De verpachtingen van de Tienden te Bakel
De Kroniek van Driek
Bakel.
Onderstaande documenten zijn allen afkomstig uit de archieven van de Commissie van BREDA en bevinden zich in het B.H.I.C. van DEN BOSCH.
De verpachtingen van de Tienden te BAKEL,
in den jare 1796 – 1809.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 433.
d.d. 19-07-1796.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende van de Commanderije GEMERT, folio 36.
De 19e Julij 1796.
Jura voor Prothocoll: passeeren en uytmaken met vacatie mede van Officier Scheepenen en Affhanger en Armegeld en verschoten aan zeegels in alles te zamen – 45 Gulden.
Visa.
Fol. 36 Recto.
Voor het Land.
Onder Condien Restrictien en voorwaarden hier naar beschreven zoo zal de Eerw. Heer J.H. ROBIJNS namen Mevrouwe de Weduwe de Heer BOIRET Als Rentmeesteresse der Vrije Rijx neutrale Grond Heerlijkheijd en Commanderije van GEMERT en aldaar woonagtig na voorgaande Sondaagse veijlinge Publicq en voor alle man aan de meestbiedende verpagten – zodanige grootte en Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende als eevengemelde Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is heffende-beurende en van Oudts zijn verpagt getienden opgevaaren geweest en zulx alles voor den oogst van deezen Jaaren 1796.
Eerstelijk zo zullen alle de voorsz. grootte Tiende verpagt worden in graanen te weeten in rogge alleen in maate van HELMOND ieder vat, malder of f fo Gereekend worden in geld goede gangbaare HOLLANDSCHE munten in geen mindere Specie dan Gereduceerde Schillingen te betaalen den Gulden teegens een en twintig stuyvers te reekenen en zulx teegens zodanige markt off pegge van HELMOND < = gewichtsmaat > als weezen zal den laatsten Zaterdag voor en den eersten Zaterdag na St. Marten in deezen Jaaren 1796 voorsz. welverstaande dat den Heere verpagter zal mogen neemen en kiesen de hoogste markt van een deezer twee voorsz. marktdagen en zullen vervolgens pagteren hier na betalinge moeten doen en praesteeren aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. in twee termijnen, te weeten de eene helft van haeren verschulden pagt voor Drie Koningen en de tweede helft van die voor Vastenavond aanstaande, alles in den Jaare 1796 dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt promptelijk op de voormelde termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iedere gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen eerst ingezet en daarna affgehangen worden zullende de hoogsten inzetter het voormeijnen hebben vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden gaande half en half na ouder gewoonte half tot profijt van den Heer verpagter ende weederhelft voor de slagers of fontslagers.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten van ieder f fo vier stuijvers trekgeld en van de verpagtinge die in geld gedaan word van ieder gulden twee stuijvers trekgeld zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijn beloofde pagt te mogen kosten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende niet genoeg mogen de gelden na het oordeel van den Heere verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een uur off anderhalff sullende den hoogsten bieder egter zijn bod moeten gestand doen en vervolgens aan den Heere verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de voorgaande pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagters zonder kortinge aan haare pagt van iedere f fo rogge tien stuijvers en van de verpagtinge die in geld gedaan word van iedere gulden twee stuyvers voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en wijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten zoo als teegens off oudre ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geamuteerd staat.
6.
De Heere verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerdere off mindere meijnder slager of ontslager en in ’t affhangen meede moogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij al dien twee off meer te gelijk meijnde off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den Heere verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuw wederom te doen affhangen zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen weijders geen gratie off kwijtslag genieten wat schaade door droogte, natten oogst, hooningsdauw < = een nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. >, wind, hagelslag, vries off andere diergelijke heemelsche ongelukken over die voorsz. Tiende zoude mogen koomen heijerkragt < = overmacht > ( ’t geen God verhoeden) alleenlijk uijtgezondert tot tijd en wijle toe de graanen gemaaijd zullen zijn en langer niet.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regte en Placaate deeser Landen gehouden zijn de tienden, en dies vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheers in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en in zonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Clampen en blokken tiende op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen alles voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben beloovende den Heere verpagter voormeld zoodanige pagters teegens alle tiendpligtingen en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen off deugdelijk Tiende derselvens eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermooges dog voorgaande kennisse en goedvinden van derselver hooge principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter welke ieder een vooral en elk als schuldenaars principaal onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionio et Excussionis de borgen na regten toekomende zullen moeten instaan voor de voldoeninge der pagt en voor des en voor de praestatie der verdere Conditie en bij fouten van dien dan voor weese Executabel, en zal niemand tot pagter off borge worde aangenoomen welke van voorgaande jaare ten Comptoire van opgemelde Heere verpagter schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zoo den pagter en zijne borgen ieders in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende, die zelve stellende te bedwang van alle Regteren hove ende Gerigte en specialijk den hove der Justitie deeser Provintie te vreeden zijnde zonder voorgaande daginge, haar ten haaren kosten in den inhoude deeses vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren het zij bij den voormelde Hoove Scheepenen der Stad ’S-BOSCH off bij Scheepenen van den Gerechte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodange Procureurs als doen zal worden ter hand gesteld den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren.
12.
De pagter die gelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditie zal de blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijner lasten verhaalt worden, zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan als wanneer de Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter het randsoen en Godsgelde verdere Jura en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt in slaan en ontslaan aan handen van de Heere verpagter zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van ieder clamp off perceel te betaalen en te voldoen met de geloofde pagt op de voorsz. Vastenavond dag eerstkoomende.
14.
De Smalle Tende zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tiende niet begreeen zijn welke den pagter ook in alle zijner deelen, zoo wel lammeren, biëen, varkens, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehorende. Zoo hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
De Smalle Tiend word verpagt om goed HOLLANDSCH geld en in geen mindere Specie als Dubbeltjes te betaalen aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. op St. Andriesdag eerstkomende.
Ingevolge de voorenstaande Concitie en voorwaarden zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESESE TIENDE.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij de HOOGE BERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKEN STRAAT, den Pagter zal zonder korte voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 39= 9= 4
Verp. f. 27= 9= :7/16
reël tot 1796 incluijs f. 12= :=
39= 9= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS alhier op seeventien gulden.
Affgehangen van dertig gulden en gedaalt op twee en twintig gulen, en daar voor gemeijnt bij JAN JANS HENDRIKS alhier dico 22 mudde slaat veertig slagen.
MARTINUS WEERTS slaat nog twintig slaagen en steld tot borgen HENDRIK van den HEUVEL en JOHANNIS MATHIJS MANDERS alhier.
De tweede verdeeling off Clamp van over de voorsz. BERKENSTRAAT ten eynds uijt meede ter linkerhand Noordwaardts.
Den pagter zal zonder kosten aan verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 39= 9= 4
Verp. f. 27= 9= :
7/16 reëel f. 12= := 4
f. 39= 9= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS op neege tien Mudde.
Affgehangen van dertig Mudde en daar voor gemeijnt bij JAN MATHIJS MAASBROEKS alhier
Dico 20 mudden.
Slaat ses slagen en steld tot borgen JACOBUS VERHOEVEN en FRANCIS van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOOGENBERG < = HOBERG > off bij het inkomen van BAKEL ter regterhand off Suydwaardts na de kant van DEURNE off langst DE CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN de gemeene weg langst het Kaske tot DE VEN EIJK. De Pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 54= : = 4
Verp. f. 37=11=8
7/16 reëel f. 16= 8=12
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS alhier op drie en veertig mudden en een vat.
Affgehangen van vijfftig mudden en gedaalt op de voorsz. Inzet en daar voor aan den Inzetter JAN JANSE HENDRIKS voorsz. gebleeven.
Dico 43 mudde 1 vat.
Slaat twintig slagen.
JOHANNIS van GRIENSVEN slaat nog twintig slagen.
En steld tot borge PEETER COX en JOOST JANSE van NEERVEN alhier.
Vierde Clamp van over DEN VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op de PEEL uyt meede ter regterhand na DEURNE.
De pagter zal zonder korten voor verponding aan reëele lasten moeten betaalen f. 54= := 4
Verp. f. 37=11= 8
7/16 reëel f. 16= 8=12
f. 54= 0= 4
Ingezet bij JAN GIJSBERT DRIESSE alhier op agt en dertig mudden tien vaten.
Affgehangen van vijff en veertig mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JAN GIJSBERT DRIESSE voorsz. gebleeven dico 38 mudde 10 vaten slaat tien slaagen en steld tot borgen FRANCIS VERBAARSCHOT en ADRIAAN DIELISSE alhier.
De BAKELSE TIENDEN nu genaamt DEN SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan DE RIJPELBERG – langs de BAKELSE BRUG Zuijdwaards tot ANDRIES JANSE van NEERVEN, en de akkers Noordwaards schietende langs DE BEEK bij den SCHOENMAKER en van daar langs de weg tot de Wed. TOMAS LAMBERS, tot de Clampkens genaamt PAPENRIJT en KALVEREUWSEL Noordwaards langst DE BERKSTRAAT met de MOLENAKKERS daar bij scheijdende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS en voorts op DE BEEK regt uijt schietende op den gemeenen Peelweg van HET OVERSCHOT en voorts weeder tot aan het SOERSEL, soo en gelijk deese verdeelinge door de pagters der Abtdeije Tiende en die van de Heere TIJBOSCH en van BOXTEL – respective is verpagt en getiend geweest.
Den pagter zal van deen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Abtdije Tiende twintig vaten rogge in Specie welke aan hem pagter zal worden goed gedaan mits produceerende quitantie.
Den pagter zal voor de verponding moeten betaalen f. 31= 1= :
en reëele lasten tot 1796 incluijs f. 13=11=12 dus te zamen f. 44=12=12.
Verp. f. 31= 1= :
7/16 reëel tot 1796 f. 13=11=12
f. 44=12=12
Ingezet bij JAN HENDRIK CROOIJMANS op veertig mudden en vijff vaten affgehangen van vijff en veertig mudden en gedaalt op den voorsz. inzetter daar voor aan
den inzetter JAN HENDRIK CROOYMANS voorsz. gebleeven dico 40 mudden 5 vaten slaat twee slagen en steld tot borg HENDRIK EEVERS en JAN FRANCIS KLUIJTMANS alhier.
De Tiende van GROOTEL zoo als voorheen is verpagt en getiend geweest, de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tienjaarige vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in het HOOG EEUWSEL ingestooken welke vrijdom van Tiende de pagters mitsdien aan geseijden van GROOTEL voor het 5e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Verp. f. 26=18= 8
7/16 reëel tot 1796 f. 11=15=10
f. 32=14= 2
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op veertien mudden affgehangen van twintig mudden gedaalt op seeventien mudden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier dico 17 mudden slaat 12 slagen.
Den zelven nog agtien slagen en steld tot borgen HENDRIK van GROOTEL en PEETER ANTONY van GROOTEL alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFFSPUTTEN onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is competeerende waarvan de pagters voor verponding en reëele lasten zullen moeten betaalen f. 26= :-14.
Verp. f.18= 2= 6
7/16 reël tot 1796 f. 7=18= 8
f. 26= :=14
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op vijfftien mudden agt vaten,
Affgehangen van agtien mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter HENDRIK van GROOTEL voorsz. gebleeven dico
15 mudde 8 vaten.
Slaat ses slagen en steld tot borgen JOHANNIS WILLEM LEENDERS en ANTONY van GROOTEL alhier.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getiend geweest waar van den verpagter voor verponding en reële lasten zal moeten betaalen f. 3= 8= 4.
Verp. f. 2= 7= 8
7/16 reëel tot 1796 f. 1= : =12
f. 3 = 8= 4.
Ingezet bij FRANCIS MARTENS alhier op vier en dertig gulden.
Affgehangen van vijff en veertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet in daar voor aan den inzetter FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven dico f. 34= := :.
Slaat twee slagen.
JAN JANSE HENDRIKS slaat nog ses slagen en steld tot borgen JAN ARNOLDUS MOORS en MATTIJS van OORSCHOT alhier.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest, waar van de pagter voor veponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. := 7=14.
Verp. f. := 5= 8
7/16 reël tot 1796 f. := 2= 6
f.:= 7=14.
Ingezet bij PEETER CROOIJMANS alhier op agt gulden agt stuijvers.
Affgehangen van vijfftien gulden en gedaalt op den voorsz. inzet daar voor aan den inzetter PEETER CROOIJMANS voorsz. gebleeven dico f. 8= 8= 0.
Slaat twee slagen en steld tot borgen JAN PEETER CLAASSEN en BASTIAAN MANDERS alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het opstellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de voorstaande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgens onder verband en renuntiatie daar inne vermeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen neegentiende Julij Seeventienhondert ses en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President, JOHANNIS van de CRUIJS en PEETER van de LAAR Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris eijgenhandig ten Prothocolle hebben onderteekend.
Qoud Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.
De verpachtingen van de Tienden te BAKEL.
In het jaar 1797.
Toegangsnummer 80. Inventarisnummer 1273.
d.d. 17-07-1797.
BAKEL.
Copie.
Conditie – Verpagttiende.
Abdeije ECHTERNACH
Folio 122
Dato 17 Julij 1797.
Litt. A. No. 14.
Jura Copieeren deeses met Zegel te zamen f. 1=16.=..
Folio 122 recto.
Copie.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Conditien Restrictien en voorwaarden hier naar beschreven zoo zal de Heer en Mr. L’HEUREUX woonende te EIJNDHOVEN als geauthoriseerde van de Keijzerlijke Abtdije ECHTERNACH gelegen in den Lande van LUXEMBURG ten hoogsten aan de meestbiedende voor alle man verpagten de Grove en Smalle Tiende aan opgemelde Abdije Competeerende over den Oogst deeses Jaars 1700 seven en neegentig.
Art. 1.
Deze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere munte dan gereduceerde Schillingen aan handen van den Heere Verpagter tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen EIJNDHOVEN ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste des pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijd zijn, ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Placaaten of resolutien hen ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan den Heer Verpagter tot EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna affgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere Ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de beloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn, te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende ondertusschen een ieder hoer op hoogen en slaan en welk hoogsel na het optellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal worden genomen op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar alleenlijk zal men die voorsz. Tiende bevrijden van heijerkragt tottet tijd en wijlen toe de graanen gemaaijt zullen zijn en langer niet en of het gebeurde dat men ter zake voorsz. in die Tiende eenige schaade kwam te lijden, zoo zal den Pagter of pagters aanstonds na de geleeden schaade daar van aan den Heere advertentie moeten doen, omme daar aan occulaire inspectie te konnen neemen en bij deesen gerechte belijdinge van de geleeden schade te konnen gedaan worden alles ten Pagters Privé kosten en lasten, omme en dat onverhoopte geval als dan aan de Pagter zodanige quijtinge en afslag te doen zoo als bevonden zal worden te behooren alle het welke den Pagter binnen den tijd van agt dagen precies na de geleeden schaade zal hebben te doen en te verrigten of zal uijt hoofde van dien geen quijtslag of remissie ter waereld mogen Pretenderen.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het affmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden gehouden zijn des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen naarkomen voldoen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekelijken Pagter als met regt verwonnen schuld mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deen en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte der Stad ‘s-BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme hen bij Scheepenen der voorsz. Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Consenteere en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature der Stad
’S-BOSCH voorschreeven.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen meede hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1700 agt en neegentig aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tiendens zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg zoude mogen worden verpagt, en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respective worden gedaan en verrigt van den eersten en tweede Clamp ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Heere Officieren Scheepenen mitsgaders aan den Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven der Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter en verschotten aan Zeegels mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier in te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN CLAMP beginnende aan HET SOERSEL regt langst DE KERKSTRAAT met den MOOLENAKKER daar bij scheidende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS en voorts op DE BEEK regt uijt schietende op den Gemeenen PEELWEG aan HET OVERSCHOT en voorts weeder tot aan HET SOERSEL. In deese verdeelinge is meede begreepen den Akker op DEN HOOGEN AALEN.
De pagter van deezen Clamp zal genieten de ses en neegentig vaten rogge zoo als Art. 7. staat uijtgedrukt.
Verp. f. 34=..= 4
¾ Reëel f. 25=10= 4
59=10= 8
Ingezet bij JAN TOMAS PEETERS Alhier op f. 430=..=..
Afgehangen van f. 450=..=.. en Gedaalt op vier hondert twee En dertig gulden en daar voor Gemeijnt bij MARCELIS MANDERS Alhier, dico f. 432=..=..
Slaat ses slagen.
GUILLELMUS den DOOP nog agt slagen.
En steld tot Borgen:
JOHANNES van de KERKHOFF en MARCELIS MANDERS, alhier.
Tweede Verdeeling of Clamp nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN KLAMP scheijdende DE KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESPH met het derde deel van DE SCHAAPSDRIES volgens oud gebruijk.
De pagter van de Clamp zal genieten neegen vaten rogge die door de Commanderije aan opgenoemde Abdije moet geleevert worden.
Verpond.: f. 34=..= 4
¾ reël f. 25=..= 4
59=..= 8
Ingezet bij JAN FRANCIS JANSE Alhier op f. 552=..=..
Affgehangen van ses hondert gulden En gedaalt op den voorz. Inzet en Daar voor aan den Inzetter JAN FRANCIS JANSE voorz. gebleeven, dico f. 552=..=..
Slaat vier slagen En steld tot Borgen: HENDRIK ADRIAANS en HENDRIK WEERTS alhier.
De SMAL TIENDE zooals van ouds is Competeerende aan voormelde Abtdije bestaande in Lammeren, varkens, Biën, zaad, vlas, etc. van voorz. twee Clampen vrij van onraad mits betaalende de ‘sLands en Dorps lasten.
Verp.: f. 1=11=..
¾ reëel f. 1= 3= 4
2=14= 4
Ingezet bij FRANCIS MARTENS
Alhier op Een en seventig gulden
Affgehangen van Tagtig gulden
En gedaalt op den voorsz. Inzet
En daar voor aan den Inzetter
FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven, dico f. 71=..=..
Slaat twee slagen. En steld tot Borge: MATTIJS SPOORMAKERS, alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn deselve na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de vooren staande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgens onder verband Submissie als in deze breeder vermeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen seeventiende Julij Seeventienhondert seven en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen wasgeteekend H.F.D. L’HEUREUX qq, P. v.d. POEL, J. BIEMANS, J. v.d. KRUIJS onderstond mij present en was geteekend A.A. van NOORT.
Accordeert met zijn Origineel.
Qoud Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.
Commissie van Breda 1798 – 1811.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 1273.
BAKEL.
Copie.
Conditie, verpagte tienden
Commanderije GEMERT, folio 128.
Dato 24 Julij 1797.
Litt. A. No. 15
Jura copieeren deses met zegel te same f. 2=10=.
d.d. 24-07-1797.
Folio 128 verso.
Copie.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Conditien Restrictien en voorwaarden, hier na beschreven voo zal den Burger D’AVERDOING, Directeur en ontfanger der Domeijnen van de Fransche Republieq in de VEREENIGDE PROVINTIEN, onder welken begreepen zijn de goederen van den Duijtsen Orden uijt kragt van het Sequester < = sub. bewaarder van rechtswege aangesteld > door gemelde Republicq op het zelve gelegt, na voorgaande Zondaagse Publicatie Publicq en voor alle man aan de meestbiedende verpagen zodanige groote Kooren en Spurrie Tienden, alsmeede de Smal Tienden als eevengemelde Duijtzen Ordens Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, alle geleegen onder BAKEL is heffende beurende en van outs zijn verpagt, getiend en opgevaaren geweest, en zulx alles voor den oogst van deesen Jaare 1700 Seeven en neegentig.
Art. 1.
Eerstelijk zoo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden omme Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen minder munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den verpagter off den geenen welke tot den Ontfangst van dien ’t zij tot GEMERT, DEURNE of alhier door hem verpagter zal worden gequalificeert te betaalen, te weeten de Eene helft van haaren verschulden pagt voor of op den 1e October en de andere helft van dien voor of op den 15 November beijde in deesen jaare 1797 aanstaande, dog zo wanneer pagteren haaren verschulden pagt promptelijk op de voormelde Termeijnen zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden teegen twintig stuijvers Hollands gereekend.
Art. 2.
Deeze Tiende of iedere Clamp denzelven in’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet en daar na afgeslagen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verpligt zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene gulden half tot profijt van den Heere verpagter ende weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
Art. 3.
Den hoogsten inzetter zal Profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld, zoo den ingezetten Blok, Clamp of perceel bij een ander gemeijnt word welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten Inzetter zal moeten betaalen, zonder aan zijn beloofde pagtpenningen te korten.
Art. 4.
Een Blok, Clamp of perceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter, zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een half uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zouden eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen wederom in ’t bijzonder of eenige derzelve te gelijk te mogen opveijlen, en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de Inzetters niets konnen of mogen pretendeeren.
Art. 5.
De pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Verpagter zonder kortinge aan haaren pagt van iederen gulden met de slagen twee stuijvers voor randsoengeld, en weijders verpligt zijn zonder eenige konringe te betaalen de ‘sLands en Dorps lasten, zoo als teegens of onder ieder perceel of Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat.
Art. 6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, derden, meerderen of minderen meijnder slager of ontslager en in ’t affhangen meede mogen hogen zonder bekroon of tegen zeggen van iemand.
Art. 7.
Bij aldien twee of meer te gelijk meijnden of dat den afhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel soo reserveert den verpagter zig telkens de magt van zodanige Clamp of Clampen op nieuws weederom te doen afhangen zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen of deselve te doen aanhooren.
Art. 8.
De pagters zullen geen gratie of quijtslag genieten wat schaade door droogte, natten oogst, honingdauw, wind, hagelslag, vries of andere des Heemels ongelukken over de voorsz. Tiende zoude mogen komen, heijerkragt of ( ’t geene God verhoede ) alleenlijk uitgezondert, deselve Tienden nogtans van eevengenoemde laatsten gevalle niet langer bevrijdende als tot dat de graanen gemaaijt zullen zijn.
Art. 9.
De pagters zullen weijders op peene als na Regten en placaaten van den Landen gehouden zijn te Tienden, en dus vooral goede zorge moeten dragen dat den Tiendheer in zijne geregtigheid niet worde benadeelt, en in zonderheid hebben te vigileeren < = waken, toezien> om haare gepagte Clampen en Blokken Tienden, op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen of verlooren gaan, en weijders doen en laaten het geene alle voorige Tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. tegen alle Tiendpligtingen en alle die geene welke haar in opzigt van haare gepagte perceelen en deugdelijk Tiende derselve eenige hinder of molestie zoude zoeken aan te doen na vermogen te zullen beschutten en beschermen.
Art. 10.
De pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede Sufficiante binnen Borgen ten genoegen van den verpagter dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de Benefitien ordinaris, Divisionis et Excussionis, door Borgen na regten toekomende zullen instaan voor de voldoeninge des pagts en voor de Prestatie der verdere Conditien, en bij foute van dien daar voor weesen executabel.
Art. 11.
Tot naarkominge van ’t geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder als schuldenaar principaal als voor verbinden haare Erfhaaffelijke mitsgaders gereede goederen hebbende en verkrijgende dezelve stellende ten bedrang van alle Regteren, Hoven ende Geregten en Specialijk den Hove der Justitie deeser Provintie de Municipaliteit van DEN BOS of de Municipaliteit alhier te vreeden zijnde zonder voorgaande daginge haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren het zij bij den Hove der Justitie voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH off Scheepenen van den Gerechte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Condemneeren.
Art. 12.
Den pagter diergelijke Borgen niet konnende stellen of voldoen aan de verdere pagt condtitien zal den Blok Clamp off Perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen Lasten verhaalt worden zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
Art. 13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den verpagter het randsoengeld hier voorengemeld en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uijt is slaan en ontslaan aan handen van den verpagter zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLands en Dorps Lasten van iedere Clamp of Perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op den voorsz. Eersten October en vijfftienden November eerstkomende.
Art. 14.
De SMALLE TIENDEN zullen apart verpagt worden en dies onder de GROOTE TIENDEN niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen zoo wel Lammeren, varkens, Biën, vlas, zaad en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te colligeeren volgende placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten beurden gesteld:
De MILHEEZER TIENDE en wel eerst den Clamp Tiende beginnende bij DEN HOOGENBERG off bij het inkomen van BAKEL ter Linkerhand Noordwaards naast GEMERT tot de BERKSE STRAAT.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 48=..=12
Ingezet bij PEETER JOSEPH JASPERS alhier op f. 250=..=..
Affgehangen van f. 300=..=..
En gedaalt op den voorsz. inzet
En daar voor aan den Inzetter PEETER JOSEPH JASPERS voorsz. Gebleeven, dico f. 250=..=..
Slaat vijfftien slagen
En steld tot Borgen JAN JACOBUS KUIJPERS en JAN JANSE SMITS alhier.
De Tweede verdeelinge of Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de Capel Straat ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaards.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 48=..=12
Ingezet bij MATTIJS van de CRUIJS Alhier op f. 190=..=..
Afgehangen van f. 240=..=..
En gedaalt op eenhondert neegentig Gulden zoo als voorsz., en daar Voor aan den Inzetter MATTIJS Van de CRUIJS voorsz. gebleeven, dico f. 190=..=..
Slaat twaalf slagen En steld tot Borgen JAN HENDRIKS en JAN van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOOGENBERG bij het inkoomen van BAKEL ter Regterhand of Zuijdwaards naast de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN den Gemeenen weg langst het Kaske tot den VENEIJK.
Den Verpagter zal voor verponding en Reëel Lasten moeten betaalen f. 65=15= 2
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 410=..=..
Affgehangen van f. 450=..=..
En gedaalt op vierhondert en Vijfftien gulden en daar voor Gemeijnt bij ARNOLDUS van GRIENSVEN alhier, dico f. 415=..=..
Slaat vijfftien slagen En steld tot Borgen JAN COX en JOOST NEERVENS alhier.
Vierden Clamp van over DEN VENEIJK, langst de CAPEL STRAAT, regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 65=15= 2
Ingezet bij ADRIAAN DIELIS
ADRIAANS alhier op f. 391=..=..
Affgehangen van f. 430=..=..
En gedaalt op vier hondert gulden
En daar voor gemeijnt bij ADRIAAN DIELIS ADRIAANS alhier, dico f. 400=..=..
Slaat dertig slagen
En steld tot Borgen: WILBERT HENDRIKS en JAN GIJSBERT DRIESSE alhier.
De Bakelse Tiende nu genaamt DE MATTIJSEIJNDSE CLAMP met DE CRUIJSSCHOT beginnende op DE CRUIJSSCHOT en zoo voorts op De Wed. JAN SIJMON NOOIJEN Zuijdwaards schietende op DE HOOGE INGT, scheydende op LIJKWEG zoo gelijk deese verdeelinge door de pagter der Abtdeije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
De pagter van deesen Clamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Abdije Tiende neege vaten rogge in Specie welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zulle worden goed gedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Verpond.: f. 31= 1=..
¾ Reëel f. 23= 5=12
54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 274=..=..
Affgehangen van f. 300=..=..
En gedaalt op twee hondert ses en tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij FRANCIS KLUIJTMANS alhier f. 286=..=..
slaat twintig slagen en steld tot Borgen: PEETER CROOIJMANS en PEETER de VETH alhier.
Tweede verdeeling of Clamp nu genaamt DEN NUIJENEIJNDSEN CLAMP beginnende aan DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaarts schietende op de NEERSTRAAT zoo en gelijk deese verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Verpond.: f. 31= 1=..
¾ Reëel f. 23= 5=12
54= 6=12
Zullende den pagter van deese Clamp moeten betaalen aan de Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twaalf vaten rogge in Specie welke aan hem Pagter mits produceerende Quitantie zullen worden goedgedaan.
En zal denzelven Pagter voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 450=..=..
Affgehangen van f. 500=..=..
En gedaalt op vier hondert Sestig gulden en daar voor Gemeijnt bij MARTINUS WEERTS Voorsz., dico f. 460=..=..
Slaat agt slagen
En steld tot Borgen: WILLEM BIEMANS en HENDRIK van den HEUVEL alhier.
De Tiende van GROOTEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest. De pagters dienen verpagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarigen vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in HET HOOG EEUWSEL ingestooken welk vrijdom van Tiende de Pagters mits dien aan geseijde Van GROOTEL voor het 6e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Verpond.: f. 26=18= 8
¾ Reëel f. 20= 3=14
47= 2= 6
Ingezet bij WILLEM CROOIJMANS Alhier op f. 152=..=..
Affgehangen van f. 200=..=..
En gedaalt op Een hondert sestig Gulden en daar voor gemeijnt Bij HENDRIK van GROOTEL, alhier dico f. 160=..=..
Slaat tien slagen En steld tot Borgen: ANTONIJ van GROOTEL en JAN van GROOTEL, alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is Competeerende.
Verp.: f. 18- 2= 4
¾ Reëel f. 13=11=12
31=14=..
Ingezet bij PEETER GIJSBERS alhier Op f. 115=..=..
Affgehangen van f. 150=..=..
En gedaalt op een hondert dertig gulden En daar voor gemeijnt bij HENDRIK van GROOTEL, dico f. 130=..=..
Slaat ses en twintig slagen En steld tot Borgen: LEENDERT van de VONDERVOORT en PEETER van de LAAR alhier.
De SMAL TIENDE van MILHEEZE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert geweest.
Verp.: f. 2= 7= 8
¾ Reëel f. 1=14=10
4= 2= 2
Ingezet bij FRANCIS MARTENS Alhier op f. 56=..=..
Affgehangen van f. 80=..=..
En gedaalt op den voorsz. inzet
En daar voor aan den Inzetter FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven, dico f. 56=..=..
Slaat tien slagen En steld tot Borgen: SIJMEN JAN NOOIJEN en MATTIJS SPOREMAKERS, alhier.
De SMAL TIENDE van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest.
Verpond.: f. ..= 5= 8
¾ Reëel f. ..= 4= 2
..= 9=10
Ingezet bij PERO van GROOTEL Alhier op f. 10=..=..
Affgehangen van f. 26=..=..
En gedaalt op twaalf gulden en Daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR, dico f. 12=..=..
Slaat vier slagen
JAN van GROOTEL vier slagen PEETER van de LAAR twee slagen
JAN van GROOTEL nog twee slagen En steld tot Borgen: JOHANNIS VERBAKEL en HENDRIK van GROOTEL alhier.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben beloofd de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naarkoomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in dezelve breeder vermeld.
Aldus gedaan gemeijnd beslagen en gepasseert op heden binnen BAKEL voorsz. den vier en twintigsten Julij 1700 seeven en neegentig ten overstaan van PEETER van de POEL President Loco Officier, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen onderstond Le Directeur et RECEVEUR der Domaines de La Republicque Francaise geteekent D’AVERDOING, P. v.d. POEL, J. BIEMANS, J. v.d. KRUIJS onderstond Mij Present en was geteekend A.A. van NOORT, Secr.
Accordeert met sijn origineel,
Quod Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 433.
d.d. 19-03-1799.
Visa
Folio 36 recto.
Voor het Land.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Condien Restrictien en voorwaarden hier na beschreven zoo zal de Eerw. Heer J.H. ROBIJNS namens Mevrouwe de Weduwe de Heer BOIRET Als Rentmeesteresse der Vrije Rijx neutrale Grond Heerlijkheijd en Commanderije van GEMERT en woonende aldaar na voorgaande Zondaagse Publicatie Publicq en voor alle man aan de meestbiedende verpagt en zodanige grootte en Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende, zoo en in dien voegen als eevengenoemde Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is heffende en beurende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest en zulx alles voor den oogst van deezen Jaaren 1796.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen alle de voorsz. grootte Tiende verpagt worden in graanen te weeten in rogge alleen in maate van HELMOND en ieder vat, malder of f fo Gereekend worden in geld goede gangbaare HOLLANDSCHE munten in geen mindere Specie dan Gereduceerde Schillingen te betaalen den Gulden teegens een en twintig stuyvers te reekenen en zulx teegens zodanige markt off pegge als weesen zal den laatsten Zaterdag voor en den eersten Zaterdag na St. Marten in deezen Jaaren 1796 voormeld welverstaande dat den Heere verpagter zal mogen neemen en kiesen de hoogste markt van een deezer twee voorsz. marktdagen en zullen vervolgens pagteren daar na betalinge moeten doen en praesteeren aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. in twee termijnen, te weeten de eene helft van haeren verschulden pagt voor Drie Koningen en de tweede helft van die voor Vastenavond aanstaande, alles in den Jaare 1797 dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op de voormelde termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iedere gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zal of zullen eerst ingezet en daarna affgehangen worden zullende de hoogsten inzetter het voormeijnen hebben vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijnt profijt van den Heer verpagter ende weederhelft voor de slagers of fontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten van ieder f fo vier stuijvers trekgeld en van de verpagtinge die in geld gedaan word van ieder gulden twee stuijvers trekgeld zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagt te mogen korten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende, niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den Heere verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur sullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den Heere verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge de pagters van Clampen off perceelen als ook de inzetters in dat geval niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter van iedere f fo rogge tien stuyvers en van de verpagtinge die in geld gedaan word van iedere gulden twee stuyvers voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en wijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten zoo als teegens off ouder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geamuteerd staat.
6.
Den Heere verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerdere off mindere meijnder slag f fontslager en in ’t affhangen meede mogen hogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij al dien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den Heere verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuw weederom te doen affhangen, zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen weijders geen gratie off quijtslag genieten, wat schaade door droogte, natten oogst, hooningsdauw < = een nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. >, wind, hagelslag, vries off andere diergelijke heemelsche ongelukken over die voorsz. Tiende zoude mogen komen heijerkragt < = overmacht > ( ’t geen God verhoeden) alleenlijk uijtgezondert, deselve Tienden nogtans van eeven genoemde laatsten gevalle niet langer bevrijdende als tot dat de graanen gemaaijt zullen zijn.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regte en Placaate deeser Landen gehouden zijn de tienden, en dus vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet en worde benadeelt en in zonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om alle haare gepagte Clampen en blokken tiende op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen alle voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen en deugdelijk Tiende derselvens eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermogen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter welke ieder een voor al en elk als schuldenaars principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionio et Excussionis de borgen na regten toekomende zullen moeten instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditie en bij fouten van dien dan voor weese Executabel.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter zijne borgen ieder als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende deselve stellende ten bedwang van alle Regteren hoven ende geregte en specialijk den hove der Justitie deeser Provintie de Municipaliteit van DE BOSCH of de Municipaliteit alhier te vreeden zijnde, zonder voorgaande daginge, haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den voorsz. Hove off geregte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagt conditie zal de blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijner lasten verhaalt worden, zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter het randsoen en Godsgeld en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den verpagter, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van ieder clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op de voorsz. Vastenavond dag eerstkoomende.
14.
De Smalle Tiende zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tiende niet begreepen zijn welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende. Zoo hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
De Smalle Tiend word verpagt om goed HOLLANDSCH geld en in geen mindere Specie als Dubbeltjes te betaalen aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. op St. Andriesdag eerstkomende.
Ingevolge de voorenstaande Concitie en voorwaarden zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESESE TIENDE.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKEN STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten tot 1796 in Cluys moeten betaalen f. 39= 9= 4.
Ingezet bij JAN JANSEN HENDRIKS op Seeventien mudde
affgehangen van dertig mudden en gedaalt op twee en twintig mudde en daar voor gemeynt bij JAN JANSE HENDRIKS alhier dico 22 mud.
Slaat veertig slagen
MARTINUS WEERTS twintig slagen en steld tot Borge HENDRIK van den HEUVEL en JOHANNIS MATTIJS MANDERS alhier .
De tweede verdeeling of Clamp van over de voorsz. BERKEN STRAAT of langs de CAPELSTRAAT ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaerds.
De pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten tot 1796 in Cluijs moete betalen f. 39= 9= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS op neegentien mudde.
Affgehangen van dertig Mudde en gedaalt twintig mudde en daar voor gemeijnt bij JAN TIJS MAASBROEKS alhier dico 20 mud
slaat ses slagen en steld tot borge JACOBUS VERHOEVEN en FRANCIS van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuydwaards naar de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN der gemeene weg langst het kaske tot den VEN EIJK.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten tot 1796 in Cluijs moeten betaalen f. 54=..= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS op drie en veertig mudden en een vat
affgehangen van vijfftig mudden en gedaalt op den voorsz. Inzet en daar voor aan den inzetter JAN JANSE HENDRIKS voorsz. gebleeven dico 43 mud en 1 vat. Slaat twintig slagen.
JOHANNES van GRIENSVEN nog twintig slagen en steld tot borgen PEETER COX en JOOST JANSE van NEERVEN alhier.
Van den Clamp van over den VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
De pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaaen f. 54=..= 4
Ingezet bij JAN GIJSBERT DRIESSE alhier op agt en dertig mudde tien vaten.
Affgehangen van vijff en veertig mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JAN GIJSBERT DRIESSEN voorn. gebleeven dico
38 mud 10 vaten.
Slaat tien slagen en steld tot borge FRANCIS VERBAARSCHOT en ADRIAAN DIELISSE alhier.
De BAKELSE Tiende nu genaamt den SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan DEN RIJPELBERG langst DE BAKELSE BRUG Zuijdwaards tot ANDRIES JANSE van NEERVEN, ende akkers Noordwaards schietende langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de weg tot de Weduwe TOMAS LAMBERS tot de Clampkens genaamt PAPENRIJT en DE CALVER E EUWSEL Noordwaards.
Den pagter van deezen Clamp zal moeten betaalen aan den pagter der Tiende van de Abteije ECHTERNACH twintig vaten rogge in Specie welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zullen worden goed gedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten tot 1796 in Cluijs moeten betaalen f. 44=12=12
Ingezet bij JASPER van NEERVEN op ses en veertig mudden.
Affgehangen van vijfftig Mudde en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JASPER van NEERVEN voorsz. gebleeven dico 46 mudde.
Slaat twee slagen En staat tot borge JAN PEETER CLAASSEN en WILBERT RAIJMAKERS alhier.
De tweede verdeelinge van den SCHOUTSEN CLAMP zijnde de andere zijde Westwaards beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS regt door de STRAAT tot het BRUGSKE bij DEN SCHOENMAKER en zo voorts neeven DE BEEK Zuijdwaards.
Den pagter zal van deesen Clamp moeten betaalen aan den pagter der Tiende van de Abtije ECHTERNACH vijff en twintig vaten rogge in Specie, welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zullen worden goed gedaan.
Den pagter zal voor verponding en reëele Lasten tot 1796 in Cluijs moeten betaalen f. 44=12=12
Ingezet bij JAN HENDRIK CROOIJMANS op veertig Mudde en vijff vaten.
Affgehangen van vijff en Veertig Mudde en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JAN HENDRIK CROOIJMANS woonende te DEURNE
gebleeven dico 40 mudde 5 vat.
Slaat vijff slagen en steld tot borgen HENDRIK EEVERS en JAN FRANCIS KLUIJTMANS alhier.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest, de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarige vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in het HOOGEEUWSEL ingestooken welken vrijdom van tiende de pagters mitsdien aan geseijde van GROOTEL voor het 5e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten tot 1796 i Cluijs moeten betaalen f. 38=14= 2
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op veertien mudden
Affgehangen van twintig mudden en gedaalt op seeventien mudden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier dico 17 mudde.
Slaat twaalf slagen
Denselven slaat nog agtien slagen.
En steld tot Borgen HENDRIK van GROOTEL en PERO ANTONIJ van GROOTEL alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije en Competeerende waar van den pagter voor verponding en Reëele Lasten tot 1796 in Cluijs zal moeten betaalen f. 26=..=14
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op vijfftien mudden agt vaten.
Affgehangen van agtien mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den Inzetter HENDRIK van GROOTEL voorsz. gebleeven dico 15 mud 8 vat.
Slaat ses slagen en steld tot Borgen JOHANNIS WILLEM LEENDERS en ANTONIJ van GROOTEL alhier.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getiend geweest en waar van den pagter voor verponding en Reëele Lasten tot 1796 in Cluijs zal moeten betaalen f. 3= 8= 4.
Ingezet bij FRANCIS MARTENS alhier op vier en dertig gulden.
Affgehangen van vijff en veertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan de Inzetter FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven dico f. 34=..=..
slaat twee slagen
JAN JANSE HENDRIKS nog zes slagen en steld tot Borgen
JAN ARNOLDUS voorsz. en MATTIJS van OORSCHOT alhier.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL, WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest en waar van den pagter voor verponding en reëele Lasten tot 1796 in Cluijs zal moeten betalen f. ..= 7=14.
Ingezet bij PIET CROOIJMANS alhier op agt gulden en agt stuijvers
Affgehangen van vijfftien gulden en gedaalt op de voorsz. inzet en daar voor aan den Inzetter PEETER CROOIJMANS voorsz. gebleeven, dico f. 8= 8=..
slaat twee slagen en steld tot Borgen JAN PEETER CLAASSE en BASTIAAN MANDERS alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het affstellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de voorstaande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgens onder verband submissie en renuntiatie als in deselve breeder germeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen neegentiende Julij Seeventienhondert ses en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President, JOHANNIS van de CRUIJS en PEETER van de LAAR Scheepenen.
Was geteekend
J.H. ROBIJNS D.O.P. namens de Wed. BORRET.
P. v.d. POEL.
J. v.d. KRUIJS.
P. v.d. LAAR.
Onderstond:
Mij present en was geteekend
A.A. van NOORT, Secretaris.
Naar gedaane Collatie is deesen met zijn origineele door mij ondergeschreeven President Schepen van BAKEL bevonden te accordeere.
Actum BAKEL den neegentiende Maart 1700 neegen en neegentig.
Quod Attestor
P. v.d. POEL.
B.H.I.C.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 19-03-1799.
Folio 126 verso.
Copie.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Conditien Restrictien en voorwaarden hier na beschreven zoo zal den Burger D’ AVEROING Directeur en ontvanger der Domeijnen van de Fransche Republicq in de Vereenigde Provintien onder welke begreepen zijn de goederen van den Duijtsen Orden uijt kragte van het sequester < = bewaarder van rechtswege aangesteld > door gemelde Republicq op het zelve gelegt nae voorgaande Sondaegse Publicatie Publicq en voor alle man de meestbiedende verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tiende als meede de Smal Tiende, als eevengenoemde Deùijtzen Ordens Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is heffende beùrende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest en zulx alles voor den oogst van deezen Jaaren 1700 seeven en neegentig.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen alle de voorsz. grootte Tiende alle verpagt omme Carolij Guldens tot een en twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekent en in geen mindere munte dan gereduceert de schellinge aan handen van den verpagter of den genen welke tot den ontfangst van dien ’t zij tot GEMERT, DEURNE of alhier door hem verpagter zal worden gequalificeert te betaalen, te weeten de eene helft van haeren verschulden pagt voor of op den 1e October en de andere helft van dien voor of op den 15e November bijde in deese Jaare 1797 aanstaande dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt promptelijk op de voormelde termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iedere gulden tegen twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet en daarna affgehangen worden zullende de hoogsten inzetter het voormeijnen hebben vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijnt profijt van den Heer verpagter ende wederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld zo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijn beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Clamp Blok off perceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur sullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen off perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den verpagter zonder kortinge aan haar pagt van iedere gulden met de slagen twee stuyvers voor randsoengeld en weijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten zoo als teegens off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geamuteerd staat.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerdere off mindere meijnder slager f fontslager en in ’t affhangen meede mogen hogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij al dien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen weijders geen gratie off quijtslag genieten, wat schaade door droogte, natten oogst, hooningsdauw < = een nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. >, wind, hagelslag, vries off andere diergelijke heemelsche ongelukken over die voorsz. Tiende zoude mogen komen heijerkragt < = overmacht > ( ’t geen God verhoeden) alleenlijk uijtgezondert, deselve Tienden nogtans van evengenoemde laatsten gevalle niet langer bevrijdende als tot dat de graanen gemaaijt zullen zijn.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regte en Placaate deeser Landen gehouden zijn te tiende en dus vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet en worde benadeelt en in zonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om alle haare gepagte Clampen en blokken tiende op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen alle voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen en deugdelijk Tiende derselve eenige hinder off molestie zoude zoeken aan te doen na vermogen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter welke ieder en voor al en elk als schuldenaars principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionio et Excussionis de borgen na regten toekomende zullen moeten instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie de verdere Conditien en bij fouten van dien daar voor weezen Executabel.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende deselve stellende ten bedwang van alle Reglementen hoven ende geregte en specialijk den hove der Justitie deeser Provintie de Municipaliteit van DE BOSCH of de Municipaliteit alhier te vreeden zijnde, zonder voorgaande daginge, haar ten haaren kosten in den inhoude deeser te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den Hove der Justitie voorsz. Scheepenen van ‘s- BOSCH off Scheepenen van den geregte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagt Conditien zal de blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijner lasten verhaalt worden, zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan aan kort na het meijnen en slaan als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den verpagter het Randsoengeld hier vooren gemeld en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den verpagter, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van ieder clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op de voorsz. Eersten October en vijfftienden November Eerstkomen.
14.
De Smalle Tiende zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tiende niet begreepen zijn welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende. Zoo hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Concitie en voorwaarden zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESESE TIENDE.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding In reëele lasten moeten betaalen f. 48= 0=12
Ingezet bij PEETER JOSEPH JASPERS alhier op f. 250= 0= :
Affgehangen van f. 300= := :
en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den Inzetter PEETER JOSEPH JASPERS voorsz. gebleeven, dico f. 250= := :
slaat vijftien slagen en steld tot Borgen JAN JACOBUS KUIJPERS en JAN JANSE SMITS alhier.
De tweede verdeelinge of Clamp van over de voorsz. BERKEN STRAAT of langs de CAPELSTRAAT ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaerts.
De pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 48= :=12
Ingezet bij MATTIJS van de KRUIJS alhier op f. 190= := :
Affgehangen van f. 240= := :
gedaalt op Een hondert en neegentig gulden zooals voorsz. en daar voor aan den Inzetter MATTIJS van de CRUIJS voorsz. gebleeven, dico f. 190= := :
slaat twaalf slagen en steld tot Borgen JAN HENDRIKS en JAN van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuydwaards naar de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN den gemeenen weg langst het kaske tot den VEN EIJK.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 65=15= 2
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op f. 410= := :
affgehangen van f. 450= := :
gedaalt op vier hondert en vijftien gulden en daar voor gemeijnt bij ARNOLDUS van GRINSVEN alhier, dico f. 415= := :
slaat vijftien slagen en steld tot borgen JAN COX en JOOST NEERVENS alhier.
Op drie en veertig mudden en een vat affgehangen van vijfftig mudde en gedaalt op den voorsz.
Inzet en daar voor aan den inzetter JAN JANSE HENDRIKS voorsz. gebleeven dico 43 mud en 1 vat.
Slaat twintig slagen JOHANNES van GRIENSVEN nog twintig slagen en steld tot borgen PEETER COX en JOOST JANSE van NEERVEN alhier.
Vierden Clamp van over den VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
De pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 65=16= 2
Ingezet bij ADRIAAN DIELIS ADRIAANS alhier op f. 391= := :
afgehangen van f. 430= := I
en gedaalt op vier hondert gulden en daar voor gemeijnt bij ADRIAAN DILIS ADRIAANS alhier dico f. 400= := :
slaat dertig slagen
en steld tot borgen WILBERT HENDRIKS en JAN GIJSBERT DRIESSE alhier
De BAKELSE Tiende nu genaamt de MATTIJS EIJNDSE CLAMP met de CRUIJSSCHOT beginnende op de CRUIJSSCHOT en zoo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN zuijdwaards schietende op de HOOGE INGT scheydende op den LIJKWEG zoo en gelijk deese verdeelinge door de pagters der Abdije Tiend en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den pagter van deezen Clamp zal moeten betaalen aan den pagter der Abdeije Tiende neege vaten rogge in specie welke aan hem pagter mits produceerde quitantie zullen worden goed gedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 274= := :
Affgehangen van f. 320= := :
Gedaald op twee hondert Ses en tagtig gulden en Daar voor gemeijnt bij FRANCIS KLUIJTMANS alhier f. 286= := :
Slaat twintig slagen En steld tot borgen PEETER CROOIJMANS en PEETER de VETH alhier.
Tweede verdeelinge of Clamp nu genaamt DEN NUIJEN EIJNDSE CLAMP beginnende aan de HOOGE INGT voorsz. Noordwaards schietende op DE NEERSTRAAT zoo en gelijk deese verdeelinge door de pagter der Abije Tiende in die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest zullende den pagter van deese Clamp moeten betaaelen van den pagter der tiende van SCHIPSTAL twaalf vaaten rogge in specie welk aan hem pagter mits produceerdt quitantie zullen worden goed gedaan.
En zal denzelve pagter voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS
alhier op f. 450= := :
Afgehangen van f. 500= := :
gedaalt op vier hondert en sestig gulden en daar voor gemeijnt bij MARTINUS WEERTS voorsz. dico f. 460= := :
slaat agt slagen en steld tot borge WILLEM BIEMANS en HENDRIK van den HEUVEL alhier
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest, de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarige vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in het HOOGEEUWSEL ingestooken welken vrijdom van tiende de pagters mitsdien aan geseijde van GROOTEL voor het 6e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Ingezet bij WILLEM CROOIJMANS alhier f. 521= := :
Affgehangen van f. 200= := :
en gedaal op een hondert sestig gulden en daar voor gemeijnt bij HENDRIK van GROOTEL alhier dico f. 160= := :
slaat tien slagen en steld tot Borgen ANTONIJ van GROOTEL en JAN van GROOTEL alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije en Competeerende.
Ingezet bij PEETER GIJSBERS alhier op f. 115= := :
Afgehangen van f. 150= := :
en gedaalt op hondert dertig gulden en daar voor gemeijnt Bij HENDRIK van GROOTEL dico f. 130= := :
Slaat ses en twintig slagen En steld tot Borgen LEENDERT van de VONDERVOORT en PEETER van de LAAR alhier
De Smal tiende van MILHEESE onder BAKEL en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert geweest.
Ingezet bij FRANCIS MARTENS alhier op f. 56= := :
Afgehangen van
En gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan de inzetter voorsz. gebleeven dico f. 56= := :
slaat tien slagen en steld tot Borgen SIJMEN JAN NOOIJEN en MATTIJS SPOORMAKERS alhier.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL, WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest.
Ingezet bij PERO van GROOTEL alhier op f. 10= := :
Afgehangen van f. 26= := :
en gedaalt op twaalf gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier, dico f. 12=;= :
Slaat vier slagen
JAN van GROOTEL vier slagen PEETER van de LAAR twee slagen En steld tot Borgen JOHANNIS VERBAAKEL en HENDRIK van GROOTEL alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de voorstaande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in deselve breeder vermeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. den vier en twintigsten Juny 1700 seeven en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President Loco Officier, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen.
Onder stond: Le Directeur et Receveu der Domaines Francoise dans la Replublicqúe Batave geteekend D’AVERDOING P. v.d. POEL,
J. v.d. KRUIJS, J. BIEMANS, onderstond:
Mij Present en was geteekent:
A.van NOORT, Secretaris
Accordeert met zijn origineel
Ten Prothocolle.
BAKEL den neegentiende Maart 1700 Neegen en neegentig.
Quod Attestor
P. v.d. POEL, President
Bij absentee van de Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 391.
d.d. 18-07-1799.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende vande Abtdije ECHTERNACH, fol. 54.
Dato 18e July 1799.
Jura voor Officier, Scheepenen, Secretaris en affhangers met het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter te zamen f. 20=..=..
Folio 54 Recto
Voor ’t Land.
Conditien en Voorwaarden waar op den Burger H.F.D. HEUREUX als Administrateur over de goederen toebehoord hebbende d’Abdije van ECHTERNACH en Gecommitteerde uyt de Commissie van Superintendentie en Sequestratie, weegens het BATAAFSCH Gouvernement residerende te BREDA ten overstaan van de Leden der Municipaliteit van BAKEL aan de meestbiedende Publicq en voor alle man zal verpagten de Grove en Smalle Tienden toe behoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en thans in naame van bovengemelde Commissie bestierd wordende door denzelven Burger H.F. De L’HEUREUX Practiseerende Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN, en zulx voor den oogst van deezen Jaare 1700 Neegen en Neegentig.
Art. 1.
Deeze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend in geen mindere munte dan gereduceerde Schillingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorz. ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste der pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijd zijn, ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Placaaten of resolutien ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere ducaten aan den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de beloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende ondertusschen een ieder hoer op hoogen en slaan en welk hoogsel na het optellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, hagelslag, v of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar alleenlijk zal men die voorsz. Tiende bevrijden van heijerkragt tottet tijd en wijle toe de graanen gemaaijt zullen zijn en langer niet en of het gebeurde dat men ter zake voorsz. in die Tiende eenige schaade kwam te lijden, zoo zal den Pagter of pagters aanstonds na de geleeden schaade daar van aan den voorn. Heere Rentmeester advertentie moeten doen, omme daar aan occulaire inspectie te konnen neemen en bij deesen gerechte belijdinge van de geleeden schade te konnen gedaan worden alle ten Pagtere Privé kosten en lasten, omme en dat onverhoopte geval als dan aan de Pagter zodanige quijtinge en afslag te doen zoo als bevonden zal worden te behooren alle het welke den Pagter of Pagters binnen den tijd van agt dagen precies na de geleeden schaade zal hebben te doen en te verrigten of zal uijt hoofde van dien geen quijtslag of remissie ter waereld mogen Pretenderen.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden gehouden zijn des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekelijken Pagter als met regt verwonnen schuld mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deen en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der voorsz. Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Consenteere en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen der Stad van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne gestelde Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welk de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen meede hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1801 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg zoude mogen worden verpagt, en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respective werden gedaan en verrigt van den eersten en tweede Clamp ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respectivelijk zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Officieren en Scheepenen mitsgaders aan den Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven der Conditie, en het leevere van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier in te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN MATTIJSEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE CRUIJSSCHOT en zoo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN, zuijdwaards schietende op DE HOOGE INGT, scheijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruijk.
Den Pagter zal voor dit jaar genieten bij deesen Clamp de Quantiteit van vijff en veertig vaten rogge die om het andere jaar door de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije moet geleevert worden, zijnde hier onder begreepen de Tiende van de Akkers op DEN HOOGEN AALEN en KIVIDSBRAAK.
Verponding f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 4
Ingezet bij JAN CROOIJMANS alhier op drie hondert en veertig gulden.
Affgehangen van vier hondert gulden.
Gedaaldt op drie hondert sestig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN JOOST BIEMANS, dico f. 360=..=..
Slaat veertig slagen MARTINUS WEERTS tien slagen en steld tot Borgen JAN BIEMANS en HENDRIK van den HEUVEL.
De tweede verdeeling nu genaamt DEN NUIJENEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE HOOG INGT voorsz. Noordwaards schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaren.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de voorsz. ses en neegentig vaten rogge die door de hoevenaars van SCHIPSTAL geleevert moeten worden zoo als Art. 7 vermeld.
Verponding f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN CROOIJMANS alhier op vier hondert en tagtig gulden.
Afgehangen van vijffhondert twintig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den Inzetter JAN CROOIJMANS voorsz. gebleeven, dico f. 480=..=..
Slaat twee slagen en steld tot Borgen PIET CROOIJMANS en JOOST van NEERVEN alhier.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan gemelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, vlas zaad, etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verponding f. 1=11=..
½ Reëel f. ..=15= 8
2= 6= 8
Ingezet bij JAN BIEMANS aan ’t NUIJENEIJND alhier op Een en twintig gulden.
Affgehangen van vijfftig gulden en gedaalt op dertig gulden en daar voor gemeijnt bij THOMAS WEERTS alhier. f. 30=..=…
Slaat twee slagen. En steld tot Borgen HENDRIK WEERTS en FRANCIS KLUIJTMANS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn naar het optellen van tien ieder van zijn Clamp Pagter gebleeven dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deese Conditie breeder staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert binnen BAKEL voorsz. deesen agtienden Julij 1700 Neegen en Neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President Loco Officier, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris Eijgenhandig ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
B.H.I.C.
Toegangsnummer 80, Inventarisnummer 433.
d.d. 18-07-1799.
BAKEL
Conditie der Verpagte Tiende van de Commanderije GEMERT, folio 59 recto voor De Heer en Mr. P.A. van MEEUWEN
Den 18 Julij 1799
Jura Copieëren deeses met Zeegel
Te zamen f. 2=16= :.
Fol: 59 recto.
Copie
C. van VUGT M. v. WOENSEL.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger Mr. P.A. van MEEUWEN als Gecommiteerde van de Commissie van Superintendentie en Sequestratie weegens de Bataafsche Replublicq, resideerende te BREDA, ten overstaan en bij weesen van den Gerechte deezer Gemeente na Zondaagse Publicatien Publicq en aan de meestbiedende over den oogst van deezen jaaren 1799 zalverpagten zodanige grootte kooren een Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende, zoo en in dien voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naame van bovengemelde Commissie bestierd worde door den gemelden Burger Mr. P.A. van MEEUWEN Practiseerende Advocaat binnen de Stad DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte en smalle Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schillingen te betaalen den Gulden teegens een en twintig Stuijvers te reekenen aan handen van den Rendmeester of Administrateur binnen de Stad DEN BOSCH voorsz. in twee termeijnen te weeten de eene helft van haaren verschulden pagt voor Drie Koningen en de wederhelft van dien voor vasten avond aanstaande alles in den jaare 1800, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op de voormelde termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve zal off zullen eerst ingezet en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den verpagter ende weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten van iedere Clamp tien stuijvers trekgeld zoo den ingezetten Clamp Blok off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagt te mogen korten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur sullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den Heere verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge de pagters van Clampen off perceelen als ook de inzetters in dat geval niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iedere gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en wijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegens off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerdere off mindere meijnder slag f fontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off perceelen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen gratie off quijtslag genieten, wat schaade door droogte, natten oogst, hooningsdauw < = een nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. >, wind, vries, hagelslag off andere des Heemelsche ongelukken over die voorsz. Tiende zoude mogen komen heijerkragt < = overmacht > ( ’t geen God verhoeden) alleenlijk uijtgezondert, deselve Tienden nogtans van eeven genoemde laatsten gevalle niet langer bevrijdende als tot dat de graanen gemaaijt zullen zijn.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regten en Placaten deezer Landen gehouden zijn de tienden, en dus vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet en worde benadeelt en in zonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om alle haare gepagte Clampen en blokken tiende op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter voormeld, zodanige die pagters teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen of deugdelijk Tiende derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter welke ieder een voor al en elk en elk in ’t bijzonder als schuldenaars principaal onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na regten toekomende, zullen moeten instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditie en bij fouten van dien dan voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comptoire van opgemelde verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren hooven ende gerichten en specialijk den Hoove der Justitie deeser Provintie, of zodanige Departementale Gerechtshoff als overeenkomstig de Staatsregeling over het Departement van de DOMMEL zal worden gesteld te vreeden zijnde, zonder voorgaande daginge haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den voorsz. Hove off geregte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagt conditie zal de blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijner lasten verhaalt worden, zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan als wanneer de Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan den verpagter of Rendmeester het randsoen en Godsgeld en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den Rendmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op de voorsz. Vastenavond dag eerstkoomende.
14.
De Smalle Tiende zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tiende niet begreepen zijn welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorschreven Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gebragt de MILHEEZE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten f. 41= 3= 8
Verponding f. 27= 9= :
½ reëel f. 13=14= 8
41= 3= 8
Ingezet bij JAN JACOBUS KUIJPERS alhier op twee hondert ses en veijfftig gulden, affgehange van drie hondert gulden en gedaalt op twee hondert seeventig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN TOMAS PEETERS, alhier f. 270= := :
slaat twintig slagen
Borgen: JAN BIEMANS en MARCELIS MANDERS Voldaan.
De tweede verdeeling of Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPELSTRAAT ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaerds.
Verpondingen f. 27= 9= :
½ reëele f. 13=14= 8
41= 3= 8
De pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 41= 3= 8
Ingezet bij JAN PEETER COX alhier op twee hondert en tien gulden, affgehangen van twee hondert en vijfftig gulden en gedaalt op twee hondert en twintig gulden
en daar voor gemeijnt bij JAN SMITS alhier dico f. 220= := :
Slaat veertig slagen
Borgen: JOHANNIS POULUS MIGGELS en ANTONIJ van WETTEN Voldaan.
Derden Clamp bij DEN HOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuydwaards naar de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN der gemeene weg langst het Kaske tot den VEN EIJK.
Verp. f. 37=11= 8
½ Reëel f. 18=15=12
56= 7= 4
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij JACOBUS SWINKELS alhier op vier hondert en dertig gulden, affgehangen van vier hondert en sestig gulden en gedaalt op vier hondert agt en veertig
gulden en daar voor gemeijnt bij THEODORUS van GRIENSVEN alhier dico f. 448=..=..
Slaat vijfftig slagen Voldaan
Borgen: ARNOLDUS van GRIENSVEN en JAN PEETER COX.
Vierden Clamp van over den VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Verp. f. 37=11= 8
½ Reëel f. 18=15=12
f. 56= 7= 4
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij JAN GIJSBERT DRIESSEN alhier op drie hondert ses en neegentig gulden
Affgehangen van vierhondert veertig gulden, en gedaalt op vier hondert en twintig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN TOMAS PEETERS alhier dico f. 420=..=..
slaat ses en dertig slagen Voldaan.
Borgen: FRANCIS MARTENS en PEETER van der POEL.
De BAKELSE Tiende nu genaamt DEN SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan DEN RIJPELBERG langst de BAKELSE BRUG Zuijdwaards tot ANDRIES JANSEN van NEERVEN en de akkers Noordwaards schietende langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de weg tot de Wed. TOMAS LAMBERS, tot de CLAMPKENS genaamt PAPENRIJT en CALVER EEUWSEL Noordwaards.
Den Pagter van deezen Clamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Tienden van de Abtdije ECHTERNACH twintig vaten rogge in Specie welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zullen worden goedgedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele lasten moeten betalen f. 46=11= 8
Verp. f. 31= 1=..
½ reëel f. 15=10= 8
46=11= 8
Ingezet bij JOHANNIS VERBAARSCHOT alhier op vier Hondert en drie gulden
Affgehangen van vier hondert En dertig gulden, en gedaalt Op vier hondert en twintig Gulden en daar voor gemeijnt Bij LEONARDUS van LEIJENBURG dico
f. 420=..=..
Slaat veertig slagen 388 aan geld
32 gekort
420
Voldaan.
Borgen: JAN TOMAS PEETERS en PIET CROOIJMANS.
De tweede verdeelinge van DEN SCHOUTSEN Clamp zijnde de anderen zijde Westwaards beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS regt door de straat tot het BRUGSKEN bij DEN SCHOENMAKER en zoo voorts neevens DE BEEK Zuijdwaards.
Den pagter zal van deesen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Tienden van de Abtdije ECHTERNACH, vijff en twintig vaten rogge in specie welke aan hem Pagter mits produceerende quitantie zullen worden goedgedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Verp. f. 31= 1=..
f. 15=10= 8
46=11= 8
Ingezet bij LEONARDUS CUIJPERS Alhier op vier hondert en Twee gulden, affgehangen Van vier hondert en dertig Gulden, en gedaalt op vier hondert En agt gulden en daar Voor gemeijnt bij LEONARDUS
CUIJPERS voorsz. dico f. 408=..=..
Slaat vijff en twintig slagen
Borgen: HENDRICUS JANSEN en HENDRIK EVERS
Ontfange 368= 0= 0
40= 0= 0 wegens geleeverde rogge.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest,. De Pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarigen vrijdom van Tiende voor circa ses Lopense in het HOOG EEUWSEL in gestoken welken vrijdom van Tiende de Pagters mitsdien aan gezeijden van GROOTEL voor het 8e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laten genieten.
Den Pagter zal voor verponding en Reëele lasten moeten betalen f. 40= 7=12
Verp. f. 26=18= 8
½ reëel f. 13= 9= 4
40= 7=12
Ingezet bij JAN RAIJMAKERS alhier op een hondert agt en bij mij ontfange sestig gulden, affgehangen van twee hondert gulden, en gedaalt op een hondert agt en
seeventig gulden, en daar voor gemeijnt bij HENDRIK van GROOTEL alhier, dico f. 178= .. = ..
slaat agt en twintig slagen f. 26=18= 8
204=18= 8
Borgen: PEETER van de LAAR en LEENDERT van de VONDERVOORT Ontfangen.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest, en aan voorsz. Commanderije is competeerende, waar van den Pagter voor verpondinge en Reëele lasten zal moet betaalen f. 27= 3=10
Verp. f. 18= 2= 6
½ reëel f. 9= 1= 4
27= 3=10
Ingezet bij PIET MATTIJS MANDERS alhier op twee hondert gulden, affgehangen van twee hondert vijff en twintig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet deze lasten en daar voor aan den inzetter zijn aan mij PIET MATTIJS MANDERS voorsz. betaald.
Gebleeven is dico f. 200= ..=..
slaat twee slagen Borgen: BASTIAAN MANDERS en JOHANNIS TIJS MANDERS Voldaan.
De smal Tiende van MILHEEZE onder BAKEL, zoo en gelijk die den laatste Pagter is gecollecteerd en getiend geweest, en waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betalen f. 3=11= 4
Verp. f. 2= 7= 8
½ reëel f. 1= 3=12
3=11= 4
Ingezet bij JOHANNIS van den KERKHOFF alhier op ses en veertig gulden, de verponding
affgehangen van Sestig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet, en daar voor aan den inzetter JOHANNIS van de KERKHOFF voorsz. gebleeven dico
betaalt bij mij f. 46= ..=..
slaat vier slagen
Borgen: JAN RAIJMAKERS en JAN PEETER TIJSSEN. Voldaan.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van oudts is getiend geweest, en waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betalen f. ..= 8= 4
Verp. f. ..= 5= 8
½ reëel f. ..= 2=12
..= 8= 4
Ingezet bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE op tien gulden,
Affgehangen van sestien gulden de verponden
en gedaalt op elff gulden bij mij ontfangen
en daar voor aan de insetter voorsz. gebleeven dico f. 11=..=…
Slaat vier slagen
Borgen: JOACHIMUS CROOIJMANS en TOMAS van GERWEN Voldaan
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn dezelve naar het afftellen van tien ieder van zijn Clamp Pagter gebleeven dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen, naarkomen en agtervolgen onder verband, submissie en renuntiatie als in dezelve breeder gemeld.
Aldus gedaan, gemeijnt, beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen agtienden Julij seeventien hondert Neegen en Neegentig, ten overstaan van PEETER van der POEL President Loco Officier, THEODORUS van GRIENSVEN en JAN BIEMANS Scheepenen, die de minute deeses beneevens dn verpagter en mijn ondergesz. Secretaris behoorlijk ten prothocolle hebben onderteekend.
Coll: Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 391.
d.d. 31-01-1800.
Copie Authenticq der conditie van verpagting der Thiende te BAEKEL, 1799.
Fol. 54 Recto
C. van VUGHT M. v. WOENSEL.
Conditien en Voorwaarden waar op den Burger H.F.D. HEUREUX als Rentmeester of Administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan de d’Abdije van ECHTERNACH en Gecommitteerde uyt de Commissie van Superintendentie en Sequestratie, weegens het BATAAFSCH Gouvernement residerende te BREDA ten overstaan van de Leden der Municipaliteit van BAKEL aan de meestbiedende Publicq en voor alle man zal verpagten de Grove en Smalle Tienden toe behoord hebbende aan gemelde Abtdije van ECHTERNACH en thans in naame van bovengemelde Commissie bestierd wordende door denzelven Burger H.F. De L’HEUREUX Practiseerende Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN, en zulx voor den oogst van deezen Jaare 1700 Neegen en Neegentig.
Art. 1.
Deeze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend in geen mindere munte dan gereduceerde Schillingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen EIJNDHOVEN ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste der pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijd zijn, ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Resolutien of Placaaten ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan den Heere Rentmeester of Administrateur tot EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere Ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het Emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal worden affgehangen en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het optellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, hagelslag, vries of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar alleenlijk zal men die voorsz. Tiende bevrijden van heijerkragt tot er tijd en wijlen toe de graanen gemaaijt zullen zijn en langer niet en of het gebeurde dat men ter zake voorsz. in die Tiende eenige schaade kwam te lijden, zoo zal den Pagter of pagters aanstonds na de geleeden schaade aan den voornoemde Heere Rentmeester advertentie moeten doen, omme daar aan occulaire inspectie te konnen neemen en bij deesen gerechte belijdinge van de geleeden schade te konnen gedaan worden alle ten Pagtere Privé kosten en lasten, omme in dat onverhoopte geval als dan aan de Pagter zodanige quijtinge en afslag te doen zoo als bevonden zal worden te behooren alle het welke den Pagter of Pagters binnen den tijd van agt dagen precies na de geleeden schaade zullen hebben te doen en te verrigten of zal uijt hoofde van dien geen quijtslag of remissie ter waereld mogen Pretenderen.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende ten allen tijden desgerequireert wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen naarkomen en voldoen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter of pagters van zulx te doen bleek in mora in gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende weederom aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan den gebreekigen Pagter als met regt verwonnen schuld mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deese en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme hen bij Scheepenen derzelve Stad in den inhoude en het naarkomen deezes volontairlijk ter hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen van DEN BOSCH voorsz..
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welk de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen meede hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert, gaande uijt het gedeelte der Tiendens eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1800, mits daarvoor aan den Heere Rentmeester of administrateur betaalende zoodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere Ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingevalle in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg zoude mogen worden verpagt, en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werde gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clampen naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als wordende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Officieren en Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven deeser Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter met de voorschotten aan Zeegels mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN MATTIJSEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE CRUIJSSCHOT en zoo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN, zuijdwaards schietende op DE HOOGE INGT, scheijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruijk.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deesen Clamp genieten de Quantiteit van vijff en veertig vaten rogge die om het andere jaar door de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije moet geleevert worden, zijnde hier onder begreepen de Tiende van de Akkers op DEN HOOGEN AALEN en KIVIDSBRAAK.
Ingezet bij JAN CROOIJMANS alhier op drie hondert en veertig gulden.
Affgehangen van vier hondert gulden.
En gedaaldt op drie hondert sestig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN JOOST BIEMANS, dico f. 360=..=..
Slaat veertig slagen MARTINUS WEERTS tien slagen en steld tot Borgen JAN BIEMANS en HENDRIK van den HEUVEL.
De tweede verdeeling nu genaamt DEN NUIJENEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE HOOG INGT voorsz. Noordwaards schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaren geweest.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de voorsz. ses en neegentig vaten rogge die door de hoevenaars van SCHIPSTAL geleevert moeten worden zoo als Art. 7 vermeld.
Ingezet bij JAN CROOIJMANS alhier op vier hondert en tagtig gulden.
Afgehangen van vijffhondert twintig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den Inzetter JAN CROOIJMANS voorsz. gebleeven, dico f. 480=..=..
Slaat twee slagen en steld tot Borgen PIET CROOIJMANS en JOOST van NEERVEN alhier.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan gemelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, vlas zaad, etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Ingezet bij JAN BIEMANS aan ’t NUIJENEIJND alhier op Een en twintig gulden.
Affgehangen van vijfftig gulden en gedaalt op dertig gulden en daar voor gemeijnt bij THOMAS WEERTS alhier. F. 30=..=…
Slaat twee slagen.
En steld tot Borgen HENDRIK WEERTS en FRANCIS KLUIJTMANS alhier.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn naar het optellen van tien ieder van zijn Clamp Pagter gebleeven dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deese Conditie breeder staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert binnen BAKEL voorsz. deesen agtienden Julij 1700 Neegen en Neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President Loco Officier, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen Was geteekend H.F.D. L’HOUREUX qq.
P. v.d. POEL, J. BIEMANS, J. v.d. KRUIJS
Onderstond mij present en was geteekend
G. van RIET, Secretaris.
Naar gedaane Collatien is deese met zijn origineel ten Prothocolle door mij ondergeschreeve bevonden te accordeeren.
Actum BAKEL den Een en dertigsten Januarij Agtien hondert.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 334.
d.d. 15-07-1800.
Conditie der verpagte Tiende
Toebehoorend hebbend aan Het Teutonicque Ordens of Commanderije van GEMERT
folio 118 verso
BAKEL
De 15e Julij 1800.
Voor ’t Land
Conditien en voorwaarden waar op den Burger P. van REEDEN als Gecommiteerde uijt de geweesen Commissie van Superintendentie en Sequestratie weegens de Bataafsche Replublicq, resideerende te BREDA, ten overstaan en bij weesen van den Gerechte deezer Gemeente na Zondaagse Publicatien Publicq en aan de meestbiedende over den oogst van deezen jaaren 1800 zal verpagten zodanige grootte kooren een Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN is geweest heffende en beurende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naame van bovengemelde Commissie bestierd word door den Burger P.A. van MEEUWEN Rentmeester binnen de Stad van DEN BOSCH.
………. 1.
Eerstelijk zoo zullen de voorz. grootte Tienden alle verpagt worden en Geld omme munte van Carolij Guldens etc.
En wel eerst den Clamp Tiende beginnende bij den HOOGENBERG op bij het inkoomen van BAKEL ter linkerhand Noordwaarts naast GEMERT tot de BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verpondingen en reëele lasten moeten betalen f. 41= 3= 6
Ingezet bij JAN JACOBUS CUIJPERS al hier op f. 350=..=..
Affgehangen van f. 450=..=..
en gedaalt op drie hondert twee en zestig gulden, en daar voor gemeijnt bij JAN PEETER MANDERS alhier, dico f. 362=..=..
slaat twintig slagen denzelven nog dertig slagen en steld het zelve daar meede voor alle man Borge: TOMAS HENDRIK SWINKELS en JAN JACOBUS CUIJPERS.
De Tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPELSTRAAT ten eijnde uijt, meede ter slinkerhand Noordwaarts.
Den pagter zal zonder kosten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8
ingezet bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS alhier op f. 290=..=..
Affgehangen van f. 360=..=..
en gedaalt op drie hondert sestien gulden, en daar voor Gemeijnt bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS voorsz., dico f. 316=..=..
Slaat vijff en twintig slagen
Denzelven slaat nog vijff en twintig slagen
Borgen: PEETER CORNELISSEN en JAN van DUIJNHOVEN
Derden Clamp bij den HOOGENBERG off bij het inkomen van BAKEL ter regterhand off Zuijdwaards na de kant van DEURNE off langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMMIJN FRANCEN den gemeenen weg langst het kaske tot den VEN EIJK.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG op f. 735=..=..
affgehangen van f. 800=..=..
en gedaalt op seeven hondert neegentig gulden en daar voor gemeijnt bij HERMANUS BIEMANS alhier, dico f. 790=..=..
Slaat twintig twintig slagen
Denzelven tien slagen
TOMAS REIJNDERS vier slagen
HERMANUS BIEMANS vier slagen
Borgen: JAN FRANCEN en JAN JANSE MASTBROEK.
Vierden Clamp van over den VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG op f. 660=..=..
affgehangen van f. 750=..=..
en gedaalt op ses hondert tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij THEODORUS van GRIENSVEN alhier, dico f. 680=..=..
Slaat vijff en twintig slagen.
Borgen: JAN PEETER COX en WILLEM MARTENS.
De BAKELSE Tiende nu genaamt DE MATHIJS EIJNDSEN CLAMP met DE CRUIJSCHOT, beginnende op de CRUIJSCHOT, en zoo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN, Zuijdwaarts schietende op de HOOGEN INGT, scheijdende op de LIJKWEG, zoo en gelijk deesen verdeelingen door de pagters der Abtdijen Tiende en die van SCHIPSTAL zijn verpagt en getiend geweest.
Den pagter van deesen Clamp zal moeten betaalen aan den pager der Abtdijen Tiende neegen vaten roggen in specie, welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zullen worden goedgedaan.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f, 46=11= 8
Ingezet bij JOHANNIS VERBAARSCHOT alhier op f. 462=..=..
Affgehangen van f. 520=..=..
en gedaalt op den voorsz. inzet, en daar voor aan den inzetter JOHANNIS VERBAARSCHOT voorsz. gebleven, dico f. 462=..=..
Slaat tien slagen.
Borgen: JASPER van NEERVEN en JAN PEETER CLAASSEN.
Tweede verdeelinge off Clamp nu genaamt DE NUIJENEIJNDSE CLAMP beginnende aan de HOOGINGT voorsz. Noordwaarts schietende op DE NEERSTRAAT zoo en gelijk deese verdeelinge door de pagters der Abtdijen Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Zullende den pagter van deesen Clamp moeten betaalen aan den pagter der Tiende van SCHIPSTAL twaalff vaten roggen in Specie, welke aan hem pagter mits produceerende de quitantie zullen worden goed gedaan.
En zal denzelven pagter voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 0
Ingezet bij HENDRIK WEERTS alhier op f. 752=..=..
Affgehangen van f. 800=..=..
en gedaalt op den voorsz. inzet, en daar voor aan den inzetter voorsz. gebleeven, dico f. 752=..=..
Slaat vier slagen.
Borgen: TOMAS WEERTS en WILLEM JAN ADRIAANS.
De Tiende van GROOTEL zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest, de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarigen vrijdom van tienden voor circa ses Lopensen in het HOOG EEUWSEL in gestooken, welken vrijdom van Tiende de pagters mitsdien aan geseijden van GROOTEL voor het 9e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 40= 7= 12
Ingezet bij JAN RAIJMAKERS alhier op f. 333=..=..
Affgehangen van f. 370=..=..
en gedaalt op drie hondert vier en dertig gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier, dico f. 334=..=..
Slaat tien slagen.
Borgen: HENDRIK en PERO van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest, en aan voorsz. Commanderije is Competeerende waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 27= 3=10
Ingezet bij JAN RAIJMAKERS alhier op f. 215=..=..
Affgehangen van f, 250=..=..
En gedaalt op twee hondert Veertig gulden, en daar Voor gemeijnt bij WILLEM CROOIJMANS te AARLE, dico f. 240=..=..
Slaat tien slagen
Denzelven nog vijfftien slagen
Borgen: TOMAS van GERWEN en JAN BIEMANS.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getient geweest, en waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 3=11= 4
Ingezet bij JAN CLAASSEN Van de LAAR alhier op f. 72=..=..
Affgehangen van f. 100=..=..
En gedaalt op vier en tagtig Gulden en daar voor gemeijnt Bij WILLEM FRANCIS MARTEN alhier, dico f. 84=..=..
Slaat ses slagen
Denzelven nog vier slagen.
Borgen: FRANCIS MARTENS en JAN van de LAAR.
De Smal Tiende van SCHIPSTAL en WOLFFSPUTTEN, zoo als van oudts getient is geweest, en waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. =.8=.4
Ingezet bij WILLEM FRANCIS MARTENS alhier op f. 11=10=..
Affgehangen van f. 20=..=..
En gedaalt op twaalff gulden
En daar voor gemeijnt bij HENDRIK GRUIJTERS te AARLE, dico f. 12=..=..
Slaat twee slagen
Borgen: JAN BIEMANS en LEONARDUS van LEIJENBURG.
En alzoo ten Uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagen, zoo zijn na het optellen v an tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben beloofft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen, nakomen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in dezelve breeder vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen vijfftiende Julij Een duijzent agt hondert en, ten overstaan van JAN BIEMANS Loco Officier THEODORUS van GRIENSVEN en JOHANNIS van de KRUIJS Scheepenen.
Was geteekend
P.V. Beede qq J.BIEMSNS F. v. GRIENSVEN, J. van de KRUIJS
Onderstond
Mij Present en was geteekend
G. van RIET. Secret.
Quos Attestor
G. van RIET, Secret.
Bijlagen.
Borderel der Tienden van BAKEL en MILHEEZE over den oogst van 1800.
Borderel of Opbrengst der Tienden van BAKEL en MILHEEZE over 1800.
Klampen.
1.
DEN HOOGENBERG f. 362=..=..
50 slagen 25=..=..
Onraad 19= 7=..
406= 7=..
2.
DE BERKSCHEN STRAAT f. 316=..=..
50 slagen 25=..=..
Onraad 17= 1=..
358= 1=..
3.
DEN HOOGENAKKER ter regter hand of Zuijdwaarts f. 790=..=..
38 slagen 19=..=..
Onraad 40= 9=..
849= 9=..
4.
DEN VEN EIJK f. 680=..=..
25 slagen 12=10=..
Onraad 34=12= 8
f. 727= 2= 8
f. 2340=19= 8
5.
BAKELSCHEN TIEND f. 462=..=..
10 slagen 5=..=..
Onraad 23= 7=..
490= 7=..
6.
2de verdeeling f. 752=..=..
4 slagen 2=..=..
Onraad 37=14
791=14=..
7.
Tienden van GROOTEL f. 334=..=..
10 slagen 5=..=..
Onraad 16=19=..
355=19=..
8.
TIENDEN van SCHIPSTAL f. 240=..=..
25 slagen 12=10=..
Onraad 12=12= 8
265= 2= 8
9.
Smal Tiende van MILHEZEN f. 84=..=..
10 slagen 5=..=..
Onraad 4= 9=..
f. = 9=.. 93
10.
Smal Tiende van SCHIPSTAL f. 12=..=..
2 slagen 1=..=..
Onraad =..13=..
13=13=..
4351= 4=..
Toegangsnummer 80.
Inventarisnummer 391.
d.d. 15-07-1800.
Folio 120 verso.
Voor ’t Land.
Conditien en voorwaarden, waar op de Gecommitteerde van de Gecommitteerde van de Commissie van Superintendentie en Sequestratie, wegens het Bataafsch Gouvernement, resideerende te BREDA, Verpagt heeft de Thiendens van den Oogst des Jaars 1800.
Toebehoord hebbende aan de Abtdeije van ECHTERNACH.
Te BAKEL
Op den 15e July 1800.
‘t 6e Jaar der BATAAFSCHE VRIJHEID.
Visa.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger P. van REEDEN als Gecommiteerde uijt de geweesen Commissie van Superintendentie en Sequestratie weegens het Bataafsch Gouvernement, resideerende te BREDA, ten overstaan en byweesen van de Leeden der Municipaliteit van BAKEL en MILHEEZE meestbiedende zal verpagten, de Thiendens van BAKEL en MILHEEZE gemaamt de Groove en Smalle Tiende toebehoord hebbende aan de Abtdeije van ECHTERNACH en thans in naame van bovengemelde Commissie, bestierd wordende door den Burger H.F. de L’HEUREUX Rentmeester op de goederen toebehoord hebbende aan gemelde Abtdije ECHTERNACH binnen de Stad EIJNDHOVEN.
Art. 1.
Deeze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend in geen mindere munte dan gereduceerde Schillingen aan den Heere Verpagter Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorz. ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste der pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijts zijn ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Placaaten of resolutien ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan den Heere Verpagter tot EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilveren Ducatons aan den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere Ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de beloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal worden affgehangen, en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende ondertusschen een ieder hoer op hoogen en slaan en welk hoogsel na het optellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, hagelslag, vries of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar alleenlijk zal men die voorsz. Tiende bevrijden van heijerkragt tottet tijd en wijle toe de graanen gemaaijt zullen zijn en langer niet en of het gebeurde dat men ter zake voorsz. in die Tiende eenige schaade kwam te lijden, zoo zal den Pagter of pagters aanstonds na de geleeden schaade daar van aan den voorn. Heere Verpagter advertentie moeten doen, omme daar van occulaire inspectie te konnen neemen en bij deesen gerechte belijdinge van de geleeden schade te konnen gedaan worden alle ten Pagters Privé kosten en lasten, omme en dat onverhoopte geval als dan aan de Pagter zodanige quijtinge en afslag te doen zoo als bevonden zal worden te behooren alle het welke den Pagter of Pagters binnen den tijd van agt dagen precies na de geleeden schaade zal hebben te doen en te verrigten of zal uijt hoofde van dien geen quijtslag of remissie ter waereld mogen Pretenderen.
5.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het affmeijnen off bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden gehouden zijn des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen naarkomen voldoen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicq en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekelijken Pagter als met regt verwonnen schuld mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deese en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der voorsz. Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Consenteere en verders hun onverscheijden een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen der Stad van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne gestelde Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welk de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen meede hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1801 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontvangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie Zilvere Ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg off niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagting deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respective werden gedaan en verrigt van den eersten en tweeden Clamp ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweeden Clamp naderhand zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Officieren en Scheepenen mitsgaders aan den Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven deeser Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk de Clamp Tiende nu genaamt den KERK EIJNDSEN CLAMP, beginnende aan HET SOERSEL, regt langst de KERKSTRAAT, met den MOOLENAKKER daar bij scheijdende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS, en voorts op DE BEEK regt uijtschhietende op den gemeenen PEELWEG van het OVERSCHOT en voorts weeder tot aan het SOERSEL, in deese verdeeling is meede begreepen de akkers op HOGEN AALEN.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de ses en neegentig vaten rogge zooals Att. 7. staat uijtgedrukt.
Verponding f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN RAIJMAKERS alhier op f. 550=..=..
affghangen van ses hondert gulden en gedaalt op vijff hondert agt en tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN MANDERS, dico f. 588=..=..
Slaat tien slagen en steld het zelve daar meede voor alle man
Borgen: GERRIT CROOIJMANS en JAN van DINTER.
De Tweede verdeelingen nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN CLAMP scheijndende DE KERKSTRAAT, beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESCHP met het derde deel van den SCHAAPSDRIES, volgens oud gebruijk.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten neegen vaten roggen die door de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije moeten gelevert worden.
Verponding, f. 34=..= 4
½ reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op f. 700=..=..
Affgehangen van agt hondert gulden en gedaalt op seeven hondert twintig gulden, en daar voor gemeijnt bij den Inzetter MARTINUS WEERTS voorsz. dico
f. 720=..=..
Slaat twintig slagen en steld voor alle man Borgen: HENDRIK van den HEUVEL en JAN BIEMANS.
De SMALLE TIENDEN zoo als van oudts is Competeerende, bestaande in lammeren, varkens, biën, vlaszaad, etc. van voorsz. twee Clampen vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps Lasten.
Verponding: f. 1=11=..
½ Reëel f. ..=15= 8
2= 6= 8
Ingezet op f. 72=..=..
Affgehangen van f. 100=..=..
gedaaalt op de voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter PIET de WIT voorsz. gebleeven, dico f. 72=..=..
Slaat twee slagen
en steld denzelven daar meede voor alle man
Borgen: ANTONY JAN WILBERS en JAN PEETER MARTENS.
En alzoo ten uijtgang des Hoogsels niemand meer hogende off slaande dan de respective laatste slageer zoo zijn dezelve na het ottellen van tien ieder van zijn Clamp Pagter gebleeven, de welke beneevens haar gestelde Conditie te zullen voldoen, naarkomen en agtervolgen, onder verband submissie en renuntiatie als in de zelve breeder vermelt.
Aldus gedaan, gemeint, beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen vijftienden Julij Een duijzetn agt hondert ten overstaan van JAN BIEMANS Scheepen Loco Officier, THEODORUS van GRIENSVEN en JOHANNES van de CRUIJS Scheepenen.
Was geteekend P. van REEDEN qq, J. BIEMANS, J. van de KRUIJS, F. van GRIENSVEN, onderstond Mij present en was geteekend
G. vab RIET, Secretaris.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secrtrs.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 14-07-1801.
BAKEL
Conditie der verpagte TIENDE toebehoord hebbende aan de Commanderije van GEMERT.
Fol. 5.
Den 14e Julij 1801
Soloit
Jura voor instellen Prothocollen passeeren Pagt Conditie uijtleevere van Copie van die aan den Heere verpagter mitsgaders voor overstaan van Officier en Scheepenen en afhanger in alles te zaamen f. 45=..=..
Fol. 5 verso.
Voor ’t Landt.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger P. A. van MEEUWEN als Gecommiteerde van de Commissie van Administratie over alle goederen en Domeijnen door de Franschen aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan en bij weesen van den Gerechte deezer Gemeente na Zondaagse Publicatien Publicq en aan de meestbiedende over den oogst van deezen jaaren 1801 zal verpagten zodanige grootte kooren een Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle gelegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naame van bovengemelde Commissie bestierd word door den gewesen Burger Mr. P.A. van MEEUWEN Practicerend Advocaat binnen de Stad van DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte en smalle Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schillingen te betaalen den Gulden teegens een en twintig Stuijvers te reekenen aan handen van den Rendmeester of Administrateur binnen de Stad DEN BOSCH voorsz. in eenen termeijn te weeten op den eersten April in den jaare 1802, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zal off zullen eerst ingezet en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den verpagter ende weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten van iedere Clamp tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagt te mogen korten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur sullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen off perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iedere gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en wijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de
’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegens off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meijnder slag f fontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofde het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Clampen onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel staan ten schaade en baaten van den pagter.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om alle haare gepagte Clampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestiën zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na regten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditien en bij fouten van dien daar voor weesen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comptoire van opgemelde verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren hooven ende gerichten en specialijk den Hoove der Justitie deeser Provintie, of zodanige Departementale Gerechtshoff als overeenkomstig de Staatsregeling over het Departement van de DOMMEL zal worden gesteld te vreeden zijnde, zonder voorgaande daginge haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den voorsz. Hoove off geregte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zig moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rendmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den Rendmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle Tienden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gebragt de MILHEEZE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8.
Verponding f. 27= 9= :
½ reëel f. 13=14= 8
41= 3= 8 Ingezet bij JAN JACOBUS CUIJPERS alhier op vijff hondert gulden, affgehangen van ses hondert gulden, en gedaalt op vijff hondert en twaalff gulden en daar voor
gemeijnt bij JAN JACOBUS CUIJPERS voorsz. dico f. 512= := :
Slaat vijfftig slagen
Denzelven slaat twaalff slagen ten behoeven van JAN PEETER MANDERS alhier Vol.
Borgen: TOMAS SWINKELS en JAN JACOBUS KUIJPERS
De Tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPELSTRAAT, ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaarts.
Den Pagter zal voor verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8
Verponding f. 27= 9= :
½ reële f. 13=14= 8
41= 3= 8
Ingezet bij JOHANNES MICHIELS alhier op vier hondert en veertig gulden
Afgehangen van vijffhondert gulden en gedaalt op vier hondert vijfftig gulden en daar voor
Gemeijnt bij JAN CORST SMITS alhier dico f. 450=..=..
slaat veertig slagen
JAN JAN HENDRIKS slaat tien slagen, JAN CORST SMITS nog twee slagen
Borgen: JOHANNIS MICHGELS en ANTONY van WETTEN.
Derden Clamp bij den HOOGEN BERG off bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand of Zuijdwaards naast de kant van DEURNE off langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN den gemeenen weg langst het Kaske totten VEN EIJK.
Den pagter zal voor verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij JAN JANSEN HENDRIKS alhier op een duijzent en zestien gulden, afgehangen van elff hondert gulden en gedaalt op een duijzent en neegentig gulden
en daar voor gemeijnt bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS alhier dico f. 1090=..=..
slaat vijftig slagen.
Borgen: FRANCIS van de LAAR en JAN van DUIJNHOVEN.
Vierden Clamp van over den VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt, meede ter regterhand na DEURNE
Verponding f. 37=11= 8
Reëel f. 18=15=12
56= 7= 4
Den pagter zal zonder korten voor verpondinge en Reële lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij HERMANUS BIEMANS alhier op Een duijzent en tien gulden, afgehangen van elff hondert gulden en gedaalt op een duijzent sestig gulden en daar voor gemeijnt bij THEODORUS van GRIENSVEN, alhier, dico f. 1060=..=..
slaat twintig slagen
denzelven slaat tien slagen
JOHANNIS van de WEIJER slaat nog tien slagen.
Borgen: JAN FRANSEN en HERMANUS BIEMANS.
De BAKELSE Tiende nu genaamt den KERK EIJNDSEN CLAMP, beginnende aan HET SOERSEL, regt langst de KERKSTRAAT, met den MOOLENAKKER daar bij scheijdende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS, en voorts op DE BEEK regt uijtse hietende op den gemeenen PEELWEG van het OVERSCHOT en voorts weeder tot aan het SOERSEL. Zoo en gelijk deese verdeeling door de pagters der Abtdije Tiende en die van de Heeren TIJBOSCH en Van BOXTEL respective is getient geweest. Den Pagter zal van deesen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Abtdije Tiende neegen vaten rogge in specie, zonder kortinge aan zijnen Pagt zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Rendmeester of administrateur te produceeren.
En zal voor verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS alhier op vijff hondert dertig gulden
Afgehangen van seshondert veertig gulden en gedaalt voldaan
op vijff hondert seeventig gulden, en daar voor gemeijnt bij MARCELIS MANDERS alhier, dico f. 570=..=..
slaat twee slagen
denzelven slaat nog agtien slagen.
Borgen: PETER de VETH en JAN TOMAS PEETERS.
Tweede verdeeling off Clamp nu genaamt DEN KERK EIJNDSE CLAMP schietende op de KERKSTRAAT, beginnende op de VLINKERT en schietende op ESPE, alles volgens oud gebruijk, zoo en gelijk deese verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL respective is gepagt en getient geweest. Den pagter zal van deesen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Tienden van SCHIPSTAL, twee en twintig vaten rogge in specie, zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Rendmeester of administrateur produceeren.
En zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij JOHANNIS VERBAARSCHOT alhier op zeeven hondert vier en twintig
gulden, afgehangen van agt hondert gulden en gedaalt op zeeven hondert en zeeventig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN WILBERT RAYMAKERS alhier, dico
f. 770=..=..
Slaat vijff en twintig slagen.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JAN PEETER CLAASSEN.
De Tiende van GROOTEL zoo als voorheen verpagt en getient is geweest; de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL eenen tien jaarigen Vrijdom van Tiende voor circa ses Lopense in het HOOG EEUWSEL ingestooken, welke vrijdom van Tiende de Pagters mitsdien aan geseijde Van GROOTEL voor het 10e en 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Ingezet bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE op drie hondert en veertig gulden, afgehangen van vier hondert gulden en gedaalt op drie hondert en zeeventig gulden, en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier, dico f. 370=..=..
Slaat veetig slagen
Borgen: HENDRIK en ANTONIJ van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN, onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getient is geweest, en aan voorsz. Commanderije is Competeerende.
Ingezet bij ANTONIJ van GROOTEL op twee hondert vijfftig gulden, affgehangen an drie hondert veertig gulden en gedaalt op twee hondert en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier, dico f. 290=..=.. Slaat dertig slagen
Borgen: als voor.
De SMAL TIENDE van MILHEESE onder BAKEL, zoo en gelijk die bij den laatsten Pagter is gecollecteert en getient geweest.
Verp. f. 2= 7= 0
½ reëel f. 1= 3-12
3=11= 4
Ingezet bij HENDRIK WEERTS alhier op twee en dertig gulden, afgehangen van een hondert gulden, en gedaalt op zes en veertig voldaan
gulden, en daar voor gemeijnt bij JOHANNIS van de KERKHOFF alhier, dico f. 46=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: MARTINUS WEERTS en PEETER de VETH.
De SMAL TIENDE van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN; zoo als van oudts getient is geweest.
Verp. f. ..= 5= 8
½ Reëele f. ..= 2=12
..= 8= 4
Ingezet bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS alhier op neegen gulden tien stuyvers, affgehangen van vijftien gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE voorsz. gebleeven, dico f. 9-10=.. Slaat twee slagen.
Borgen: JOACHIMUS CROOIJMANS en HENDRIK EEVERS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen, naarkoomen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in deselve breeder vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt, beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen veertienden Julij Een duijzent agt hondert en een, ten overtaan van JAN BIEMANS Scheepen Loco Officier THEODORUS van GRIENSVEN en PEETER de VETH Scheepenen, die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeven Secretaris eijgenhandig ten Prothocolle hebben onderteekend.
Quod attestor
G. van RIET, Secrt.
Toegangsnummer 80.
Inventarisnummer 391.
BAKEL
Conditie der vepagte TIENDE toebehoord hebbende aan D’Abtdeije van ECHTERNACH
Folio 1.
De 16e Julij 1801.
Jura binnen gemeld.
Folio 1 recto.
Voor’t Land.
Conditien en Voorwaarden waar op den Burger H.F.D. HEUREUX als Administrateur over de goederen toebehoord hebbende d’Abdije van ECHTERNACH en Gecommitteerde uyt de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de FRANSCHE aan de BATAAFSCHE Republicq bij transactie van den 5e Januarij 1800 afgestaan, residerende te BREDA ten overstaan van de Leden der Municipaliteit van BAKEL aan de meestbiedende Publicq en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden toe behoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en thans in naame van bovengemelde Commissie bestierd wordende door denzelven Burger H.F. De L’HEUREUX Practiseerende Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN, en zulx voor den oogst van deezen Jaare Een duizend agt hondert en een.
Art. 1.
Deeze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend in geen mindere specie dan gereduceerde Schillingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorz. ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste der pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijd zijn, ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Placaaten of resolutien ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal worden affgehangen en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden gaande half ten profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel stan ten laate en Lasten van den Pagter
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen o bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicq en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld, konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deese en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme hen bij Scheepenen derzelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen in dat verzoek vrijwillig te Consenteere en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen der Stad van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1802 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg zoude mogen worden verpagt, en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters te respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt, ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Officieren en Scheepenen mitsgaders aan den Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven deeser Conditie, en het leevere van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier in te verpagten ten beurde gesteld.
Den SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan den RIJPELBERG langs DE BAKELSE BRUG Zuijdwaards tot ANDRIES van NEERVEN en de akkers Noordwaarts langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de weg tot de Weduwe TOMAS LAMBERS, met de Clampkens genaamt PAAPENRIJT en KALVEREUWSEL Noordwaarts, en is onder deese verdeeling meede begreepen de Tienden van de akkers geleegen op DE HOOG AALE en KIEVIDSBRAAK.
Den pagter zal bij deesen Clamp genieten de ses en neegentig vaten zoo als Art. 7. staat uytgedrukt.
Den pagter van deesen Clamp zal dienen verdagt te zijn om aan LEONARDUS van LEIJENBURG vrijdom van Tiende te geeven Provisioneelijk voor dit Jaar voor Circa drie Lopense ingestooken in het HEIJTVELD aan de SCHOUW, mitsgaders aan HENDRIK KUUNDERS voor circa drie Lopense in DEN HEIJBERG ingestooken meede voor dit jaar.
Verponding f. 34=..= 4 ½ Reëel f. 17=..= 2
f. 51=..= 6
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op elff hondert en sestig gulden, afgehangen van twaalfhondert en twintig gulden en gedaalt op elff hondert twee en tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij TOMAS WEERTS alhier, dico f. 1182=..=..
Slaat vier slagen
denzelven slaat nog een en twintig slagen
LEONARDUS van LEIJENBURG Slaat nog tien slagen en steld tot Borgen SIJMEN JOOST NOOIJEN en HEIJBERT van SIJMEN JOOST NOOIJENS en HUIJBERT van LEIJENBURG
De andere zijde van denzelven Clamp Tiende Noordwaarts beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS, regt door de Straat tot het BRUGSKEN bij DEN SCHOENMAKER, en zoo voorts neevens DE BEEK Zuijdwaarts, en is onder deesen verdeelinge begreepen de Tiende van de Akkers op ESPH, zooals van oudts gebruijkelijk.
De pagter zal bij deesen Clamp genieten de neegen vaten rogge die door de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdeije moet geleevert worden, gaande uit den KERKEIJNDSEN CLAMP.
Verponding f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij LEONARDUS CUIJPERS te DEURNE op elff hondert twee en zestig gulden, affgehangen van twaalff hondert en twintig gulden en gedaalt op elff hondert
twee en seeventig gulden en daar voor gemeijnt bij LEONARDUS CUIJPERS voorsz., dico f. 1172=..=..
Slaat twee slagen den zelven slaat nog agt en twintig slagen en steld tot Borgen:
GUILHELMUS den DOOP en HENDRICUS VERBAARSCHOT
.
De SMAL TIENDE zooals van oudts is Competeerende aan voormelden Abtdeije, bestaande in varkens, lammeren, biën, vlaszaad, van voorz. twee Clampen, vrij van onraad mits betaalenden de s’Lands en Dorpslasten.
Verponding f. 1=11=..
½ Reëel f. ..=15=.8
2= 6= 8
Ingezet bij FRANCIS MARTENS Alhier op vijff en veertig Gulden afgehangen vanTagtig gulden en gedaalt op Ses en veertig gulden en daar Voor gemeijnt bij FRANCIS MARTENS voorsz., dico f. 46=..=..
Slaat twee slagen
En steld tot Borg: PIET de WIT.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben dezelve beneevens haare gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deese Conditie breeder staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt, beslagen en gepasseert binnen BAKEL voorsz. deesen sestienden Julij Eenduizend agt honderden en een ten overstaan van JAN BIEMANS Scheepen Loco Officier en JOHANNIS van de KRUIJS en JASPER van NEERVEN Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter qq en mij ondergeschreeve Secretaris Eijgenhandig ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 16-07-1802.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende toebehoord hebbende aan De Abtdeije van ECHTERNACH, fol. 82 verso.
Den 16e Julij 1802.
Jura binnen gemeld.
Voor ’t Landt.
Fol. 82 verso.
Visa.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger H.F. de L’HEUREUX als de administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH en gecommitteerde uit de Commissie van Administratie over alle de Goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van de Leeden der Municipaliteit van BAKEL aan de meestbiedende Publicq en voor alle man zal verpagten de Grove en Smalle Tienden toebehoord hebbende aan gemelde Abtdeije van ECHTERNACH en thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd wordende door den zelven Burger H.F. de L’HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst van deesen jaare Een duizend agt honderd en twee.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Pericule des pagters offte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn in gesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de beloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal worden affgehangen en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staande ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onderscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme hen bij Scheepenen der voorsz. Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen der Stad van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welk de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1803 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Officieren en Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven deeser Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN MATTIJSEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE CRUIJSSCHOT en zoo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN, zuijdwaards schietende op DE HOOGE INGT, scheijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruijk.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deesen Clamp genieten de quantiteit van vijff en veertig vaten rogge, die om het ander jaar door de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije moet geleevert worden, zijnde hier onder begreepen de Tienden van de Akkers op den HOOGEN AALEN en KIEVIDSBRAAK.
Verp. f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS
alhier op agt hondert en vijff gulden, afgehangen van neegen hondert gulden en gedaalt op agt hondert ses en vijftig gulden en daar voor gemeijnt bij WILLEM
DIRK JANSEN alhier, dico f. 856=..=..
Slaat vijff en twintig slagen
denzelven nog vijftien slagen en steld tot Borgen: JAN PEETER CLAASSE en JAN RAIJMAKERS.
De tweede verdeeling nu genaamt DEN NUIJENEIJNDSEN CLAMP beginnende op DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaards schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaren geweest.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de voorsz. ses en neegentig vaten rogge die door de hoevenaars van SCHIPSTAL geleevert moeten worden zoo als Art. 7 vermeld.
Verponding f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS alhier, op neegen hondert en vijftig gulden, afgehangen van een duizent gulden en gedaalt op den voorsz. Inzet en daar voor aan
den Inzetter JAN JOOST BIEMANS voorsz. gebleeven, dico f. 930=..=..
slaat dertig slagen en steld tot Borgen: MARTIENUS WEERTS en JOHANNES BIEMANS.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan gemelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, vlas zaad, etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verponding f. 1=11=..
½ Reëel f. ..=15= 8
2= 6= 8
Ingezet bij JAN RAIJMAKERS alhier op sestig gulden afgehangen van tagtig gulden en gedaalt op de voorsz. inzet, en daar voor aan den Inzetter JAN RAIJMAKERS
voors. gebleeven, dico f. 60=..=..
slaat twee slagen en steld tot Borgen: BASTIAAN MANDERS en HENDRICUS HENDRIKS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunne gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deese Conditie breeder staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen sestienden Julij Eenduizent agt hondert en twee ten overstaan van JAN MATTIJS MASTBROEK President Scheepen Loco Officier, JAN BIEMANS en PEETER de VET Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter qq en mij ondergeschreeve Secretaris Eijgenhandig ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 22-7-1802.
BAKEL
Conditie der verpagte Tiende
Toebehoord hebbende aan de
Teutonicque van GEMERT, folio 86.
Den 22e Julij 1802.
Jura voor instellen Prothocollen, passeeren pachtcondite, uitleveren van Copie van dien aan den Heere verpagter qq misgaders voor overstaan van Officier Scheepenen en afhanger in alles te zamen f. 45=..=..
Fol. 86 verso.
Voor’t Landt.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger P. A. van MEEUWEN als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan en bij weesen van den Gerechte deezer Gemeente na Zondaagse Publicatien Publicq en aan de meestbiedende over den oogst van deezen jaaren 1802 zal verpagten zodanige grootte koorn en Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle gelegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van Oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den geme. Burger Mr. P.A. van MEEUWEN Practicerend Advocaat binnen de Stad van DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rendmeester of Administrateur binnen de Stad DEN BOSCH voorsz. in eenen termeijn te weeten op den eersten April in den jaare 1803, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en weijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegen off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meijnder slag off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofde het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Clampen onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel staan ten schaade en baaten van den pagter.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om alle haare gepagte Clampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na regten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weesen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comptoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haar erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren hooven ende gerechten en specialijk den Hoove der Justitie deeser Provintie, of zodanige Departementale Gerechtshoff als overeenkomstig de Staatsregeling over het Departement van BRABAND zal worden gesteld te vreeden zijnde, zonder voorgaande daginge haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den voorsz. Hoove off geregte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zig moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESCHE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8.
Verp. f. 27= 9=..
½ reëele f. 13=14= 8
41= 3= 8
Ingezet bij FRANCIS van de LAAR alhier op ses hondert en tien gulden, afgehangen van zeeven hondert gulden en gedaalt op ses hondert vijff en veertig gulden en daar voor gemeijnt bij FRANCIS JOSEPH van NEERVEN alhier, dico f. 645=..=..
Slaat twee slagen
den zelven slaat nog agtien slagen.
Borgen: JOHANNIS RAIJMAKERS en JACOBUS van NEERVEN Voldaan.
De tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst DE CAPELSTRAAT ten Eijnde ui meede ter slinkerhand Noordwaarts
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten betaalen f. 41= 3= 8
Verp. f. 27= 9=..
½ reëel f. 13=14= 8
Ontfange f. 41= 3= 8
Ingezet bij FRANCIS van de LAAR
alhier op vijff hondert veertig gulden, afgehangen van zes hondert gulden en gedaalt op vijff hondert vier en vijfftig gulden, en daar voor gemeijnt bij CORNELIS
JAN CORNELISSE alhier, dico f. 554=..=..
Slaat twee slagen
denzelven slaat nog agtien slagen.
Borgen: JACOBUS SWINKELS en FRANCIS van de LAAR.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter Regterhand of Zuijdwaarts naast de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst het KASKE tot den VENEIJK.
Den pagter zal dienen verdagt te zijn om aan JAN JAN HENDRIKS vrijdom van Tiende te geeven Provisioneel voor het jaar in circa drie Lopense, in het HEIJTVELD genaamt DE WOLFSVLAAS ingestooken.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Verp. f. 37=11= 8
½ reëel f. 18=15-12
Ontfange f. 56= 7= 4
Ingezet bij CORNELUS JAN CORNELISSE alhier op agt hondert Gulden, afgehangen van eenduijzent gulden, en gedaalt op agt hondert en zestig gulden, en daar voor gemeijnt bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS, alhier, dico f. 860=..=..
Slaat twee slagen
Denzelven slaat nog agtien slagen.
Borgen: CORNELIS JAN CORNELISSEN en JAN van DUIJNHOVEN.
Vierden clamp van over den VENEIJK langst DE CAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uit, meede ter Regterhand na DEURNE.
Den pagter zal zonder kosten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Verp. f. 37=11= 8
½ reëel f. 18=15=12
Ontfange f. 56= 7= 4
Ingezet bij JOHANNIS MICHGELS Alhier op zeeven hondert twintig gulden, afgehangen van agt hondert en vijftig gulden en gedaalt op zeeven hondert agt en dertig gulden en daar voor gemeijnt bij ANTONIJ van OORSCHOT alhier, dico f. 738=..=..
Slaat vier slagen.
Borgen: MATTIJS van de CRUIJS en MATTIJS COX.
De BAKELSE Tiende nu genaamt DEN SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan DEN RIJPELBERG, langst DE BAKELSE BRUG Zuijdwaarts tot ANDRIES JAN van NEERVEN en de Akkers Noordwaarts, schietende langst de BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de weg tot de Weduwe TOMAS LAMBERS tot de CAMPKENS genaamt PAAPENRIJT en CALVEREUWSEL Noordwaarts.
Den pagter van deezen Clamp zal moeten betaalen aan den pagter der Tiende van de Abtdije ECHTERNACH, twintig vaten rogge in specie, zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rentmeester off Administrateur te Produceeren.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Verp. f. 31= 1=..
½ reëel f. 15=10= 8
f. 46=11= 8
Den pagter van deezen Clamp zal dienen verdagt te zijn om aan LEONARDUS van LEIJENBURG vrijdom van Tiende te geeven Provisioneel voor dit jaar voor circa drie Lopense ingestooken in het HEIJTVELD aan DE SCHOUW, mitsgaders aan GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS voor circa een en een halff Lopense en aan HENDRIK KUUNDERS meede voor circa drie Lopense in DEN HEIJBERG.
Ingezet bij MARCELIS MANDERS
alhier op vijff hondert gulden
Afgehangen van zes hondert gulden en gedaalt op vijff hondert vier en dertig gulden en daar voor gemeijnt bij LEONARDUS CUIJPERS alhier,
dico f. 534=..=..
slaat twee slagen
Denzelven slaat nog agt en veertig slagen.
Borgen: JOACHIMUS CROOIJMANS en HENDRIK KUUNDERS.
De Tweede verdeelinge van DEN SCHOUTSEN CLAMP, zijnde de andere zijde Westwaarts, beginnende bij WILLEM RAAIJMAKERS, regt door de Straat tot het Brugsken bij DEN SCHOENMAKER en zoo voorts neeven de BEEK Zuijdwaarts.
Den pagter zal van deezen Clamp der Tiende van de Abtdije ECHTERNACH vijff en twintig vaten rogge in specie zonder korting aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rentmeester off Administrateur te Produceeren.
Den pagter za voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Verp. f. 31= 1=..
½ reëel f. 15=10= 8
f. 46=11= 8
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG alhier op drie hondert Gulden, afgehangen van vier Hondert vijftig gulden, en Gedaalt op vier hondert gulden En daar voor gemeijnt bij GERRIT ANTONIJ CROOIJMANS te DEURNE, dico f. 400=..=..
Slaat twee slagen
Denzelven slaat nog agt en Dertig slagen
Ontfange de somme van f. 201= 5=..
Borgen: JAN MANDERS en ANTONIJ CORSTIAANS.
De Smal Tiende van GROOTEL onder BAKEL, zoo als voor een verpagt en getiend is geweest den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betalen
f. 40= 7=12
Verp. f. 26=18= 8
1/2 reëel f. 13= 9= 4
f. 40= 7=12
Ingezet bij HENDRIK GRUIJTERS alhier op twee hondert en tien gulden, afgehangen van drie hondert gulden en gedaalt op twee hondert tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN BIEMANS alhier, dico f. 280=..=..
Slaat tien slagen
denzelven slaat nog dertig slagen.
Borgen: LEONARDUS van LEIJENBURG en TOMAS WEERTS. Voldaan.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest, een aan voorsz. Commanderije is Competeerende, waar van den Pagter voor verponding en Reëele lasten zal moeten betaalen f. 27= 3=10
Verp. f. 18= 2= 6
½ reëel f. 9= 1= 4
f. 27= 3=10
Ingezet bij HENDRIK GRUIJTERS te AARLE op twee hondert gulden afgehangen van drie hondert gulden en gedaalt op twee hondert zes en dertig gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de f. 236=..=..
Slaat drie slagen TOMAS WEERTS twee slagen PEETER van de LAAR vier slagen Voldaan
Borgen: JOHANNES en PERO van GROOTEL.
De Smal Tiende van MILHEEZE onder BAKEL, zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getiend geweest, en waar van den pagter voor verponding en Reëele lasten zal moeten betaalen f. 3=11= 4
Verp. f. 2= 7= 8
½ reëel f. 1= 3=12
f. 3=11= 4
Ingezet bij HENDRIK WEERTS alhier op vijftig gulden Afgehangen van tagtig gulden en gedaalt op twee en vijftig gulden, en daar voor gemeijnt bij WILLEM
FRANCIS MARTENS alhier, dico f. 52=..=..
Slaat zes slagen Voldaan
denzelven nog zes slagen
Borgen: FRANCIS van den BERG en JOHANNIS NOOIJEN.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, zoo als van oudts is getiend geweest, en waar van den pagter voor verponding en Reëele lasten zal moeten betaalen f. ..= 8= 4
Verp. f. ..= 5= 8
½ reëel f. ..= 2=12
f. ..= 8= 4
Ingezet bij ANTONIJ van GROOTEL alhier op zes gulden, afgehangen van tien gulden en gedaalt op agt gulden, en daar voor gemeijnt bij ANTONIJ van GROOTEL voorsz. dico f. 8=..=..
Slaat twee slagen Voldaan
Borgen: LEENDERT van de VONDERVOORT en PERO van GROOTEL.
En alzoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn dezelve naar het aftellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haar gestelde Borgen hebben belooft de vorenstaande Conditie te zullen voldoen naarkoomen en agtervolgen, onder verband, submissie en renuntiatie als in dezelve breeder gemeld.
Aldus gedaan, gemeijnt, beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen Twee en twintigsten Julij Een duizent agt hondert en twee, ten overstaan van JAN BIEMANS Scheepen Loco Officier, JOHANNIS van de KRUIJS en JASPER van NEERVEN Scheepenen, die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris eijgenhandig ten Prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 19-07-1803.
BAKEL
Conditie der verpagte Tiende toebehoord hebbende
De Teutonicque Order of Commanderije van GEMERT, folio 5 ~.
Dato 19e Julij 1803
Jura voor instellen Prothocollen en Passeeren Pagtconditie, uit leeveren van Copie aan den Heere verpagter, overstaan van Schout en Scheepenen en Afhanger in aller te zamen als van oudts f. 45=..=..
Voor ’t Landt
Fol. 5 recto.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heer en Mr. P.A. van MEEUWEN als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan en bijweesen van het Gemeente Bestuur alhier na Zondaagse Publicatien Publicq en voor alle man aan de meestbiedende over den oogst van deezen jaaren 1803 zal verpagten zodanige grootte koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den geme. Burger Mr. P.A. van MEEUWEN Practicerend Advocaat binnen de Stad van DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen de Stad DEN BOSCH voorsz. in eenen termeijn te weeten op den eersten April in den jaare 1804, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en weijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegen off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers Clampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meijnder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meijnden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofde het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Clampen onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel staan ten schaade en baaten van den pagter.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Clampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na regten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weesen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comptoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haar erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende gerechten en specialijk het Departementale Gerechtshoff over het Departement van BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhaude deese vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij ’t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deese zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zig moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randsoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESCHE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8
Ingezet bij JAN JACOBUS KUIJPERS alhier op vier hondert veertig gulden Afgehangen van zes hondert gulden, en gedaalt op vier hondert twee en vijftig gulden en daar voor gemeint bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS alhier, dico f. 452=..=..
Slaat twintig slagen
Borgen: JOHANNIS MICHGELS en JAN van DUIJNHOVEN.
De Tweede verdeelinge of Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit meede ter slinkerhand Noordwaarts.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8
f. 13=14= 8
f. 27= 9= 0
Ingezet bij JAN JACOBUS KUIJPERS alhier op drie hondert zeeventig gulden Afgehangen van vierhondert vijftig gulden en gedaalt op vier hondert en twee gulden en daar voor gemeint bij TOMAS HENDRIK SWINKELS, alhier, dico f. 402=..=..
Slaat agt slagen.
Borgen: JOHANNIS van de WEIJER en JAN JACOBUS KUIJPERS.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuidwaarts naast de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst het KASKE tot den VENEIJK. f. 37=11= 8
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaale f. 56= 7= 4
Ingezet bij TOMAS WEERTS alhier op zeeven hondert en vijf gulden.
Afgehangen van agt hondert en vijftig gulden en gedaalt op zeeve hondert en tien gulden en daar voor gemeint bij ADRIAAN DIELIS ADRIAANS alhier, dico
f. 710=..=..
Slaat zes slagen.
Borgen: JOHANNIS van de KRUIJS en JAN GIJSBERT DRIESSE.
Vierden Clamp van over den VENEIJK langst de CAPEL STRAAT regt door op den PEEL uit, meede ter regterhand na DEURNE.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij HERMANUS BIEMANS alhier op zes hondert en tien gulden, afgehangen van zeeven hondert gulden en gedaalt op zes hondert twee en twintig gulden
en daar voor gemeint bij JAN FRANCEN alhier, dico f. 622=..=..
Slaat vier slagen f. 618=..=..
Borgen: JAN WILLEM BIEMANS en ANTONIJ JAN van den HOUT.
De BAKELSE TIENDE nu genaamt DEN MATTIJS EINDSEN CLAMP met de CRUIJSSCHOT beginnende op de CRUIJSSCHOT, en zoo voorts op de Weduwe JAN SIJMEN NOOIJEN Zuidwaards, schietende op de HOOGE INGT, scheidende op de LIJKWEG, zoo en gelijk deese verdeelinge door de Pagters der Abtdeije Tiende en die van SCHIPSTAL zijn verpagt en getiend geweest.
Den pagter van deesen Clamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Abtdeije Tiende neegen vaten rogge in specie welke aan den Pagter mits produceerende quitantie zullen worden goedgedaan.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij JOHANNIS VERBAARSCHOT alhier op drie hondert en zestig gulden Afgehangen van vijff hondert gulden en gedaalt op vier hondert gulden en daar voor gemeint bij JOHANNIS VERBAARSCHOT alhier, dico f. 400=..=..
Slaat twintig slagen WILLEM DIRK JANSEN nog tien slagen.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JAN PEETER CLAASSE.
De Tweede verdeelinge off Clamp nu genaamt DE NUIJEN EINDSE CLAMP, beginnende aan de HOOGE INGT voorsz. Noortwaarts, schietende op DE NEERSTRAAT, zoo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdeije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Zullende den Pagter van deezen clamp moeten betaalen aan den Pagter der Tiende van SCHIPSTAL, twaalf vaten rogge in specie, welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zullen worden goedgedaan.
En zal de pagter voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij PEETER HENDRIK CROOIJMANS alhier op vijff hondert en twee gulden Afgehangen van zes hondert gulden en gedaalt op vijf hondert zeventig gulden
en daar voor gemeint bij den inzetter PEETER HENDRIK CROOIJMANS voorsz., dico f. 570=..=..
Slaat dertig slagen.
Borgen: TOMAS JANSE REINDERS en JAN RIJNDER KLUIJTMANS.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 40= 7=12
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL alhier op twee hondert gulden.
Afgehangen van drie hondert gulden, en gedaalt op twee hondert vijf en neegentig gulden en daar voor gemeint bij PEETER van de LAAR alhier, dico f. 295=..=..
Slaat twaalf slagen
Borgen: HENDRIK en ANTONIJ van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL WOLFSPUTTEN onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest, en aan voorsz. Commnderije is Competeerende, waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 27= 8=10
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL alhier op een hondert twee en zestig gulden.
Afgehangen van drie hondert gulden en gedaalt op twee hondert vijftig gulden en daar voor gemeint bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE, dico f. 250=..=..
Slaat twintig slagen
Borgen: JOACHIMUS PEETER CROOIJMANS en JAN van DUIJNHOVEN.
Ontfangen defect quitantie van Borgemeesters.
De Smal Tiende van MILHEEZE onder BAKEL, zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getiend geweest, en waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 3=11= 4
Ingezet bij TOMAS WEERTS alhier op twee en vijftig gulden, afgehangen van tagtig gulden, en gedaalt op den voorz. inzet, en daar voor aan den inzetter TOMAS
WEERTS voorsz. gebleeven, dico f. 52=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: MARTIENUS en HENDRIK WEERTS.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, zooals van oudts is getiend geweest, en waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. ..= 8.. 4
Ingezet bij TOMAS WEERTS Alhier op vijf gulden Afgehangen van vijftien Gulden en gedaalt op agt Gulden en daar voor gemeint Bij JOHANNIS VERBAKEL,
Dico f. 8=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: PEETER van de LAAR en HENDRIK van GROOTEL.
En alzoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn dezelve naar het aftellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haar gestelde Borgen hebben belooft de vorenstaande Conditie te zullen voldoen, naarkoomen en agtervolgen, onder verband, submissie en renuntiatie als in dezelve breeder gemeld.
Aldus gedaan, gemeijnt, beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen Neegentienden Julij Een duizent agt hondert en drie, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout-Civiel, JAN BIEMANS en PEETER van der POEL Scheepenen, die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris eijgenhandig ten Prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 20-07-1803.
BAKEL.
Verpagt-Conditie der TIENDENS toebehoord hebbende
De Abtdeije van ECTERNACH, fol. 1.
Over de jaare 1803.
De 20e Julij 1803
Jura binnen gemeld.
Conditie der verpagte Tiende toebehoord hebbende aan De Abtdeije van ECHTERNACH, fol. 82 verso.
Den 16e Julij 1802.
Jura binnen gemeld.
Folio 1 recto.
Voor ’t Landt.
Conditien en voorwaarden waar op den Burger H.F. de L’HEUREUX als de administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH en gecommitteerde uit de Commissie van Administratie over alle de Goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abtdeije van ECHTERNACH en thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd wordende door den zelven Heere H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst van deesen jaare Een duizend agt honderd en drie.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Pericule des pagters offte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn in gesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal worden affgehangen en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende weederom aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen der Stad van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiendens eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1804 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van welgem. Commissie van den 11e Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout en Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven deeser Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt KERKEIJNDSEN CLAMP beginnende van het SOERSEL regt langst DE KERKSTRAAT met den MOOLENAKKER daarbij, scheijdende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PIETERS en voorts op DE BEEK uit schietende op den Gemeenen Weg aan het OVERSCHOT, en voorts weeder tot aan HET SOERSEL en verdere Landerijen aldaar geleegen onder BAKEL. volgens oud gebruijk.
Den Pagter zal voor verponding en Reële Lasten moeten betaalen f. 51=..= 6
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de zes en neegentig vaten rogge zooals Art. 7. staat vermeld.
Verp. f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij FRANCIS MARTENS alhier op vijff hondert vijff en tagtig gulden, afgehangen van zes hondert en twintig gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER de VETH alhier, dico f. 620=..=..
slaat tien slagen, denselven nog zestig slagen, te zamen 70 slagen op f. 35=..=..
conditiën geld f. 11=19=..
666..19=..
Borgen: MARCELIS MANDERS en FRANCIS MARTEN.
De Tweede verdeeling nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN CLAMP, scheidende DE KERKSTRAAT beginnende op DEN VLINKERT, en schietende op ESPH, met een derde deel van den SCHAAPSDRIES volgens oud gebruik.
Den Pagter van deesen Clamp zal genieten de neegen vaten rogge die door de Commanderije van GEMERT aan gemelde Abtdeije moet gelevert worden.
En zal den Pagter voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 51=..= 6
Verponding f. 34=..= 4
½ reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN TOMAS PEETERS alhier op zes honderd en zeeventig gulden.
Afgehangen van zeeven honderd en dertig gulden en gedaalt op zes hondert vier en zeeventig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN TOMAS PEETERS voorsz., dico f. 674=..=..
Slaat tien slagen, denselven nog tien slagen, dus 20 slagen f. 10=..=..
Conditie gelden f. 11=19=..
695=19=.
Borgen: GUILHELMUS den DOOP en ADRIAAN van de MORTEL.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan gemelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verponding f. 1=11=..
½ Reëel f. ..=15= 8
f. 2= 6= 8
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op Een en vijfftig gulden
Afgehangen van Tagtig gulden en daar voor aan den inzetter MARTINUS WEERTS voorsz. gebleeven, dico f. 51=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
52=..=..
Borgen: JAN JOOST BIEMANS en JOACHIMUS NOOIJEN.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunne gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deese Conditie breeder staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen twintigsten Julij Eenduizent agt hondert en drie, ten overstaan van PEETER van der POEL Scheepen Loco Schout Civiel, JOHANNES VERBAARSCHOT en JAN BIEMANS Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris Eijgenhandig ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 391.
d.d. 20-07-1804.
BAKEL
Conditie der verpagte Tiende te BAKEL toebehoord hebbende aan
De Abtdeije van ECHTERNACH, fol. 17 recto.
Dato 20e Julij 1804
Jura binnen gemeld.
Voor ’t Land.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welke De Heer en Mr. H.F. de L’HEUREUX als de administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH en gecommitteerde door de Commissie van Administratie over alle de Goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replubliek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan en bijweesen van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Grove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abtdeije van ECHTERNACH en thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst van deesen jaare Een duizend agt honderd en vier.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden omme munten van Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Pericule des pagters offte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn in gesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijnde een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende weederom aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geene voor en na beschreeven staat weer Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiendens eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtmis 1805 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende zodanige somme van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van welgem. Commissie van den 11e Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven der Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN SCHOUTSEN CLAMP, beginnende aan DEN RIJPELBERG langst DE BAKELSE BRUG Zuidwaarts tot ANDRIES van NEERVEN en de akkers Noordwaards langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER, en van daar langst de weg tot de Weduwe TOMAS LAMBERS met de Clampkens genaamt PAPENRIJT en KALVEREEUWSEL Noordwaards, en is onder deesen Clamp verdeelinge mede begreepen de Tienden van de Ackers op DEN HOOGEN AARLE en KIEVIDSBRAAK.
Den Pagter zal bij deesen Clamp genieten de zes en neegentig vaten rogge zo als Art. 7 staat uitgedrukt.
Verp. f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij WILLEM DIRK JANSEN, alhier op zes hondert en een gulden, affgehangen van zeeven hondert gulden en gedaalt op zes hondert eene gulden, en daar voor aan den Inzetter WILLEM DIRK JANSEN voorn. gebleeven, dico f. 601=..=..
Slaat twee slagen, denzelven Slaat nog vier slagen f. 3=..=..
Conditie f. 11..19=..
615=19=.
Borgen: WILLEM JAN PTR. CLAASSEN en JOHANNIS VERBAARSCHOT.
Den andere zijde van denzelven Clamp Tiende Noordwaards beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS, regt door de Straat tot het BRUGSKEN bij DEN SCHOENMAKER, en zoo voorts neevens DE BEEK Zuijdwaards, en is onder deese verdeelinge begreepen de Tienden van de Akkers op ESPH zoo als van oudts gebruijkelijk.
Den Pagter zal bij deesen Clamp genieten de neegen vaten rogge die door de Tienden van de Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije uit DEN KERKEIJNDSEN CLAMP moet geleeverd worden.
Verpond. f. 34=..= 4
½ Reëel f. 17=..= 2
51=..= 6
Ingezet bij JAN van den HEUVEL Te DEURNE op vijff hondert veertig Gulden, afgehangen van zes honderd Twintig gulden en gedaalt Op vijff hondert en veertig
Gulden En daar voor aan den Inzetter JAN Van den HEUVEL voorsz. gebleeven, dico f. 540=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
Conditie f. 11=19=..
f. 552=19=..
Borge: JACOBUS LAMERTS en JAN MATTIJS MANDERS.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan voormelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, zaad, vlas etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Ingezet bij JOHANNIS TIJSSEN alhier op Een en veertig gulden Afgehangen van Tagtig gulden en gedaalt op twee en veertig gulden en daar voor gemeijnt bij MARTINUS WEERTS alhier, f. 42=..=..
Slaat twee slagen denselven f. 3=..=..
Slaat nog twee slagen f. 45=..=..
Borgen: JAN BIEMANS en HENDRIK WEERTS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunne gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder Submissie verband en renuntiatie als na regten.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen twintigsten Julij Eenduizent agt hondert en vier, ten overstaan van PEETER van der POEL President Scheepen Loco Schout Civiel, JAN BIEMANS en JOHANNES VERBAARSCHOT Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris behoorlijk ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 20-07-1804.
BAKEL.
Conditie der Verpagte Tiende toebehoord hebbende aan De Commanderije van GEMERT, folio 19 recto.
De 20e Julij 1804.
Jura voor Schout, Scheepenen, Secretaris en Afhanger met de uitgemaakte Conditie voor den Heer verpagter in alles zamen als van oudts f. 45=..=..
Fol. 19 recto.
Voor ’t Land.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heer en Mr. P.A. van MEEUWEN als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leden van het Gemeente Bestuur alhier na Zondaagse Publicatien Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1804 zal verpagten zodanige grootte koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere en Mr. P.A. van MEEUWEN Practicerend Advocaat binnen de Stad van DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen de Stad van DEN BOSCH voorsz. in eenen termeijn te weeten op den eersten April in den jaare 1805, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Clamp Blok off perceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en weijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegen off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers Clampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meijnder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofde het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Clampen onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel staan ten schaade en baaten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Lande gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Clampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weiders doen en laaten het geen ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comptoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haar erff en erffhaaffelijke, mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende gerechten en specialijk het Departementaal Gerechtshoff over het Departement van BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deese vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij ’t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Administrateur het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uijt is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESCHE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betaalen f. 41= 3= 8
Ingezet bij FRANCIS van GRIENSVEN alhier op vier hondert gulden Afgehangen van vijf hondert gulden, en gedaalt op vier hondert en zes gulden en daar voor gemeint bij den inzetter voorsz. dico f. 406=..=..
slaat twintig slagen.
Borgen: ANTONIJ van WETTEN en FRANCIS VERHALLEN.
De Tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit, meede ter linkerhand Noordwaards.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 41=.. 3= 8.
Ingezet bij TOMAS HENDRIK SWINKELS alhier op drie hondert zestien gulden Afgehangen van drie hondert zestig gulden, en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter voors. gebleeven, dico f. 316=..=..
slaat tien slagen.
Borgen: FRANCIS van de LAAR en JAN JACOBUS KUIJPERS.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VENEIJK.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij FRANCIS van de LAAR alhier op vijf hondert en tien gulden, afgehangen van vijf hondert en tagtig gulden en gedaalt op vijf hondert twintig gulden en daar voor gemeint bij CORNELIS JAN CORNELISSE alhier, dico f. 520=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: JAN van DUINHOVEN en JOHANNIS MIECHGELS.
Vierden Clamp van over de VANEIJK langst de CAPEL STRAAT regt door op DEN PEEL uit meede te regterhand na DEURNE.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 56= 7= 4
Ingezet bij HEMANUS BIEMANS alhier op vier hondert en vijftien gulden, afgehangen van vier hondert vijftig gulden en gedaalt op vier hondert twintig gulden en daar voor gemeint bij den inzetter voorsz., dico f. 420=..=..
Slaat vijff slagen.
Borgen: JAN HENDRIKS en JAN FRANCEN.
De BAKELSE Tienden nu genaamt DE KERKEINDSE CLAMP, beginnende aan het SOERSEL regt langst de KERKE STRAAT, met den MOOLENAKKER daar bij scheidende DEN LIJKWEG op het huis van JAN PEETERS, en voorts op de BEEK regt uit schietende op den gemeenen PEELWEG van het OVERSCHOT en voorts meede tot aan het SOERSEL, zo en gelijk deeze verdeeling door de pagters der Abtdije Tiende en die van de Heer van BOXTEL respective is getiend geweest.
Den pagter zal van deezen Clamp moeten betaalen aan de pagter der Abtdije Tiende neegen vaten rogge in specie zonder kortinge aan zijnen pagt zullende niette min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijne pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Den pagter zal dienen verdagt te zijn om provisioneel voor dit jaar vrijdom van Tiende te geeven aan GUILHELMUS den DOOP van circa 4 Loop. Gelegen alhier in DE NOLLAERT < of VOLLAERT >.
En zal de pagter voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS alhier op twee hondert neegentig gulden, afgehangen van drie hondert vijftig gulden en gedaalt op drie hondert vier en dertig gulden en daar voor gemeint bij PEETER de VETH alhier, dico f. 334=.=..
Slaat tien slagen.
Borgen: MARCELUS MANDERS en JAN TOMAS PEETERS.
Tweede verdeelinge of Clamp nu genaamt DEN KERKEINDSEN CLAMP, schietende op de KERKSETRAAT, beginnende op de VLINKERT, en schietende op ESPH, alles volgens oud gebruik, zoo en gelijk deese verdeelinge door de Pagter der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL respective is gepagt en getiend geweest.
De pagter zal van deezen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Tienden van SCHIPSTAL, twee en twintig vaten rogge in specie, zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn, de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rentmeester produceeren.
En zal den Pagter voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 46=11= 8
Ingezet bij JAN RIJNDER CLUIJTMANS alhier op drie hondert vijf en dertig gulden afgehangen van vier hondert vijff en twintig gulden, en gedaalt op vier hondert en daar voor gemeint bij JOACHIMUS HERMANUS NOOIJEN alhier, dico f. 400=..=..
slaat tien slagen PIET CROOIJMANS twee slagen PEETER de VETH, vier slagen JOACHIMUS CROOIJMANS, twee slagen MARTINUS WEERTS twee slagen TOMAS
WEERTS twee slagen.
Borgen: HENDRIK WEERTS en JOACHIMUS NOOIJEN.
De Tiende van GROOTEL zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 40= 7=12
Ingezet bij GIJSBERT PEETER GIJSBERTS te AARLE op twee hondert zes en neegentig gulden, afgehangen van drie hondert vijftig gulden, en gedaalt op twee hondert agt en neegentig gulden, en daar voor gemeint bij JOHANNIS en HENDRIK van GROOTEL alhier, dico f. 298=..=..
slaat agt slagen.
Borgen: LEENDERT van de VONDERVOORT en ANTONY van GROOTEL
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN, onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is competeerende den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 27= 3= 6
Ingezet bij JOHANNIS HENDRIK van GROOTEL alhier op twee hondert en tien gulden afgehangen van twee hondert zeeventig gulden en gedaalt Op twee hondert twaalff Gulden, en daar voor gemeint Bij HENDRIK van BERLO alhier, dico f. 212=..=..
Slaat tien slagen.
Borgen: JOHANNES HENDRIK van GROTEL en TOMAS SWINKELS.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL, zoo en gelijk die bij den laatsten Pagter is gecollecteert en getiend geweest.
Verp. f. 2= 7= 8
½ reëel f. 1= 3=12
f. 3=11= 4
ingezet bij JAN JACOBUS KUIJPERS alhier op vier en dertig gulden.
Afgehangen van zestig gulden En gedaalt op agt en dertig gulden, en daar voor gemeint bij JOHANNES PEETER TIJSSEN alhier, dico f. 38=..=..
slaat twaalf slagen JAN JACOBUS KUIJPERS een slag JOHANNES PEETER TIJSSEN eene slag JAN JACOBUS KUIJPERS een slag JAN CORST SMITS eene slag.
Borgen: JOHANNIS PEETER TIJSSEN en TOMAS RIJNDERS.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, zooals van oudts getiend is geweest.
Verp. f. ..= 5= 8
½ reëel f. ..= 2=12
f. ..= 8= 4
Ingezet bij WILLEM FRANCIS VERBAKEL te AARLE op zeeventien gulden zes stuivers afgehangen van vijf en twintig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter WILLEM FRANCIS VERBAKEL te AARLE voors. gebleeven, dico f. 17= 6=..
slaat twee slagen.
Borgen: JAN van DUIJNHOVEN en JOHANNIS van COL.
En alzoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn van het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar komen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in de selve breeder vermeld.
Aldus Publiek verpagt, gemeint beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen twintigsten Julij een duizent at hondert en vier, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout Civiel, PEETER van de POEL en JAN BIEMANS Scheepenen, die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreven Secretaris eigenhandig ten Prothocollen onderteekend.
Quod Attestor.
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 12-03-1805.
Declaration C. van ’t Gemeente Bestuur van BAKEL - opzichtelijk de veragterde tiendpenningen over den oogst 1795 over den ontvang der tienden dezer rekening Pag. 36.
C. van VUGT. M. van WOENSEL.
Wij leden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE gelegen in het Departement BRABANT Verklaren e Certificeeren bij deese, dat de resterende gelden wegens de Tienden over den oogst van Jare 1795 herkomstig van het Teutonique Orde of Commanderije van GEMERT ter Somme van Acht honderd elf Gulden en tien stuivers, door ons ingevolge Publicatie van de in der tijd representanten des volks van BATAAFSCH BRABAND in den 22 Maart 1796 van de Ingesetenen onser gemeente bij wijzen van quitisatie moetende ingevorderd worden; verschuldigd zijn door zodanige onzer Ingesetenen welke in de grootste armoede vervallen, en mitsdien geheel buiten staat zijn, …… van het door hun verschuldigde te konnen voldoen, zoo dat wij ons volstrekt buiten staat bevinden der gelden of eenige derzelve van voormelde onser Ingesetenen te kunnen invorderen.
BAKEL den twaalfden Maart Een duizende acht honderd en vijf.
J. BIEMANS.
W.D. JANSEN.
P. v.d. POEL.
Ter ordonnantie van deselve
G. van RIET, Secrt.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 20-07-1805.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende toebehoord hebbende aan De Abdije van ECHTERNACH, folio 24.
In dato 20e Julij 1805.
Jura binnengemeld.
Fol. 24 verso.
Voor den Lande.
Conditien en voorwaarden waar op De Heer en Mr. H.F. de L’HEUREUX als Administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH nu de Bataafsche Replubliek en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over alle goederen en Domeijnen door de Fransche aan de Bataafsche Republiek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout-Civiel en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Grove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abtdije van ECHTERNACH en thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst van deesen jaare 1800 vijff.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend in geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Pericule des pagters offte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn in gesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijnde een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende weederom aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geene voor en na beschreeven staat weer Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature van Scheepenen van DEN BOSCH voorschreeve zullende de Pagters beneevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het regt van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiendens eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1806 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende zodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van welgem. Commissie van den 11e Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven dezer Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN MATTIJS EIJNDSEN KLAMP, beginnende op de CRUIJSSCHOT en zoo voorts op De Weduwe JAN SIJMEN NOOIJEN Zuidwaarts schietende op DE HOOGE INGT, schijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruijk.
Den Pagter zal voor dit jaar bij dezen Clamp genieten de quantiteit van vijf en veertig vaten rogge, die om het ander door d Commanderije van GEMERT aan opgemelde Abtdije moet geleevert worden zijnde hier onder begreepen de Tienden van de Akkers op DEN HOOGEN AARLE en KIEVIDSBRAAK.
Verp. f. 34=..= 4
9/16 Reëel f. 19= 2=10
53=2=14
Ingezet bij WILLEM DIRK JANSEN, alhier op neegen hondert gulden.
Afgehangen van Een Duizend Gulden en gedaalt op neegen Honderd twintig gulden en Daar voor gemeijnt bij WILLEM DIRK JANSEN, dico f. 920=..=..
Slaat tien slagen, denselven Nog tien slagen f. 10=..=..
Conditie f. 11=19=..
941=19=..
En steld tot Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en WILLEM JAN PEETER KLAASSEN.
De Tweede verdeelinge nu genaamt DEN NUIJEN EIJNDSEN KLAMP beginnende op DE HOOGE INGT voors. Noordwaarts schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de oude Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaaren geweest.
De pagter van dezen Clamp zal genieten zes en neegentig vaten rogge die door de Hoevenaars van SCHIPSTAL geleevert moeten worden zoo als Art. 7. vermeld.
Verp. f. 34=..= 4
9/16 Reëel f. 19= 2=10
Zamen f. 53=2=14
Ingezet bij HENDRIK WEERTS Alhier op Een Duizend vijf en Twintig gulden Afgehangen van elff honderd Gulden en gedaald op Een Duizend vier en dertig gulden
En Daar voor gemeijnt bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE, dico f. 1034=..=..
Slaat twee slagen, denzelven Slaat tien slagen f. 6=..=..
Conditie f. 11=19=..
1051=19=..
En steld tot Borgen: HENDRIK HERMANUS EEVERS en JOOST HENDRIK van den HEUVEL.
De Smal Tiende zoo als van oudts is Competeerende aan voormelde Abtdeij bestaande in lammeren, varkens, biën, vlasch zaad etc. van voorsz. twee Clampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verp. f. 1=11=..
9/16 reëel f. ..=17= 8
Zamen f. 2= 8= 8
Ingezet bij PEETER MARTENS alhier op drie en vijftig gulden Afgehangen van Een honderd Gulden en gedaalt op zestig gulden en daar voor gemeijnt bij den Inzetter JAN PEETER MARTENS, voorschreven, dico f. 60=..=..
Slaat vier slagen, denzelven Nog zes slagen f. 5=..=..
65=..=..
En steld tot Borgen: JOHANNIS van de KERKHOF en FRANCIS WILLEM MARTENS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens haare gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen twintigsten Julij Eenduizent agt hondert en vijf, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout-Civiel, JAN BIEMANS en JOHANNES VERBAARSCHOT Scheepenen.
Was geteekend H.F.D. L’HEUREUX qq.
J.W. van de MORTEL.
J.BIEMANS.
J. VERBAARSCHOT.
Onderstond
Mij present en was geteekend
G. van RIET, Secr.
Quod Attestor,
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 22-07-1805.
No. 10
BAKEL
Conditie der Verpagte Tiende toebehoord hebbende aan de Commanderije van GEMERT, fol. 26.
In dato 22e Julij 1805.
Jura voor instellen Prothocolleeren en Passeeren Pagt Conditie, uitleeveren van Copie van dien aan den Heere Verpagter, voor overstaan van Schout, Scheepenen en Afhanger in aller te zamen als van oudts vijff en veertig gulden.
Folio 26 verso.
Voor den Lande.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heer J. H. ROBIJNS woonende te GEMERT namens de Heer en Mr. P.A. van MEEUWEN Advocaat woonende binnen de Stad den BOSCH als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replublicq bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leden van het Gemeente Bestuur alhier na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1805 zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tiende, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tiende tans in naame van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere en Mr. P.A. van MEEUWEN Practicerend Advocaat binnen de Stad van DEN BOSCH.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen de Stad van DEN BOSCH voorsz. in eene termein te weeten op den eersten April in den jaare 1806, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Clamp Blok off perceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en weijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegen off onder ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meijnder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofde het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Clampen onmiddellijk na het uijtgaan van het hoogsel staan ten schaade en baate van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Lande gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Clampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de praestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Kantore van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voor verbinden, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende gerechten en specialijk den Hoove van Justitie van dat Departementaal Gerechtshoff over het Departement van BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deese vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den Hove van Justitie of ’t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meinen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditiën en voorwaarden, zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESCHE Tiende.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betaalen f. 42=17=14
Verp. f. 27= 9=..
½ reëel f. 15= 8=14
f. 42=17=14
Ingezet bij JAN MATTIJS MASTBROEK alhier op vier honderd twee en zestig gulden afgehangen van zeeven honderd gulden en gedaalt op vijf honderd en tagtig gulden Voldaan.
En daar voor gemeint bij THEODORUS van GRIENSVEN alhier, dico f. 580=..=..
slaat zes slagen.
Borgen: ANTONY van WETTEN en FRANCIS VERHALLEN.
De Tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de KAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 42=17=14
Verp. f. 27= 9=..
9/46 reël f. 15= 8=14
f. 42=17=14
Ingezet bij JAN FRANCIS JANSEN Alhier op vier honderd zestig gulden, Afgehangen van zeeven honderd gulden en gedaalt op
vier honderd zes en zeeventig gulden en daar voor gemeint bij HERMANUS BIEMANS alhier, dicof. 476=..=..
Voldaan.
Slaat twintig slagen.
Borgen: JAN FRANSEN en MATTIJS van de KRUIJS.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VENEIJK.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 58=13= 4
Verp. f. 37=11= 8
9/16 reëel f. 21= 1=12
f. 58=13= 4
Ingezet bij JOHANNES JOOST van de WEIJER alhier op een duizend gulden Afgehangen van twaalf honderd gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JOHANNIS JOOST van de WEIJER voorz. gebleeven dico f. 1000=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen.
Borgen: TOMAS SWINKELS en FRANCIS van de LAAR.
De Tweede verdeelinge van den SCHOUTSEN KLAMP, zijnde de andere zijde westwaarts beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS regt door de STRAAT tot het BRUGSKEN bij den SCHOENMAKER, en zoo voorts neevens de BEEK zuijdwaards.
Den Pagter van desen klamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Tiende toebehoord hebbende aan de Abtdije van ECHTERNACH vijf en twintig vaten rogge in specie zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rentmeester of Administrateur te produceeren.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 48=10= 6
Verpond: f. 26=18= 8
9/16 reëel f. 15= 2= 4
f. 48=10= 6
Ingezet bij JOHANNES HENDRIK van GROOTEL alhier op twee honderd gulden Afgehangen van vijf honderd gulden en gedaalt op drie honderd twintig gulden en daar voor gemeijnt bij JAN van DUIJNHOVEN te GEMERT dico f. 320=..=..
Voldaan.
Slaat twintig slagen JOHANNIS HENDRIK van GROTEL tien slagen.
Borgen: PERO en ANTONY van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is Competeerende. Waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 28= 6= 4
Verpond. f. 18= 2= 6
9/16 reëel f. 10= 3=14
f. 28= 6= 4
Ingezet bij HENDRIK WEERTS alhier op twee hondert gulden Afgehangen van vier honderd gulden en gedaalt op twee honderd vijf en vijftig gulden en daar voor gemeint bij ANTONY GERRIT van Gemeente AARLE dico f. 255=..=..
Voldaan
Slaat twaalf slagen HENDRIK van BERLO tien slagen GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE twee slagen HENDRIK van BERLO vier slagen.
Borgen: JOHANNIS van GROOTEL en ANDRIES van de LAAR.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL, zo en gelijk die bij den laatsten Pagter is gecollecteerd en getiend geweest, en waarvan den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 3=14= 4
Verp. f. 2= 7= 8
9/16 reëel f. 1= 6=12
f. 3=14= 4
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op een en zeeventig gulden.
Afgehangen van een hondert vijftig gulden en gedaalt op neegentig gulden en daar voor gemeint bij MARTINUS WEERTS voorsz. dico f. 90=..=..
Voldaan
Slaat acht slagen.
Borgen: TOMANS en HENDRIK WEERTS.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, zoo als van oudts is getiend geweest, en waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. ..= 8=10
Verpond. f. ..= 5= 8
9/16 reëel f. ..= 3= 2
f. ..= 8=10
Ingezet bij WILLEM FRANCIS VERBAKEL te AARLE om twee en twintig gulden.
Afgehangen van vijftig gulden en gedaalt op den voorn. inzet en daar voor aan den inzetter WILLEM FRANCIS VERBAKEL voorz. gebleeven, dico f. 22=..=..
Voldaan.
Slaat vier slagen.
Borgen: JOHANNIS VERHAPPEN en JAN van DUIJNHOVEN.
En alzoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn van het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar komen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in de selve breeder vermeld.
Aldus gedaan gemeint beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen twee en twintigsten Julij een duizent acht hondert en viif, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout Civiel, JAN BIEMANS en PEETER van de POEL Scheepenen, was geteekend J.H. ROBIJNS, J.W. van de MORTEL, P. v.d. POEL, J. BIEMANS, onderstond mij present en was geteekend:
Quod Attestor.
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 23-07-1806.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende van het
Rijk van HOLLAND
Herkomstig van de Abdije van ECHTERNACH, folio 32.
De 23 Julij 1806.
Jura binnen gemeld.
Voor den Lande.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welke De Heer en Mr. H.F. de L’HEUREUX Administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over goederen en Domeijnen door de Fransche aan de Bataafsche Republiek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout-Civiel en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en tans in naam van bovengemelde Commissie bestuurd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst deesen jaare 1800 zes geschiedende deze verpagtinge op Conditien en voorwaarden hier na breeder gemeld.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Lichtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Pericule des pagters offte der pagteren aan te tellen en te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn ingesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voore.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heeren verpagters te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijnde een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na rechten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora < = uitstellen > en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende weederom aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met regt verwonnen schuld konnen en mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geene voor en na beschreeven staat weer Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteeren aan het recht van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tienden eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1804 < moet zijn 1807 > aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende zodanige somme van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Klamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van afgegaane Commissie dato 11 Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval het volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven dezer Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk een Clamp Tienden nu genaamt DEN KERK EIJNDEN CLAMP, beginnende van HET SOERSEL regt langst DE KERKSTRAAT met den MOLENAKKERS daar bij scheijdende DEN LIJKWEG op het Huis van JAN PIETERS, en voorts op DE BEEK uitschietende op den gemeenen PEELWEG aan het OVERSCHOT, en voorts weeder tot aan HET SOERSEL en verdere Landerijen aldaar geleegen onder BAKEL.
Verpond: f. 34=..= 4
5/8 reëel f. 21= 5= 2
55= 5= 6
Den Pachter van dezen klamp zal genieten de zes en neegentig vaten rogge zoo als Art. 7. staat vermeld.
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op vijf hondert en Tagtig gulden.
Afgehangen van zes hondert en Dertig gulden en gedaald op vijf Honderd twee en tagtig gulen en Daar voor gemeint bij PEETER de VETH Alhier, dico f. 582=..=..
Slaat twee slaagen, denzelven nog Achtien slagen. HENDRIK van den HEUVEL, nog vier slagen PEETER de VETH, nog zes slaagen, HENDRIK Van den HEUVEL, nog vier slaagen PEETER de VETH, nog eene slag.
Borgen: JOACHIMUS van den HEUVEL en P. DENDOOP 35 slagen f. 17=10=..
Conditie f. 11=19=..
= f. 611= 9=..
De Tweede verdeeling nu genaamt DEN KERK-EINDEN CLAMP, scheidende de KERKSTRAAT beginnende op DE FLINKERT en schietende op ESPH met een derde deel van de SCHAAP-DRIES volgens oud gebruik.
Den Pagter van dezen Klamp zal genieten Negen vaten rogge, die door de Commanderij van GEMERT aan opgemelde Klamp moet geleevert worden.
En zal den Pagter voor verponding en reëele Lasten moeten betalen f. 55= 5= 6
Verp. f. 34=..= 4
5/8 reëel f. 21= 5= 2
55= 5= 6
Ingezet bij THOMAS WEERTS, alhier Op zes Hondert en Tien Gulden Afgehangen van zeeven hondert Gulden en gedaald op zes hondert Twintig gulden, en daar voor gemeint Bij WILLEM DIRK JANSE alhier, dico f. 620=..=..
Slaat twee slaagen, denzelven Slaat dertien slaagen, BASTIAAN MANDERS nog vijff slaagen.
Borgen: JOHANNIS MANDERS en WILBERT van den BROEK 20 slagen f. 10=..=..
Conditie f. 11=19=..
641=19=..
De Smal Tiende zoo als van oudts aan voormelde Abtdeij gecompeteert heeft, bestaande in lammeren, varkens, biën, vlasch zaad etc. van voorsz. twee Clampen vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verp. f. 1=11=..
5/8 Reëel f. 19= 6
2=10= 6
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG, alhier op twee en dertig gulden Afgehangen van Een honderd Gulden, en gedaalt op zes en Dertig gulden en daar voor gemeint Bij FRANCIS van den BERG alhier, dico f. 36=..=..
Slaat twee slagen, denzelven Slaat nog zes slaagen 8 slagen f. 4=..=..
40=..=..
Borgen: FRANCIS MARTENS en JAN PEETER MARTENS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunnre gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. den drie en twintigsten Julij Eenduizent agt hondert en zes, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout-Civiel, JAN BIEMANS en PIETER van der POEL Scheepenen die de minute deezes beneevens den Heere Verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris Eigenhandig hebben onderteekend.
Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 23-07-1806.
No. 11.
BAKEL
Conditie der verpagte Tiende herkomstig vande Commanderije van GEMERT.
in dato 23 Julij 1806.
Jura voor instellen & Prothocolleren Pagt Conditie, vacatie ter verpagtinge, uitmaken deeser, Leges van Schout, Schepenen en Afhanger in alles te zamen als van oudts vijf en veertig gulden.
Fol. 33 verso.
Voor ’t Land.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS wonende te GEMERT als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeijnen door Fransche aan de Bataafsche Replubliek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leeden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZEN na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1806 zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tienden, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende en beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tienden thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere J.H. ROBIJNS geschiedende deez veroagting op Conditien hier voor Fol. 5 recto breeder gemeld en luidende als volgt.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen de Stad van DEN BOSCH voorsz. in eene termein te weeten op den eersten April in den jaare 1807, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Klamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meinder verplicht zijn te doen slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zoo den inzetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijnen beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Klamp, Blok off perceel ten beurden gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Klampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk te mogen opveilen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor randsoen geld en van iedere Klamp tien stuijvers Godsgeld en weiders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als teegen off onder ieder perceel off klamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meinder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige klamp off klampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofden het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Klampen onmiddellijk na het uitgaan van het hoogsel staan ten schaade en baten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Klampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagten gedaan en gelaaten hebben, beloovende de verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derselve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van desselvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen-borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel als schuldenaar principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de prestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagter of borgen worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Kantore van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voorbindende, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende gerechten en specialijk den Hoove van Justitie van dit of wel het Departementaal Gerechtshoff over het Departement BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deezes vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren, het zij bij den Hove van Justitie of ’t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meinen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten Beurde gesteld de
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
De Pagter zal voor verponding en Reëele lasten moet betaalen f. 44=12= 2
Verpond: f. 27= 9=..
5/8 reëel f 17= 3= 2
f. 44=12= 2
Ingezet bij TOMAS WEERTS alhier op vier hondert twee en zeventig gulden Afgehangen van vijf hondert vijftig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter TOMAS WEERTS voorz. gebleeven, dico f. 472=..=..
Voldaan
Slaat twee slaagen TOMAS SWINKELS tien slaagen JAN MATTHIJS MASTBROEK twee slagen.
Borgen: A. van GRIENSVEN en ANTHONY van WETTEN.
De Tweede verdeelinge off Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de KAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 44=12= 2
Verpond: f. 27= 9=..
5/8 reëel f 17= 3= 2
f. 44=12= 2
Ingezet bij JAN MATTHIJS MASTBROEK alhier op drie hondert twee en dertig gulden Afgehangen van vier hondert vijftig gulden en gedaalt op drie hondert zeventig gulden en daar voor gemeint bij JACOBUS HENDRIK SWINKELS, dico f. 370=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, slaat nog agt en twintig slagen.
Borgen: CORNELIS JAN CORNELISSE en JOHANNIS MIGGELS.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de KAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VAN EIJK.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 61= 1= 4
Verponding f. 37=11= 8
5/8 reëel f. 23= 9=12
f. 61= 1= 4
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op zes hondert twaalf Afgehangen van zeven hondert vijftig gulden en gedaalt op zes hondert vier en dertig gulden en daar voor gemeint bij THOMAS WILBERS HENDRIKS te DEURNE, dico f. 634=..=..
Voldaan.
Slaat twee slaagen den zelven slaat nog achttien slaagen THOMAS WILBERS HENDRIKS nog twee slagen.
Borgen: FRANCOIS van de LAAR en JOHANNIS van de WEIER.
Vierden Clamp van over de VANEIJK langst de KAPEL STRAAT regt door op DEN PEEL uit meede te regterhand van DEURNE.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 61= 1= 4
Verp. f. 37=11= 8
5/8 reëel f. 23= 9=12
f. 61= 1= 4
Ingezet bij HERMANUS BIEMANS alhier op vijf hondert en zestig gulden Afgehangen van zeven hondert gulden, en gedaalt op vijfhondert vijf en zeventig gulden en daar voor gemeint bij HERMANUS BIEMANS voor voorschreven, dico f. 575=..=..
Voldaan.
Slaat twee slaagen denzelve slaat nog achttien slagen.
Borgen: JAN FRANCE en JAN HENDRIKS.
De BAKELSCHE TIENDEN genaamt DEN MATTHIJS EINDSEN CLAMP met de KRUISSCHOT beginnende op DE CRUIJSSCHOT en voorts op d:Wed. JAN SIMONS NOOIEN Zuidwaarts schietende op de HOOGE INGT, scheijdende op DEN LIJKWEG, zoo en gelijk deese verdeelinge voor den Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getient geweest.
Den Pagter zal moeten betaalen aan den Pagter der Abtdije Tienden neegen vaten rogge in specie zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn, de quitantie bij het voldoen zijner pagtspenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 50= 9= 3
Verpond: f. 31= 1=..
5/8 reëel f. 19= 9= 2
f. 50= 9= 3
Ingezet bij JAN THOMAS PEETERS alhier op vier hondert drie en zestig gulden.
Afgehangen van zes hondert gulden en gedaalt op vier hondert zeventig gulden en daar voor gemeint bij MARTINUS WEERTS alhier, dico f. 470=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog twee slagen PEETER van der POEL slaat nog vier slaagen MARTINUS WEERTS slaat nog vier slagen.
Borgen: WILLEM BIEMANS en JAN BIEMANS.
De Tweede verdeelinge of Klamp nu genaamt DEN NUIJEN EINDSEN KLAMP beginnende aan DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaarts, scheijdende op DE NEERSTRAAT, zoo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdijé Tienden en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den Pagter van deezen Klamp zal moeten betaalen aan den Pagter den Tienden van SCHIPSTAL twaalf vaten rogge in specie zonder kortingen aan zijnen Pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijnen pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 50= 9= 2
Verpond. f. 31= 1=..
5/8 reëel f. 19= 8= 2
f. 50= 9= 2
Ingezet bij WILLEM DIRK JANSEN alhier op zes hondert vier gulden.
Afgehangen van zeven hondert vijftig gulden en gedaalt op zes hondert vijftig gulden en daar voor gemeint bij den inzetter WILLEM DIRK JANSEN voorsz.,
dico f. 650=..=..
Voldaan.
Slaat vier slagen, denzelven nog een en twintig slaagen PEETER van der POEL slaat nog tien slagen, WILLEM DIRK JANSE slaat nog vier slagen.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROOIJMANS.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL zoo als voorheen gepagt en getient is geweest.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 43=15= 2
+ f. 16=16=10
Ingezet bij WILLEM JOOST BIEMANS alhier op vier hondert gulden Afgehangen op vijff hondert gulden en gedaald op den voorsz. inzet daar voor aan den inzetter WILLEM JOOST BIEMANS voor gebleeven, dico f. 400=..=..
Voldaan.
Slaat twee slaagen.
Borgen: MARTINUS WEERTS en JAN BIEMANS.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getient is geweest aan voorsz. Commanderije is Competeerende waar van den pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 29= 8=14
Verp. f. 18= 2= 6
5/8 reëel f. 11= 6= 8
f. 29= 8=14
De Smal Tiende van MILHEEZEN onder BAKEL zoo en gelijk bij den laatsten Pagter is gecollecteerd en getient geweest en waar van den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. 3=17= 4
Verpond. f. 2= 7= 8
5/8 reëel f. 1= 9=12
f. 3-17= 4
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG alhier op neegen en zestig gulden, afgehangen van een hondert gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor
aan den inzetter LEONARDUS van LEIJENBURG voorsz. gebleeven, dico f. 69=..=..
Voldaan
Slaat twee slaagen, denzelven slaat nog tien slaagen.
Borgen: JOHANNES JAN ADRIAANS en LEONARDUS KUIJPERS.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van outs is getiend en waar voor den Pagter voor verponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. ..= 9=..
Ingezet bij PERO van de GROOTEL alhier op vijff en twintig gulden Afgehangen van veertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet daar voor aan den inzetter PERO ANTHONIJ van GROOTEL voorsz. gebleeven, dico f. 25=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen.
Borgen: JOHANNES van GROTEL en ADRIANUS van de LAAR.
En alzoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo zijn dezelve na het optellen van tien ieder van zijn Klamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar komen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in de selve breeder gemeld.
Aldus gedaan gemeint beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deezen drie en twintigsten Julij een duizent acht hondert en zes, ten overstaan van JAN WILLEM van de MORTEL Schout Civiel, JAN BIEMANS en PEETER van de POEL Scheepenen, die de minute deezes beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreven Secretaris eigenhandig hebben onderteekend.
Quod Attestor.
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 20-07-1807.
BAKEL.
Conditie verpagte Tiende van
Rijk van HOLLAND
In dato 20 Julij 1807.
Jura binnen gemeld.
Folio 39 recto.
Voor’t Land.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welke De Heer en Mr. H.F. de L’HEUREUX Administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH, tans staande ten Naame van het Rijk van HOLLAND en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Republiek bij transactie in dato 5 Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout-Civiel en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en tans in naam van bovengemelde Commissie bestuurd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst deesen jaare 1800 zeven geschiedende deze verpagtinge op Conditien en voorwaarden.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Lichtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Periculen des pagters offte der pagteren aan te tellen en te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn ingesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voore.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Lichtmis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen dog bij aldoen na de verpagting eenig ander besluit mogt worden genomen tot betaling der verpondingen door de Eigenaars en niet door de Pachters te doen, en de verpagters alzo in de verpligting gebragt de verpondingen zelve te betalen, zo zullen de Pachters gehouden zijn het Equivalent van de somme voor de Pachters als dan voor verpondinge te voldoen boven hunne uitgeloofd Pachtpenningen aan de verpagters te Restitueeren
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heeren verpagters te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijnde een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na rechten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora < = uitstellen > en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men verhalen met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met recht verwonnen schuld daar van en van alle ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteeren aan en over het recht van ingebod en Judicatuure van Scheepenen van DEN BOSCH voorsz. zullende de Pachters benevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het Recht van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tienden eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1808 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende zodanige somme van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Klamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van afgegaane Commissie van dato 11 Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ‘t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clampen werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het stellen, houden en beschrijven dezer Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heeren verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Klamp Tiende nu genaamt DEN SCHOUTSEN KLAMP, beginnende aan den RIJPELBERG langs DE BAKELSE BRUG Zuidwaarts tot ANDRIES van NEERVEN en de Akkers Noordwaarts langs DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de Weg tot de Weduwe THOMAS LAMBERS met de Klampkens genaamt PAPEN-RIJT en KALVER-EEUWZEL Noordwaarts, en is onder deeze verdeelinge mede begreepen de Tienden van de Akkers op den HOOGEN AARLE en KIEVITSBRAAK.
Den Pachter zal bij dezen Klamp genieten de zes en negentig vaten rogge zo als Art. 7. staat uitgedrukt.
Verp. f. 34=..= 4
2/3 reëel f. 22=13= 8
56=13=12
Ingezet bij PEETER van der POEL Alhier op een duizend en vijff gulden.
Affgehangen van elff hondert gulden, en gedaalt op een duizend en vijftig gulden en daar voor gemeint bij WILLEM DIRK JANSEN alhier, dico f. 1050=..=..
Slaat tien slaagen Denzelven slaat nog vijftien slagen 25 slagen f. 12=10=..
Conditie f. 11=19=..
1074= 9=..
De andere zijde van denzelven Klamp Tiende Noordwaarts beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS rechtdoor de Straat tot het Brugsken bij DEN SCHOENMAKER en zo voorts neevens DE BEEK Zuidwaards en is onder deze verdeling mede begrepen de Tienden van de Akkers op ESPH zo als van ouds gebruikelijk.
De Pagter zal bij deezen Klamp genieten de negen vaten rogge die voor de Tienden van de Commanderije aan opgemelde Abtdije uit den KERK EINDSEN Klamp moet gelevert worden.
Verp. f. 34=..= 4
2/3 reëel f. 22=13= 8
56=13=12
Ingezet bij JAN van den HEUVEL te DEURNE op Negen hondert vijf en zestig gulden.
Afgehangen van een duizend en dertig Gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en Daar voor aan den Inzetter JAN van den HEUVEL voorsz. gebleeven,
dico f. 965=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
Conditie f. 11=19=..
= f. 977=..=..
Borgen: JAN MATTHIJS MANDERS en JOHANNES ANTH. TEUNISSEN.
De Smal Tiende zoo als van oudts aan voormelde Abtdeij heeft gecompeteert, bestaande in lammeren, varkens, biën, zaad, vlas etc. van voorsz. twee Klampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verp. f. 1=11=..
2/3 Reëel f. 1=..=10
2=11=10
Ingezet bij HENDRIK HERMANUS EVERS alhier op zestig gulden Afgehangen van honderd gulden En gedaalt op den voorsz. inzet En daar voor aan den inzetter HENDRIK HERMANUS EVERS voorsz. Gebleeven, dico f. 60=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
Borgen: TOMAS JANSE RIJNDERS en FRANCIS van NEERVEN.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens haare gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. dezen twintigsten Julij Eenduizent acht hondert en zeven, ten overstaan van PEETER van der POEL Scheepenen Loco Schout-Civiel, WILLEM DIRK JANSEN en JOHANNES VERBAARSCHOT Scheepenen die de minute deezes beneevens den Heere Verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris Eigenhandig ten Prothocolle onderteekend hebben.
Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 21-07-1807.
No. 12.
BAKEL.
Conditie van verpagte Tienden van het Rijk van HOLLAND
In dato 21 Julij 1800 zeven.
Jura voor instellen Prothocoll: en passeeren pagt Conditie uitleeveren van Copie van dien aan den Heer verpagter overstaan van Schout en Scheepenen en Afhanger in alles te zamen als van oudts f. 45=..=..
Voor den Lande.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS wonende te GEMERT als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replubliek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leeden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZEN na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1807 zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tienden, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende, beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tienden thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere J.H. ROBIJNS geschiedende deeze verpagting op Conditien.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tienden alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen GEMERT in eene termein te weeten op den eersten April in den jaare 1808, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meinder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zo den inzetter Blok Klamp off perceelen bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betalen zonder aan zijne beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Klamp, Blok off perceel ten beurden gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Klampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk te mogen opveilen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor Randsoen geld en van iedere Klamp tien stuijvers Godsgeld en weiders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als tegen off onder ieder perceel off Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende, dog bij aldien na de verpachting enig ander besluijt mogt worden genomen, tot de betaling der verpondingen door de Eigenaars en niet door de Pagters te doen en de verpagters alzo in de verpligting gebragt de verpondingen zelfs te betalen, zo zullen de pagters gehouden zijn het Equivalent van de Somma door de verpagters als dan voor verpondingen te voldoen boven hunne uitgeloofde pagtpenningen aan de verpagters te Restituéren.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meinder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige klamp off klampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofden het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Klampen onmiddellijk na het uitgaan van het hoogsel staan ten schaade en baten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Klampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weiders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagten gedaan en gelaaten hebben, beloovende de verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigten van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derzelve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van deszelvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen-borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de prestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagteren of borge worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comtoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voor verbinden, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende Gerechten en specialijk het Departementaal Gerechtshoff over het Departement BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deezes vrijwillig te doen en te laten Condemneeren, het zij bij ‘t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, klamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullen de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tienden is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditien.
Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten Beurde gesteld.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
De Pagter zal voor verponding en Reëele lasten moet betaalen f. 45=15= 0
Verp. f. 27= 9=..
2/3 reëel f. 18= 6=..
f. 45=15= 0
Ingezet bij ANTHONIJ van WETTEN alhier Op vijff hondert zestig gulden.
Afgehangen van zes hondert vijftig gulden en gedaalt op vijff hondert vijff en zestig gulden, dico f. 565=..=..
slaat twee slagen denzelven slaat nog drie en twintig slagen.
JOOST PETER NOOIJEN slaat nog vijff slagen
JAN MATTIJS MASTBROEK slaat nog vijff slagen.
Borgen: THEODORUS van GRIENSVEN en ANTHONIS van WETTEN.
De Tweede verdeelinge off Klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 45=15= 0
Verpond. f. 27= 9=..
2/3 reëel f. 18= 6=..
f. 45=15= 0
Ingezet bij JOHANNIS JOOST van de WEIJER alhier op vier hondert zestig gulden.
Afgehangen van vijff hondert vijftig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JOHANNIS JOOST van de WEIJER voorsz. gebleeven, dico f. 460=..=..
slaat twee slagen. denzelven nog achtendertig slagen.
JOOST PETER NOOIJEN slaat nog twintig slagen.
Borgen: JAN HENDRIKS en JAN FRANCEN.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VEN EIJK.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 62=12= 8
Verpond. f. 37=11=..
2/3 reëel f. 25= 1=..
f. 62=12= 8
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS alhier op negen hondert en een gulden.
Afgehangen van Duizend en vijftig gulden en gedaald op Duizend en vijff gulden en daar voor gemeind bij THOMAS JANSE RIJNDERS alhier, dico f. 1005=..=..
Slaat drie slagen, denzelven nog twee slagen.
Borgen: FRANCIS van NEERVEN en HENDRIK EVERS.
Vierden Klamp van over de VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DE PEEL uit meede ter rechterhand na DEURNE.
Verpond: f. 37=11= 8
2/3 reëel f. 25= 1=..
f. 62=12= 8
Den Pachter zal voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 62=12= 8
Ingezet bij PETER van den POEL alhier op negen hondert en twintig gulden
Afgehangen van duizend en vijftig gulden en gedaalt on negen hondert en veertig gulden en daar voor gemeint bij MARTINUS WEERTS alhier, dico f. 940=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: JAN BIEMANS en WILLEM JOOST BIEMANS.
De BAKELSE Tienden nu genaamt DE KERKEINDSCHE CLAMP beginnende aan HET SOERSEL regt langs DE KERSTRAAT met DEN MOOLENAKKER daar bij scheidende DEN LIJKWEG op het Huis van JAN PEETERS en voorts weder tot aan HET SOERSEL, zo en gelijk deze verdeling door de Pagters der Abtdije, nu het Rijk van HOLLAND Tiende en die van den Heer van BOXTEL respetive is getiend geweest.
Den Pachter zal van dezen Klamp moeten betalen aan den Pachter der Abtdije Tienden negen vaten rogge in Specie zonder korting aan zijnen pagt zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijnen Pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Den Pachter zal dienen verdagt te zijn om provisioneel voor dit jaar vrijdom van Tienden te geven aan GUILHELMUS den DOOP van circa vier Lopense gelegen alhier in DE NOELAARDT.
En zal den Pagter voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 51=15=..
Verpond: f. 31= 1=..
2/3 reëel f. 20=14=..
f. 51=15=..
Ingezet bij PEETER van den POEL alhier op een hondert en tien gulden Afgehangen van vijff hondert en vijftigh gulden en gedaalt op vier hondert en veertig
Gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER van den POEL, dico 440=..=..
Slaat tien slaagen, denzelven slaat nog twintig slagen
BASTIAAN MANDERS nog tien slagen
MARTINUS WEERTS nog twee slagen
BASTIAAN MANDERS nog drie slagen.
Borgen: JAN THOMAS PEETERS en JAN HERMANUS EVERS.
Tweede verdeelinge off Clamp nu genaamt DEN KERK EINDSCH KLAMP schietende op de KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESP alles volgens oud gebruik zo en gelijk deeze verdeeling door de Pagters der Abtdije Tienden en die van SCHIPSTAL respective is verpagt en getiend geweest.
Den Pagter zal van dezen Klamp moeten betalen aan den Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twee en twintig vaten rogge in Specie zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner Pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
En zal den Pagter voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 51=15=..
Verp: f. 31= 1=..
2/3 reëel f. 20=24=..
f. 51=15=..
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op zes hondert vier en zestig gulden.
Afgehangen van acht hondert gulden en gedaalt op den voors. Inzet en daar voor aan den inzetter MARTINUS WEERTS voorsz. Gebleeven, dico f. 664=..=..
Slaat twee slaagen, denzelven slaat nog vijftig slagen
Borgen: HENDRIK WEERTS en PETER van de POEL.
De Tiende van GROOTEL zo als voor heen gepagt en getiend is geweest.
Verpond: f. 26=18= 8
2/3 reëel f. 17=19=..
Den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betalen f, 44=17= 8
Ingezet bij ANTHONY van GROTEL alhier op twee hondert twee en veertig gulden.
Afgehangen van drie hondert vijftig gulden en gedaalt op twee hondert vijff en tachtig gulden en daar voor gemeint bij PERO ANTHONY van GROTEL alhier,
dico f. 285=..=..
slaat tien slagen.
denzelven slaat nog twintig slagen.
Borgen: ANTHONY van GROTEL en HENDRIK van BERLO.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE als voor heen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije nu het Rijk van HOLLAND is Competeerende.
Verpond: f. 18= 2= 6
2/3 reëel f. 13= 6= 4
Den Pagter zal voor verponding en reëele lastn moeten betalen f. 31= 8=10
Ingezet bij HENDRIK van BERLO Alhier op twee hondert en tien gulden Afgehangen van vier hondert Gulden, en gedaalt op twee hondert Zeventig gulden en daar
Voor gemeint bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE, dico f. 270=..=..
Slaat tien slagen
Denzelven nog twintig slagen.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en PERO van GROOTEL.
De SMAL Tiende van MILHEEZE onder BAKEL zo en gelijk die bij den laatsten pachter is gecollecteerd en getiend geworden.
Verpond: f. 2= 7= 8
2/3 reëel f. 1=11=14
3=19= 6
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op een en zestig gulden
Afgehangen van een hondert gulden en gedaalt op zeventig gulden en daar voor gemeint bij den inzetter LEONARDUS KUIJPERS voorsz. dico f. 70=..=..
Slaat vier slagen, denzelven nog zes slagen.
Borgen: JOOST BIEMANS en JACOBUS GOORT LAMBERS.
De SMAL Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zo als van ouds getiend is geweest.
Verpond: f. ..= 5= 8
2/3 reëel f. ..= 3=12
f. ..= 9= 4
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier op tien gulden
Afgehangen van dertig gulden en gedaalt op den voorsz inzet en daar voor aan den inzetter JAN BIEMANS voorsz. gebleeven f. 10=..=..
Borgen: JOOST BIEMANS en JACOBUS GOERT LAMBERS.
En alzo ten uitgang des hoogsels niemand meer hoogde of slaande dan de respective laatste slagers zo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Klamp Pachter gebleeven dewelke benevens haare gestelde Borgen, hebben belooft de voorenstaande Conditien te zullen voldoen, naarkomen en agtervolgen onder verband Submissie en Renuntiaties als in dezelve Breeder vermeld.
Aldus Publiek verpagt, gemeint, beslagen en gepasseert op heden binnen BAKEL voorsz. dezen Een en twintigsten Julij Een duizent acht hondert en zeven, ten overstaan van JAN BIEMANS Schepen Loco Schout Civiel, PEETER van der POEL en WILLEM DIRK JANSEN Scheepenen, die de minute dezes benevens den Heere Verpachter en mij ondergeschreeve Secretaris eigenhandig ten Prothocolle ondertekent hebben.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
Vepachts=Conditien der Thienden te BAEKEL genaamd DEN MATHIJSEIJNDSCHEN en NUIJENSCHEN CLAMP.
Over den Oogst en Jaare 1800 en Acht.
Den 18den Julij.
Voor de Kroon.
Conditien en voorwaarden waar op H.F.D. L’HEUREUX Rentmeester der Konninklijke Domeinen gelegen onder BAEKEL, als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Koningshuis bij aanschrijven van den 8e Junij achtthien hondert en acht, ten overstaan van gecommitteerdens uit het Gemeente Bestuur in het openbaar aan de meestbiedende, zal verpagten de Domein Thiende hierna breder vermeld en zulks over den oogst deezes jaars 1800 en acht.
Art. 1.
De verpagting zal geschieden bij mijning met guldens van twintig stuijvers het stuk, waarvan de betaaling zal zijn voor of den eersten Maart van het Jaar 1800 negen in goede gangbare klinkende munt en ten kantore van den verpagter te EINDHOVEN, zullende de Pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betaalen, hunne Pagt in de eerste daarop volgende maand, en wel tot den eersten April moeten voldoen, in guldens van een en twintig stuivers, in de tweede maand en wel tot primo Meij met guldens van twee en twintig stuivers, zullende den Pagter geen verder uitstel van betaaling of voldoening hunner volle Pacht, onder wat Protect ook, worden vergund, maar het den Rentmeester vrij staan de wanbetaalder of des zelfs borgen, na goedvinden, met parate excecutie tot de betaaling te nootzaaken, en de Paenaliteit aan de Kroon verrekenen.
Art 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk mijnen en men niet onderscheiden kan wie eerst gesprooken heeft, zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidelijk mijn zegt, gelijk mede in dien den afslager in het afslaan zich mogt vergissen, en hier over verschil ontstaande zal den Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De Pagters zullen gehouden zijn, dadelijk na de verpagting en zonder eenig verwijl, te stellen twee goede en Sufficiante Borgen, die benevens den Pagter individueel en ieder in solidum ten genoegen van den Rentmeester, op verband van hunne Persoonen en goederen, hebbende en verkrijgende, zullen moeten beloven deeze conditiën, in alle deelen, na te koomen, en te zorgen, dat de uitgeloofde Pachtpenningen Promptelijk, op den vervaldag worden voldaan; zullende het, bij mankement van dien, den Rentmeester vrij staat, de Borgen of een der zelven, na goed vinden, voor den Pagter aanspreeken, en hem door Parate Excentie en willige Condemnatie, zoo tot het koomen deezer conditiën als tot de betaaling te nootzaaken – wordende bij deze verstaan, dat den Pagter en des zelfs borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Excecutie en willige condemnatie van alle Hoven, Regten en Regteren, zullende het den verpagter vrijstaan, zoo danige Borgen, die zich, na zijn inzien, voor te veele of te hooge sommen aanbieden, te recuseeren, zonder gehouden te zijn van deeze zijne wijgering reekenschap te geven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zoodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuws ophangen en afslaan, geld het minder, dan zal den breekhaftigen het zelve terstond Suppleeren en voldoen ten profijte van het Domein, en meerder geldende zal hem zulks baaten nog eenig voordeel aan brengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Thiendregt en gerechtigheden van ouds gehad en bezeeten, volgens oude usantien gebruikelijk, en bij Plakkaten van den Lande vergunt, de eigenaars competeerende, en zoo als de zelven ten allen tijden gethiend en verpagt zijn geworden welk regt den Pagter gehouden is, tot zijne Private kosten, te maintineeren < = in stand houden; handhaven; ondersteunen >; moetende al het geen Thiend Subject en onder zijn gepagt parceel behoorende is, zonder de minste Conniventie < = zonder eenige oogluiking > invoorderen, zonder eenige korting aan de uitgeloofde Pagtpenningen te kunnen doen, zullende de schade, welke het Domein, in des zelfs wettig Regt, door eenig verzuijm van den Pagter, komt te leijden, op den zelven, met zijne Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De pagters zullen de Thienden aan niemand mogen overlaaten, Part of deel geeven op verbeurte der Boetens daar tegen bij ‘sLands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Thiende staan onmiddellijk na de verpagting, onder welke benaming ook, ten schade en Bate van de Pagters.
Art. 8.
Bij de betaaling der gepagte Thienden zal den Pagter gehouden zijn, onder eene verbeurte van eene boete van f. 25=..=.. ten behoeve der armen te Exhibeeren eene specifique Thiend-rolle waar uit blijkt welke stukken lands waar gelegen, waar onder gehooren, met der zelver naame en eigenaaren, indien zij die hebben, door hun gepagt zijnen of waar over zij met den grondbruiker gecontracteerd hebben; welken Lijst door hun, onder offerte van BeEediging, zal moeten geteekend worden.
Art. 9.
De afgaanden Pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eerst opvolgende Jaar de noodige inligting te geven, en ingeval dat Parceel niet kon verpagt worden maar voor den Rentmeester aangehaald moet worden, dan zal hij gehouden zijn die thiende uit te steeken, of de noodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den gerechte over de verpagting staande, blijven voor reekening van het Domein.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveert aan zig twee uuren beraad om de Pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accordeeren oft bedanken.
Op alle welke zoo Generaale als speciaale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gebragt.
Eerstelijk den Clamp Thiende, nu genaamd DEN MATTHIJS EIJNDSCHEN klamp beginnende op DE KRUISSCHOT en zoo voorts op de Weduwe JAN SIJMEN NOOIJEN, Zuidwaardts schietende op DE HOOGE INGT, schijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruik.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deeze Clamp genieten de quantiteit van vijf en veertig vaten rogge, die om het ander jaar door de Commanderij van GEMERT aan opgemelde Domeinen moet gelevert worden, zijnde hier onder begreepen de Thiende van de Akkers op DEN HOOG=AARLE en KIEVIDTSBRAAK.
Opgehangen van Elf honderd gulden
Gemeijnd bij WILLEM DIRK JANSEN Voor zes honderd acht en tagtig Gulden, dico f. 688=..=..
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROOIJMANS.
De tweede verdeeling
Nu genaamd DEN NUIJEN EIJNSEN KLAMP, beginnende op DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaards, schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de oude Liemieten als voorgaande Jaaren is gethiend en opgevaaren geweest.
De Pagter van deezen Clamp zal genieten de ses en negentig vaten rogge, die door de Hoevenaars van SCHEEPSTAL oplevert moeten worden, mits daar voor aan den Heer verpagter betaalende zodanige somme van penningen als te Ligtemis naastkoomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Opgehangen van Neegen honderd gulden
Gemeijnd bij PEETER van der POEL Voor zeeven honderd gulden, dico f. 700=..=..
Borgen: JAN JOOST BIEMANS en MARTINUS WEERTS.
Ten derden.
De Smal Thiende zoo als van ouds is completeerende geweest bestaande in lammeren, varkens, biën, vlasch, zaad, etc. van voorn. twee klampen opgehangen van honderd gulden.
Gemeijnd bij JAN JOOST BIEMANS. Voor vijf en dertig gulden, dico f. 35=..=..
Borgen: PEETER van der POEL en THOMAS WEERTS.
Aldus gedaan, gemeijnd en gepasseert den achttiende Julij 1800 acht ten overstaan van de ondergeteekende gecommitteerden uit het gemeente bestuur, Pagters en Borgen.
Dit merk X steld MARTINUS WEERTS, verklaart niet te kunnen schrijven.
Dit merk X steld JAN JOOST BIEMANS, verklaart niet te kunnen schrijven.
Testis
G. van RIET
H.F.D. L’HEUREUX qq
J. BIEMANS
P. v.d. POEL
J. VERBAARSCHOT
W.D. JANSSEN
Mij present, G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 18-07-1808.
BAEKEL.
Conditie van de Thiende Verpachtinge van de MATHIJS EINDSCHE CLAMP en NUIJENSCHE CLAMP over het jaar 1808, den 18 Julij.
Voor de Kroon.
Kopie.
Conditien en voorwaarden waar op H.F. de L’HEUREUX Rentmeester der Koninklijke Domeinen gelegen onder BAEKEL als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Konings Huis bij aanschrijving van den 8 Junij achttien hondert en acht, ten overstaan van gecommitteerdens uit het gemeente bestuur in het openbaar aan de meestbiedende zal verpagten de Domeinen Tienden hier na breeder vermeld en zulks over den oogst dezes jaars 1800 en acht.
Art. 1.
De verpagting zal geschieden bij mijning met Guldens van twintig stuijvers het stuk waar van de betaling zal zijn voor of op den eersten Maart van het jaar 1800 negen in goede gangbare klinkende munt en ten kantore van den verpagter te EIJNDHOVEN zullende de pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betalen, hunne pagt in de eerst daar op volgende maand, en wel tot den eersten April moeten voldoen in guldens van een en twintig stuyvers, in de tweede maand en wel tot primo Meij met guldens van twee en twintig stuyvers, zullende den pagter geen verder uitstel van betaling of voldoening hunner volle pagt, onder wat Protest ook, worden vergund, maar het den Rentmeester vaststaan, de wanbetaalder of deszelfs Borgen, na goedvinden, met Parate Excecutie tot de betaling te noodzaken, en de Paenaliteit aan de Kroon verrekenen.
Art. 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk mijnen en men niet onderscheiden kan wie eerst gesprooken heeft, zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidelijk mijn zegt, gelijk mede indien de afslager in het afslaan zig mogt vergissen, en hier over verschil ontstaande zal den Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De pagters zullen gehouden zijn, dadelijk na de verpaging en zonder eenig verwijl, te stellen twee goede en sufficante Borgen die benevens den Pachter indivisum en ieder in solidum ten genoegen van den Rentmeester op verband van hunne Personen en goederen, hebbende end verkrijgende zullen moeten beloven deze Conditien, in allen deelen, na te komen, en te zorgen, dat de uitgeloofde pagtpenningen promptelijk, op den vervaldag worden voldaan, zullende het bij mankement van dien den Renmeester vrijstaan, de Borgen of een der zelven na goedvinden, voor den pagter aanspreeken, en hem door Parate Excecutie en willige Condemnatie, zo tot het nakomen – dezer Conditie als tot de betaling te nootzaken – wordende bij dezen verstaan, dat den pager en deszelfs borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Excecutie en willige condemnatie van alle Hoven, Regten en Rechteren, zullende het den verpagter vrijstaan zodanige Borgen die zig na zijn inzien voor te veel of te hooge zommen aanbieden te Recuseeren, zonder gehouden te zijn van deze zijne wijgering Rekenschap te geven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuws ophangen en afslaan, geld het minder dan zal den breekhaftigen het zelve terstond suppleeren en voldoen ten profijte van het Domein en meerdergeldende zal hem zulks niet baten nog eenig oordeel aanbrengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Thiendrecht en gerechtigheden van ouds gehad en bezeten, volgens oude Usantien gebruikelijk, en bij Placaten van den Landen vergunt, de eigenaars competerende, en zo als dezelve ten allen tijde getiend en verpagt zijn geworden welk recht den pachter gehouden is, tot zijns private kosten, te maintineeren moetende al het geen Tiend Subject en onder zijn gepagt perceel behoudende is zonder de minste Conniventie invoorderen, zonder eenige kortin aan de uitgeloofde pagtpenningen te kunnen doen, zullende de schaade, welke het Domein in des zelfs wettig recht door eenig verzuim van den pachter, komt te leijden, op denzelven, met zijne Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De Pagters zullen de Tienden aan niemand mogen overlaten, part of deel geven op verbeurten der Boetens daar tegens bij ‘sLands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Thienden staan onmiddelijk na de verpagting, onder welke benaming ook ten schade en baten van de Pagters.
Art. 8.
Bij de betaling der gepagte Thienden, zal den Pagter gehouden zijn, onder eene verbeurte van eene boeten van 25 Gulden ten behoeve der Armen te Exhibeeren een specifique Thiendrolle waar uit blijkt welke stukken Lands, waar gelegen, waar onder gehooren, met derzelver naamen en eigenaaren, indien zij die hebben, door hun gepagt zijn of waar over zij met den grondgebruiker gecontracteerd hebben, welke Lijsten door hun, onder offerte van BeEdiging zal moeten getekend worden.
Art. 9.
Den afgaanden pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eersopvolde < moet zijn: eerst opvolgend > jaar de nodige inligting te geven en in geval dat perceel niet kon verpagt worden maar door den Rentmeester aangehaald moet worden dan zal hij gehouden zijn die thiende uit te steeken, of de nodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den gerechte over de verpagting staande, blijven voor Rekening van het Domein.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveert aan zig twee uuren beraad om de pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accorderen off bedanken.
Op alle welke zo Generale, als Speciale Conditien en voorwaarden zo word alhier om te verpagen ten beuren gebragt.
Eerstelijk den Klamp Tiende, nu genaamd DEN MATTHIJS EIJNDSCHEN KLAMP beginnende op DE KRUISSCHOT en zo voorts op de Wed: JAN SIMON NOOIJEN, Zuidwaarts schietende op DE HOOGE INGT schijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruik.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deze Klamp genieten de quatiteit van vijff en veertig vaten rogge, die om het ander jaar door de Commanderij van GEMERT aan opgemelde Domeinen moet gelevert worden, zijnde hier onder begrepen de Tienden van de Akkers op DE HOOG AARLE en KIVIDSBRAAK.
Opgehangen van Elfhonderd gulden Gemeind bij WILLEM DIRK JANSEN Van zeshonderd acht en tachtig gulden, dico f. 688=..=..
Borgen: JOHANNES VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROOIJMANS.
De Tweede Verdeeling.
Nu genaamd DEN NUYEN EYNDSCHEN KLAMP beginnende op DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaarts, schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de oude Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaaren geweest.
De Pagter van dezen Klamp zal genieten de zes en negentig vaten rogge die door de Hoevenaars van SCHEEPSTAL gelevert moeten worden, mits daar voor aan den Heer Verpagter betalende zodanige zomma van penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontvangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Opgehangen van Negen hondert Guldens Gemeijnt bij PETER van der POEL Voor zeven hondert gulden, dico f. 700=..=..
Borgen: JAN JOOS BIEMANS en MARTINUS WEERTS.
Ten derden:
De Smal Tienden zoals van ouds is Competeerende geweest bestaande in Lammeren, Varkens, Biën, Vlasch etc. van voorsz. twee klampen etc..
Opgehangen van Hondert Gulden Gemeind bij JAN JOOST BIEMANS Voor Vijff en dertig Guldens, dico f. 35=..=..
Borgen: PEETER van der POEL en THOMAS WEERTS.
Aldus gedaan, gemeijnd en gepasseert den achttienden Julij 1800 Acht, ten overstaan van de ondergetekende gecommitteerden uit het gemeente bestuur, Pagters en Borgen was getekent H.F.D. L’HEUREUX, onderstond dusdanig X handmerk waar om geschreven stond dat Merk steld MARTINUS WEERTS verklaard niet te kunnen Schrijven onderstond dusdanig X handmerk waar om geschreven stond, dit merk steld JAN JOOST BIEMANS verklaat niet te kunnen schrijven. Testis G. van RIET was getekent J. BIEMANS, P. v.d. POEL,
J. VERBAARSCHOT, W.D. JANSEN, onderstond mij present en was getekent G. van RIET, Secretaris.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 18-07-1808.
Verpachts Conditien der tienden van BAKEL in dato 18 July 1808.
Voor het Rijk.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS Rentmeester der Koninkelijke Domijnen geleegen onder BAKEL en MILHEEZE als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Koningshuize bij anschrijving van den 24e Junij 1808 ten overstaan van gecommitteerdens uit het Gemeente Bestuur of gerechte in het openbaar aan den meestbiedende zal verpagten de Domein Tienden hier na breeder vermeld en zulks over den oogst deeses Jaars 1800 en Acht.
Art. 1.
De verpagtinge zal geschieden bij meijning met guldens van twintig en een vierde stuijver het stuk welke vierde stuijver daderlijk na den geaccordeerden toeslag zullen worden betaald aan den verpagter die dezelve aan die gemeenschappelijken Armen van de plaats waar onder de verpagting gehoord zal uitdeelen. De betaaling zal zijn voor of op den Eersten Maart van het Jaar 1800 en Negen in goede gangbare klinkende munt, en ten kantore van den verpagter te GEMERT resideerende zullen de Pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betaalen hunne Pagt in de eerst daar op volgende maand en wel tot den eersten April moeten voldoen in guldens van een en twintig stuijvers in de tweede maand en wel tot den eersten Meij met guldens van twee en twintig stuijvers zullende den Pagter verder geene uitstel van betaaling of voldoening hunner volle Pagt onder wat pretext < = voorwendsel > ook worden vergunt maar het den Rentmeester vrijstraan de wanbetaler of deszelve Borgen naar goed vinden met parate executie tot de betaaling te noodzaaken en de Penaliteijt aan de Kroon verreekenen.
Art. 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk meijnden en men niet onderscheijden kan wie eerst heeft gesprooken zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidentlijk “mijn” zegt; gelijk mede indien den Afhanger in het afslaan zich mogt vergissen en hier over verschil ontstaande zal den Heer Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De Pagters zullen gehouden zijn dadelijk na de verpagting en zonder eenig verwijl te stellen ten genoegen van den Heeren Rentmeester twee goede en sufficiënte Borgen die benevens den Pagter in divisum < = gezamelijk > en ieder in solidum < = afzonderlijk > op verband van hunne Persoonen en goederen hebbende en verkrijgende zullen moeten belooven deeze Conditien in alle deelen na te koomen en te zorgen dat de uitgeloovde Pagtpenningen promptelijk op den vervaldag worden voldaan zullende het bij mankement van dien den Rentmeester vrijstaan de Borgen of een derzelven na goedvinden voor den pagter aan te spreeken in hem door parate Executie zoo tot het nakoomen dezer Conditie als tot de betaaling te noodzaaken wordende bij deeze verstaan dat Pagter en deszelvs Borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Executie en willige Condemnatie van alle Hoven, Regten en rechteren zullende het den Heere verpagter vrijstaan zodanige Borgen die zig na zijn inziens voor te reëele of te Hooge somme aanbieden te recuseeren < = weigeren > zonder gehouden te zijn van deeze zijne weijgering rekenschap te geeven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuw ophangen en afslaan geld het minder dan zal den breekhaftigen het zelve terstond suppleeren < = vullen; vervullen > en voldoen ten Profijte van het Domijn en meerder geldende zal hem zulx niet baten nog eenig voordeel aanbrengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Tiendregt en gerechtigheeden van oudts gehad en bezeten volgens oude usantie < = gebruik > gebruikelijk en bij Placaten van den Landen vergunt de eigenaars competeerende en zoo als de zelve ten allen tijde geschied en verpagt zijn geworden, welk recht den Pagter gehouden is tot zijn Private kosten te maintineeren < = handhaven; beschermen >: moetende alle het geen tiendsubject en onder zijn gepagt parceel behoorende in zonder de minste Conniventie < = oogluiking > in vorderen zonder eenige kortinge aan uitgeloovde Pagtpenningen te kunnen doen zullende de schaaden welke het Domijn in de zelve wettig recht door eenig verzuijm van den pagter komt te lijden op den zelven met zijn Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De Pagters zullen de Tienden aan niemand mogen overlaaten part of deel geeven op verbeurte de Boete daartegen bij ’s-Lands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Tienden staan onmiddellijk na de verpagting onder welke benaaming ook ten schaden en baate van de Pachters.
Art. 8.
Bij de betaaling van de gepagte Tienden zal den Pagter gehouden zijn onder verbeurte eene Boete van f. 25=..=.. ten behoeve der Arme, te exhibeeren < = bijbrengen > eene Specifique tiend Rolle waar uit blijkt welke stukken lande waar geleegen waar onder gehoorende met derzelver naamen en eigenaaren indien zij die hebben, door hun gepagt zijn of waar over zij met den grondgebruijker gecontracteerde hebben welke Lijst door hun onder Offerte van beeediging zal moeten geteekend worden.
Art. 9.
Den afgaanden Pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eerst op volgende jaar de nodige Inligting te geeven en in geval dat Parceel niet kon verpagt maar door den Heere Rentmeester aangehaald moest worden dan zal hij gehouden zijn die Tienden uit te steeken of de nodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den Gerechten over de verpagting staande, blijven voor rekening van het Domijn.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveerd aan zig twee uuren beraad om de Pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accordeeren of bedanken.
Ingevolge de voors. Conditien en voorwaarden, zoo word alhier ten Beurden gesteld.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Opgehangen van acht honderd gulden Gemeijnt bij JOHANNUS MICHGELS Voor drie honderd twee en tagtig Gulden, dico f. 382=..=..
Voldaan
Borgen: JACOBUS SWINKELS en CORNELIS JAN CORNELISSEN.
De Tweede verdeelinge off Klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Opgehangen van vijfhonderd gulden Gemeijnt bij JAN HENDRIKS Voor drie honderd gulden, dico f. 300=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN FRANSEN en JOOST PEETER NOOYEN.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VEN EIJK.
Opgehangen van Duizend gulden Gemeijnt bij JAN MATTIJS MASTBROEK Voor zeshonderd veertig gulden, dico f. 640=..=..
Voldaan.
Borgen: JACOBUS VERHOEVEN en THEODORUS van GRIENSVEN.
Vierden Klamp van over de VEN EIJK langst de KAPELSTRAAT regt door op DE PEEL uit meede ter rechterhand na DEURNE.
Opgehangen van Neegen honderd gulden Gemeijnt bij FRANCIS van de LAAR Voor zeshonderd gulden, dico f. 600=..=..
Voldaan.
Borgen: JOHANNUS van de WEIJER en THOMAS SWINKELS.
De BAKELSE THIENDEN nu genaamt DE SCHOUTSE KLAMP beginnende aan DEN RIJPELBERG langst DE BAKELSE BRUG Zuidwaarts tot ANDRIES van NEERVEN en de akkers Noordwaarts, schietende langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAAKER en van daar langst den weg tot de Wed. TOMAS LAMBERS tot de Klampkens genaamt PAPENRIJT en KALVEREEUSEL Noordwaarts.
Den Pagter van deesen Klamp zal moeten betalen aan den Pagter der Tienden van de voormalige Abtdije van ECHTERNACH, thans behoorende aan DE KROON van HOLLAND, twintig vaten rogge in Specie, zonder kortings aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de kwintantie bij het voldoen zijnen pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Opgehangen van Negen honderd gulden Gemeijnt bij LEONARD van LEIJENBURG Voor vijf honderd dertig gulden, dico f. 530=..=..
Voldaan.
Borgen: WILLEM JOOST BIEMANS en HUIJBERT van LEIJENBURG.
De tweede verdeeling van DEN SCHOUTSEN KLAMP zijnde de andere zijde Westwaarts beginnende bij WILLEM RAAYMAAKERS regt door DE STRAAT bij het BRUGSKEN bij DEN SCHOENMAKER en zoo voorts neven DE BEEK Zuijdwaarts.
De pagter van deese klamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Tiende van de voormalige Abtdije van ECHTERNACH vijf en twintig vaten rogge in Specie, zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijnen pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren
Opgehangen van Neegen honderd gulden Gemeijnt bij HENDRIK HERMANUS EEVERS Voor vijf honderd twintig guldens, dico f. 520=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en TOMAS JANSE RIJNDERS.
De Thienden van GROTEL onder BAKEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest.
Opgehangen van vier honderd gulden En gedaald op twee honderd Twee en negentig gulden en daar Voor gemeijnt bij JAN BIEMANS, dico f. 292=..=..
Voldaan.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JAN RIJNDER KLUIJTMANS.
De Thiende van SCHEPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest en aan voorn. Domeijn is Competeerenden.
Opgehangen van drie honderd gulden Gedaalt op twee honderd zeeventig Gulden en daar voor gemeijnt Bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS Te AARLE, dico
f. 270=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en THOMAS van GERVEN.
De Smalle Tienden van MILHEEZE onder BAKEL zoo en gelijk den laasten Pagter is gecollecteerd en getiend geweest.
Opgehangen van Een honderd gulden Gedaalt op vier en vijftig gulden Gemeijnt bij LEONARDUS KUIJPERS Te DEURNE, dico f. 54=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN CORST SMITS en JAN MANDERS.
De Smal Tienden van GROTEL, SCHEPSTAL en WOLFSPUTTEN zoals die van oudts is getiend geweest.
Opgehangen van vijftien gulden Gedaalt op veertien gulden en Daar voor gemeijnt bij PERO van GROOTEL alhier, dico f. 14=..=..
Voldaan.
Borgen: ANTHONIJ van GROOTEL en JOHANNUS VERBAKEL.
Aldus Publiek verpagt en hebben de Pagters beneevens haare gestelde Borgen belooff op gemelde Conditie en voorwaarden in alle deelen Punctuelijk te zullen voldoen naarkoomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als daar inne vermeld op heeden binnen BAKEL den 18e July Een Duijzend acht hondert en acht ten overstaan van JAN BIEMANS Schepen Loco Schout Civiel, PEETER van der POEL en JOHANNUS VERBAARSCHOT Schepenen.
J.H. ROBIJNS
J. BIEMANS
P. v.d. POEL
J. VERBAARSCHOT
Mij present: G. van RIET, Secrts.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 17-07-1809.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tienden toebehoord hebbende aan de Abtdije van ECHTERNACH van en over den oogst des jaars 1809.
In dato 17e van Hooymaand 1809.
Jura binnen gemeld.
Voor ’t Rijk.
Kopij.
Verantwoord folio 20.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welks de Heer Mr. H.F. de L’HEUREUX als Administrateur over de goederen toegehoord hebbende aan de Abtdije van ECHTERNACH tans staande ten namen van het Rijk van HOLLAND en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door het Fransche Keizerrijk aan het Koninkrijk HOLLAND bij transactie in dato 5 Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en tans in naam van bovengemelde Commissie bestuurd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst deesen jaare 1800 negen geschiedende deze verpagtinge op Kondities en voorwaarden hier na volgende.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Karolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Lichtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Periculen des pagters offte der pagteren aan te tellen en te betaalen en te leeveren vrij van alle ordinaire Extra ordinaire verpondingen met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Kontrarie dezes zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van voorsz. lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
Art. 2.
En den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de kwitantien mede tusschen Kersmis en Ligtmis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EINDHOVEN voorsmd. Te overhandigen en aan hem onder behoorlijke Recepis over en af te geven op pene van zulks niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeven van den Armen alhier alles mede zonder te minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
Art. 3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heer verpagter te restitueeren, zonder de minste kortinge, aan de geloofde pagtpenningen, waar naar deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag een gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en wederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
Art. 4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflektie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
Art. 5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijn een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die benevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onderscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de konditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na rechten.
Art. 6.
En indien den pagter van zulks te doen bleeff in mora < = uitstellen > en gebreken zo zal den Heer verpagter die voorsz. Tienden wederom aanstonds op nieuw mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldende zal weesen ten profijte van den Heer verpagter en de mindergeldinge zal men verhalen met alle de kosten, schade en intressen aan de gebrekigen Pagter als met recht verwonnen schuld konnen en mogen verhalen daar van en van alle ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte konditie en specialijk zodanige Prokureurs als welke voor den Gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhouden en het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laten kondemneeren, den eene om de kondemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Conzenteeren en verders hun onderscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitterende aan en over het recht van ingebod en Judicatuure van Scheepenen van DEN BOSCH voorsz. zullende de Pachters benevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het Regt van Parate Excecutie.
Art. 7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tienden zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt kompeteert gaande uijt het gedeelte der Tienden eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1800 tien aanstaande, mits daarvoor aan de Heer Verpagter betalende zodanige zomma van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontvangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Art. 8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heer verpagter moeten betaalen van iedere Klamp drie zilvere Dukatons of de waarde van dien met nog twee gulden tien stuijvers van iedere klamp, als mede eene gulden tien stuyvers voor klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van welgemelde Commissie van dato 11 Januarij 1803.
Art. 9.
De Pagters van de na te melden klampen tienden zullen gehouden zijn respektivelijk zorg te dragen, dat ingeval in het volgende Jaar die klampen tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden, en zulks nodig ware voor de verpagtinge derzelve te tienden, dat zulks door hem pagter of pagters respektivelijk van den eersten en tweden klamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweden klamp naderhand respektive zulle komen te pagten, zonder daar voor iets te rekenen of te mogen deklareeren en zonder dat iemand anders zig daar mede zal hebben te bemoeijen als werdende zulks wel Expresselijk geinterdiceert bij deze.
Art. 10.
De respective pagters zullen moeten betalen voor Jura van Schout Schepenen mitsgaders Sekretaris voor het instellen, houden en beschrijven dezer konditie, en het leveren van kopie authenticq aan den Heer Verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere klamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Klamp Tiende nu genaamt DEN KERKEINDSCHEN KLAMP beginnende van het SOERSEL regt langs DE KERKSTRAAT met den MOLENAKKER daar bij scheidende de LIJKWEG op het huis van JAN PEETERS en voords op DE BEEK uitschietende op den Gemenen PEELWEG aan het OVERSCHOT, en voorts weder tot aan het SOERSEL en verdere Landerijen aldaar gelegen onder BAKEL.
Den pagter zal voor Verponding moete betalen f. 34=..= 4
10 verhoging f. 3= 8=..
f. 37= 8= 4
den pagter van den klamp zal genieten de zes en Negentig vaten rogge zo als bij Art. 7. staat vermeld.
Ingezet bij PETER van der POEL alhier op Zes honderd vijf en twintig gulden.
Afgehangen van zeven honderd gulden En gedaalt op den voorsz. Inzet en daar Voor aan den inzetter PETER van der POEL Voorsz. gebleven, dico f. 625=..=..
Slaat vijf slagen.
Borgen: WILLEM en JAN JOOST BIEMANS.
De twede Verdeling nu genaamd DEN KERKEINDSCHEN KLAMP scheidende DE KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESPH met een derde deel van DE SCHAAPSDRIES volgens oud gebruik.
Den Pagter van dezen klamp zal genieten negen vaten rogge die voor de Kommanderije van GEMERT aan opgemelde klamp moet geleverd worden.
En zal den pagter voor Verponding moeten betalen f. 34=..= 4
10 verhoging f. 3= 8=..
f. 37= 8= 4
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op Zeven hondert twee guldens.
Afgehangen van acht honderd guldens En gedaalt op den voorsz. inzet en daar Voor aan de inzetter MARTINU WEERTS Voorsz. gebleven, dico f. 702=..=..
Slaat twee slagen, WILLEM DIRK JANSEN Slaat nog vier slagen, MARTINUS WEERTS slaat Nog twee slagen.
Borgen: PETER van der POEL en THOMANS WEERTS.
De SMAL TIENDEN zo als van ouds aan voormelde Abtdije gekompeteerd heeft bestaande in Lammeren, Biën, Vlas, Zaad, enz. van voorschreeve twee klampen vrij van onraad mits betalende de ‘sLands Lasten. Verpondingen f. 1=14= 2
Verp. f. 1=11=..
10 verhogingen f. ..= 3= 2
f. 1=14= 2
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS alhier Op zestig gulden.
Afgehangen van een hondert guldens En gedaalt op den voorsz. Inzet en daar voor Aan den Inzetter JAN JOOST BIEMANS Voorsz. gebleven, dico f. 60=..=..
Slaat twee slagen f. 61=14= 2
Borgen: JAN BIEMANS en JAN MANDERS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunne gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. dezen zeventienden van Hooymaand Eenduizent acht hondert en negen, ten overstaan van JAN BIEMANS President Schepenen Loco Schout-Civiel, PETER van der POEL, JAN MATTHIJS MASTBROEK Schepenen.
De Minute dezes is behoorlijk getekend.
Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.
Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 17-09-1809.
BAKEL.
Conditie en Verpagte Tienden van Het Rijk van HOLLAND
In den 17e van Hooimaand 1809
Jura van Schout, Schepenen, Secretaris en Afhanger als van oudts f. 45=..=..
Voor het Rijk.
Afschrift.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS wonende te GEMERT als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door het Fransche Keijserrijk aan het Koningrijk HOLLAND bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leeden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZEN na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1800 Negen zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tienden, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT, nu het Rijk van HOLLAND zo als alhier binnen MILHEEZE, als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle onder BAKEL is geweest heffende, beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tienden thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere J.H. ROBIJNS.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tienden alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen GEMERT in eene termein te weeten op den eersten van Grasmaand 1800 Tien, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meinder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na ouder gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zo den inzetter Blok Klamp off perceel bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betalen zonder aan zijne beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Klamp, Blok off perceel ten beurden gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Klampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk te mogen opveilen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor Randsoen geld en van iedere Klamp tien stuijvers Godsgeld en weiders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands lasten, zoo als tegen off onder ieder perceel off Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tienden.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meinder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige klamp off klampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofden het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Klampen onmiddellijk na het uitgaan van het hoogsel staan ten schaade en baten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Klampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weiders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagten gedaan en gelaaten hebben, beloovende de verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigten van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derzelve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van deszelvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen-borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de prestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagteren of borge worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comtoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voor verbinden, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende Gerechten en specialijk de Hove van Justitie van dit Departement of wel het Departementaal Geregtshof over het Departement BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deezes vrijwillig te doen en te laten Condemneeren, het zij bij den Hoven van Justitie of het Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, klamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullen de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten van Grasmaand eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tienden is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditien.
Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten Beurde gesteld de MILHEEZE Tienden.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 27= 9=..
Ingezet bij WILLEM FRANCIS MARTENS Alhier op vier hondert twintig gulden.
Afgehangen van vijfhondert gulden En gedaalt op vierhondert vijf en vijftig Gulden en daar voor gemeint JAN MATTHIJS MASTBROEK alhier, dico f. 455=-=..
Voldaan.
Slaat vijf slagen, denzelven slaat nog twintig Slagen. CORNELIS JAN CORNELISSE slaat nog veertig Slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK, nog vijf Slagen
CORNELIS JAN CORNELISSE nog vijf slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK nog tien slagen, CORNELIS JAN CORNELISSEN vijf slagen, JAN MATTHIJS MASTBROEK nog vijf slagen.
Borgen: ANTHONY van WETTEN en THEODORUS van GRIENSVEN.
De tweede verdeelinge of klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de KAPEL STRAAT ten eijnde uit meede ter linkerhand Noordwaarts.
Den verpagter zal voor verponding moeten betaalen f. 27= 9=..
Ingezet bij JOHANNES MICHGELS alhier Op drie hondert en dertig guldens.
Afgehangen van vijfhondert gulden en Gedaalt op driehondert vijf en veertig gulden En daar voor gemeint bij JOOST PEETER NOOYEN alhier, dico f. 345=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Acht en veertig slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK Slaat nog tien slaagen.
Borgen: als voor.
Derde klamp bij DEN HOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuidwaarts naast de kant van DEURNE of langst de KAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN van gemeenen weg langst HET KASKE tot DEN VEN EIJK.
Den Pagter zal voor verponding
Moeten betaalen f. 37=11= 8
Ingezet bij JOHANNES MICHGELS, alhier Op zeven hondert guldens
Afgehangen van achthondert vijftig gulden En gedaalt op zevenhondert vijf en veertig gulden En daar voor gemeint bij JOHANNES MICHGELS voorsz., dico
f. 745=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat nog tien Slagen, CORNELIS JAN CORNELISSEN nog tien slagen JOHANNES MICHGELS twee slagen CORNELIS JAN CORNELISSE nog vijf slagen JOHANNIS MICHGELS Nog drie slagen.
Borgen: JAN FRANCIS JANSEN en JAN van DUINHOVEN.
Vierden Klamp van over DEN EIJK langst de KAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Den Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 37=11= 8
Ingezet bij WILLEM FRANCIS MARTENS Alhier op zeshondert vijf en zestig guldens Afgehangen van achthondert guldens En gedaalt op zeven hondert guldens en daar Voor gemeint bij WILLEM FRANCIS MARTENS Voorschreeve dico f. 700=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat nog Acht en twintig slagen.
Borgen: MATHIJS PETER MANDERS en FRANCIS van den BERG.
Den BAKELSE Tienden nu genaamd DEN MATTHIJS EINDSCHE KLAMP met DE KRUIJSSCHOT beginnende op de KRUIJSSCHOT en zo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN Zuidwaards schietende op de HOOGE INGT, schijdende op de LIJKWEG zoo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tienden en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den Pagter zal moeten betaalen aanden Pagter der Abtdije Tienden negen vaten rogge in Specie zonder kortinge aan zijn Pagt zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner Pagtpenningen aan de Heere Rentmeester te Produceeren.
De Pagter zal voor verponding
Moeten betaalen f. 31= 1=..
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG Voor vier hondert gulden Afgehangen van vijfhonderd vijftig gulden En gedaalt op vierhondert en dertig Guldens en daar voor gemeint bij WILLEM DERK JANSE alhier, dico f. 430=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat Nog tien slagen.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROYMANS.
De Tweede verdeelinge of Klamp nu genaamd DE NUIJEN EINDSCHE KLAMP beginnende aan de HOGE INGT, voorsz. Noordwaarts schietende op DE NEERSTRAAT, zo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den Pagter van deezen klamp zal moeten betalen aan den Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twaalf vaten rogge in specie zonder kortinge aan zijnen pagt. Zullende niet te min gehouden zijn de quitantien bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rendant te produceeren.
Den pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 31= 1=..
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier Op vijfhondert dertig gulden Afgehangen van zeven hondert gulden En gedaalt en gedaalt op vijfhondert Vijf en dertig gulden en daar voor gemeint Bij JAN BIEMANS voorsz., dico f. 535=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Dertien slagen.
Borgen: JOOST JAN GERRITS en JAN van LEIJENBURG.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL zoo als voorheen gepagt en getiend is geweest.
De Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 26=18= 8
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG Alhier op twee honderd dertig gulden.
Afgehangen van vierhondert gulden en Gedaalt op twee hondert vijf en tagtig gulden En daar voor gemeint bij JAN BIEMANS alhier, dico f. 285=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Acht slagen.
Borgen: PERO en ANTHONY van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voor heen gepagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is Competeerende waar van de Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 18= 2= 6
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier Op twee hondert twee gulden.
Afgehangen voor drie hondert vijftig Gulden en gedaalt op twee hondert en Twintig gulden en daar voor gemeint Bij JAN BIEMANS alhier, dico f. 220=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat Nog acht slagen.
Borgen: als voor.
De SMAL TIENDE van MILHEZE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten Pagter is gecollecteerd geweest en getiend en waar van den Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 2= 7= 8
Voldaan.
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op een en zestig gulden.
Afgehangen van hondert gulden en Gedaalt op tachtig gulden en daar voor Gemeint bij HENDRICUS CORNELIS HENDRIKS, dico f. 80=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat not twee Slagen, MARTINUS WEERTS nog vier slagen.
Borgen: JAN JOOST BIEMANS en WILLEM BIEMANS.
De SMAL TIENDE van GROOTEL SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zo als van oudts getiend geweest is en waar van de Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 5= 8=..
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op dertien gulden.
Afgehangen van dertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter LEONARDUS KUIJPERS voorschreeve gebleven, dico f. 13=..=..
slaat twee slagen denzelven nog twee slagen
Borgen: CORNELIS KUIJPERS en THOMAS HENDRIKS.
En alsoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hogende of slaande dan de respective laatste slaagers zo zijn dezelve na het optellen van tien ieder van zijn klamp Pagter gebleeven, dewelke beneevens haar gestelde borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in dezelve breeder gemeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert, op heeden binnen BAKEL den zeventienden van Hooymaand Een duizend acht hondert en neegen ten overstaan van JAN BIEMANS President Scheepen Loco Schout Civiel PEETER van der POEL en JAN MATTHIJS MASTBROEK Scheepenen onderstond J.H. ROBIJNS Rentr., J. BIEMANS, P. v.d. POEL, J.M. MASTBROEK onderstond mij present was geteekent G. van RIET, Secretaris.
Quod Attestof
G. van RIET, Secrtrs.
Einde van deze Transcriptie, uitgevoerd door Driek Smits te Venray, afgesloten d.d. 12-09-2008.