Dingbank van Bakel 1802
“De Kroniek van Driek”
BAKEL en MILHEEZE.
Schepenbank Oud Archief.
Inv. nr. S 28.
Folio 82 recto. d.d. 08-01-1802.
Gezien bij President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de Requeste aan hun Lieden gepresenteert door ofte van weegens van GERRIT van GERWEN Weduwnaar van wijlen WILLEMIJNA van den EIJNDEN woonende alhier, daar bij te konnen geevende dat aan hem Suppliant ter Tochte en aan zijne zeeven kinderen door den Suppliant in Echte geprocereert aan wijlen zijn overlijdene huijsvrouw, ten Erfregt is gehoorende Een huijske en hof, staande en geleegen alhier tot BAKEL.
Dat hij Suppliant in overweging had genomen, dat aan voorsz. huijske veele en noodzakelijke reparatie vereijscht word en dat hij Suppliant met verscheijde landschulden belast zijnde, de welke hij uit hoofde aan zijn zwaar huijsgen en is genoodzaakt te worden maken.
Dat hij Suppliant te raden was geworden een gedeelte van zijn woonhuijzinge en hoff te verkoopen en met het Provenue voor zoo verre als toereijkend is zijn Suppliants woonhuijzinge te repareeren en deselve schulden te betalen, dan waar toe hij Suppliant Eijgenen Authoriteit onbevoegd zijnde, hij daar toe onse Authorisatie in Forma was verzoekende.
President en Scheepenen voornt. gezien het verzoek hier boven gedaan meede gezien het goedvinden en Consent der drie meerderjarige kinderen van den Suppliant zig Conformeerende aan den Positives in roots en requeste gemeld als bevindende het verzoek in voors. Requeste gedaan voordeelig en noodzakelijk dermate dat zij voor het voorsz. verzoek volkomen waaren adviserende. Accordeeren de Suppliant zijn verzoek authoriseeren denzelven dromvolgens tot het doen der verkoopinge hier voor gemeld mits den kooper daarinne na Costume Locaal te vesten en Erven en het Prorovenue ten meeste voordeele der minderjarige Employeerende.
Actum den agste Januarij Een duijzend agt honderd en Twee.
J. BIEMANS.
J. van de KRUIJS.
P. de VETH.
J.M. MASTBROEKX.
J. v. NEERVEN.
Mij present: G. van RIET, Secr.
Folio 82 verso. d.d. 09-02-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den Negenden Februarij Een duijzent agt hondert en Twee. Present THEODORUS van GRIENSVEN President, JAN BIEMANS, JOHANNIS van de KRUIJS en JAN MATHIJS MASTBROEKX Scheepenen.
JOHANNIS van den BOMEN inwoonder te LIEROP, Eijsscher en aanlegger ter Eenre
Op en jegens
ANTONIJ van BERO, inwoonder alhier als gedaagde ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ter naame van de Eijsscher en aanlegger verzoekt opening in …….tratie van den ingewonnen Preadvies
Scheepenen weerhouden voor als nog het verzoek ten naasten vermits het Preadvies nog niet is ingekomen.
Folio 83 recto. d.d. ??
HENDRIK RAIJMAKERS inwoonder alhier te BAKEL, Eijsscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS, meede alhier te BAKEL woonagtig, gedaagde ter andere zijde.
De Eijsscher en Aanlegger geadsisteert met den Procureur Van SCHAIJK op merkende dat gij Lieden heeden niet zult disponeeren op desselvs verbaal van l.l. Rolle persisteert daar bij ten overvloede en verzoekt zoo meede en voor zoo veel des noods, dat gij lieden als Scheepenen hem aanlegger zullen admitteeren tot ferivicatie van zijn Eijsch en Intentie en in Cas van Preadvies, dat gij lieden de stukken, Notulen permissie aan een onzijdig Regtsgeleerden gelievt af te zenden, presenteerende de Preadviergelden, onder Copie van actie bij het retour te betalen
Scheepenen
Fiat inneeming van Preadvies.
Folio 83 verso. d.d. 23-02-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 23e Februarij 1802. Present THEODORUS van GRIENSVEN, President, PEETER de VETH, JAN MATHIJS MASTBROEKX, JAN BIEMANS, JOHANNES van de CRUIJS en JASPAR van NEERVEN, Scheepenen.
JOHANNES van den BOMEN, inwoonder te LIEROP, Eijsscher en Aanlegger ter eenre,
Op en jeegens
ANTONY van BERLO inwoonder alhier als gedaagde ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger en met den zelven alhier geadsisteert inherend zijn verbaal tot laatstleeden Rolle en verzoekt mitsdien alsnog voor zoo veel des noods opening en pronuntiatie van het ingenomen preadvies.
Scheepenen fiat opening en pronuntiatie van het ingenomen Preadvies, volgens verzoek van den Eijsscher en aanlegger.
Alzoo JOHANNES van den BOOMEN inwoonder te LIEROP, op den 30 October 1801 door den Vorster deeser dingbanke van BAKEL en MILHEESE Gerechtelijk had gedaan dagvaarden ANTHONY van BERLO inwoonder alhier, om te compareeren of gemagtigden te zenden, ter Rolle en genechte voor de Municipaliteit van BAKEL en MILHEESE compareerde het gerecht aldaar op Dingsdag den 3e November daar aan volgende, om te zien dienen van en aanhoorent zodanig Eijsch en Conclusie als door of van weegen hem Requirant zou worden gedaan en genomen tot restitutie voldoening en betaaling der Somme van vijff en twintig Guldens, door den Requirant voor den zelven ANTHONY van BERLO verschoten, terzake als breeder daar bij vermeld, en voorts ter voorn.de. Rolle en genechte van den 3e November 1801 heeft gediend van Schrifture van Eijsch en aanspraak met vijf annexen, daar bij pozeerende, dat de gedaagde en meer anderen eenigen tijd te Cleve in arrest of gevankenis waren, de Eijsscher en aanlegger alle moeite heeft aangewend, om den gedaagden en anderen op hun verzoek en smeeken te redden en door geparte middelen aldaar uit de gevanken en op vrije voeten te helpen, dat daar toe de Eijsscher en aanlegger niet konden geraaken zonder aanzienlijke somme gelds daartoe te korten te leggen, gelijk dan ook de Eijsen bij het Tribunaal Correctioneel te Cleve het zoo ver heeft weeten te brengen, dat de gevangenen zouden ontslagen worden, mits op den brengende en betaalende de somme van negen en negentig Franse Kroonen, en mits de preafect van het Departement van de ROER, zulke approbeerde, dat de gedaagden met WILBERT SWINKELS en ANTHONY DEURSEN inwooners alhier in de gevankenis, of Arrestheid den Eijsscher zeer aan waaren, om hun los en in vrijheid te helpen, dat de Eijschen daarop dan ook voor ieder van hun vijf en twintig Guldens heeft verschooten, onder belofte van de zelve door hun ieder een aan den Eijsscher te betaalen en restitueeren, zoo dra zij weer te BAKEL zouden zijn, dog dat reeds ontrent twee maanden te BAKEL terug geweest zijn, zonder restitutie aan den Eijsscher zoo hij pozeerde / vertrouwde, dat de gedaagden niet zou durven ontkennen, terwijl de Eijsscher aanbood, al het zelve met Heilgen Eede te bevestigen, en ook nader zou kunnen bewijzen, en ook blijken zou door Copie authenticq der schuldbekentenis van het gedaan verschot door den Eijsscer ter zake voorschreven, bij die Schrifture annex Sub. No. 1 en waar van het origineel op behoorlijk Fransche Zegel geschreeven, en met BATAAFSCH BRABAND Zegel omslagen, voor den tijd van veertien dagen ten fine van Acces visie en Copie ter Secretarij alhier word gedeponeert, dat de Eijsscher echter na de terug komst te BAKEL van den gedaagden in weerwil van aangewende Devoiren geene voldoening, en betaaling der alzoo verschulde vijff en twintig Gulden van den gedaagden bekomende, hoe zeer hij ook verpligt was, om direct zonder tijds verzuijm, de door hem verstrekken en zoo zeer verschulde vijf en twintig Gulden te restitueeren aan den Eijsscher doch zich onder heel ondankbaare en onwaare pretexten daar van onthoudende, denzelven daar toe bij insinuatie date 10 September lestleeden door den Eijscher is gedaan requireeren, zoo als zou blijken bij insinuatie en relaas aan de Schrifture annex Sub. No. 2 en 3 doch dat zulks ook al te vergeefsch is geweest zo dat de Eijscher genoodzaakt is geworden, den weg van recht teegen den gedaagden in te slaan, en hem heeft laaten dagvaarden ten voorzeide genechte, zoo als zou blijken bij dagement en relaas, aan die Schrifture annex Sub. 4 & 5, mids welke & mede die geene & Eijsch doende zoo Concludeerde Eijsscher en aanlegger onder beneficie van Eede hier voor geroerd ten einde bij vonnisse definitief bij deesen gerechte te gedaan zou worden verklaard en uitgesprooken voor recht dat de gedaagden schuldig gehouden en verbonden is, om aan den Eijsscher en aanlegger promptelijk terug te geeven voldoen en betaalen de gelibelleerde som van vijf en twintig Gulden door den gedaagden aan hem Eijsscher ter zake voorschreven verschuld, Condemneerende den gedaagde en daar toe, en daar in mitsgaders de < kosten aut > alias salutariten omni meloori modo, verzoekende de Eijssche meede voor zoo veel desnoods, dat deese zaak na re- en du-pliek ten toon mag worden geinterloqueert sustineerende het zelve alzoo te behooren, imploreerende etc. En wijl de gedaagden procureur voor hem Compareerde, zoo verrigt de Eijsscher en aanlegger, geadsisteerd met de Procureur MICHIEL van SCHAIJK tegens den gedaagden versteck van andwoord en adjudicatie van zijnen Eijsch en Conclusie onder Summiere blijking der intentie gedaan dagement en dienenden dag van Expensis.
De municipaliteit van BAKEL en MILHEESE voornoemd Compareerende het gerecht aldaar, op alles wel en rijpelijk gelet / meede gehad het Preadvies van een Onpartijdige, Rechtsgeleerden / speciaal summier gebleeken zijnde van de intentie gedaan dagement en dienende dag, en dat de gedaagden nog iemand van zijnent weege is gecompareerd verteeken den gedaagden ANTHONY van BERLO ierste voornd. alhier van andwoord adjudiceerende den Eijsscher zijnen Eijsch en conclusie op en de jegens den gedaagden gedaan en genomen condemneerende den gedaagde ANTHONIJ van BERLO inwooner alhier, om aan den Eijsscher promptelijk terug te geven voldoen en betaalen de gelibelleerde somme van vijf en twintig Gulden door den gedaagden ter zaake voorschreven aan den Eijsscher verschuld, teegen behoorlijke quitantie, midsgaders in de kosten ter Taxatie en moderatie van deesen genechten.
Aldus gedaan bij Scheepenen in Judicio den drie en twintigsten Februarij Een duizent agt hondert en Twee.
J.M. MASTBROEKX.
T. van GRIENSVEN.
J. van de KRUIJS.
J. BIEMANS.
P. de VETH.
Ter ordonn. van de zelve, G. van RIET, Secret.
Folio 86 verso. d.d. ??
HENDRIK RAIJMAKERS inwoonder alhier te BAKEL, Eijsscher en aanlegger, ter eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS meede alhier te BAKEL woonagtig, gedaagde, ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger en met den zelven alhier geadsisteert verzoekt opening van pronuntratie van den ingenomen Preadvies.
Scheepenen fiat opening en pronuntiatie van den ingenomen Preadvies.
Scheepenen versteken de gedaagde van Antwoord en verleenen aan den Eijsscher de verzogte admissie tot Verificatie van zijnen Eijsch en Intentie.
Folio 87 recto. d.d. 23-03-1802.
Genecht gehouden op Dingsdag den 23e Maart 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEK, JAN BIEMANS, PEETER de VETH en JASPAR van NEERVEN Scheepenen.
HENDRIK RAIJMAKERS, inwoonder alhier te BAKEL, Eijsscher en aanlegger te Eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS meede alhier te BAKEL woonagtig, gedaagden ter andere zijde
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger en met denzelven alhier geadsisteert deede zeggen, wijl den gedaagden ter Rolle laatstleeden door U Lieden is finaal van antwoord versteeken en den Eijsscher en aanlegger geadministreert om te dienen van Intentie dog ten dien eijnde heeden niet in gereedheid zijnde Continueert gemelde Procureur de Rol.
Folio 87 verso. d.d. 04-05-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 4e Meij 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEKX, PEETER de VETH, JOHANNES van de KRUIJS, JAN BIEMANS en JASPAR van NEERVEN, Scheepenen.
HENDRIK RAIJMAKERS inwoonder alhier te BAKEL, Eijscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS mede alhier te BAKEL woonagtig, gedaagde ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger Continueert de Rol.
d.d. 25-05-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 25e Meij 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEK, JAN BIEMANS, PEETER de VETH, JASPAR van NEERVEN en JOHANNES van de KRUIJS, Scheepenen.
JOHANNES VERBAARSCHOT woonende alhier obtineert van vonnisse van Scheepenen alhier, declaeert ter eenre
Op ende jegens
GERRIT ANTHONIJ CROOIJMANS woonende te DEURNE gecondemneerde en gedecladeerde ter andere zijde.
De Procureur Van DRAMMEN voor den obtinant declaeert dient van Libel van kosten Cum amnaxie en Concludeert als bij het zelve.
Den gedaagde en gedeclareerden verzoekt copie uit het ter deesen Rolle, tegen hem ingediende Libel van de aan hem van wegens den declarant aangeleverde specificatiën, voor zoo verre die in ’t Libel mogten zijn geinsereert, of daar bij gevoegd, als ook niet van het vonnis, dagement en Relaasen welke mogten zijn geannexeert: / en dag ten naasten, onder U Lieden appointement.
Scheepenen fiat Copie uit het ten deese Rolle ingediende Libel van kosten, dag ten naasten.
HENDRIK RAIJMAKERS Inwoonder alhier te BAKEL Eijsscer en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS mede alhier te BAKEL woonagtig gedaagden ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger en met denselven alhier geadsisteert Continueert.
Folio 88 verso. d.d. 22-06-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 22e Junij 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEKX, President, JAN BIEMANS, JOHANNIS van de KRUIJS en JASPAR van NEERVEN, Scheepenen.
GERRIT ANTHONIJ CROOIJMANS woonende te DEURNE gedeclareerde en diminuent ter Eenre
Op ende jegens
JOHANNES VERBAARSCHOT woonende alhier declarant ter andere zijde.
Den gedeclareerde en diminuent van Schrifture van Diminuentie met Presentatie met en annex sustinueerende als bij deselve.
Den obtinent en declarant verzoekt Copie van het ingdiende van Parthij ten deeser Rolle en dag ten naasten onder U Lieden appointement.
Scheepenen fiat Copie van het ingediende en dag ten naaste.
HENDRIK RAIJMAKERS Inwoonder alhier te BAKEL Eijsscher en aanlegger
Op en jegens
JOOST KUIJPERS mede alhier te BAKEL woonagtig gedaagde ter andere zijde
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger Continueert de Rol.
Folio 89 recto. d.d. 06-07-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 6e Julij 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEKX, President, JAN BIEMANS, JASPAR van NEERVEN en PEETER de VETH, Scheepenen.
JOHANNES VERBAARSCHOT woonende alhier obtinent van vonnisse, aan Scheepenen alhier, declarant ter Eenre,
Op en jegens
GERRIT ANTHONIJ CROOIJMANS woonende te DEURNE gecondemneerde en gedeclareerde ter andere zijde.
De Procureur Van DRAMMEN, voor den obtinent en declarant dient van Schrifture van Repliek mitsgaders Contra diminuentie, Persisteert en Concludeert als bij deesen.
De gedeclareerde en diminuent verzoekt Copie en dag.
Scheepenen fiat Copie en dag.
HENDRIK RAIJMAKERS Inwoonder alhier te BAKEL Eijsscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JOOST KUIJPERS mede alhier te BAKEL woonagtig, gedaagde ter andere zijde.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van den Eijsscher en aanlegger Continueert de Rol.
JAN MANDERS woonende alhier Eijsscher en aanlegger ter Eenre
Op en jegens
JAN BIEMANS mede inwoonder alhier.
Den Eijsscher en aanlegger dient van Eijsch en Aanspraak in geschrifte met twee annexen, Concludeert en Contendeert als bij deselve.
Den Procureur M. van SCHAIJK voor en ten name van den gedaagde en met den zelven alhier geadsisteert, verzoekt onder Expresse protestatie, van in allen te blijven in zijn geheel Copie en dag onder U Agtb. Appointement.
Scheepenen fiat Copie en dag.
Folio 89 verso. d.d. 31-12-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 31e Augustij 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEK President, JOHANNES van de KRUIJS, JASPAR van NEERVEN, JAN BIEMANS en PETER de VETH, Scheepenen.
GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS, woonende te DEURNE gecondemneerde en gedeclareerde ter Eenre.
Op en jegens.
JOHANNUS VERBAARSCHOT woonende alhier, Declarant ter andere zijde.
Den gedaagde en gedeclareerde verzoekt zijn Eerste Prolongatie..
Den obtinent en declarant continueert de Rol omme te zien etc.
Scheepenen accordeeren den gecondemneerde en gedeclareerde zijn Eerste prolongatie.
JAN BIEMANS inwoonder alhier
Op en jegens
JAN MANDERS mede inwoonder alhier, Eijsscher en aanlegger.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten naame van den gedaagde en verweerder en met denzelven alhier geadsisteert dient van Schrifture van antwoord met drie stukken annex en Concludeert als bij denzelven.
Den Eijsscher en aanlegger onder nadrukkelijke Protestatie van in alles te blijven in zijn geheel verzoekt Copie van de ingediende Schrifture van den gedaagde en dag ten naaste om te doen als te raade.
Scheepen fiat Copie en dag.
Folio 90 recto. d.d. 14-09-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 14e September 1802. Present JAN MATHIJS MASTBROEK, JOHANNIS van de CRUIJS, PEETER de VETH, JAN BIEMANS en JASPAR van NEERVEN Scheepenen.
GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS, woonende te DEURNE gecondemneerde en gedeclareerde ten Eenre
Op en jegens
JOHANNIS VERBAARSCHOT woonende alhier, declarant ter andere zijde.
Den gedaagde en gedeclareerde verzoekt zijn tweede Prolongatie.
Den obtinent en declarant Continueert de Rollen te zien, etc.
Scheepenen accordeeren den gecondemneerde en gedeclareerde zijn tweede Prolonatie
JAN MANDERS woonende alhier, Eijsscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JAN BIEMANS inwoonder alhier
Den Eijsscher en aanlegger zal ten naasten doen als te raaden.
Den Procureur Van SCHAIJK voor en ten name van de gedaagde en verweerder en met den zelven alhier geadsisteert verzoekt teegen den Eijsscher en aanlegger verstecq van Repliecq salvo ad primam.
Scheepenen fiat volgens verzoek van de gedaagde.
Folio 90 verso. d.d. 05-10-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 5e October 1802. present JOHANNES van de KRUIJS, President, JAN BIEMANS, PEETER de VETH, JAN MATHIJS MASTBROEKX en JASPAR van NEERVEN, Scheepenen.
JAN MANDERS woonagtig te BAKEL, Eijsscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
JAN BIEMANS, mede woonende te BAKEL, gedaagde ter andere zijde
Den Eijsscher en aanlegger verzoekt zijn Eerste Prolongate tot het dienen van Repliecq onder U Lieden appointement.
Scheepenen fiat volgens verzoek.
GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS woonendt te DEURNE gecondemneerde en gedeclareerde ter Eenre
Op en jegens
JOHANNES VERBAARSCHOT woonende alhier declarant ter andere zijde.
Den gedeclareerde diend van Schrifture van Persisteering Concluderende als bij den zelven. Den obtinent en declarant verzoekt Copie van het ingediende door Parthije ter deese Rolle, en dag ten naaste onde U Lieden appointement.
Schepenen fiat Copie en dag ten naaste.
Folio 91 recto. d.d. 19-10-1802.
Genegte gehouden op Dingsdag den 19e October 1802. Present JOHANNES van de KRUIJS, President. PEETER de VETH, JAN BIEMANS, JASPAR van NEERVEN en JAN MATHIJS MASTBROEK, Scheepenen.
JOHANNES VERBAARSCHOT, woonende alhier obtinent van vonnisse van Scheepenen alhier, declarant ter Eenre,
Op en jegens
GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS woonende te DEURNE gecondemneerde en gedeclareerde ter andere zijde.
Den Procureur van DRAMMEN voor den obtinent en Declarant gezien hebbende de Schrifture van Parzisteeringe, door den gedaagde en diminuet ter jongstleedene Rolle ingediend, deede zeggen, dat deselve Schriftuure nietwes bevat, het welk eenige bijzonder rescontie meriteerd slaat deselve derhalve generalijk af als inpertinent irrelevant ongefundeert en niets beduijdende en voorts quatenis Contra, accepteerende niet te min quatenis pro, en persisteert bij zijn voorig bedingde sluijt in zaake en vezoekt voorts dag tot furnissement van Stukken met behoorlijk interval van tijd om te mogen voegen deductie of memorie van regt.
De gecondemneerde en gedeclareerde verzoekt Copie en dag.
Scheepenen fiat Copie volgens verzoek van den gecondemneerden en houden deze zaak hier meede voor geslooten en praefigreren Parthijen hinc in de dag tot furnissement van stukken en voegen van dedictie heeden over zes weeken zullende zijn de 30 November 1802 aanstaande, en ordonneren partijen om als dan voor advies en rapport penningen te fourneren de somme van vijf en tagtig gulden.
Folio 91 verso. d.d. 16-11-1802.
Genecht gehouden op Dingsdag, den 16e November 1802. Present JOHANNES van de KRUIJS, President Scheepen, PETER de VETH, JAN BIEMANS, JAN MATHIJS MASTBROEK, JASPAR MASTBROEK, JASPAR van NEERVEN en JAN PEETER COX, Scheepenen.
GERRIT ANTONIJ CROIJMANS woonende te DEURNE gecondemneerd en gedeclareerde ter eenre
Conta
JOHANNES VERBAARSCHOT woonende alhier Declarant ter andere zijde
Den gedaagde en gedeclareerde gezien hebbende des obtinents & declarants geverbaliseerde ter voorige Rolle gedaan slaat het zelven generalijk af.
En nadien deeze zaak daar door in staat van wijzen is gebragt, soo persisteert hij bij zijn vorige bedingde. Sluijt wijders mede in zake en verzoekt dag tot furnissement van stukken met behoorlijke interval van tijd om te mogen volgen dedictie of memorie van regt.
Scheepenen stellen na deze dag tot furnissement aan stukken op Dingsdag, den 14 December 1802 aanstaande.
Folio 92 recto. d.d. 14-12-1802.
Genegt gehouden op Dingsdag den 14e December 1802. Present JAN BIEMANS, JASPAR van NEERVEN, JAN PEETER COX, JAN MATHIJS MASTBROEKX en JOHANNIS van der KRUIJS, Scheepenen.
JAN van den BOOMEN inwoonder te LIEROP, Eijsscher en aanlegger ter eenre
Op en jegens
WILBERT SWINKELS, woonende alhier gedaagde ter andere zijde.
Den Procureur MICHIEL van SCHAIJK als Last en Procuratie hebbende van den Eijsscher en aanlegger dient van Schrifture van Eijsch en aanspraak met vijf stukken annex en Concludeert als bij denzelven. Wijders doceert gemelde Procureur behoorlijke Procuratie ad lites op hem door den Eisscheren en aanlegger verleend, in dato LIEROP 17e Julij 1802 en deporiteert deselve ter Secretarije alhier voor den tijd van veertien dagen ten fine van acces visie en Copie.
En wijl den gedaagen Compareert dog niets ter Rolle doet dicteeren, zoo verzoekt gemelde Procureur ten name als voor teegens den gedaagden verstecq van antwoord en adjudicatie van zijne van Eijsch en Conclusie bij Aenspraeck gedaan en genomen onder summiere blijkinge der intentie gedaane dagement en dienende dag Cum Expensis.
Scheepenen weerhouden het verzoek ten naasten.