minderjarige te Employeren.
En ten einde ons van het Consent en goedvinden der naaste vrienden van voormelde minderjarige te doen blijken, zoo naamen de mede ondergeteekende CORNELIS de GROOT en JAN PETER MANDERS de vrijheijd ons voorloopig te berigten dat zij het verzoek door de Suppliante hier voor gedaan allezints bevonden voordeelig voor de voorzeijde minderjarige te weezen en mits dien onze Authorisatie ten Einden voorn. meede zijn imploieerende bij deeze.
Scheepenen der Rechtbank voornt. op allen wel en rijpelijk gelet avoudeeren aan de Supplianten haar gedaan verzoek en authoriseeren dezelve dien volgens omme de voors vaste goederen aan haar Supplianten ter Efvtogten en haare minderjarige kinderen Competeerende zij, na voorgaande Scheijding en Deeling publiek en voor alle man te verkoopen den kooper of koopers denzelve na Coostume locaal te vesten en erven en de penningen daar van Provenieerende na afbetaalinge der schulden ten meesten voordeelen der voorzeijden minderjarige te Emploijeeren
Acum in Judicio den 9e Junij 1800 zeeven.
J. BIEMANS.
P. v.d. POEL.