Dingbank van Bakel 1784
“De Kroniek van Driek”
Transcriptie door Driek Smits te Venray.
Gemeente Gemert-Bakel.
Inv. nr AB. 016.
BAKEL en MILHEEZE.
Schepenbank Oud Archief.
Inv. nr. S 28.
1784.
Inv. nr AB. 016. Folio 7 recto. d.d. 30-03-1778 (moet zijn 1784).
Genegt gehouden ten Raadhuiijse van BAKEL en MILHEEZE op Dingsdag deN 30e Maart 1784. Present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN, President, JACOBUS MANDERS, GOERT HENDRIKS, JACOB HENDRIKS van OMMEREN en WILLEM van OMMEREN, Scheepenen.
SOPHIA de RELOU Weduwe JAN MARTENS wonende alhier Eisscherze en Aenleggere
Op en jegens
JOOST JAN GERRIS mede alhier woonagtig, gedaagde.
De Eisscherze en aanleggere dient van Eissch en aanspraak en concludeert als bij dezelve
Den pretenselijk gedaagde onder uijtdrukkelijk protestatie van geheel te willen blijven in alle oxdeptien, weeren en defensien verzoekt copie van de pretense eisch en annexe, uijtgenomen van de authorisatie tot dagement en versoekt voorz. onder protestatie als voer dog om te doen pro ut consilie onder U Eerwds. Appoinctement.
Scheepenen Fiat copie en dag te naasten voor den gedaagde.
Inv. nr AB. 016. Folio 8 verso. d.d. 28-09-1784.
Gezien bij Mijn Heeren President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan haar Eerw. gepresenteert door ofte van weegens JENNEKE JANSE van ASTEN Weduwe wijlen JAN FRANS WILBERS wonende alhier als moeder en voogdesse en haare meerderjarige kinderen JOHANNIS RIJKERS als in huwelijk hebbende JOHANNA JAN FRANS WILBERS wonende te BAECKEL, JENNEMARIE en JOSEPH JAN FRANS WILBERS, GOERT JOORDENS als in huwelijk hebbende WILLEMIJNA JAN FRANS WILBERS. JOHANNES JAN CLAASE van de LAAR als in huwelijk hebbende MARIE JAN FRANS WILBERS en JAN WILLEM BIEMANS als in huwelijk hebbende HENDRIENEN JAN FRANS WILBERS alle wonende alhier zoo voor haer zelve als mede de eerst genoemde Suppliante als moeder en voogdesse voorsz. over haere drie nog minderjarige kinderen ANNE MARIE, YDA en JOHANNIS JAN FRANS WILBERS alle mede alhier woonagtig zijnde alzo alle te zamen kinderen en Erfgenaemen van wijlen JAN FRANS WILBERS gewoond hebbende en overleden alhier. Daarbij om gealegeerde reedenen versoekende omme tot bij betaelinge van zeekere gehypotequeerde schulden waermede dezelve nalatenschap welke aande eerstgenoemde ter togte en aan de laatst gemelde ten erfregte is gehoorende beswaart is waarvan eenige crediteuren bereijts geregtelijken opzegginge gedaan hebben een huijsken, halven hoff en een schop met nog eenige parceelen groes en land geleegen alhier tot MILHEESE Publijcq en voor alle man te mogen verkoopen, mede gezien het zelve verzoek door FRANCIS JANSE JANSE en JAN JANSE HENDRIKS mede alhier wonende als naaste vrienden van de Supplianten en der minderjarigen in deese gemelt gedaan te zijn.
Mijn Heeren President en Scheepenen voorsz. accordeeren diensvolgens de bijde Supplianten en naasten vrienden het in deezen gedaane verzoek en authoriseeren dezelve diens volgens de voormelde vaste goederen Publicq en voor alle man te verkoopen, mits de penningen ……….. na gedaane transport aan den kooper of koopers tot afbetalinge der gehypothequeerde schulden in naem voor zo verre als zullen kunnen strekken aan te leggen, en in bij zo verre daarvan eenige mogten overschieten ten meesten nutte en voordeele van de Supplianten en der minderjarigen in deze vermeld amployeeren.
Actum deb agten twintigsten September seeventien hondert vier en tagtentig.
W. v. RAVESTIJN.
J. van GRINSVEN.
JACOBUS MANDERS.
GERIT HENDRICKS.
W. van OMMEREN.
FRANCIS MARTENS.
Ter ordonnans van dezelve
A.A. van NOORT, Secrt.
Inv. nr AB. 016. Folio 10 verso. d.d. 02-11-1784.
Genecht gehouden ten Raadhuise van BAKEL op Dingsdag den 2e November 1784. Present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN President, JOHANNIS van GRINSVEN, FRANCIS MARTENS, GOERT HENDRIKS, JACOBUS MANDERS en WILLEM van OMMEREN, Scheepenen.
Gezien bij Mijn Heeren President en Scheepenen van BAKEL en MILHEESE de requeste aan Haer Eerw. gepresenteert door ofte van weegens JENNEKE JANSE van ASTEN Weduwe wijlen JAN FRANS WILBERS wonende alhier als moeder en voogdesse over haere drie nog minderjarige kinderen ANNA MARIA, YDA en JOHANNIS JAN FRANS WILBERS mede alhier woonagtig, mitsgaders JOHANNIS RIJKERS als in huwelijk hebbende JOHANNA JAN FRANS WILBERS, wonende tot BOEKEL, JENNEMARIA en JOSINA JAN FRANS WILBERS, GOERT JOORDENS als in huwelijk hebbende WILLEMIJNA JAN FRANS WILBERS, JOHANNIS JAN CLAASE van de LAER als in huwelijk hebbende MARIA JAN FRANS WILBERS. JAN WILBORT BIEMANS als in huwelijk hebbende HENDRIENA JAN FRANS WILBERS alle mede alhier woonagtig te zamen meerderjarige kinderen van wijlen den zelven JAN FRANS WILBERS daarbij aen gelegueerde reedenen verstaenende dat aen de eerstgenoemde Suppliante ten togt en aan de laatst gemelde ten Erfregte gehoorende was een groez en kleijn huijs, schuur, schob, stallinge en aengelag met de daarbij en aangehoorende groes en teullanderijen, staande en gelegen alhier tot MILHEEZE.
Dat de voorsz. goederen specialijk beswaert zijn met verscheide op genomen capitaalen te samen ter somme van agthonderf en vijftig guldens aen verscheide crediteuren uijt staande waer van aen der zelve bereijts geregtelijke opzegginge gedaan heeft.
Dat zij Supplianten egeene middelen voor handen hebbende en/of afbetaalinge van dien met overleg en goedvinden van JAN HENDRIKS en JAN FRANCISSE beide mede alhier wonende als naaste vrienden van de voormelde minderjarigen zijn te raaden gewerden en een gedeelte der voorsz. vaste goederen bestaande in het groot huijs, schop, stallinge, hoff en aangelag met binnen veldje, groot vier Lopense.
tem den HUIJSACKER groot 32 Roeden.
Den BRAAKACKER groot ½ Lopense.
Den CLOTACKER groot 25 Roeden.
Het BOVENSTE HEIJTVELD oft Eeuwzel naast DE HOEFF groot 3 Lopense.
DE HAAG groot 38 ½ Roede.
Een NIEUW HEIJTVELD zijnde het bovenste naast GEMERT tot vijff Lopense.
En DEN INACKER groot een en een half Lopense – tot afbetalinge.
Den voorsz. gehypethequeerde schulden Publijcq en voor alle man te verkoopen.
En de overige goederen door de eerst genoemde Suppliante in togte mogen blijven bewonen en bezitten. Den gemerkte zulx ten aanzien der voorseide minderjarigen niet valide is zodat U Eerw’s procalable toestemminge. Zo waeren zij Supplianten zig door deze tot ons wendende met ootmoedig verzoek om tot het gunt voorsz. U Eerw’s authorisatie in f orma te mogen verlangen.
Mijn Heeren President en Scheepenen voorsz., gezien het verzoek den Supplianten en naaste vrienden hierbij gedaan, en authorisseren dezelve tot het doen der verkoopinge van de goederen in Perceelen en deze gemeld, en daer van ter Secretarije alhier aan den kooper oft koopers behoorlijke vest en opdragt te doen, ende overige onverkogte vaste goederen door de eerste Supplianten in togte te mogen blijven bezitten en behouden.
Actum den tweeden November Seeventien hondert vier en tagtentig.
W. v. RAVESTEIJN.
J. van GRINSVEN.
GOORT HENDRICKS.
W. van OMMEREN.
FRANCIS MARTENS.
JACOBUS MANDERS.
Ter ordonnans van dezelve
A.A. van NOORT, Secretaris.
Op onderstaande Genegtdagen gedateerd:
04-05-1784.
15-06-1784.
06-07-1784.
31-08-1784.
14-09-1784.
28-09-1784.
12-10-1784.
16-11-1784.
21-12-1784.
was er niets ter Rolle gekomen.