Deel 1
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 433.
d.d. 19-07-1796.
BAKEL.
Conditie der verpagte Tiende van de Commanderije GEMERT, folio 36.
De 19e Julij 1796.
Jura voor Prothocoll: passeeren en uytmaken met vacatie mede van Officier Scheepenen en Affhanger en Armegeld en verschoten aan zeegels in alles te zamen – 45 Gulden.
Visa.
Fol. 36 Recto.
Voor het Land.
Onder Condien Restrictien en voorwaarden hier naar beschreven zoo zal de Eerw. Heer J.H. ROBIJNS namen Mevrouwe de Weduwe de Heer BOIRET Als Rentmeesteresse der Vrije Rijx neutrale Grond Heerlijkheijd en Commanderije van GEMERT en aldaar woonagtig na voorgaande Sondaagse veijlinge Publicq en voor alle man aan de meestbiedende verpagten – zodanige grootte en Spurrie Tiende als meede de Smalle Tiende als eevengemelde Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN alle geleegen onder BAKEL is heffende-beurende en van Oudts zijn verpagt getienden opgevaaren geweest en zulx alles voor den oogst van deezen Jaaren 1796.
Eerstelijk zo zullen alle de voorsz. grootte Tiende verpagt worden in graanen te weeten in rogge alleen in maate van HELMOND ieder vat, malder of f fo Gereekend worden in geld goede gangbaare HOLLANDSCHE munten in geen mindere Specie dan Gereduceerde Schillingen te betaalen den Gulden teegens een en twintig stuyvers te reekenen en zulx teegens zodanige markt off pegge van HELMOND < = gewichtsmaat > als weezen zal den laatsten Zaterdag voor en den eersten Zaterdag na St. Marten in deezen Jaaren 1796 voorsz. welverstaande dat den Heere verpagter zal mogen neemen en kiesen de hoogste markt van een deezer twee voorsz. marktdagen en zullen vervolgens pagteren hier na betalinge moeten doen en praesteeren aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. in twee termijnen, te weeten de eene helft van haeren verschulden pagt voor Drie Koningen en de tweede helft van die voor Vastenavond aanstaande, alles in den Jaare 1796 dog zoo wanneer pagteren haaren verschulden pagt promptelijk op de voormelde termijne zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iedere gulden te betaalen tegens twintig stuijvers Hollandsch gerekend.
2.
Deeze Tiende off iederen Clamp derzelve in ’t bijzonder zullen eerst ingezet en daarna affgehangen worden zullende de hoogsten inzetter het voormeijnen hebben vervolgens zal den meijnder verplicht zijn te doen en te slaan ten minsten twee slagen doende iederen slag eene Gulden gaande half en half na ouder gewoonte half tot profijt van den Heer verpagter ende weederhelft voor de slagers of fontslagers.
3.
Den hoogste inzetter zal profiteeren en genieten van ieder f fo vier stuijvers trekgeld en van de verpagtinge die in geld gedaan word van ieder gulden twee stuijvers trekgeld zoo den ingezetten Blok Clamp off perceel bij een ander gemeijnt word, welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten inzetter zal moeten betaalen zonder aan zijn beloofde pagt te mogen kosten.
4.
Een Clamp Blok off parceel ten beurde gesteld wordende niet genoeg mogen de gelden na het oordeel van den Heere verpagter zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een uur off anderhalff sullende den hoogsten bieder egter zijn bod moeten gestand doen en vervolgens aan den Heere verpagter zonder eenige Contradictie geoorlooft zijn om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen weederom in ’t bijzonder off eenige derzelver te gelijk mogen opveijlen en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de voorgaande pagters van Clampen en perceelen als ook de inzetters niets konnen off mogen pretendeeren.
5.
De Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagters zonder kortinge aan haare pagt van iedere f fo rogge tien stuijvers en van de verpagtinge die in geld gedaan word van iedere gulden twee stuyvers voor randsoen geld en van iedere Clamp tien stuijvers Godsgeld en wijders verpligt zijn zonder eenige kortinge te betaalen de ’s Lands en Dorps lasten zoo als teegens off oudre ieder perceel off clamp zal zijn uijtgetrokken en geamuteerd staat.
6.
De Heere verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, Derden meerdere off mindere meijnder slager of ontslager en in ’t affhangen meede moogen hoogen zonder bekroon off teegen zeggen van iemand.
7.
Bij al dien twee off meer te gelijk meijnde off dat den affhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel zoo reserveert den Heere verpagter zig telkens de magt om zodanige Clamp off Clampen op nieuw wederom te doen affhangen zonder dat den zelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen off dezelve te doen aanhooren.
8.
De pagters zullen weijders geen gratie off kwijtslag genieten wat schaade door droogte, natten oogst, hooningsdauw < = een nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door veel soorten blad- en schildluizen. >, wind, hagelslag, vries off andere diergelijke heemelsche ongelukken over die voorsz. Tiende zoude mogen koomen heijerkragt < = overmacht > ( ’t geen God verhoeden) alleenlijk uijtgezondert tot tijd en wijle toe de graanen gemaaijd zullen zijn en langer niet.
9.
De pagters zullen wijders op pene als na regte en Placaate deeser Landen gehouden zijn de tienden, en dies vooral goede zorge moeten draagen, dat den Tiendheers in zijne geregtigheijd niet worde benadeelt en in zonderheijd hebben te vigileeren < = waken, toezien, oppassen > om haare gepagte Clampen en blokken tiende op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen off verlooren gaan en weijders doen en laaten het geen alles voorige tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben beloovende den Heere verpagter voormeld zoodanige pagters teegens alle tiendpligtingen en alle die geene welke haar in opzigte van haare gepagte perceelen off deugdelijk Tiende derselvens eenige hinder off molestie zouden zoeken aan te doen na vermooges dog voorgaande kennisse en goedvinden van derselver hooge principaalen te zullen beschutten en beschermen.
10.
De Pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede sufficante < = geschikt; in staat om; bij machte zijn > binnen borgen ten genoegen van den Heere verpagter welke ieder een vooral en elk als schuldenaars principaal onder renuntiatie van de beneficien Ordinis Divisionio et Excussionis de borgen na regten toekomende zullen moeten instaan voor de voldoeninge der pagt en voor des en voor de praestatie der verdere Conditie en bij fouten van dien dan voor weese Executabel, en zal niemand tot pagter off borge worde aangenoomen welke van voorgaande jaare ten Comptoire van opgemelde Heere verpagter schuldig staat.
11.
Tot naarkoominge van het geene voorsz. staat zoo den pagter en zijne borgen ieders in Solidum als Schuldenaar principaal als voor verbinden haare erff en erffhaaffelijke mitsgaders gereede goederen hebbende ende verkrijgende, die zelve stellende te bedwang van alle Regteren hove ende Gerigte en specialijk den hove der Justitie deeser Provintie te vreeden zijnde zonder voorgaande daginge, haar ten haaren kosten in den inhoude deeses vrijwillig te doen en te laaten Condemneeren het zij bij den voormelde Hoove Scheepenen der Stad ’S-BOSCH off bij Scheepenen van den Gerechte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodange Procureurs als doen zal worden ter hand gesteld den eenen om de Condemnatie te versoeken en de anderen om daar in te Consenteeren.
12.
De pagter die gelijke borgen niet konnende stellen off voldoen aan de verdere pagtconditie zal de blok, Clamp off perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schaade ten zijner lasten verhaalt worden, zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan als wanneer de Pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Heere verpagter het randsoen en Godsgelde verdere Jura en mag een ieder middelerwijl zoo lange het hoogsel niet uijt in slaan en ontslaan aan handen van de Heere verpagter zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLand- en Dorpslasten van ieder clamp off perceel te betaalen en te voldoen met de geloofde pagt op de voorsz. Vastenavond dag eerstkoomende.
14.
De Smalle Tende zullen apart verpagt worden en dus onder de Grootte Tiende niet begreeen zijn welke den pagter ook in alle zijner deelen, zoo wel lammeren, biëen, varkens, vlas, zaad, en al wat verder onder de Smal Tiende is gehorende. Zoo hebben te Colligeeren volgens de Placaaten en voorsz. Conditie.
De Smalle Tiend word verpagt om goed HOLLANDSCH geld en in geen mindere Specie als Dubbeltjes te betaalen aan handen van den Heere verpagter binnen GEMERT voorsz. op St. Andriesdag eerstkomende.
Ingevolge de voorenstaande Concitie en voorwaarden zoo word alhier ten beurde gesteld de MILHEESESE TIENDE.
En wel eerst de Clamp tiende beginnende bij de HOOGE BERG < = HOBERG >, off bij het inkomen van BAKEL, ter linkerhand Noordwaardts naast GEMERT tot DE BERKEN STRAAT, den Pagter zal zonder korte voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 39= 9= 4
Verp. f. 27= 9= :7/16
reël tot 1796 incluijs f. 12= :=
39= 9= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS alhier op seeventien gulden.
Affgehangen van dertig gulden en gedaalt op twee en twintig gulen, en daar voor gemeijnt bij JAN JANS HENDRIKS alhier dico 22 mudde slaat veertig slagen.
MARTINUS WEERTS slaat nog twintig slaagen en steld tot borgen HENDRIK van den HEUVEL en JOHANNIS MATHIJS MANDERS alhier.
De tweede verdeeling off Clamp van over de voorsz. BERKENSTRAAT ten eynds uijt meede ter linkerhand Noordwaardts.
Den pagter zal zonder kosten aan verponding en Reëele lasten moeten betaalen f. 39= 9= 4
Verp. f. 27= 9= :
7/16 reëel f. 12= := 4
f. 39= 9= 4
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS op neege tien Mudde.
Affgehangen van dertig Mudde en daar voor gemeijnt bij JAN MATHIJS MAASBROEKS alhier
Dico 20 mudden.
Slaat ses slagen en steld tot borgen JACOBUS VERHOEVEN en FRANCIS van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOOGENBERG < = HOBERG > off bij het inkomen van BAKEL ter regterhand off Suydwaardts na de kant van DEURNE off langst DE CAPELSTRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN de gemeene weg langst het Kaske tot DE VEN EIJK. De Pagter zal zonder korten voor verponding en reëele lasten moeten betaalen f. 54= : = 4
Verp. f. 37=11=8
7/16 reëel f. 16= 8=12
Ingezet bij JAN JANSE HENDRIKS alhier op drie en veertig mudden en een vat.
Affgehangen van vijfftig mudden en gedaalt op de voorsz. Inzet en daar voor aan den Inzetter JAN JANSE HENDRIKS voorsz. gebleeven.
Dico 43 mudde 1 vat.
Slaat twintig slagen.
JOHANNIS van GRIENSVEN slaat nog twintig slagen.
En steld tot borge PEETER COX en JOOST JANSE van NEERVEN alhier.
Vierde Clamp van over DEN VEN EIJK langst de CAPELSTRAAT regt door op de PEEL uyt meede ter regterhand na DEURNE.
De pagter zal zonder korten voor verponding aan reëele lasten moeten betaalen f. 54= := 4
Verp. f. 37=11= 8
7/16 reëel f. 16= 8=12
f. 54= 0= 4
Ingezet bij JAN GIJSBERT DRIESSE alhier op agt en dertig mudden tien vaten.
Affgehangen van vijff en veertig mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter JAN GIJSBERT DRIESSE voorsz. gebleeven dico 38 mudde 10 vaten slaat tien slaagen en steld tot borgen FRANCIS VERBAARSCHOT en ADRIAAN DIELISSE alhier.
De BAKELSE TIENDEN nu genaamt DEN SCHOUTSEN CLAMP beginnende aan DE RIJPELBERG – langs de BAKELSE BRUG Zuijdwaards tot ANDRIES JANSE van NEERVEN, en de akkers Noordwaards schietende langs DE BEEK bij den SCHOENMAKER en van daar langs de weg tot de Wed. TOMAS LAMBERS, tot de Clampkens genaamt PAPENRIJT en KALVEREUWSEL Noordwaards langst DE BERKSTRAAT met de MOLENAKKERS daar bij scheijdende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS en voorts op DE BEEK regt uijt schietende op den gemeenen Peelweg van HET OVERSCHOT en voorts weeder tot aan het SOERSEL, soo en gelijk deese verdeelinge door de pagters der Abtdeije Tiende en die van de Heere TIJBOSCH en van BOXTEL – respective is verpagt en getiend geweest.
Den pagter zal van deen Clamp moeten betaalen aan den Pagter der Abtdije Tiende twintig vaten rogge in Specie welke aan hem pagter zal worden goed gedaan mits produceerende quitantie.
Den pagter zal voor de verponding moeten betaalen f. 31= 1= :
en reëele lasten tot 1796 incluijs f. 13=11=12 dus te zamen f. 44=12=12.
Verp. f. 31= 1= :
7/16 reëel tot 1796 f. 13=11=12
f. 44=12=12
Ingezet bij JAN HENDRIK CROOIJMANS op veertig mudden en vijff vaten affgehangen van vijff en veertig mudden en gedaalt op den voorsz. inzetter daar voor aan
den inzetter JAN HENDRIK CROOYMANS voorsz. gebleeven dico 40 mudden 5 vaten slaat twee slagen en steld tot borg HENDRIK EEVERS en JAN FRANCIS KLUIJTMANS alhier.
De Tiende van GROOTEL zoo als voorheen is verpagt en getiend geweest, de pagters dienen verdagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tienjaarige vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in het HOOG EEUWSEL ingestooken welke vrijdom van Tiende de pagters mitsdien aan geseijden van GROOTEL voor het 5e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Verp. f. 26=18= 8
7/16 reëel tot 1796 f. 11=15=10
f. 32=14= 2
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op veertien mudden affgehangen van twintig mudden gedaalt op seeventien mudden en daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR alhier dico 17 mudden slaat 12 slagen.
Den zelven nog agtien slagen en steld tot borgen HENDRIK van GROOTEL en PEETER ANTONY van GROOTEL alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFFSPUTTEN onder AARLE zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is competeerende waarvan de pagters voor verponding en reëele lasten zullen moeten betaalen f. 26= :-14.
Verp. f.18= 2= 6
7/16 reël tot 1796 f. 7=18= 8
f. 26= :=14
Ingezet bij HENDRIK van GROOTEL op vijfftien mudden agt vaten,
Affgehangen van agtien mudden en gedaalt op den voorsz. inzet en daar voor aan den inzetter HENDRIK van GROOTEL voorsz. gebleeven dico
15 mudde 8 vaten.
Slaat ses slagen en steld tot borgen JOHANNIS WILLEM LEENDERS en ANTONY van GROOTEL alhier.
De Smal Tiende van MILHEESE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert en getiend geweest waar van den verpagter voor verponding en reële lasten zal moeten betaalen f. 3= 8= 4.
Verp. f. 2= 7= 8
7/16 reëel tot 1796 f. 1= : =12
f. 3 = 8= 4.
Ingezet bij FRANCIS MARTENS alhier op vier en dertig gulden.
Affgehangen van vijff en veertig gulden en gedaalt op den voorsz. inzet in daar voor aan den inzetter FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven dico f. 34= := :.
Slaat twee slagen.
JAN JANSE HENDRIKS slaat nog ses slagen en steld tot borgen JAN ARNOLDUS MOORS en MATTIJS van OORSCHOT alhier.
De Smal Tiende van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest, waar van de pagter voor veponding en reëele lasten zal moeten betaalen f. := 7=14.
Verp. f. := 5= 8
7/16 reël tot 1796 f. := 2= 6
f.:= 7=14.
Ingezet bij PEETER CROOIJMANS alhier op agt gulden agt stuijvers.
Affgehangen van vijfftien gulden en gedaalt op den voorsz. inzet daar voor aan den inzetter PEETER CROOIJMANS voorsz. gebleeven dico f. 8= 8= 0.
Slaat twee slagen en steld tot borgen JAN PEETER CLAASSEN en BASTIAAN MANDERS alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het opstellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de voorstaande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgens onder verband en renuntiatie daar inne vermeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen neegentiende Julij Seeventienhondert ses en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President, JOHANNIS van de CRUIJS en PEETER van de LAAR Scheepenen die de minute deeses beneevens den Heere verpagter en mij ondergeschreeve Secretaris eijgenhandig ten Prothocolle hebben onderteekend.
Qoud Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.
De verpachtingen van de Tienden te BAKEL.
In het jaar 1797.
Toegangsnummer 80. Inventarisnummer 1273.
d.d. 17-07-1797.
BAKEL.
Copie.
Conditie – Verpagttiende.
Abdeije ECHTERNACH
Folio 122
Dato 17 Julij 1797.
Litt. A. No. 14.
Jura Copieeren deeses met Zegel te zamen f. 1=16.=..
Folio 122 recto.
Copie.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Conditien Restrictien en voorwaarden hier naar beschreven zoo zal de Heer en Mr. L’HEUREUX woonende te EIJNDHOVEN als geauthoriseerde van de Keijzerlijke Abtdije ECHTERNACH gelegen in den Lande van LUXEMBURG ten hoogsten aan de meestbiedende voor alle man verpagten de Grove en Smalle Tiende aan opgemelde Abdije Competeerende over den Oogst deeses Jaars 1700 seven en neegentig.
Art. 1.
Deze verpagtinge zal geschieden om Caroly Guldens tot twintig stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen mindere munte dan gereduceerde Schillingen aan handen van den Heere Verpagter tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende binnen EIJNDHOVEN ten Lasten en pericule < = voor rekening van > des pagters ofte der pagteren aan te tellen te betaalen en te leeveren Generalijk vrij van alle lasten egeene ter waereld uijtgescheijden, hoe die ook zoude mogen genaamt worden, het zij denselve ten laste des pagters ofte der pagteren of wel des Eijgenaars bereijd zijn, ingesteld of namaels ingesteld mogte worden, en inzonderheid vrij van alle ordinaire en Extraordinaire verpondinge met derselver verhooginge of beurloon zonder dat den Pagter of Pagters hen van eenige Placaaten of resolutien hen ter Contrarie deeser zullen mogen laaten bedienen, maar dien overmindert de beloofde pagtpenningen van alle lasten los en vrij moeten betaalen als voor.
2.
En specialijk vrij van den Reëelen omslag oft omslagen, van welkers gedaane betaalinge als meede van de bovengemelde verpondinge de Pagter of Pagters zal of zullen gehouden zijn de quitantien meede tusschen Kersmis en Ligtemis eerstkomende aan den Heer Verpagter tot EIJNDHOVEN voormeld te overhandigen en aan hem onder behoorlijk recepsis < = bewijs van ontvangst > over en aff te geeven op peene van zulx niet doende te verbeuren een boete van drie zilvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles meede zonder de minste korting aan de beloofde pagtpenningen.
3.
Opgemelde Tiende zal eerst ingezet en daarna affgehangen worden, en zal den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, mitsgaders aanstonds tot een premie trekken een zilvere Ducaton, dog zal den geenen welke bij uytgang des hoogsels pagter blijven zal gehouden zijn het emport < = waarde > van dien aan den gemelde Heere verpagter te restitueeren zonder de minste korting, aan de beloofde pagtpenningen, waarna deselve weederom zal affgehangen worden en zal den geenen die deselve affmeijnt gehouden zijn, te slaan luttel of veel slagen doende iederen slag eene gulden, half tot profijt van den Heere verpagter en half ten voordeele van den meijnder slager of ontslager de slagen en weederslagen te betaalen paratelijk bij den uytgang des hoogsels, kunnende ondertusschen een ieder hoer op hoogen en slaan en welk hoogsel na het optellen van een tot tien zal uytgaan, als wanneer den geenen pagter blijven zal dewelke na het optellen van tien daar aan zal zijn gebleven.
4.
De voorsz. Tiende word verpagt zonder dat aanzien of reflectie zal worden genomen op al te Excessiven ; reegen, te veel droogte, honingdauw of andere des Hemels ongelukken ter zake van alle dewelke den Pagter ofte Pagters egeene affslag of kortinge aan zijne geloofde pagtpenningen zal mogen pretendeeren, maar alleenlijk zal men die voorsz. Tiende bevrijden van heijerkragt tottet tijd en wijlen toe de graanen gemaaijt zullen zijn en langer niet en of het gebeurde dat men ter zake voorsz. in die Tiende eenige schaade kwam te lijden, zoo zal den Pagter of pagters aanstonds na de geleeden schaade daar van aan den Heere advertentie moeten doen, omme daar aan occulaire inspectie te konnen neemen en bij deesen gerechte belijdinge van de geleeden schade te konnen gedaan worden alles ten Pagters Privé kosten en lasten, omme en dat onverhoopte geval als dan aan de Pagter zodanige quijtinge en afslag te doen zoo als bevonden zal worden te behooren alle het welke den Pagter binnen den tijd van agt dagen precies na de geleeden schaade zal hebben te doen en te verrigten of zal uijt hoofde van dien geen quijtslag of remissie ter waereld mogen Pretenderen.
5.
De Pagter of Pagters zal of zullen bij het affmeijnen of bij het uijtgaan des hoogsels ten allen tijden gehouden zijn des gerequieerd wordende een of meer sufficiante en aan den Heere verpagter aangenaame borgen te stellen, die beneevens de Pagter of Pagters als schuldenaar principaal onverscheijden en ieder een voor al zullen moeten gelooven alle de Conditien en voorwaarden promptelijk te zullen naarkomen voldoen en agtervolgen onder verband als na regten.
6.
En indien den pagter van zulx te doen bleeff in mora en gebreeken zoo zal den Heere verpagter die voorsz. Tiende aanstonds op nieuws mogen verpagten het zij Publicx en voor alle man of mond aan mond, meerdergeldinge zal weesen ten profijte van den Heere verpagter en de mindergeldinge zal men met alle kosten, schaade en intressen aan de gebreekelijken Pagter als met regt verwonnen schuld mogen verhaalen, daar van en van allen ’t geen voorsz. wel Expresselijk protesteerende bij deen en Constitueerende weijders den Pagter of Pagters en zijne gestelde Borgen een iegelijk toonderen deeser uijtgemaakte Conditie en specialijk zodanige Procureurs als welke voor de gerechte der Stad ‘s-BOSCH zijn Postuleerende < = optredende voor iemand als verdedigers in rechte >, omme hen bij Scheepenen der voorsz. Stad in den inhoude en in het naarkomen deezes volontairlijk ten hunner kosten en lasten te doen en te laaten Condemneeren, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Consenteere en verders hun onverscheijden en een voor al nu en voor als dan, zig Submitteerende aan en over het regt van ingebod en judicature der Stad
’S-BOSCH voorschreeven.
7.
Den Pagter of Pagters of die geene welke de voorsz. Tiende zal of zullen aangeslagen hebben zal of zullen meede hebben zodanige ses en neegentig vaten rogge in Specie als aan de Abdije ECHTERNACH Jaarlijx in Erfpagt Competeert gaande uijt het gedeelte der Tiende eertijds gebruijkt zijnde bij de hoevenaars op SCHIPSTAL te verschijnen Ligtemis 1700 agt en neegentig aanstaande, mits daarvoor aan den Heere Verpagter betaalende sodanige somme van Penningen als te Ligtemis naastkomende aan de ontfangers voor het vat rogge betaald moet worden.
8.
Den Pagter of Pagters zal of zullen bij het uijtgaan des hoogsels aan den Heere verpagter moeten betaalen van iedere Clamp drie zilvere ducatons of de waarde van dien met nog twee gulden en tien stuijvers van iedere Clamp.
9.
De Pagters van de na te melden Clampen Tiendens zullen gehouden zijn respectivelijk zorge te dragen, dat ingeval in ’t volgende Jaar die Clampen Tienden niet tijdig genoeg zoude mogen worden verpagt, en zulx nodig waare voor de verpagtinge deselve te Tienden, dat zulx door hem pagter of pagters respective worden gedaan en verrigt van den eersten en tweede Clamp ten behoeve van die geene welke deselve eerste en tweede Clamp naderhand zullen komen te pagten, zonder daar voor iets te reekenen of te mogen declareeren en zonder dat iemand anders zig daar meede zal hebben te bemoeijen als werdende zulx wel Expresselijk geinterdiceert bij deese.
10
De respective pagters zullen moeten betaalen voor Jura van Heere Officieren Scheepenen mitsgaders aan den Secretaris voor het instellen, houden en beschrijven der Conditie, en het leeveren van Copie Authenticq aan den Heere verpagter en verschotten aan Zeegels mitsgaders voor afhanggeld in alles te zamen tien Gulden Hollandsch geld van iedere Clamp.
Op alle welke zo Generaale als Speciale Conditien en voorwaarden zoo word alhier in te verpagten ten beurde gesteld.
Eerstelijk den Clamp Tiende nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN CLAMP beginnende aan HET SOERSEL regt langst DE KERKSTRAAT met den MOOLENAKKER daar bij scheidende DEN LIJKWEG op het huijs van JAN PEETERS en voorts op DE BEEK regt uijt schietende op den Gemeenen PEELWEG aan HET OVERSCHOT en voorts weeder tot aan HET SOERSEL. In deese verdeelinge is meede begreepen den Akker op DEN HOOGEN AALEN.
De pagter van deezen Clamp zal genieten de ses en neegentig vaten rogge zoo als Art. 7. staat uijtgedrukt.
Verp. f. 34=..= 4
¾ Reëel f. 25=10= 4
59=10= 8
Ingezet bij JAN TOMAS PEETERS Alhier op f. 430=..=..
Afgehangen van f. 450=..=.. en Gedaalt op vier hondert twee En dertig gulden en daar voor Gemeijnt bij MARCELIS MANDERS Alhier, dico f. 432=..=..
Slaat ses slagen.
GUILLELMUS den DOOP nog agt slagen.
En steld tot Borgen:
JOHANNES van de KERKHOFF en MARCELIS MANDERS, alhier.
Tweede Verdeeling of Clamp nu genaamt DEN KERKEIJNDSEN KLAMP scheijdende DE KERKSTRAAT beginnende op DE VLINKERT en schietende op ESPH met het derde deel van DE SCHAAPSDRIES volgens oud gebruijk.
De pagter van de Clamp zal genieten neegen vaten rogge die door de Commanderije aan opgenoemde Abdije moet geleevert worden.
Verpond.: f. 34=..= 4
¾ reël f. 25=..= 4
59=..= 8
Ingezet bij JAN FRANCIS JANSE Alhier op f. 552=..=..
Affgehangen van ses hondert gulden En gedaalt op den voorz. Inzet en Daar voor aan den Inzetter JAN FRANCIS JANSE voorz. gebleeven, dico f. 552=..=..
Slaat vier slagen En steld tot Borgen: HENDRIK ADRIAANS en HENDRIK WEERTS alhier.
De SMAL TIENDE zooals van ouds is Competeerende aan voormelde Abtdije bestaande in Lammeren, varkens, Biën, zaad, vlas, etc. van voorz. twee Clampen vrij van onraad mits betaalende de ‘sLands en Dorps lasten.
Verp.: f. 1=11=..
¾ reëel f. 1= 3= 4
2=14= 4
Ingezet bij FRANCIS MARTENS
Alhier op Een en seventig gulden
Affgehangen van Tagtig gulden
En gedaalt op den voorsz. Inzet
En daar voor aan den Inzetter
FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven, dico f. 71=..=..
Slaat twee slagen. En steld tot Borge: MATTIJS SPOORMAKERS, alhier.
En alsoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende off slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn deselve na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde borgen hebben belooft de vooren staande Conditie te zullen voldoen- naarkoomen en agtervolgens onder verband Submissie als in deze breeder vermeld.
Aldus gedaan Gemeijnt beslaagen en gepasseert op heeden binnen BAKEL voorsz. deesen seeventiende Julij Seeventienhondert seven en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL President, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen wasgeteekend H.F.D. L’HEUREUX qq, P. v.d. POEL, J. BIEMANS, J. v.d. KRUIJS onderstond mij present en was geteekend A.A. van NOORT.
Accordeert met zijn Origineel.
Qoud Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.
Commissie van Breda 1798 – 1811.
Toegangsnummer 80. inventarisnummer 1273.
BAKEL.
Copie.
Conditie, verpagte tienden
Commanderije GEMERT, folio 128.
Dato 24 Julij 1797.
Litt. A. No. 15
Jura copieeren deses met zegel te same f. 2=10=.
d.d. 24-07-1797.
Folio 128 verso.
Copie.
C. van VUGT. M. v. WOENSEL.
Onder Conditien Restrictien en voorwaarden, hier na beschreven voo zal den Burger D’AVERDOING, Directeur en ontfanger der Domeijnen van de Fransche Republieq in de VEREENIGDE PROVINTIEN, onder welken begreepen zijn de goederen van den Duijtsen Orden uijt kragt van het Sequester < = sub. bewaarder van rechtswege aangesteld > door gemelde Republicq op het zelve gelegt, na voorgaande Zondaagse Publicatie Publicq en voor alle man aan de meestbiedende verpagen zodanige groote Kooren en Spurrie Tienden, alsmeede de Smal Tienden als eevengemelde Duijtzen Ordens Commanderije zoo binnen MILHEEZE alhier als GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN, alle geleegen onder BAKEL is heffende beurende en van outs zijn verpagt, getiend en opgevaaren geweest, en zulx alles voor den oogst van deesen Jaare 1700 Seeven en neegentig.
Art. 1.
Eerstelijk zoo zullen de voorsz. grootte Tiende alle verpagt worden omme Carolij Guldens tot Een en twintig Stuijvers het stuk Hollandsch gereekend en in geen minder munte dan gereduceerde Schellingen aan handen van den verpagter off den geenen welke tot den Ontfangst van dien ’t zij tot GEMERT, DEURNE of alhier door hem verpagter zal worden gequalificeert te betaalen, te weeten de Eene helft van haaren verschulden pagt voor of op den 1e October en de andere helft van dien voor of op den 15 November beijde in deesen jaare 1797 aanstaande, dog zo wanneer pagteren haaren verschulden pagt promptelijk op de voormelde Termeijnen zullen komen te voldoen, zoo zullen dezelve konnen en mogen volstaan met iederen gulden teegen twintig stuijvers Hollands gereekend.
Art. 2.
Deeze Tiende of iedere Clamp denzelven in’t bijzonder zullen of zal eerst ingezet en daar na afgeslagen worden, zullende den hoogsten inzetter het voormeijnen hebben, vervolgens zal den meijnder verpligt zijn te doen en te slaan twee slagen doende iederen slag eene gulden half tot profijt van den Heere verpagter ende weederhelft voor de slagers of ontslagers na gewoonte dienende.
Art. 3.
Den hoogsten inzetter zal Profiteeren en genieten tien stuijvers trekgeld, zoo den ingezetten Blok, Clamp of perceel bij een ander gemeijnt word welk trekgeld den meijnder aan den hoogsten Inzetter zal moeten betaalen, zonder aan zijn beloofde pagtpenningen te korten.
Art. 4.
Een Blok, Clamp of perceel ten beurde gesteld wordende en niet genoeg mogende gelden na het oordeel van den verpagter, zoo zal hij het zelve mogen ophouden en in zijn beraad mogen neemen voor den tijd van circa een half uur zullende den hoogsten inzetter en bieder egter zijn bod moeten gestand doen, en vervolgens aan den verpagter zouden eenige Contradictie geoorlooft zijn, om alle de verpagt zijnde Clampen en perceelen wederom in ’t bijzonder of eenige derzelve te gelijk te mogen opveijlen, en zullen in Cas van meerdergeldinge in dat geval de pagters van Clampen en perceelen als ook de Inzetters niets konnen of mogen pretendeeren.
Art. 5.
De pagters zullen gehouden zijn te betaalen aan handen van den Verpagter zonder kortinge aan haaren pagt van iederen gulden met de slagen twee stuijvers voor randsoengeld, en weijders verpligt zijn zonder eenige konringe te betaalen de ‘sLands en Dorps lasten, zoo als teegens of onder ieder perceel of Clamp zal zijn uijtgetrokken en geannoteert staat.
Art. 6.
Den verpagter zal zig mogen houden aan den Eersten, Tweeden, derden, meerderen of minderen meijnder slager of ontslager en in ’t affhangen meede mogen hogen zonder bekroon of tegen zeggen van iemand.
Art. 7.
Bij aldien twee of meer te gelijk meijnden of dat den afhanger hem kwam te misgrijpen en dat daar over questie geviel soo reserveert den verpagter zig telkens de magt van zodanige Clamp of Clampen op nieuws weederom te doen afhangen zonder dat denzelven verpligt zal zijn eenige getuijgen hier over te zien bij brengen of deselve te doen aanhooren.
Art. 8.
De pagters zullen geen gratie of quijtslag genieten wat schaade door droogte, natten oogst, honingdauw, wind, hagelslag, vries of andere des Heemels ongelukken over de voorsz. Tiende zoude mogen komen, heijerkragt of ( ’t geene God verhoede ) alleenlijk uitgezondert, deselve Tienden nogtans van eevengenoemde laatsten gevalle niet langer bevrijdende als tot dat de graanen gemaaijt zullen zijn.
Art. 9.
De pagters zullen weijders op peene als na Regten en placaaten van den Landen gehouden zijn te Tienden, en dus vooral goede zorge moeten dragen dat den Tiendheer in zijne geregtigheid niet worde benadeelt, en in zonderheid hebben te vigileeren < = waken, toezien> om haare gepagte Clampen en Blokken Tienden, op alle haare oude Limieten en paalen wel te bewaaren, en daar van niet te laaten onderkoomen of verlooren gaan, en weijders doen en laaten het geene alle voorige Tiendpagteren gedaan en gelaaten hebben, beloovende den verpagter die pagters voorsz. tegen alle Tiendpligtingen en alle die geene welke haar in opzigt van haare gepagte perceelen en deugdelijk Tiende derselve eenige hinder of molestie zoude zoeken aan te doen na vermogen te zullen beschutten en beschermen.
Art. 10.
De pagters zullen gehouden zijn te stellen twee goede Sufficiante binnen Borgen ten genoegen van den verpagter dewelke ieder een voor al en elk als schuldenaar principaal en in ’t geheel onder renuntiatie van de Benefitien ordinaris, Divisionis et Excussionis, door Borgen na regten toekomende zullen instaan voor de voldoeninge des pagts en voor de Prestatie der verdere Conditien, en bij foute van dien daar voor weesen executabel.
Art. 11.
Tot naarkominge van ’t geene voorsz. staat zal den pagter en zijne borgen ieder als schuldenaar principaal als voor verbinden haare Erfhaaffelijke mitsgaders gereede goederen hebbende en verkrijgende dezelve stellende ten bedrang van alle Regteren, Hoven ende Geregten en Specialijk den Hove der Justitie deeser Provintie de Municipaliteit van DEN BOS of de Municipaliteit alhier te vreeden zijnde zonder voorgaande daginge haar ten haaren kosten in den inhoude deeses te doen en te laaten Condemneeren het zij bij den Hove der Justitie voorsz. Scheepenen van DEN BOSCH off Scheepenen van den Gerechte alhier ten dien eijnde Constitueerende zodanige Procureurs als deeze zal worden ter hand gesteld, den eene om de Condemnatie te verzoeken en den anderen om daar in te Condemneeren.
Art. 12.
Den pagter diergelijke Borgen niet konnende stellen of voldoen aan de verdere pagt condtitien zal den Blok Clamp off Perceel bij hem gepagt andermaal opgeveijlt en bij mindergeldinge de schade ten zijnen Lasten verhaalt worden zonder dat hij eenig deel hebben zal aan de meerdergeldinge van dien.
Art. 13.
Het hoogsel zal uijtgaan kort na het meijnen en slaan, als wanneer de pagters gehouden zullen zijn te betaalen aan handen van den verpagter het randsoengeld hier voorengemeld en mag een ieder middelerwijle zoo lange het hoogsel niet uijt is slaan en ontslaan aan handen van den verpagter zullende de respective pagters gehouden zijn de ‘sLands en Dorps Lasten van iedere Clamp of Perceel te betaalen en te voldoen met den geloofden pagt meede op den voorsz. Eersten October en vijfftienden November eerstkomende.
Art. 14.
De SMALLE TIENDEN zullen apart verpagt worden en dies onder de GROOTE TIENDEN niet begreepen zijn, welke den pagter ook in alle zijne deelen zoo wel Lammeren, varkens, Biën, vlas, zaad en al wat verder onder de Smal Tiende is gehoorende, zal hebben te colligeeren volgende placaaten en voorsz. Conditie.
Ingevolge de voorenstaande Conditien en voorwaarden zoo word alhier ten beurden gesteld:
De MILHEEZER TIENDE en wel eerst den Clamp Tiende beginnende bij DEN HOOGENBERG off bij het inkomen van BAKEL ter Linkerhand Noordwaards naast GEMERT tot de BERKSE STRAAT.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 48=..=12
Ingezet bij PEETER JOSEPH JASPERS alhier op f. 250=..=..
Affgehangen van f. 300=..=..
En gedaalt op den voorsz. inzet
En daar voor aan den Inzetter PEETER JOSEPH JASPERS voorsz. Gebleeven, dico f. 250=..=..
Slaat vijfftien slagen
En steld tot Borgen JAN JACOBUS KUIJPERS en JAN JANSE SMITS alhier.
De Tweede verdeelinge of Clamp van over de voorsz. BERKSE STRAAT of langst de Capel Straat ten eijnde uijt meede ter slinkerhand Noordwaards.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 48=..=12
Ingezet bij MATTIJS van de CRUIJS Alhier op f. 190=..=..
Afgehangen van f. 240=..=..
En gedaalt op eenhondert neegentig Gulden zoo als voorsz., en daar Voor aan den Inzetter MATTIJS Van de CRUIJS voorsz. gebleeven, dico f. 190=..=..
Slaat twaalf slagen En steld tot Borgen JAN HENDRIKS en JAN van de LAAR alhier.
Derden Clamp bij DEN HOOGENBERG bij het inkoomen van BAKEL ter Regterhand of Zuijdwaards naast de kant van DEURNE of langst de CAPEL STRAAT tot WILLEMIJN FRANSEN den Gemeenen weg langst het Kaske tot den VENEIJK.
Den Verpagter zal voor verponding en Reëel Lasten moeten betaalen f. 65=15= 2
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 410=..=..
Affgehangen van f. 450=..=..
En gedaalt op vierhondert en Vijfftien gulden en daar voor Gemeijnt bij ARNOLDUS van GRIENSVEN alhier, dico f. 415=..=..
Slaat vijfftien slagen En steld tot Borgen JAN COX en JOOST NEERVENS alhier.
Vierden Clamp van over DEN VENEIJK, langst de CAPEL STRAAT, regt door op DEN PEEL uijt meede ter regterhand na DEURNE.
Den pagter zal zonder korten voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 65=15= 2
Ingezet bij ADRIAAN DIELIS
ADRIAANS alhier op f. 391=..=..
Affgehangen van f. 430=..=..
En gedaalt op vier hondert gulden
En daar voor gemeijnt bij ADRIAAN DIELIS ADRIAANS alhier, dico f. 400=..=..
Slaat dertig slagen
En steld tot Borgen: WILBERT HENDRIKS en JAN GIJSBERT DRIESSE alhier.
De Bakelse Tiende nu genaamt DE MATTIJSEIJNDSE CLAMP met DE CRUIJSSCHOT beginnende op DE CRUIJSSCHOT en zoo voorts op De Wed. JAN SIJMON NOOIJEN Zuijdwaards schietende op DE HOOGE INGT, scheydende op LIJKWEG zoo gelijk deese verdeelinge door de pagter der Abtdeije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
De pagter van deesen Clamp zal moeten betaalen aan den Pagter der Abdije Tiende neege vaten rogge in Specie welke aan hem pagter mits produceerende quitantie zulle worden goed gedaan.
Den pagter zal voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Verpond.: f. 31= 1=..
¾ Reëel f. 23= 5=12
54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 274=..=..
Affgehangen van f. 300=..=..
En gedaalt op twee hondert ses en tagtig gulden en daar voor gemeijnt bij FRANCIS KLUIJTMANS alhier f. 286=..=..
slaat twintig slagen en steld tot Borgen: PEETER CROOIJMANS en PEETER de VETH alhier.
Tweede verdeeling of Clamp nu genaamt DEN NUIJENEIJNDSEN CLAMP beginnende aan DE HOOGE INGT voorsz. Noordwaarts schietende op de NEERSTRAAT zoo en gelijk deese verdeelinge door de Pagters der Abtdije Tiende en die van SCHIPSTAL is gepagt en getiend geweest.
Verpond.: f. 31= 1=..
¾ Reëel f. 23= 5=12
54= 6=12
Zullende den pagter van deese Clamp moeten betaalen aan de Pagter der Tiende van SCHIPSTAL twaalf vaten rogge in Specie welke aan hem Pagter mits produceerende Quitantie zullen worden goedgedaan.
En zal denzelven Pagter voor verponding en Reëele Lasten moeten betaalen f. 54= 6=12
Ingezet bij MARTINUS WEERTS Alhier op f. 450=..=..
Affgehangen van f. 500=..=..
En gedaalt op vier hondert Sestig gulden en daar voor Gemeijnt bij MARTINUS WEERTS Voorsz., dico f. 460=..=..
Slaat agt slagen
En steld tot Borgen: WILLEM BIEMANS en HENDRIK van den HEUVEL alhier.
De Tiende van GROOTEL zoo als voor heen verpagt en getiend is geweest. De pagters dienen verpagt te zijn om aan HENDRIK van GROOTEL te laaten genieten een tien jaarigen vrijdom van Tienden voor circa ses Loopense in HET HOOG EEUWSEL ingestooken welk vrijdom van Tiende de Pagters mits dien aan geseijde Van GROOTEL voor het 6e 10e jaar van zijnen vrijdom zullen moeten laaten genieten.
Verpond.: f. 26=18= 8
¾ Reëel f. 20= 3=14
47= 2= 6
Ingezet bij WILLEM CROOIJMANS Alhier op f. 152=..=..
Affgehangen van f. 200=..=..
En gedaalt op Een hondert sestig Gulden en daar voor gemeijnt Bij HENDRIK van GROOTEL, alhier dico f. 160=..=..
Slaat tien slagen En steld tot Borgen: ANTONIJ van GROOTEL en JAN van GROOTEL, alhier.
De Tiende van SCHIPSTAL onder BAKEL, WOLFSPUTTEN onder AARLE, zoo als voorheen verpagt en getiend is geweest en aan voorsz. Commanderije is Competeerende.
Verp.: f. 18- 2= 4
¾ Reëel f. 13=11=12
31=14=..
Ingezet bij PEETER GIJSBERS alhier Op f. 115=..=..
Affgehangen van f. 150=..=..
En gedaalt op een hondert dertig gulden En daar voor gemeijnt bij HENDRIK van GROOTEL, dico f. 130=..=..
Slaat ses en twintig slagen En steld tot Borgen: LEENDERT van de VONDERVOORT en PEETER van de LAAR alhier.
De SMAL TIENDE van MILHEEZE onder BAKEL zoo en gelijk die bij den laatsten pagter is gecollecteert geweest.
Verp.: f. 2= 7= 8
¾ Reëel f. 1=14=10
4= 2= 2
Ingezet bij FRANCIS MARTENS Alhier op f. 56=..=..
Affgehangen van f. 80=..=..
En gedaalt op den voorsz. inzet
En daar voor aan den Inzetter FRANCIS MARTENS voorsz. gebleeven, dico f. 56=..=..
Slaat tien slagen En steld tot Borgen: SIJMEN JAN NOOIJEN en MATTIJS SPOREMAKERS, alhier.
De SMAL TIENDE van GROOTEL, SCHIPSTAL en WOLFSPUTTEN zoo als van oudts getiend is geweest.
Verpond.: f. ..= 5= 8
¾ Reëel f. ..= 4= 2
..= 9=10
Ingezet bij PERO van GROOTEL Alhier op f. 10=..=..
Affgehangen van f. 26=..=..
En gedaalt op twaalf gulden en Daar voor gemeijnt bij PEETER van de LAAR, dico f. 12=..=..
Slaat vier slagen
JAN van GROOTEL vier slagen PEETER van de LAAR twee slagen
JAN van GROOTEL nog twee slagen En steld tot Borgen: JOHANNIS VERBAKEL en HENDRIK van GROOTEL alhier.
En alzoo ten uijtgang des hoogsels niemand meer hoogende of slaande dan de respective laatste slagers zoo zijn na het optellen van tien ieder van zijn Clamp pagter gebleeven, dewelke beneevens haare gestelde Borgen hebben beloofd de voorenstaande Conditie te zullen voldoen naarkoomen en agtervolgen onder verband Submissie en renuntiatie als in dezelve breeder vermeld.
Aldus gedaan gemeijnd beslagen en gepasseert op heden binnen BAKEL voorsz. den vier en twintigsten Julij 1700 seeven en neegentig ten overstaan van PEETER van de POEL President Loco Officier, JAN BIEMANS en JOHANNIS van de CRUIJS Scheepenen onderstond Le Directeur et RECEVEUR der Domaines de La Republicque Francaise geteekent D’AVERDOING, P. v.d. POEL, J. BIEMANS, J. v.d. KRUIJS onderstond Mij Present en was geteekend A.A. van NOORT, Secr.
Accordeert met sijn origineel,
Quod Attestor,
A.A. van NOORT, Secretaris.