Dingbank van Bakel 1783
“De Kroniek van Driek”
Transcriptie door Driek Smits te
Gemeente Gemert-Bakel.
Inv. nr AB. 016.
BAKEL en MILHEEZE.
Schepenbank Oud Archief. Inv. nr. S 28.
1783.
Inv. nr AB. 016. Folio 1 recto. d.d. 14-01-1783.
Genegt gehouden ten Raedhuijse van BAKEL en MILHEESE op Dingsdag den 14en Januarij 1783 present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN, President. FRANCIS MARTENS, GOORT HENDRIKS, JACOBUS MANDERS, WILLEM van OMMEREN, JACOB HENDRIK van OMMEREN, Scheepenen.
Gezien bij Mijn Heeren de President en Scheepenen van BAKEL en MILHEESE de Requeste aan hun Eerw: gepresenteer door ofte van weegen WILHELMUS van den HEUVEL ……….. waereld Priester en Cappellaan tot BOECKEL en JOHANNES LIBREGTS, inwoonder des Dorps OORSCHOT.
Tendeerende dat HENDRIK SCHEEPENS Molenaer alhier in de maand Meij des jaars 1781 dezer waereld was komen te overlijden, nalatende zijne huijsvrouw ALLEGONDA van den HEUVEL, mitsgaders een kind met naeme ISABELLA MARIA, aan dezelve zijne huijsvrouw in huwelijk verwekt.
Dat gemelde ALEGONDA van den HEUVEL daar op ten tweeden huwelijk getreeden zijnde met JOHANNIS van de LEEMPUT, vervolgens daar door van de voogdije over haer voorsz. nog minderjarig kind vervallen was ……
En dewijl de voorsigtigheijd scheen van te vorderen dat er voogdt over gemeld minderjarig kind werden aan gesteld.
Zo namen zij supplianten als naaste vrienden Mater en Paternel ……… kind de vrijheid te verzoeken dat voogden over de zelve minderjarige in forma werden aangesteld.
Mijn Heeren President Schepen voorsz. het vorenstaande verzoek ingezien en daarbij het schriftelijk bericht en belang van JOHANNES van de LEEMPUT geexamineert hebbende stellen tot momboirs en voogden over de bovengemelde minderjarige ISABELLE MARIA dogtere wijlen HENDRIK SCHEEPENS en zijne nog in leeven zijnde weduwe ALEGONDA van den HEUVEL teegenwoordige huijsvrouw van voorsz. JOHANNES van de LEEMPUT. Aan de personen van NICOLAAS SCHEIJ, Roomsch weerelds Priester tot STRATUM als Oud Oom Maternel en JOHANNIS LIBRECHTS wonende tot OORSCHOT als behuwt Oom Paternel van dezelve minderjarige, mits de voorseide personen gehouden zullen zijn den gewoonen Eed voor die van den Gerechte alhier in hunne voorsz. qualiteit presteert en daar bij belooven dat zij het intrest van voorsz. minderjarige haer persoon en goederen wel en na behooren zullen waarnemen en administreeren, en ten allen tijden van haere gedaane adminstratie behoorlijke reekening en verantwoordinge te doen.
Actum den veertiende Januarij Seventien hondert drie en tachtentich.
W. v. RAVESTEIJN.
FRANCIS MARTENS.
JACOBUS MANDERS.
GOORT HENDRICKS.
….van OMMEREN.
W. van OMMEREN.
Ter ordonnantie van dezelve.
A.A. van NOORT, Secrtrs.
Inv. nr AB. 016. Folio 2 verso. d.d. 28-01-1783.
Genegt gehouden ten Raadhuijse binnen BAKEL en MILHEESE op Dingsdag den 28en Januarij 1783.
Present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN President, JOHANNIS van GRIENSVEN, JACOBUS MANDERS, GOERT HENDRIKS, FRANCIS MARTENS en WILLEM van OMMEREN, Scheepenen.
Niets ter Rolle gekomen.
Inv. nr AB. 016. Folio 2 verso. d.d. 11-02-1783.
Gezien bij Mijn Heeren den President en Scheepenen van BAKEL en MILHEESE de Requeste aan hun Eerw. gepresenteert door JAN van den JAN van de LEENPUT Molenaar alhier als in huwelijk hebbende ALEGEONDA HERMANS van den HEUVEL, bevorens weduwe van wijlen WILLEN HENDRIK SCHEEPENS, daar bij om gealegueerde reedenen versoekende dat hun Eerwaerde hem suppliant met en beneevens de voorg…. Over het minderjarig kind van des suppliants voormelde huijsvrouwe aan gesteld geliefden te authoriseren om van de vaste goederen op den inventaris doen resolveren zijne ………… voor blinden des huwelijks met den suppliant tot behoeven van haar minderjarig opgerigt eenige parceelen ter weerde van Een Duijsent guldens te mogen verkoopen ten eijnde daer mede twee capitale te weeten een van ses hondert guldens bij den voorsz. HENDRIK SCHEEPENS op den 16 December 1776 genegotieert en een van vier hondert guldens door dezelve ALEGONDA HERMANS van den HEUVEL in den jaare 1782 opgenomen te konnen afleggen en voldoen off wel sodanige somme te mogen negotieeren en daar over de goederen op gemelden inventaris gestelt reël te affecteeren.
Gezien tot dien het berigt van de naaste vrienden van gemelde minderjarig kind, ter voldoeninge aan hun Eerw. provisioneel appointement van 28 Januarij 1783 aan hun Eerw. overgegeeven daarbij voor het versoek adviserende.
Mijn Heere President en Scheepenen voorsz. accordeeren het versoek van den suppliant autheriseert mits dien d’Heer NICOLAAS SCHEIJ en JOHANNIS LEEMPUT als voogden over gezeide minderjarig kind van wijlen HENDRIK SCHEEPENS ten laste van het zelve minderjarig kind een capitaal van een duijsent guldens te negotieeren, de goederen op den inventaris ten behoeven van voormelde minderjarige op gericht reelijk te affecteeren off desnoods een gedeelte van dien ter waerde van een duijzend guldens publijcq en voor alle man ter plaetse daer dezelve mogten geleegen zijn te verkoopen, den kooper off koopers daer inne naar costume locael te vesten en erven de penningen delasie van provenieerende tot afbetalinge der bovengemel vande ses en vier hondert guldens respective te emploijeeren, het resteerende ten meesten verdeele van geseide minderjarige aen te leggen en voorzs. Het applicaat des te provenieeren cooppenningen bij behoorlijke reekening te doceeren.
Actum den elffden Februarij seventien hondert drie en tagtentig.
WILLEM v. RAVESTEIJN.
J. van GRIENSVEN.
W. van OMMEREN.
GOORT HENDRICKS.
JACOBUS MANDERS.
Ter ordonnante van dezelve.
A.A. van NOORT, Secrtrs.
Inv. nr AB. 016. Folio 4 recto. d.d. 11-02-1783.
Genegt gehouden ten Raadhuijse van BAKEL en MILHEEZE op Dingsdag den 11e Februarij 1783. Present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN, President, JOHANNES van GRIENSVEN, GOORT HENDRIKS, JACOBUS MANDERS, WILLEM van OMMEREN, Scheepenen.
Nilets ter Rolle gekomen.
Gezien bij Mijn Heeren de President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de Recqueste aan hun Eerw. gepresenteert door ofte van weeggens MARIA JANSSEN DIRKS laatst Weduwe wijlen ANTONY DIRK BASTIAANS inwoonderesse alhier daar bij om gelegneerde reedenen versoekende dat zij als moeder en voogdesse over haare twee nog minderjarige kinderen mogte werden geauthoriseert om beneevens de andere mede erff genaemen Publijcq en voor alle man alhier te verkoopen zodanig vijfde part in de naergelatene gereeden goederen en in eenen acker genaem HET BARTELVELD, groot in’t geheel 2 ½ Lop. geleegen alhier tot MILHEESE en door der voorschr. minderjarige Grootvader op dezelve voor het voorsz. vijfde part verstorven.
Mijn Heeren President en Scheepenen voorsz. daer op verder gehoort het berigt en belang der naaste vrienden van geseide minderjarigen voor het versoek adviseerende accorderen aende suppliante de versogte verkoopinge van voorsz. een vijfde part dier nalatenschap. En authoriseert dezelve dien volgens dat voorsz. een vijfde part van gemelde acker met de mede Erffgenaemen ter Secretarije alhier aan den kooper te mogen vesten en erven en de penningen van allen’t gunt provenieerende ten meesten voordeele van haere voormelde minderjarigen te employeeren.
Actum de elffden Februarij Seeventien hondert drie en tagtentig.
W. v. RAVESTEIJN.
J, van GRIENSVEN.
W. van OMMEREN.
JACOBUS MANDERS.
Mij present
A.A. van NOORT, Secretaris.
Inv. nr AB. 016. d.d. 08-04-1783.
Genegt gehouden ten Raadhuijse van BAKEL en MILHEESE op Dingsdag den 8e April 1783. Present de Heeren WILLEM van RAVESTEIJN, President, JOHANIS van GRIENSVEN, JACOBUS MANDERS en WILLEM van OMMEREN, Scheepenen.
Niets ter Rolle gekomen.
N.B.
Op onderstaande Genegtdagen gedateerd:
06-05-1783
03-06-1783
17-06-1783
01-07-1783
02-09-1783
30-09-1783
04-11-1783
18-11-1783
09-12-1783
was er niets ter Rolle gekomen.