Heemkundekring Bakel en Milheeze

Deel 6

Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 20-07-1807.

BAKEL.
Conditie verpagte Tiende van
Rijk van HOLLAND
In dato 20 Julij 1807.
Jura binnen gemeld.
Folio 39 recto.
Voor’t Land.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welke De Heer en Mr. H.F. de L’HEUREUX Administrateur over de goederen toebehoord hebbende aan d’Abtdije van ECHTERNACH, tans staande ten Naame van het Rijk van HOLLAND en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Republiek bij transactie in dato 5 Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout-Civiel en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en tans in naam van bovengemelde Commissie bestuurd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst deesen jaare 1800 zeven geschiedende deze verpagtinge op Conditien en voorwaarden.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Carolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Lichtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Periculen des pagters offte der pagteren aan te tellen en te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden het zij derzelve ten laste des Pagters offte der Pagteren, of wel des Eijgenaars bereijd zijn ingesteld of namaals ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Contrarie deeses zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voore.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag ofte omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Lichtmis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen dog bij aldoen na de verpagting eenig ander besluit mogt worden genomen tot betaling der verpondingen door de Eigenaars en niet door de Pachters te doen, en de verpagters alzo in de verpligting gebragt de verpondingen zelve te betalen, zo zullen de Pachters gehouden zijn het Equivalent van de somme voor de Pachters als dan voor verpondinge te voldoen boven hunne uitgeloofd Pachtpenningen aan de verpagters te Restitueeren
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heeren verpagters te restitueeren, zonder de minste korting, aan de geloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijnde een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na rechten.
6.
En indien den pagter off pagters van zulx te doen bleeff in mora < = uitstellen > en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men verhalen met alle de kosten, schaade en intressen aan de gebreekige Pagter als met recht verwonnen schuld daar van en van alle ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Consenteeren en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteeren aan en over het recht van ingebod en Judicatuure van Scheepenen van DEN BOSCH voorsz. zullende de Pachters benevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het Recht van Parate Excecutie.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tienden eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1808 aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende zodanige somme van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Klamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp, als meede Eene gulden tien stuyvers voor Klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van afgegaane Commissie van dato 11 Januarij 1803.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tienden zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ‘t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respectivelijk van den eersten en tweede Clampen werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand respective zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Schout Scheepenen mitsgaders Secretaris voor het stellen, houden en beschrijven dezer Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heeren verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Klamp Tiende nu genaamt DEN SCHOUTSEN KLAMP, beginnende aan den RIJPELBERG langs DE BAKELSE BRUG Zuidwaarts tot ANDRIES van NEERVEN en de Akkers Noordwaarts langs DE BEEK bij DEN SCHOENMAKER en van daar langst de Weg tot de Weduwe THOMAS LAMBERS met de Klampkens genaamt PAPEN-RIJT en KALVER-EEUWZEL Noordwaarts, en is onder deeze verdeelinge mede begreepen de Tienden van de Akkers op den HOOGEN AARLE en KIEVITSBRAAK.
Den Pachter zal bij dezen Klamp genieten de zes en negentig vaten rogge zo als Art. 7. staat uitgedrukt.
Verp. f. 34=..= 4
2/3 reëel f. 22=13= 8
56=13=12
Ingezet bij PEETER van der POEL Alhier op een duizend en vijff gulden.
Affgehangen van elff hondert gulden, en gedaalt op een duizend en vijftig gulden en daar voor gemeint bij WILLEM DIRK JANSEN alhier, dico f. 1050=..=..
Slaat tien slaagen Denzelven slaat nog vijftien slagen 25 slagen f. 12=10=..
Conditie f. 11=19=..
1074= 9=..
De andere zijde van denzelven Klamp Tiende Noordwaarts beginnende bij WILLEM RAIJMAKERS rechtdoor de Straat tot het Brugsken bij DEN SCHOENMAKER en zo voorts neevens DE BEEK Zuidwaards en is onder deze verdeling mede begrepen de Tienden van de Akkers op ESPH zo als van ouds gebruikelijk.
De Pagter zal bij deezen Klamp genieten de negen vaten rogge die voor de Tienden van de Commanderije aan opgemelde Abtdije uit den KERK EINDSEN Klamp moet gelevert worden.
Verp. f. 34=..= 4
2/3 reëel f. 22=13= 8
56=13=12
Ingezet bij JAN van den HEUVEL te DEURNE op Negen hondert vijf en zestig gulden.
Afgehangen van een duizend en dertig Gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en Daar voor aan den Inzetter JAN van den HEUVEL voorsz. gebleeven,
dico f. 965=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
Conditie f. 11=19=..
= f. 977=..=..
Borgen: JAN MATTHIJS MANDERS en JOHANNES ANTH. TEUNISSEN.
De Smal Tiende zoo als van oudts aan voormelde Abtdeij heeft gecompeteert, bestaande in lammeren, varkens, biën, zaad, vlas etc. van voorsz. twee Klampen Tienden vrij van onraad mits betaalende de s’Lands en Dorps lasten.
Verp. f. 1=11=..
2/3 Reëel f. 1=..=10
2=11=10
Ingezet bij HENDRIK HERMANUS EVERS alhier op zestig gulden Afgehangen van honderd gulden En gedaalt op den voorsz. inzet En daar voor aan den inzetter HENDRIK HERMANUS EVERS voorsz. Gebleeven, dico f. 60=..=..
Slaat twee slagen f. 1=..=..
Borgen: TOMAS JANSE RIJNDERS en FRANCIS van NEERVEN.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens haare gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. dezen twintigsten Julij Eenduizent acht hondert en zeven, ten overstaan van PEETER van der POEL Scheepenen Loco Schout-Civiel, WILLEM DIRK JANSEN en JOHANNES VERBAARSCHOT Scheepenen die de minute deezes beneevens den Heere Verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris Eigenhandig ten Prothocolle onderteekend hebben.
Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.


Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 21-07-1807.

No. 12.
BAKEL.
Conditie van verpagte Tienden van het Rijk van HOLLAND
In dato 21 Julij 1800 zeven.
Jura voor instellen Prothocoll: en passeeren pagt Conditie uitleeveren van Copie van dien aan den Heer verpagter overstaan van Schout en Scheepenen en Afhanger in alles te zamen als van oudts f. 45=..=..
Voor den Lande.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS wonende te GEMERT als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over de goederen en Domeinen door de Fransche aan de Bataafsche Replubliek bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leeden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZEN na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1807 zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tienden, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is geweest heffende, beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tienden thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere J.H. ROBIJNS geschiedende deeze verpagting op Conditien.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tienden alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen GEMERT in eene termein te weeten op den eersten April in den jaare 1808, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meinder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zo den inzetter Blok Klamp off perceelen bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betalen zonder aan zijne beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Klamp, Blok off perceel ten beurden gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Klampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk te mogen opveilen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor Randsoen geld en van iedere Klamp tien stuijvers Godsgeld en weiders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten, zoo als tegen off onder ieder perceel off Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tiende, dog bij aldien na de verpachting enig ander besluijt mogt worden genomen, tot de betaling der verpondingen door de Eigenaars en niet door de Pagters te doen en de verpagters alzo in de verpligting gebragt de verpondingen zelfs te betalen, zo zullen de pagters gehouden zijn het Equivalent van de Somma door de verpagters als dan voor verpondingen te voldoen boven hunne uitgeloofde pagtpenningen aan de verpagters te Restituéren.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meinder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige klamp off klampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofden het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Klampen onmiddellijk na het uitgaan van het hoogsel staan ten schaade en baten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Klampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weiders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagten gedaan en gelaaten hebben, beloovende de verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigten van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derzelve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van deszelvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen-borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de prestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagteren of borge worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comtoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voor verbinden, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende Gerechten en specialijk het Departementaal Gerechtshoff over het Departement BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deezes vrijwillig te doen en te laten Condemneeren, het zij bij ‘t Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, klamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullen de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten April eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tienden is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditien.

Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten Beurde gesteld.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
De Pagter zal voor verponding en Reëele lasten moet betaalen f. 45=15= 0
Verp. f. 27= 9=..
2/3 reëel f. 18= 6=..
f. 45=15= 0
Ingezet bij ANTHONIJ van WETTEN alhier Op vijff hondert zestig gulden.
Afgehangen van zes hondert vijftig gulden en gedaalt op vijff hondert vijff en zestig gulden, dico f. 565=..=..
slaat twee slagen denzelven slaat nog drie en twintig slagen.
JOOST PETER NOOIJEN slaat nog vijff slagen
JAN MATTIJS MASTBROEK slaat nog vijff slagen.
Borgen: THEODORUS van GRIENSVEN en ANTHONIS van WETTEN.
De Tweede verdeelinge off Klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Den Pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 45=15= 0
Verpond. f. 27= 9=..
2/3 reëel f. 18= 6=..
f. 45=15= 0
Ingezet bij JOHANNIS JOOST van de WEIJER alhier op vier hondert zestig gulden.
Afgehangen van vijff hondert vijftig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JOHANNIS JOOST van de WEIJER voorsz. gebleeven, dico f. 460=..=..
slaat twee slagen. denzelven nog achtendertig slagen.
JOOST PETER NOOIJEN slaat nog twintig slagen.
Borgen: JAN HENDRIKS en JAN FRANCEN.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VEN EIJK.
Den pagter zal voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 62=12= 8
Verpond. f. 37=11=..
2/3 reëel f. 25= 1=..
f. 62=12= 8
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS alhier op negen hondert en een gulden.
Afgehangen van Duizend en vijftig gulden en gedaald op Duizend en vijff gulden en daar voor gemeind bij THOMAS JANSE RIJNDERS alhier, dico f. 1005=..=..
Slaat drie slagen, denzelven nog twee slagen.
Borgen: FRANCIS van NEERVEN en HENDRIK EVERS.
Vierden Klamp van over de VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op DE PEEL uit meede ter rechterhand na DEURNE.
Verpond: f. 37=11= 8
2/3 reëel f. 25= 1=..
f. 62=12= 8
Den Pachter zal voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 62=12= 8
Ingezet bij PETER van den POEL alhier op negen hondert en twintig gulden
Afgehangen van duizend en vijftig gulden en gedaalt on negen hondert en veertig gulden en daar voor gemeint bij MARTINUS WEERTS alhier, dico f. 940=..=..
Slaat twee slagen.
Borgen: JAN BIEMANS en WILLEM JOOST BIEMANS.
De BAKELSE Tienden nu genaamt DE KERKEINDSCHE CLAMP beginnende aan HET SOERSEL regt langs DE KERSTRAAT met DEN MOOLENAKKER daar bij scheidende DEN LIJKWEG op het Huis van JAN PEETERS en voorts weder tot aan HET SOERSEL, zo en gelijk deze verdeling door de Pagters der Abtdije, nu het Rijk van HOLLAND Tiende en die van den Heer van BOXTEL respetive is getiend geweest.
Den Pachter zal van dezen Klamp moeten betalen aan den Pachter der Abtdije Tienden negen vaten rogge in Specie zonder korting aan zijnen pagt zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijnen Pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Den Pachter zal dienen verdagt te zijn om provisioneel voor dit jaar vrijdom van Tienden te geven aan GUILHELMUS den DOOP van circa vier Lopense gelegen alhier in DE NOELAARDT.
En zal den Pagter voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 51=15=..
Verpond: f. 31= 1=..
2/3 reëel f. 20=14=..
f. 51=15=..
Ingezet bij PEETER van den POEL alhier op een hondert en tien gulden Afgehangen van vijff hondert en vijftigh gulden en gedaalt op vier hondert en veertig
Gulden en daar voor gemeijnt bij PEETER van den POEL, dico 440=..=..
Slaat tien slaagen, denzelven slaat nog twintig slagen
BASTIAAN MANDERS nog tien slagen
MARTINUS WEERTS nog twee slagen
BASTIAAN MANDERS nog drie slagen.
Borgen: JAN THOMAS PEETERS en JAN HERMANUS EVERS.
Tweede verdeelinge off Clamp nu genaamt DEN KERK EINDSCH KLAMP schietende op de KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESP alles volgens oud gebruik zo en gelijk deeze verdeeling door de Pagters der Abtdije Tienden en die van SCHIPSTAL respective is verpagt en getiend geweest.
Den Pagter zal van dezen Klamp moeten betalen aan den Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twee en twintig vaten rogge in Specie zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner Pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
En zal den Pagter voor verponding en reëele lasten moeten betalen f. 51=15=..
Verp: f. 31= 1=..
2/3 reëel f. 20=24=..
f. 51=15=..
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op zes hondert vier en zestig gulden.
Afgehangen van acht hondert gulden en gedaalt op den voors. Inzet en daar voor aan den inzetter MARTINUS WEERTS voorsz. Gebleeven, dico f. 664=..=..
Slaat twee slaagen, denzelven slaat nog vijftig slagen
Borgen: HENDRIK WEERTS en PETER van de POEL.
De Tiende van GROOTEL zo als voor heen gepagt en getiend is geweest.
Verpond: f. 26=18= 8
2/3 reëel f. 17=19=..
Den Pagter zal voor verpondinge en reëele lasten moeten betalen f, 44=17= 8
Ingezet bij ANTHONY van GROTEL alhier op twee hondert twee en veertig gulden.
Afgehangen van drie hondert vijftig gulden en gedaalt op twee hondert vijff en tachtig gulden en daar voor gemeint bij PERO ANTHONY van GROTEL alhier,
dico f. 285=..=..
slaat tien slagen.
denzelven slaat nog twintig slagen.
Borgen: ANTHONY van GROTEL en HENDRIK van BERLO.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE als voor heen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije nu het Rijk van HOLLAND is Competeerende.
Verpond: f. 18= 2= 6
2/3 reëel f. 13= 6= 4
Den Pagter zal voor verponding en reëele lastn moeten betalen f. 31= 8=10
Ingezet bij HENDRIK van BERLO Alhier op twee hondert en tien gulden Afgehangen van vier hondert Gulden, en gedaalt op twee hondert Zeventig gulden en daar
Voor gemeint bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS te AARLE, dico f. 270=..=..
Slaat tien slagen
Denzelven nog twintig slagen.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en PERO van GROOTEL.
De SMAL Tiende van MILHEEZE onder BAKEL zo en gelijk die bij den laatsten pachter is gecollecteerd en getiend geworden.
Verpond: f. 2= 7= 8
2/3 reëel f. 1=11=14
3=19= 6
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op een en zestig gulden
Afgehangen van een hondert gulden en gedaalt op zeventig gulden en daar voor gemeint bij den inzetter LEONARDUS KUIJPERS voorsz. dico f. 70=..=..
Slaat vier slagen, denzelven nog zes slagen.
Borgen: JOOST BIEMANS en JACOBUS GOORT LAMBERS.
De SMAL Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zo als van ouds getiend is geweest.
Verpond: f. ..= 5= 8
2/3 reëel f. ..= 3=12
f. ..= 9= 4
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier op tien gulden
Afgehangen van dertig gulden en gedaalt op den voorsz inzet en daar voor aan den inzetter JAN BIEMANS voorsz. gebleeven f. 10=..=..
Borgen: JOOST BIEMANS en JACOBUS GOERT LAMBERS.
En alzo ten uitgang des hoogsels niemand meer hoogde of slaande dan de respective laatste slagers zo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Klamp Pachter gebleeven dewelke benevens haare gestelde Borgen, hebben belooft de voorenstaande Conditien te zullen voldoen, naarkomen en agtervolgen onder verband Submissie en Renuntiaties als in dezelve Breeder vermeld.
Aldus Publiek verpagt, gemeint, beslagen en gepasseert op heden binnen BAKEL voorsz. dezen Een en twintigsten Julij Een duizent acht hondert en zeven, ten overstaan van JAN BIEMANS Schepen Loco Schout Civiel, PEETER van der POEL en WILLEM DIRK JANSEN Scheepenen, die de minute dezes benevens den Heere Verpachter en mij ondergeschreeve Secretaris eigenhandig ten Prothocolle ondertekent hebben.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.


Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
Vepachts=Conditien der Thienden te BAEKEL genaamd DEN MATHIJSEIJNDSCHEN en NUIJENSCHEN CLAMP.
Over den Oogst en Jaare 1800 en Acht.
Den 18den Julij.

Voor de Kroon.
Conditien en voorwaarden waar op H.F.D. L’HEUREUX Rentmeester der Konninklijke Domeinen gelegen onder BAEKEL, als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Koningshuis bij aanschrijven van den 8e Junij achtthien hondert en acht, ten overstaan van gecommitteerdens uit het Gemeente Bestuur in het openbaar aan de meestbiedende, zal verpagten de Domein Thiende hierna breder vermeld en zulks over den oogst deezes jaars 1800 en acht.
Art. 1.
De verpagting zal geschieden bij mijning met guldens van twintig stuijvers het stuk, waarvan de betaaling zal zijn voor of den eersten Maart van het Jaar 1800 negen in goede gangbare klinkende munt en ten kantore van den verpagter te EINDHOVEN, zullende de Pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betaalen, hunne Pagt in de eerste daarop volgende maand, en wel tot den eersten April moeten voldoen, in guldens van een en twintig stuivers, in de tweede maand en wel tot primo Meij met guldens van twee en twintig stuivers, zullende den Pagter geen verder uitstel van betaaling of voldoening hunner volle Pacht, onder wat Protect ook, worden vergund, maar het den Rentmeester vrij staan de wanbetaalder of des zelfs borgen, na goedvinden, met parate excecutie tot de betaaling te nootzaaken, en de Paenaliteit aan de Kroon verrekenen.
Art 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk mijnen en men niet onderscheiden kan wie eerst gesprooken heeft, zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidelijk mijn zegt, gelijk mede in dien den afslager in het afslaan zich mogt vergissen, en hier over verschil ontstaande zal den Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De Pagters zullen gehouden zijn, dadelijk na de verpagting en zonder eenig verwijl, te stellen twee goede en Sufficiante Borgen, die benevens den Pagter individueel en ieder in solidum ten genoegen van den Rentmeester, op verband van hunne Persoonen en goederen, hebbende en verkrijgende, zullen moeten beloven deeze conditiën, in alle deelen, na te koomen, en te zorgen, dat de uitgeloofde Pachtpenningen Promptelijk, op den vervaldag worden voldaan; zullende het, bij mankement van dien, den Rentmeester vrij staat, de Borgen of een der zelven, na goed vinden, voor den Pagter aanspreeken, en hem door Parate Excentie en willige Condemnatie, zoo tot het koomen deezer conditiën als tot de betaaling te nootzaaken – wordende bij deze verstaan, dat den Pagter en des zelfs borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Excecutie en willige condemnatie van alle Hoven, Regten en Regteren, zullende het den verpagter vrijstaan, zoo danige Borgen, die zich, na zijn inzien, voor te veele of te hooge sommen aanbieden, te recuseeren, zonder gehouden te zijn van deeze zijne wijgering reekenschap te geven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zoodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuws ophangen en afslaan, geld het minder, dan zal den breekhaftigen het zelve terstond Suppleeren en voldoen ten profijte van het Domein, en meerder geldende zal hem zulks baaten nog eenig voordeel aan brengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Thiendregt en gerechtigheden van ouds gehad en bezeeten, volgens oude usantien gebruikelijk, en bij Plakkaten van den Lande vergunt, de eigenaars competeerende, en zoo als de zelven ten allen tijden gethiend en verpagt zijn geworden welk regt den Pagter gehouden is, tot zijne Private kosten, te maintineeren < = in stand houden; handhaven; ondersteunen >; moetende al het geen Thiend Subject en onder zijn gepagt parceel behoorende is, zonder de minste Conniventie < = zonder eenige oogluiking > invoorderen, zonder eenige korting aan de uitgeloofde Pagtpenningen te kunnen doen, zullende de schade, welke het Domein, in des zelfs wettig Regt, door eenig verzuijm van den Pagter, komt te leijden, op den zelven, met zijne Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De pagters zullen de Thienden aan niemand mogen overlaaten, Part of deel geeven op verbeurte der Boetens daar tegen bij ‘sLands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Thiende staan onmiddellijk na de verpagting, onder welke benaming ook, ten schade en Bate van de Pagters.
Art. 8.
Bij de betaaling der gepagte Thienden zal den Pagter gehouden zijn, onder eene verbeurte van eene boete van f. 25=..=.. ten behoeve der armen te Exhibeeren eene specifique Thiend-rolle waar uit blijkt welke stukken lands waar gelegen, waar onder gehooren, met der zelver naame en eigenaaren, indien zij die hebben, door hun gepagt zijnen of waar over zij met den grondbruiker gecontracteerd hebben; welken Lijst door hun, onder offerte van BeEediging, zal moeten geteekend worden.
Art. 9.
De afgaanden Pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eerst opvolgende Jaar de noodige inligting te geven, en ingeval dat Parceel niet kon verpagt worden maar voor den Rentmeester aangehaald moet worden, dan zal hij gehouden zijn die thiende uit te steeken, of de noodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den gerechte over de verpagting staande, blijven voor reekening van het Domein.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveert aan zig twee uuren beraad om de Pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accordeeren oft bedanken.

Op alle welke zoo Generaale als speciaale Conditien en voorwaarden zoo word alhier om te verpagten ten beurde gebragt.
Eerstelijk den Clamp Thiende, nu genaamd DEN MATTHIJS EIJNDSCHEN klamp beginnende op DE KRUISSCHOT en zoo voorts op de Weduwe JAN SIJMEN NOOIJEN, Zuidwaardts schietende op DE HOOGE INGT, schijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruik.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deeze Clamp genieten de quantiteit van vijf en veertig vaten rogge, die om het ander jaar door de Commanderij van GEMERT aan opgemelde Domeinen moet gelevert worden, zijnde hier onder begreepen de Thiende van de Akkers op DEN HOOG=AARLE en KIEVIDTSBRAAK.
Opgehangen van Elf honderd gulden
Gemeijnd bij WILLEM DIRK JANSEN Voor zes honderd acht en tagtig Gulden, dico f. 688=..=..
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROOIJMANS.
De tweede verdeeling
Nu genaamd DEN NUIJEN EIJNSEN KLAMP, beginnende op DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaards, schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de oude Liemieten als voorgaande Jaaren is gethiend en opgevaaren geweest.
De Pagter van deezen Clamp zal genieten de ses en negentig vaten rogge, die door de Hoevenaars van SCHEEPSTAL oplevert moeten worden, mits daar voor aan den Heer verpagter betaalende zodanige somme van penningen als te Ligtemis naastkoomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Opgehangen van Neegen honderd gulden
Gemeijnd bij PEETER van der POEL Voor zeeven honderd gulden, dico f. 700=..=..
Borgen: JAN JOOST BIEMANS en MARTINUS WEERTS.
Ten derden.
De Smal Thiende zoo als van ouds is completeerende geweest bestaande in lammeren, varkens, biën, vlasch, zaad, etc. van voorn. twee klampen opgehangen van honderd gulden.
Gemeijnd bij JAN JOOST BIEMANS. Voor vijf en dertig gulden, dico f. 35=..=..
Borgen: PEETER van der POEL en THOMAS WEERTS.
Aldus gedaan, gemeijnd en gepasseert den achttiende Julij 1800 acht ten overstaan van de ondergeteekende gecommitteerden uit het gemeente bestuur, Pagters en Borgen.
Dit merk X steld MARTINUS WEERTS, verklaart niet te kunnen schrijven.
Dit merk X steld JAN JOOST BIEMANS, verklaart niet te kunnen schrijven.
Testis
G. van RIET
H.F.D. L’HEUREUX qq
J. BIEMANS
P. v.d. POEL
J. VERBAARSCHOT
W.D. JANSSEN
Mij present, G. van RIET, Secretaris.


Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 18-07-1808.

BAEKEL.
Conditie van de Thiende Verpachtinge van de MATHIJS EINDSCHE CLAMP en NUIJENSCHE CLAMP over het jaar 1808, den 18 Julij.
Voor de Kroon.
Kopie.
Conditien en voorwaarden waar op H.F. de L’HEUREUX Rentmeester der Koninklijke Domeinen gelegen onder BAEKEL als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Konings Huis bij aanschrijving van den 8 Junij achttien hondert en acht, ten overstaan van gecommitteerdens uit het gemeente bestuur in het openbaar aan de meestbiedende zal verpagten de Domeinen Tienden hier na breeder vermeld en zulks over den oogst dezes jaars 1800 en acht.
Art. 1.
De verpagting zal geschieden bij mijning met Guldens van twintig stuijvers het stuk waar van de betaling zal zijn voor of op den eersten Maart van het jaar 1800 negen in goede gangbare klinkende munt en ten kantore van den verpagter te EIJNDHOVEN zullende de pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betalen, hunne pagt in de eerst daar op volgende maand, en wel tot den eersten April moeten voldoen in guldens van een en twintig stuyvers, in de tweede maand en wel tot primo Meij met guldens van twee en twintig stuyvers, zullende den pagter geen verder uitstel van betaling of voldoening hunner volle pagt, onder wat Protest ook, worden vergund, maar het den Rentmeester vaststaan, de wanbetaalder of deszelfs Borgen, na goedvinden, met Parate Excecutie tot de betaling te noodzaken, en de Paenaliteit aan de Kroon verrekenen.
Art. 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk mijnen en men niet onderscheiden kan wie eerst gesprooken heeft, zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidelijk mijn zegt, gelijk mede indien de afslager in het afslaan zig mogt vergissen, en hier over verschil ontstaande zal den Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De pagters zullen gehouden zijn, dadelijk na de verpaging en zonder eenig verwijl, te stellen twee goede en sufficante Borgen die benevens den Pachter indivisum en ieder in solidum ten genoegen van den Rentmeester op verband van hunne Personen en goederen, hebbende end verkrijgende zullen moeten beloven deze Conditien, in allen deelen, na te komen, en te zorgen, dat de uitgeloofde pagtpenningen promptelijk, op den vervaldag worden voldaan, zullende het bij mankement van dien den Renmeester vrijstaan, de Borgen of een der zelven na goedvinden, voor den pagter aanspreeken, en hem door Parate Excecutie en willige Condemnatie, zo tot het nakomen – dezer Conditie als tot de betaling te nootzaken – wordende bij dezen verstaan, dat den pager en deszelfs borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Excecutie en willige condemnatie van alle Hoven, Regten en Rechteren, zullende het den verpagter vrijstaan zodanige Borgen die zig na zijn inzien voor te veel of te hooge zommen aanbieden te Recuseeren, zonder gehouden te zijn van deze zijne wijgering Rekenschap te geven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuws ophangen en afslaan, geld het minder dan zal den breekhaftigen het zelve terstond suppleeren en voldoen ten profijte van het Domein en meerdergeldende zal hem zulks niet baten nog eenig oordeel aanbrengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Thiendrecht en gerechtigheden van ouds gehad en bezeten, volgens oude Usantien gebruikelijk, en bij Placaten van den Landen vergunt, de eigenaars competerende, en zo als dezelve ten allen tijde getiend en verpagt zijn geworden welk recht den pachter gehouden is, tot zijns private kosten, te maintineeren moetende al het geen Tiend Subject en onder zijn gepagt perceel behoudende is zonder de minste Conniventie invoorderen, zonder eenige kortin aan de uitgeloofde pagtpenningen te kunnen doen, zullende de schaade, welke het Domein in des zelfs wettig recht door eenig verzuim van den pachter, komt te leijden, op denzelven, met zijne Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De Pagters zullen de Tienden aan niemand mogen overlaten, part of deel geven op verbeurten der Boetens daar tegens bij ‘sLands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Thienden staan onmiddelijk na de verpagting, onder welke benaming ook ten schade en baten van de Pagters.
Art. 8.
Bij de betaling der gepagte Thienden, zal den Pagter gehouden zijn, onder eene verbeurte van eene boeten van 25 Gulden ten behoeve der Armen te Exhibeeren een specifique Thiendrolle waar uit blijkt welke stukken Lands, waar gelegen, waar onder gehooren, met derzelver naamen en eigenaaren, indien zij die hebben, door hun gepagt zijn of waar over zij met den grondgebruiker gecontracteerd hebben, welke Lijsten door hun, onder offerte van BeEdiging zal moeten getekend worden.
Art. 9.
Den afgaanden pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eersopvolde < moet zijn: eerst opvolgend > jaar de nodige inligting te geven en in geval dat perceel niet kon verpagt worden maar door den Rentmeester aangehaald moet worden dan zal hij gehouden zijn die thiende uit te steeken, of de nodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den gerechte over de verpagting staande, blijven voor Rekening van het Domein.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveert aan zig twee uuren beraad om de pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accorderen off bedanken.

Op alle welke zo Generale, als Speciale Conditien en voorwaarden zo word alhier om te verpagen ten beuren gebragt.
Eerstelijk den Klamp Tiende, nu genaamd DEN MATTHIJS EIJNDSCHEN KLAMP beginnende op DE KRUISSCHOT en zo voorts op de Wed: JAN SIMON NOOIJEN, Zuidwaarts schietende op DE HOOGE INGT schijdende op DEN LIJKWEG volgens oud gebruik.
Den Pagter zal voor dit jaar bij deze Klamp genieten de quatiteit van vijff en veertig vaten rogge, die om het ander jaar door de Commanderij van GEMERT aan opgemelde Domeinen moet gelevert worden, zijnde hier onder begrepen de Tienden van de Akkers op DE HOOG AARLE en KIVIDSBRAAK.
Opgehangen van Elfhonderd gulden Gemeind bij WILLEM DIRK JANSEN Van zeshonderd acht en tachtig gulden, dico f. 688=..=..
Borgen: JOHANNES VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROOIJMANS.
De Tweede Verdeeling.
Nu genaamd DEN NUYEN EYNDSCHEN KLAMP beginnende op DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaarts, schietende op DE NEERSTRAAT met ESPH, alles op de oude Limieten als voorgaande jaaren is getiend en opgevaaren geweest.
De Pagter van dezen Klamp zal genieten de zes en negentig vaten rogge die door de Hoevenaars van SCHEEPSTAL gelevert moeten worden, mits daar voor aan den Heer Verpagter betalende zodanige zomma van penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontvangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Opgehangen van Negen hondert Guldens Gemeijnt bij PETER van der POEL Voor zeven hondert gulden, dico f. 700=..=..
Borgen: JAN JOOS BIEMANS en MARTINUS WEERTS.
Ten derden:
De Smal Tienden zoals van ouds is Competeerende geweest bestaande in Lammeren, Varkens, Biën, Vlasch etc. van voorsz. twee klampen etc..
Opgehangen van Hondert Gulden Gemeind bij JAN JOOST BIEMANS Voor Vijff en dertig Guldens, dico f. 35=..=..
Borgen: PEETER van der POEL en THOMAS WEERTS.

Aldus gedaan, gemeijnd en gepasseert den achttienden Julij 1800 Acht, ten overstaan van de ondergetekende gecommitteerden uit het gemeente bestuur, Pagters en Borgen was getekent H.F.D. L’HEUREUX, onderstond dusdanig X handmerk waar om geschreven stond dat Merk steld MARTINUS WEERTS verklaard niet te kunnen Schrijven onderstond dusdanig X handmerk waar om geschreven stond, dit merk steld JAN JOOST BIEMANS verklaat niet te kunnen schrijven. Testis G. van RIET was getekent J. BIEMANS, P. v.d. POEL,
J. VERBAARSCHOT, W.D. JANSEN, onderstond mij present en was getekent G. van RIET, Secretaris.
Quod Attestor
G. van RIET, Secrts.


Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 18-07-1808.

Verpachts Conditien der tienden van BAKEL in dato 18 July 1808.
Voor het Rijk.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS Rentmeester der Koninkelijke Domijnen geleegen onder BAKEL en MILHEEZE als behoorlijk gemagtigd door den Heer Intendant Generaal van ’s-Koningshuize bij anschrijving van den 24e Junij 1808 ten overstaan van gecommitteerdens uit het Gemeente Bestuur of gerechte in het openbaar aan den meestbiedende zal verpagten de Domein Tienden hier na breeder vermeld en zulks over den oogst deeses Jaars 1800 en Acht.
Art. 1.
De verpagtinge zal geschieden bij meijning met guldens van twintig en een vierde stuijver het stuk welke vierde stuijver daderlijk na den geaccordeerden toeslag zullen worden betaald aan den verpagter die dezelve aan die gemeenschappelijken Armen van de plaats waar onder de verpagting gehoord zal uitdeelen. De betaaling zal zijn voor of op den Eersten Maart van het Jaar 1800 en Negen in goede gangbare klinkende munt, en ten kantore van den verpagter te GEMERT resideerende zullen de Pagters bij aldien zij op den voorschreven verschijndag niet betaalen hunne Pagt in de eerst daar op volgende maand en wel tot den eersten April moeten voldoen in guldens van een en twintig stuijvers in de tweede maand en wel tot den eersten Meij met guldens van twee en twintig stuijvers zullende den Pagter verder geene uitstel van betaaling of voldoening hunner volle Pagt onder wat pretext < = voorwendsel > ook worden vergunt maar het den Rentmeester vrijstraan de wanbetaler of deszelve Borgen naar goed vinden met parate executie tot de betaaling te noodzaaken en de Penaliteijt aan de Kroon verreekenen.
Art. 2.
Indien in het afslaan twee of meer gelijk meijnden en men niet onderscheijden kan wie eerst heeft gesprooken zal men het wederom ophangen en afslaan, tot dat er een bescheidentlijk “mijn” zegt; gelijk mede indien den Afhanger in het afslaan zich mogt vergissen en hier over verschil ontstaande zal den Heer Rentmeester zulks beslissen.
Art. 3.
De Pagters zullen gehouden zijn dadelijk na de verpagting en zonder eenig verwijl te stellen ten genoegen van den Heeren Rentmeester twee goede en sufficiënte Borgen die benevens den Pagter in divisum < = gezamelijk > en ieder in solidum < = afzonderlijk > op verband van hunne Persoonen en goederen hebbende en verkrijgende zullen moeten belooven deeze Conditien in alle deelen na te koomen en te zorgen dat de uitgeloovde Pagtpenningen promptelijk op den vervaldag worden voldaan zullende het bij mankement van dien den Rentmeester vrijstaan de Borgen of een derzelven na goedvinden voor den pagter aan te spreeken in hem door parate Executie zoo tot het nakoomen dezer Conditie als tot de betaaling te noodzaaken wordende bij deeze verstaan dat Pagter en deszelvs Borgen zig hebben onderworpen aan de Parate Executie en willige Condemnatie van alle Hoven, Regten en rechteren zullende het den Heere verpagter vrijstaan zodanige Borgen die zig na zijn inziens voor te reëele of te Hooge somme aanbieden te recuseeren < = weigeren > zonder gehouden te zijn van deeze zijne weijgering rekenschap te geeven.
Art. 4.
Indien iemand der koopers zodanige Borgen niet kan stellen, zal men het van nieuw ophangen en afslaan geld het minder dan zal den breekhaftigen het zelve terstond suppleeren < = vullen; vervullen > en voldoen ten Profijte van het Domijn en meerder geldende zal hem zulx niet baten nog eenig voordeel aanbrengen.
Art. 5.
De verpagting geschied op alle Tiendregt en gerechtigheeden van oudts gehad en bezeten volgens oude usantie < = gebruik > gebruikelijk en bij Placaten van den Landen vergunt de eigenaars competeerende en zoo als de zelve ten allen tijde geschied en verpagt zijn geworden, welk recht den Pagter gehouden is tot zijn Private kosten te maintineeren < = handhaven; beschermen >: moetende alle het geen tiendsubject en onder zijn gepagt parceel behoorende in zonder de minste Conniventie < = oogluiking > in vorderen zonder eenige kortinge aan uitgeloovde Pagtpenningen te kunnen doen zullende de schaaden welke het Domijn in de zelve wettig recht door eenig verzuijm van den pagter komt te lijden op den zelven met zijn Borgen worden verhaald met de kosten.
Art. 6.
De Pagters zullen de Tienden aan niemand mogen overlaaten part of deel geeven op verbeurte de Boete daartegen bij ’s-Lands wetten bepaald.
Art. 7.
De verpagte Tienden staan onmiddellijk na de verpagting onder welke benaaming ook ten schaden en baate van de Pachters.
Art. 8.
Bij de betaaling van de gepagte Tienden zal den Pagter gehouden zijn onder verbeurte eene Boete van f. 25=..=.. ten behoeve der Arme, te exhibeeren < = bijbrengen > eene Specifique tiend Rolle waar uit blijkt welke stukken lande waar geleegen waar onder gehoorende met derzelver naamen en eigenaaren indien zij die hebben, door hun gepagt zijn of waar over zij met den grondgebruijker gecontracteerde hebben welke Lijst door hun onder Offerte van beeediging zal moeten geteekend worden.
Art. 9.
Den afgaanden Pagter zal gehouden zijn om den Pagter van het eerst op volgende jaar de nodige Inligting te geeven en in geval dat Parceel niet kon verpagt maar door den Heere Rentmeester aangehaald moest worden dan zal hij gehouden zijn die Tienden uit te steeken of de nodige aanwijzinge te doen.
Art. 10.
De kosten van Jura en Leges voor die van den Gerechten over de verpagting staande, blijven voor rekening van het Domijn.
Art. 11.
Den Rentmeester reserveerd aan zig twee uuren beraad om de Pagten geheel of gedeeltelijk te kunnen accordeeren of bedanken.
Ingevolge de voors. Conditien en voorwaarden, zoo word alhier ten Beurden gesteld.

En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Opgehangen van acht honderd gulden Gemeijnt bij JOHANNUS MICHGELS Voor drie honderd twee en tagtig Gulden, dico f. 382=..=..
Voldaan
Borgen: JACOBUS SWINKELS en CORNELIS JAN CORNELISSEN.
De Tweede verdeelinge off Klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de CAPEL STRAAT ten einde uit, mede ter linkerhand Noordwaards.
Opgehangen van vijfhonderd gulden Gemeijnt bij JAN HENDRIKS Voor drie honderd gulden, dico f. 300=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN FRANSEN en JOOST PEETER NOOYEN.
Derden Clamp bij den HOOGENBERG of bij het inkoomen van BAKEL ter regterhand, of Zuidwaards naast de kant van DEURNE, of langst de CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANCEN, den gemeenen weg langst HET KASKE tot den VEN EIJK.
Opgehangen van Duizend gulden Gemeijnt bij JAN MATTIJS MASTBROEK Voor zeshonderd veertig gulden, dico f. 640=..=..
Voldaan.
Borgen: JACOBUS VERHOEVEN en THEODORUS van GRIENSVEN.
Vierden Klamp van over de VEN EIJK langst de KAPELSTRAAT regt door op DE PEEL uit meede ter rechterhand na DEURNE.
Opgehangen van Neegen honderd gulden Gemeijnt bij FRANCIS van de LAAR Voor zeshonderd gulden, dico f. 600=..=..
Voldaan.
Borgen: JOHANNUS van de WEIJER en THOMAS SWINKELS.
De BAKELSE THIENDEN nu genaamt DE SCHOUTSE KLAMP beginnende aan DEN RIJPELBERG langst DE BAKELSE BRUG Zuidwaarts tot ANDRIES van NEERVEN en de akkers Noordwaarts, schietende langst DE BEEK bij DEN SCHOENMAAKER en van daar langst den weg tot de Wed. TOMAS LAMBERS tot de Klampkens genaamt PAPENRIJT en KALVEREEUSEL Noordwaarts.
Den Pagter van deesen Klamp zal moeten betalen aan den Pagter der Tienden van de voormalige Abtdije van ECHTERNACH, thans behoorende aan DE KROON van HOLLAND, twintig vaten rogge in Specie, zonder kortings aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de kwintantie bij het voldoen zijnen pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren.
Opgehangen van Negen honderd gulden Gemeijnt bij LEONARD van LEIJENBURG Voor vijf honderd dertig gulden, dico f. 530=..=..
Voldaan.
Borgen: WILLEM JOOST BIEMANS en HUIJBERT van LEIJENBURG.
De tweede verdeeling van DEN SCHOUTSEN KLAMP zijnde de andere zijde Westwaarts beginnende bij WILLEM RAAYMAAKERS regt door DE STRAAT bij het BRUGSKEN bij DEN SCHOENMAKER en zoo voorts neven DE BEEK Zuijdwaarts.
De pagter van deese klamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Tiende van de voormalige Abtdije van ECHTERNACH vijf en twintig vaten rogge in Specie, zonder kortinge aan zijnen pagt, zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijnen pagtpenningen aan den Heere Rentmeester te produceeren
Opgehangen van Neegen honderd gulden Gemeijnt bij HENDRIK HERMANUS EEVERS Voor vijf honderd twintig guldens, dico f. 520=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en TOMAS JANSE RIJNDERS.
De Thienden van GROTEL onder BAKEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest.
Opgehangen van vier honderd gulden En gedaald op twee honderd Twee en negentig gulden en daar Voor gemeijnt bij JAN BIEMANS, dico f. 292=..=..
Voldaan.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JAN RIJNDER KLUIJTMANS.
De Thiende van SCHEPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest en aan voorn. Domeijn is Competeerenden.
Opgehangen van drie honderd gulden Gedaalt op twee honderd zeeventig Gulden en daar voor gemeijnt Bij GIJSBERT PEETER GIJSBERS Te AARLE, dico
f. 270=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN RIJNDER KLUIJTMANS en THOMAS van GERVEN.
De Smalle Tienden van MILHEEZE onder BAKEL zoo en gelijk den laasten Pagter is gecollecteerd en getiend geweest.
Opgehangen van Een honderd gulden Gedaalt op vier en vijftig gulden Gemeijnt bij LEONARDUS KUIJPERS Te DEURNE, dico f. 54=..=..
Voldaan.
Borgen: JAN CORST SMITS en JAN MANDERS.
De Smal Tienden van GROTEL, SCHEPSTAL en WOLFSPUTTEN zoals die van oudts is getiend geweest.
Opgehangen van vijftien gulden Gedaalt op veertien gulden en Daar voor gemeijnt bij PERO van GROOTEL alhier, dico f. 14=..=..
Voldaan.
Borgen: ANTHONIJ van GROOTEL en JOHANNUS VERBAKEL.

Aldus Publiek verpagt en hebben de Pagters beneevens haare gestelde Borgen belooff op gemelde Conditie en voorwaarden in alle deelen Punctuelijk te zullen voldoen naarkoomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als daar inne vermeld op heeden binnen BAKEL den 18e July Een Duijzend acht hondert en acht ten overstaan van JAN BIEMANS Schepen Loco Schout Civiel, PEETER van der POEL en JOHANNUS VERBAARSCHOT Schepenen.
J.H. ROBIJNS
J. BIEMANS
P. v.d. POEL
J. VERBAARSCHOT
Mij present: G. van RIET, Secrts.


Toegangsnummer 80. inventarisnummer 391.
d.d. 17-07-1809.

BAKEL.
Conditie der verpagte Tienden toebehoord hebbende aan de Abtdije van ECHTERNACH van en over den oogst des jaars 1809.
In dato 17e van Hooymaand 1809.
Jura binnen gemeld.
Voor ’t Rijk.
Kopij.
Verantwoord folio 20.
Conditien en voorwaarden waar op en volgens welks de Heer Mr. H.F. de L’HEUREUX als Administrateur over de goederen toegehoord hebbende aan de Abtdije van ECHTERNACH tans staande ten namen van het Rijk van HOLLAND en gecommitteerde uit de commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door het Fransche Keizerrijk aan het Koninkrijk HOLLAND bij transactie in dato 5 Januarij 1800 afgestaan, resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout en Leden uit het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE aan de meestbiedende of eerstmeinende Publiek en voor alle man zal verpagten de Groove en Smalle Tienden, toebehoord hebbende aan gemelde Abdije van ECHTERNACH en tans in naam van bovengemelde Commissie bestuurd wordende door den zelven Heere en Mr. H.F. HEUREUX Practicerend Advocaat binnen de Stad EIJNDHOVEN en zulx voor den oogst deesen jaare 1800 negen geschiedende deze verpagtinge op Kondities en voorwaarden hier na volgende.
Art. 1.
Deese verpagtinge zal geschieden om Karolij Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en geen mindere munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den Rentmeester of Administrateur tusschen Kersmis en Lichtemis eerstkomende binnen de Stad EIJNDHOVEN voorsz. ten lasten en Periculen des pagters offte der pagteren aan te tellen en te betaalen en te leeveren vrij van alle ordinaire Extra ordinaire verpondingen met derselver verhooginge of beurloon, zonder dat den Pagter off Pagters hen van eenige Placaate off resolutien ter Kontrarie dezes zullen moogen laaten bedienen maar dien onvermindert de beloofde Pagtpenningen van voorsz. lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
Art. 2.
En den Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de kwitantien mede tusschen Kersmis en Ligtmis eerstkomende aan handen van den Rentmeester binnen EINDHOVEN voorsmd. Te overhandigen en aan hem onder behoorlijke Recepis over en af te geven op pene van zulks niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeven van den Armen alhier alles mede zonder te minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
Art. 3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna afgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal, gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heer verpagter te restitueeren, zonder de minste kortinge, aan de geloofde pagtpenningen, waar naar deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve afmeijnt gehouden zijn te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag een gulden, gaande half ten profijte van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager, de slagen en wederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende een ieder hier op hoogen en slaan en welk hoogsel na het aftellen van een tot tien zal uytgaan, wanneer den geenen pagter blijven zal, dewelke na het aftellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
Art. 4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflektie zal genomen worden op al te Excessiven; reegen, te veel droogte, honingdauw, wind, vries, hagelslag, of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar onmiddellijk na het uitgaan van het Hoogsel, staan ten baate en Laste van den Pagter.
Art. 5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het afmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden des gerequieerd wordende gehouden zijn een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die benevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onderscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de konditien en voorwaarden promptelijk te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband als na rechten.
Art. 6.
En indien den pagter van zulks te doen bleeff in mora < = uitstellen > en gebreken zo zal den Heer verpagter die voorsz. Tienden wederom aanstonds op nieuw mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldende zal weesen ten profijte van den Heer verpagter en de mindergeldinge zal men verhalen met alle de kosten, schade en intressen aan de gebrekigen Pagter als met recht verwonnen schuld konnen en mogen verhalen daar van en van alle ’t geene voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deeze en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen alle en een iegelijk Toonderen deeser uijtgemaakte konditie en specialijk zodanige Prokureurs als welke voor den Gerechte van DEN BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme haar bij Scheepenen der zelve Stad in den inhouden en het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laten kondemneeren, den eene om de kondemnatie te verzoeken en den anderen om in dat verzoek vrijwillig te Conzenteeren en verders hun onderscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitterende aan en over het recht van ingebod en Judicatuure van Scheepenen van DEN BOSCH voorsz. zullende de Pachters benevens hunne Borgen zig moeten Submitteeren aan het Regt van Parate Excecutie.
Art. 7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke voorsz. Tienden zal of zullen aangeslagen hebben, zal of zullen hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie aan de Abtdije van ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt kompeteert gaande uijt het gedeelte der Tienden eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars van SCHIPSTAL, te verschijnen Ligtemis 1800 tien aanstaande, mits daarvoor aan de Heer Verpagter betalende zodanige zomma van Penningen als te Ligtmis naastkomende aan de ontvangers voor het vat rogge betaald moet worden.
Art. 8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heer verpagter moeten betaalen van iedere Klamp drie zilvere Dukatons of de waarde van dien met nog twee gulden tien stuijvers van iedere klamp, als mede eene gulden tien stuyvers voor klampgeld, uitgezondert van den Smalle Tiende volgens Resolutie van welgemelde Commissie van dato 11 Januarij 1803.
Art. 9.
De Pagters van de na te melden klampen tienden zullen gehouden zijn respektivelijk zorg te dragen, dat ingeval in het volgende Jaar die klampen tienden niet tijdig genoeg of niet verpagt zoude mogen worden, en zulks nodig ware voor de verpagtinge derzelve te tienden, dat zulks door hem pagter of pagters respektivelijk van den eersten en tweden klamp werden gedaan en verrigt ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweden klamp naderhand respektive zulle komen te pagten, zonder daar voor iets te rekenen of te mogen deklareeren en zonder dat iemand anders zig daar mede zal hebben te bemoeijen als werdende zulks wel Expresselijk geinterdiceert bij deze.
Art. 10.
De respective pagters zullen moeten betalen voor Jura van Schout Schepenen mitsgaders Sekretaris voor het instellen, houden en beschrijven dezer konditie, en het leveren van kopie authenticq aan den Heer Verpagter mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere klamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word om te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Klamp Tiende nu genaamt DEN KERKEINDSCHEN KLAMP beginnende van het SOERSEL regt langs DE KERKSTRAAT met den MOLENAKKER daar bij scheidende de LIJKWEG op het huis van JAN PEETERS en voords op DE BEEK uitschietende op den Gemenen PEELWEG aan het OVERSCHOT, en voorts weder tot aan het SOERSEL en verdere Landerijen aldaar gelegen onder BAKEL.
Den pagter zal voor Verponding moete betalen f. 34=..= 4
10 verhoging f. 3= 8=..
f. 37= 8= 4
den pagter van den klamp zal genieten de zes en Negentig vaten rogge zo als bij Art. 7. staat vermeld.
Ingezet bij PETER van der POEL alhier op Zes honderd vijf en twintig gulden.
Afgehangen van zeven honderd gulden En gedaalt op den voorsz. Inzet en daar Voor aan den inzetter PETER van der POEL Voorsz. gebleven, dico f. 625=..=..
Slaat vijf slagen.
Borgen: WILLEM en JAN JOOST BIEMANS.
De twede Verdeling nu genaamd DEN KERKEINDSCHEN KLAMP scheidende DE KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESPH met een derde deel van DE SCHAAPSDRIES volgens oud gebruik.
Den Pagter van dezen klamp zal genieten negen vaten rogge die voor de Kommanderije van GEMERT aan opgemelde klamp moet geleverd worden.
En zal den pagter voor Verponding moeten betalen f. 34=..= 4
10 verhoging f. 3= 8=..
f. 37= 8= 4
Ingezet bij MARTINUS WEERTS alhier op Zeven hondert twee guldens.
Afgehangen van acht honderd guldens En gedaalt op den voorsz. inzet en daar Voor aan de inzetter MARTINU WEERTS Voorsz. gebleven, dico f. 702=..=..
Slaat twee slagen, WILLEM DIRK JANSEN Slaat nog vier slagen, MARTINUS WEERTS slaat Nog twee slagen.
Borgen: PETER van der POEL en THOMANS WEERTS.
De SMAL TIENDEN zo als van ouds aan voormelde Abtdije gekompeteerd heeft bestaande in Lammeren, Biën, Vlas, Zaad, enz. van voorschreeve twee klampen vrij van onraad mits betalende de ‘sLands Lasten. Verpondingen f. 1=14= 2
Verp. f. 1=11=..
10 verhogingen f. ..= 3= 2
f. 1=14= 2
Ingezet bij JAN JOOST BIEMANS alhier Op zestig gulden.
Afgehangen van een hondert guldens En gedaalt op den voorsz. Inzet en daar voor Aan den Inzetter JAN JOOST BIEMANS Voorsz. gebleven, dico f. 60=..=..
Slaat twee slagen f. 61=14= 2
Borgen: JAN BIEMANS en JAN MANDERS.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers, zoo hebben deselve beneevens hunne gestelde Borgen belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naar koomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in deze Conditie staat vermeld.
Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. dezen zeventienden van Hooymaand Eenduizent acht hondert en negen, ten overstaan van JAN BIEMANS President Schepenen Loco Schout-Civiel, PETER van der POEL, JAN MATTHIJS MASTBROEK Schepenen.
De Minute dezes is behoorlijk getekend.
Quod Attestor
G. van RIET, Secretaris.


Toegangsnummer 80, inventarisnummer 433.
d.d. 17-09-1809.

BAKEL.
Conditie en Verpagte Tienden van Het Rijk van HOLLAND
In den 17e van Hooimaand 1809
Jura van Schout, Schepenen, Secretaris en Afhanger als van oudts f. 45=..=..
Voor het Rijk.
Afschrift.
Conditien en Voorwaarden waar op de Heere J. H. ROBIJNS wonende te GEMERT als Gecommitteerde van de Commissie van Administratie over alle de goederen en Domeinen door het Fransche Keijserrijk aan het Koningrijk HOLLAND bij transactie van den 5en Januarij 1800 afgestaan resideerende te BREDA, ten overstaan van Schout Civiel en Leeden van het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZEN na Zondaagse Publicatie Publiek en voor alle man aan de meestbiedende of eerstmeinende voor en over den oogst van deezen jaaren 1800 Negen zal verpagten zodanige groote koorn en Spurrie Tienden als meede de Smalle Tienden, zoo en in dier voegen als het Teútoniqúe Order of Commanderije van GEMERT, nu het Rijk van HOLLAND zo als alhier binnen MILHEEZE, als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle onder BAKEL is geweest heffende, beurende en van oudts zijn verpagt getiend en opgevaaren geweest, en welke Tienden thans in naam van bovengemelde Commissie bestierd word door den gemelden Heere J.H. ROBIJNS.
Art. 1.
Eerstelijk zo zullen de voorsz. grootte Tienden alle verpagt worden in geld, omme munte van Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere Specie dan gereduceerde Schellingen te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur binnen GEMERT in eene termein te weeten op den eersten van Grasmaand 1800 Tien, dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt prompt op den voorsz. termein zullen koomen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden te betaalen teegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet, en daar na affgehangen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meinder verplicht zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene Gulden half tot profijt van den Heere verpagter, en de weederhelft voor de slagers of ontslagers na ouder gewoonte dienende.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld van iederen Clamp zo den inzetter Blok Klamp off perceel bij een ander gemeint word, welk trekgeld den meinder aanstonds aan den hoogsten inzetter zal moeten betalen zonder aan zijne beloofde pagtpenningen te korten.
4.
Een Klamp, Blok off perceel ten beurden gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden, en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een halff uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den pagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Klampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk te mogen opveilen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Rentmeester of Administrateur van iederen gulden met de slagen eene stuijver voor Randsoen geld en van iedere Klamp tien stuijvers Godsgeld en weiders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands lasten, zoo als tegen off onder ieder perceel off Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat, beneevens eene gulden tien stuijvers klampgeld, uitgezondert van de Smalle Tienden.
6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerderen off minderen meinder slager off ontslager en in ’t affhangen meede mogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij aldien twee off meer te gelijk meinden off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den verpagter zich telkens de magt om zodanige klamp off klampen op nieuws weederom te doen affhangen, zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen geen quijtslag of remissie kunnen praetenderen uijt welken hoofden het zoude mogen weesen, zullende de gepagte Klampen onmiddellijk na het uitgaan van het hoogsel staan ten schaade en baten van den pagter.
9.
De pagters zullen weiders op pene als na regten en Placaaten van den Landen gehouden zijn te tienden, en dus vooral goede zorgen moeten draagen, dat den Tiendheer in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en inzonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Klampen en blokken tienden op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weiders doen en laaten het geene ale voorige tiendpagten gedaan en gelaaten hebben, beloovende de verpagter die pagters voorsz. teegen alle tiendpligtingen, en alle die geene welke haar in opzigten van haare gepagte perceelen deugdelijk Tienden derzelve eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermoogen, dog voorgaande kennisse en goedvinden van deszelvs hooge Principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen-borgen ten genoegen van den verpagter, dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ‘t geheel onder renuntiatie van de Beneficien Ordinis Divisionis et Excussionis den borgen na rechten toekomende, zullen instaan voor de voldoeninge des pagts, en voor de prestatie der verdere Conditien en bij foute van dien daar voor weezen Executabel, en zal niemand tot Pagteren of borge worden aangenomen welke van voorgaande jaaren ten Comtoire van opgemelde Heere verpagten Schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder in Solidum als Schuldenaar principaal, als voor verbinden, haar erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen, hebbende ende verkrijgende, dezelve stellende ten bedwang van alle Regteren Hooven ende Gerechten en specialijk de Hove van Justitie van dit Departement of wel het Departementaal Geregtshof over het Departement BRABAND te vreeden zijnde, haar in den inhoude deezes vrijwillig te doen en te laten Condemneeren, het zij bij den Hoven van Justitie of het Departementaal Gerechtshof voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH of Scheepenen alhier, ten dien einde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren, zullende de Pagters en hunne Borgen zich moeten submitteeren aan het regt van Parate Executie.
12.
De pagter diergelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditien zal den blok, klamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen lasten verhaalt worden, zonder eenig deel te hebben aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uitgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de Pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter of Rentmeester het randzoen en Godsgeld, en verdere Jura, en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uit is, slaan en ontslaan aan handen van den Rentmeester, of administrateur, zullen de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van iederen clamp off perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt op op den voorsz. Eersten van Grasmaand eerstkoomende.
14.
De Smalle TIenden zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tienden niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen, zoo wel lammeren, varkens, biën, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tienden is gehoorende, zal hebben te Colligeeren
< = verzamelen; samenvoegen; bijeenbrengen > volgens de Placaaten en voorsz. Conditien.

Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten Beurde gesteld de MILHEEZE Tienden.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij den HOOGENBERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKSE STRAAT.
Den Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 27= 9=..
Ingezet bij WILLEM FRANCIS MARTENS Alhier op vier hondert twintig gulden.
Afgehangen van vijfhondert gulden En gedaalt op vierhondert vijf en vijftig Gulden en daar voor gemeint JAN MATTHIJS MASTBROEK alhier, dico f. 455=-=..
Voldaan.
Slaat vijf slagen, denzelven slaat nog twintig Slagen. CORNELIS JAN CORNELISSE slaat nog veertig Slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK, nog vijf Slagen
CORNELIS JAN CORNELISSE nog vijf slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK nog tien slagen, CORNELIS JAN CORNELISSEN vijf slagen, JAN MATTHIJS MASTBROEK nog vijf slagen.
Borgen: ANTHONY van WETTEN en THEODORUS van GRIENSVEN.
De tweede verdeelinge of klamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de KAPEL STRAAT ten eijnde uit meede ter linkerhand Noordwaarts.
Den verpagter zal voor verponding moeten betaalen f. 27= 9=..
Ingezet bij JOHANNES MICHGELS alhier Op drie hondert en dertig guldens.
Afgehangen van vijfhondert gulden en Gedaalt op driehondert vijf en veertig gulden En daar voor gemeint bij JOOST PEETER NOOYEN alhier, dico f. 345=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Acht en veertig slagen JAN MATTHIJS MASTBROEK Slaat nog tien slaagen.
Borgen: als voor.
Derde klamp bij DEN HOGENBERG of bij het inkomen van BAKEL ter regterhand of Zuidwaarts naast de kant van DEURNE of langst de KAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN van gemeenen weg langst HET KASKE tot DEN VEN EIJK.
Den Pagter zal voor verponding
Moeten betaalen f. 37=11= 8
Ingezet bij JOHANNES MICHGELS, alhier Op zeven hondert guldens
Afgehangen van achthondert vijftig gulden En gedaalt op zevenhondert vijf en veertig gulden En daar voor gemeint bij JOHANNES MICHGELS voorsz., dico
f. 745=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat nog tien Slagen, CORNELIS JAN CORNELISSEN nog tien slagen JOHANNES MICHGELS twee slagen CORNELIS JAN CORNELISSE nog vijf slagen JOHANNIS MICHGELS Nog drie slagen.
Borgen: JAN FRANCIS JANSEN en JAN van DUINHOVEN.
Vierden Klamp van over DEN EIJK langst de KAPELSTRAAT regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Den Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 37=11= 8
Ingezet bij WILLEM FRANCIS MARTENS Alhier op zeshondert vijf en zestig guldens Afgehangen van achthondert guldens En gedaalt op zeven hondert guldens en daar Voor gemeint bij WILLEM FRANCIS MARTENS Voorschreeve dico f. 700=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat nog Acht en twintig slagen.
Borgen: MATHIJS PETER MANDERS en FRANCIS van den BERG.
Den BAKELSE Tienden nu genaamd DEN MATTHIJS EINDSCHE KLAMP met DE KRUIJSSCHOT beginnende op de KRUIJSSCHOT en zo voorts op de Wed. JAN SIJMEN NOOIJEN Zuidwaards schietende op de HOOGE INGT, schijdende op de LIJKWEG zoo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tienden en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den Pagter zal moeten betaalen aanden Pagter der Abtdije Tienden negen vaten rogge in Specie zonder kortinge aan zijn Pagt zullende niet te min gehouden zijn de quitantie bij het voldoen zijner Pagtpenningen aan de Heere Rentmeester te Produceeren.
De Pagter zal voor verponding
Moeten betaalen f. 31= 1=..
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG Voor vier hondert gulden Afgehangen van vijfhonderd vijftig gulden En gedaalt op vierhondert en dertig Guldens en daar voor gemeint bij WILLEM DERK JANSE alhier, dico f. 430=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat Nog tien slagen.
Borgen: JOHANNIS VERBAARSCHOT en JOACHIMUS CROYMANS.
De Tweede verdeelinge of Klamp nu genaamd DE NUIJEN EINDSCHE KLAMP beginnende aan de HOGE INGT, voorsz. Noordwaarts schietende op DE NEERSTRAAT, zo en gelijk deeze verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Den Pagter van deezen klamp zal moeten betalen aan den Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twaalf vaten rogge in specie zonder kortinge aan zijnen pagt. Zullende niet te min gehouden zijn de quitantien bij het voldoen zijner pagtpenningen aan den Heere Rendant te produceeren.
Den pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 31= 1=..
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier Op vijfhondert dertig gulden Afgehangen van zeven hondert gulden En gedaalt en gedaalt op vijfhondert Vijf en dertig gulden en daar voor gemeint Bij JAN BIEMANS voorsz., dico f. 535=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Dertien slagen.
Borgen: JOOST JAN GERRITS en JAN van LEIJENBURG.
De Tiende van GROOTEL onder BAKEL zoo als voorheen gepagt en getiend is geweest.
De Pagter zal voor verponding moeten betaalen f. 26=18= 8
Ingezet bij LEONARDUS van LEIJENBURG Alhier op twee honderd dertig gulden.
Afgehangen van vierhondert gulden en Gedaalt op twee hondert vijf en tagtig gulden En daar voor gemeint bij JAN BIEMANS alhier, dico f. 285=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat nog Acht slagen.
Borgen: PERO en ANTHONY van GROOTEL.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voor heen gepagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is Competeerende waar van de Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 18= 2= 6
Ingezet bij JAN BIEMANS alhier Op twee hondert twee gulden.
Afgehangen voor drie hondert vijftig Gulden en gedaalt op twee hondert en Twintig gulden en daar voor gemeint Bij JAN BIEMANS alhier, dico f. 220=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen, denzelven slaat Nog acht slagen.
Borgen: als voor.
De SMAL TIENDE van MILHEZE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten Pagter is gecollecteerd geweest en getiend en waar van den Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 2= 7= 8
Voldaan.
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op een en zestig gulden.
Afgehangen van hondert gulden en Gedaalt op tachtig gulden en daar voor Gemeint bij HENDRICUS CORNELIS HENDRIKS, dico f. 80=..=..
Voldaan.
Slaat twee slagen denzelven slaat not twee Slagen, MARTINUS WEERTS nog vier slagen.
Borgen: JAN JOOST BIEMANS en WILLEM BIEMANS.
De SMAL TIENDE van GROOTEL SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zo als van oudts getiend geweest is en waar van de Pagter voor verponding zal moeten betaalen f. 5= 8=..
Ingezet bij LEONARDUS KUIJPERS te DEURNE op dertien gulden.
Afgehangen van dertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter LEONARDUS KUIJPERS voorschreeve gebleven, dico f. 13=..=..
slaat twee slagen denzelven nog twee slagen
Borgen: CORNELIS KUIJPERS en THOMAS HENDRIKS.
En alsoo ten uitgang des Hoogsels niemand meer hogende of slaande dan de respective laatste slaagers zo zijn dezelve na het optellen van tien ieder van zijn klamp Pagter gebleeven, dewelke beneevens haar gestelde borgen hebben belooft de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naarkomen en agtervolgen onder verband submissie en renuntiatie als in dezelve breeder gemeld.

Aldus gedaan gemeijnt beslagen en gepasseert, op heeden binnen BAKEL den zeventienden van Hooymaand Een duizend acht hondert en neegen ten overstaan van JAN BIEMANS President Scheepen Loco Schout Civiel PEETER van der POEL en JAN MATTHIJS MASTBROEK Scheepenen onderstond J.H. ROBIJNS Rentr., J. BIEMANS, P. v.d. POEL, J.M. MASTBROEK onderstond mij present was geteekent G. van RIET, Secretaris.
Quod Attestof
G. van RIET, Secrtrs.


Einde van deze Transcriptie, uitgevoerd door Driek Smits te Venray, afgesloten d.d. 12-09-2008.



Website door Active-Bits