De archieven van Bakel en Milheeze
Een overzicht van de geschiedenis van de archieven van deze voormalige gemeente.
Inleiding
Sinds het voorjaar van 2008 liggen de archieven van de voormalige gemeente Bakel en Milheeze in het gemeentearchief Gemert-Bakel aan de Ruijschenberghstraat in Gemert. Het gemeentebestuur van Gemert-Bakel, sinds 1997 verantwoordelijk voor de archieven van Bakel en Milheeze, besluit in 2004 een eigen gemeentearchief te houden. Het gebouw waar sinds 1977 het gemeentearchief van Gemert was gehuisvest, wordt in 2006-2007 aangepast en uitgebreid om alle archieven van de voormalige gemeenten Gemert en Bakel en Milheeze te kunnen bergen. Er komt een nieuwe archiefbewaarplaats, die voldoet aan alle wettelijke eisen. In het voorjaar van 2008 kunnen alle archieven hier eindelijk geplaatst worden.
De verplaatsing naar deze archiefbewaarplaats was niet de eerste verhuizing. Wat is er bekend over de historie van deze archieven? Waar hebben ze gelegen? Deze geschiedenis en kennis van de bewaarcondities kan verklaren waarom er bewaard is gebleven wat er nu in het gemeentearchief te vinden is.
Van Streekarchivariaat tot Regionaal Historisch Centrum?
Sinds het midden van de 19e eeuw worden er in Nederland gemeentearchieven opgericht. In de 20e eeuw ontstaan er samenwerkingsverbanden van kleinere gemeenten, waar zij gezamenlijk een archivaris aanstellen, die rondreist langs de archieven in zijn regio. Op 1 april 1958 wordt zo ook het Streekarchivariaat Peelland opgericht, waarbij de gemeenten Bakel en Milheeze, Asten, Deurne, Mierlo en Someren vanaf het begin zijn aangesloten.
Emile van Emstede wordt de eerste streekarchivaris. De inzet van de uren van het archiefpersoneel is voor een deel afhankelijk van het aantal meters dat per gemeente beheerd wordt: hoe meer meters in beheer, hoe hoger de bijdrage aan het streekarchivariaat. Deelnemende gemeenten zijn dan ook zeer terughoudend bij het laten opnemen van particuliere archieven, die van belang zijn om een evenwichtig beeld van de geschiedenis van de samenleving te documenteren.
Aanvankelijk houden de gemeenten hun eigen archieven in de eigen raadhuizen. In 1959 adviseert Van Emstede om de koelcellen van het NCB-gebouw in Bakel voor een aantal jaren te huren, zodat deze ruimte dienst kan doen als gezamenlijke archiefbewaarplaats, maar dit is nog niet bedoeld als een centrale archiefbewaarplaats. De ruimte wordt eerst gebruikt om ruimtegebrek in de raadhuizen op te vangen.
In 1972 wordt het nieuwe gemeentehuis van Bakel en Milheeze in gebruik genomen en wordt het oude afgebroken. In het nieuwe gemeentehuis is een archiefbewaarplaats met werkruimte gemaakt, die alleen gebruikt zou moeten worden voor de archieven van Bakel en Milheeze.
Het Streekarchivariaat met rondreizende archivarissen wordt uiteindelijk omgezet naar een Streekarchief, met één centrale locatie. Tijdens de verbouwing van het gebouw in Deurne, worden tijdelijk alle archieven in Bakel geplaatst. In 1993 verhuizen dan de archieven uit de 17e eeuw tot 1969 van Bakel en Milheeze naar Deurne.
In 2000 wordt Hans van de Laarschot waarnemend streekarchivaris, om de fusie met de gemeentearchieven van de voormalige gemeente Gemert en Helmond – en later het Streekarchief Regio Eindhoven voor te bereiden.
In 2003 is de fusie met Helmond en Eindhoven tot het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven een feit. De gemeente Gemert-Bakel besluit hier niet aan deel te nemen en blijft als enige gemeente binnen het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven een eigen gemeentearchief houden.
Gemeenten in het Streekarchivariaat / Streekarchief Peelland
1958 Asten, Bakel en Milheeze, Deurne, Mierlo en Someren
1977 Aarle-Rixtel , Beek en Donk en Lieshout
1980 Budel en Maarheeze.
Streekarchivarissen in Peelland
1958-1976 Emile van Emstede
1976-1994 René Jansen
1994-2000 Peter Roost
2000-2003 Hans van de Laarschot (waarnemend streekarchivaris)
De archieven van 1708 tot 1958
Pater Nooyen schreef in zijn “Beknopte geschiedenis van Bakel” dat (…) het schijnt dat het archief van de kerk bij de brand in 1708 verloren is gegaan. De kerk was – naar men aanneemt door blikseminslag – voor een groot deel verwoest. Pater Nooyen schrijft over de archieven van de kerk; de archieven van het dorpsbestuur noemt hij niet.
In 2013 is bij het maken van een toegang op het archief van de Schepenbank van Gemert een getuigenverklaring uit 1711 aangetroffen, die een andere oorzaak van de brand in de kerk geeft. De getuigen verklaren dat de grote brand van 7 september 1708 is ontstaan in de turfopslagplaats van Jan Emissen. De brand is door de sterke wind overgeslagen. Een aantal huizen en de kerk zijn daarbij geheel verwoest. In de kerk lag de turfvoorraad van de koster opgeslagen, wat verklaart waarom de kerk zo zwaar getroffen werd.
Streekarchivaris Emile van Emstede schreef later stellig dat de archieven van Bakel bij deze brand voor een groot deel verloren was gegaan. Hij nam aan dat de archieven van het dorpsbestuur ook in de kerk gelegen hadden. Hij geeft hiervoor echter geen bronvermelding. Als dit zo zou zijn, dan is het opmerkelijk dat er geen enkele vermelding van deze ramp in het memorie- en resolutieboek van het dorpsbestuur is te vinden.
In de Borgemeestersrekeningen vinden we in de eerste helft van de 18e eeuw diverse vermeldingen voor de huur van een raadkamer en turf voor de verwarming van de raadkamer. Het is heel goed mogelijk dat de archieven juist in deze raadkamer lagen. Dit lijkt aannemelijk door een latere vermelding in de memorie- en resolutieboeken waarbij de secretaris de opdracht krijgt de papieren in een nieuwe gehuurde ruimte te leggen.
Op 7 juli 1743 geven de borgemeesters van Bakel opdracht om een raadkamer te timmeren. Het eerste raadhuis werd in slechts 50 dagen gebouwd. De rekeningen van de bouw zijn in het archief van het dorpsbestuur bewaard gebleven. Er werden maar zes stoelen besteld; dat is wel opvallend, aangezien het dorpsbestuur uit zeven personen bestond.
Zevenentwintig jaar later klaagt secretaris Van Noort – en niet voor het eerst - dat het raadhuis bouwvallig en “rumatique” geworden is en dat de archieven zijn beschimmeld en zullen verrotten. Eerst wordt besloten dan maar een kamer te huren bij de weduwe Tempelaar, maar op 2 maart 1771 komt men op dat besluit terug. De huur is te hoog en bovendien is het sinds 1660 aan dorpsbesturen niet meer toegestaan om in herbergen te vergaderen[1] De boeken die al waren overgebracht moeten worden teruggehaald naar het oude raadhuis. Op 4 juni 1771 wordt uiteindelijk besloten dat het raadhuis dan toch aangepast wordt. In 1772 wordt bovendien besloten om een hoeveelheid placaten, dorpsrekeningen en schepenprotocollen te laten inbinden in ’s-Hertogenbosch.
De archiefstukken hebben ongeveer een half jaar onder slechte condities in het oude raadhuis gelegen. De kans is heel groot dat hierdoor stukken verloren zijn gegaan. .
In 1866 werd het oude gebouw ongeschikt geacht om nog als raadhuis te dienen, terwijl er nog in 1861 en 1864 aanpassingen waren gedaan. In 1875 wordt dan uiteindelijk fl. 3.500,-- gereserveerd voor een nieuw raadhuis. Dit werd in 1878 in gebruik genomen en in 1879 afgebouwd. De archieven verhuisden mee.
Het oude raadhuis is met de onderwijzerswoning verkocht aan het kerkbestuur voor een Liefdegesticht en een school.
Inventarissen op de archieven
Secretaris Van Noort heeft in de oudste inventaris de archiefstukken van het dorpsbestuur beschreven. Dit geeft inzicht in hoe de stukken in de administratie werden gebruikt. Ook blijkt hieruit dat er toch – zoveel jaar na de dorpsbrand van 1708 – nog veel stukken uit de 17e eeuw bewaard zijn. Niet alles wat in deze inventaris is genoemd, is tot nu bewaard gebleven.
In het begin van de 19e eeuw is er ook een aantal inventarissen opgesteld. De volgorde waarin de stukken worden geordend verandert telkens.
In 1939 wordt er opnieuw een inventaris opgesteld, waarbij de stukken worden geordend in de volgorde van de wetten waaraan uitvoering is gegeven. Hiermee wordt de oude ordening los gelaten, maar de eenheden blijven bestaan – en daarmee blijft de context van de stukken grotendeels behouden. Overigens blijkt uit deze inventaris dat het resolutieboek van vóór 1708 dat in de eerdere inventarissen nog wel genoemd is, niet meer aanwezig is.
Bij het Streekarchivariaat is opnieuw het archief van Bakel en Milheeze herordend, waarbij de oude ordening nog verder is verbroken en ook de context van een deel van de stukken verloren is gegaan. Er is bij deze inventarisatie besloten om alle stukken te ordenen volgens het codesysteem, dat in het begin van de 20e eeuw voor de registratuur is ontwikkeld, maar niet bedoeld was voor archieven uit de 19e eeuw of ouder. De stukken zijn daarbij in dossiers geborgen en vrijwel alle stukken zijn daarvoor geperforeerd. Deze herordening heeft daarmee extra schade aangericht.
De archieven van Bakel en Milheeze sinds 2008
In 2008 is de archiefbewaarplaats van Gemert-Bakel in gebruik genomen en zijn alle archieven van de gemeente Bakel en Milheeze en van de gemeente Gemert (beide dus tot 1997) hier geplaatst. Bij de berekening van de capaciteit van de nieuwe archiefbewaarplaats is er rekening mee gehouden dat er van Bakel en Milheeze vrijwel geen particuliere archieven waren opgenomen en dat hier een inhaalslag gemaakt moest worden. Inmiddels zijn bijvoorbeeld de archieven van de parochies in Bakel, Milheeze en De Rips, een familiearchief en het archief van St. Jozefheil in bewaring genomen.
Er wordt hard gewerkt om de archieven en collecties digitaal beschikbaar te maken. Een deel kunt u al digitaal via onze website thuis vinden. Zo staan de doop- trouw- en begraafboeken en de akten van de burgerlijke Stand (voor zover ze openbaar zijn) van Bakel en Milheeze online. Ook foto’s en digitaal beschikbare inventarissen zijn via de website te doorzoeken. Maar een bezoek brengen aan onze studiezaal kan natuurlijk ook!
Hieronder de link naar de website van het gemeentearchief Gemert-Bakel
https://www.gemeentearchiefgemert-bakel.nl/
[1] Reglement op de politieke reformatie van 1-4-1660
Gemerts civiel en crimineel archief,
AG.082 Schepenbank van Gemert 1473-1810 inv. 91 1708 Bakel afgebrand.
Jan Emissen! Ik kan je met terugwerkende kracht wel wat doen. Hoezo? Hoezo niet!? Jan Emissen heeft Bakel in de fik gezet. Twee Bakelnaren die noodgedwongen in Gemert zijn komen wonen - geen huis meer - hebben ons haarfijn uitgelegd hoe die rampzalige brand is ontstaan. Jan Manders en Laurens Isbouts zien het nóg voor zich.
‛Het was een schrickelijcke brand, die op 7 september omstreeks het middaguur in Bakel vele huizen en zelfs de kerk geheelijck heeft verteerd.’
Zelfs de kerk! Daar wordt een groot deel van het dorpsarchief bewaard. Wat een ramp.
Drie dagen daarvoor was er brand geweest in het turfschuurtje van Jan Emissen. De geburen hebben toen om verder onheil te voorkomen, geprobeerd de turf uit de schop te halen en te verspreiden.
‛Anders zult ’t door en brandt het wederom.’
Maar die burenhulp werd niet door Jan gewaardeerd. Hij dreigde de eerste die nog een stap in zijn schuurtje zou zetten, omver te schieten. Daardoor is maar de helft van de turf naar buiten gebracht. En ja hoor, drie dagen later ontbrandde de turfvoorraad in het schuurtje opnieuw, het waaide die dag stevig, de vonkenregen bereikte het belendende pand, enzovoort, enzovoort.
Maar de kerk dan? Die is van steen. Daar slaat de brand toch niet naar over?
Wilt u even kennismaken met de koster? Deze pragmatische man heeft zijn eigen turfvoorraad ter grootte van dertig karren in de kerk opgeslagen! De protestanten in Bakel, anderhalve man en een paardenkop, hebben het kerkgebouw in beslag genomen. Die paar mensen hebben natuurlijk maar een stukske van het Godshuis nodig. Daar kan de turfstapel van de koster heus nog wel bij.
Ik hoef het u niet meer uit te leggen: de dorpsbrand is overgeslagen naar de turfberg in de kerk. Het gehele kerkkoor en de kerktoren zijn geruïneerd.Jan Emissen en de koster. Jullie worden bedankt.
Altijd gedacht dat de brand in de Bakelse kerk die ook een deel van het Bakels archief in de as legde, veroorzaakt was door blikseminslag of iets dergelijks. Mooi niet!
Vrienden: de buren van Jan Emissen, die een nieuwe brand wilden voorkomen. Vijand: Jan Emissen, de eigenwijsheid zelve.
door: Simon van Wetten