Het grondbezit
Bij bestudering van de kadastraal register van de gemeente Bakel (1) wordt men getroffen door het aanzienlijke aantal aanslagen voor grondbelasting. We kunnen echter zonder bezwaar de heel kleine bezittingen van minder dan 1 ha. weglaten (391 in totaal. Zie tabel I hiernaast, met gegevens over de verdeling van het grondbezit (2). Deze zeer kleine bezittingen hebben meestal betrekking op huizen van arbeiders of ambachtslieden, met de bijbehorende moestuinen, en in een groot aantal gevallen op een perceel heide, soms met dennen beplant, of op veengebied.
De helft van deze onroerende goederen behoort overigens toe aan mensen van buiten de gemeente.
Dezelfde opmerking geldt in een bepaald aantal gevallen voor de vele bedrijven met een omvang van minder dan 2½ ha.: de helft ervan bestaat alleen uit braakland en bos en ook hier is het grootste deel in handen van vreemden. Een zeker aantal van deze bezittingen is het eigendom van kleine boeren, half landbouwer, half loonwerker. De andere behoren aan kleine boeren die enkele hectares huren om hun landbouwbedrijf aan te vullen.
- Voetnoot: (1) Invoering van het kadaster te Eindhoven.
- Voetnoot: (2) Misschien zou het meer precies genoemd moeten worden: tebel van aanslagen van de grondbelasting. Immers, talrijke bezittingen zijn onverdeeld en het kan b.v. gebeuren dat de naam van één en dezelfde persoon voorkomt in twee of soms zelf meer verschillende artikelen van het belastingcohier als mede-eigenaar van een onverdeeld goed. Het spreekt vanzelf dat wij aan deze onverdeelde goederen in onze tabel evenveel waarde hechten als aan de individuele bezittingen.
- Voetnoot: (3) De grote boerderijen, vooral die in Rips, doen vaak een beroep op gesalarieerde hulpkrachten, een of twee man huispersoneel en enkele seizoenarbeiders die in de gemeente wonen. Maar zelfs de pas getrouwde boeren die 10 a 12 ha. exploiteren, moeten zich laten helpen door huispersoneel.
De bezittingen waarvan de oppervlakte varieert van 2.5 tot 5 ha., en die nog steeds als klein beschouwd kunnen worden, zijn minder talrijk. Deze zijn verbonden aan echte landbouwbedrijven, die over het algemeen toch nog een bepaald percentage gehuurde grond bevatten. Eens te meer bemerken we in deze categorie eigenaars het grote aantal vreemdelingen, die slechts heide, veenderijen of dennenbosjes bezitten.
Tabel 1
Bakel - het grondbezit in 1938 (4)
Eigenaren (belastingaanslag)
Bakel
Landbouwers
Ambachtslieden
Kooplieden
Arbeiders en huispersoneel
Vrije beroepen etc.
Kerk
Vreemden:
(zie boven)
- Voetnoot: (4) De cijfers tussen haakjes geven het aantal eigenaars weer van uitsluitend braakland, bos of wegen.
Deze tabel bevat niet de onroerende goederen welke aan de gem. Bakel (409 ha), Aarle-Rixtel (167 ha), Gemert (103 ha) en Helmond (58 ha).
Bakel - La propriete en 1651-57 Tableau II:
De middelgrote bezittingen hebben een oppervlakte van 5-15 ha. Zij zijn voor het grootste deel in handen van hun exploitanten en soms van boeren uit de naburige dorpen.
De enigszins belangrijke bezittingen van 15-25 ha zijn nog tamelijk talrijk en meestal zijn ze eigendom van de Bakelse landbouwers. Een gedeelte ervan wordt gevormd door de nieuwe ontginningen van de Jodenpeel, na de eerste wereldoorlog. Het grote bezit in de eigenlijke zin (5) van meer dan 25 ha. komt daarintegen slechts zelden voor, enkele ervan behoren aan Bakelnaren, andere aan stedelingen.
Ook verschijnen plotseling de zeer grote bezittingen van meer dan 100 ha. Deze omvatten belangrijke onroerende goederen (112 tot 192 ha) gelegen te Rips en eigendom van rijke stedelingen, evenals de uitgestrekte bossen van Stippelberg en Beestenveld. Deze laatsten worden geëxploiteerd door de twee machtige naamloze vennootschappen, die wij reeds eerder hebben vermeld.
Kort Samengevat. - Men constateerd in Bakel een duidelijke overheersing van het kleine en middelgrote bezit, kleiner dan 15 ha. Met uitzondering van het kleine en vooral het zeer kleine bezit, en van het zeer grote van meer dan 100 ha., behoren de meeste onroerende goederen toe aan de inwoners van Bakel, die ze meestal in direkte exploitatie beheren. Het grondbezit vóór de invoering van het kadaster. - Tabel 2 laat zien dat in de 17de eeuw de kleine bezittingen van minder dan 6 morgen (=1 ha.) zeldzaam zijn. Het merendeel ligt tussen de 1 en 72 ha. (60%) met een overwicht van onroerende goederen tussen het grootste deel aan inwoners van Bakel toebehoorde (7).
- Voetnoot: (5) Het belang van bezittingen is relatief en verschilt per regio.
- Voetnoot: (6) Deze tabel is samengesteld naar gegevens van Arch. Bakel, 56.
- voetnoot: (7) Voor een klein aantal eigenaren bestaat er twijfel over hun beroep en woonplaats. Het is immers niet altijd mogelijk geweest om die inlichtingen uit de geraadpleegde documenten te halen. Er zijn echter sterke vermoedens dat het merendeel van deze eigenaren inwoners van Bakel zijn; enkele misschien inwoners van de andere buurgemeentes.
Tabel 2
Bakel - Het grondbezit van 1651 tot 1657
Bakel:
Landbouwers (het grootste deel)
Kerk
Vreemden:
Landbouwers (het grootste deel)
Stedelingen
Edelen
Religieuze instellingen
Kerk
Een twaalftal onder hen bezit meer dan 72 ha. en minder dan 15 ha. en beheert het grootste deel in direkte exploitatie. Alle bezittingen van meer dan 15 ha zijn op twee na het eigendom van stedelingen, leke-edelen of religieuze instellingen, zij bestaan hoofdzakelijk uit grote, min of meer afgelegen boerderijen (Scheepstal, Esp, Dierdonk, Rijpelberg, Brouwhuis, Kaweide, Hoberg) (8) naast de landbouwgebieden rondom Bakel en Milheeze.(9)
BAKEL - LA PROPRIETE EN 1750 Tableau III:
Deze worden door pachters geëxploiteerd. Het belang ervan wordt gemeten naar omvang: een derde deel van het totale privégrondbezit.
Het beheer van het bezit vertoont in de 17de eeuw dus een tweeledig aspect: enerzijds overwegend direkte exploitatie voor de kleine (minder dan 5 ha.) en middelgrote (5 a 15 ha.) bezittingen, anderzijds indirekte exploitatie voor de grote bedrijven van meer dan 15 ha.
De vergelijkende studie van documenten uit de 17de en 18de eeuw (10) brengt weinig verschil aan het licht voor wat betreft het kleine en middelgrote bezit. (zie tabel 3)
- Voetnoot: (8) Onder deze belangrijke bezittingen noemen wij die van het klooster van Binderen (Helmond) met een omvang van 389 morgen die de beide boerderijen Rijpelberg en Hoberg omvatten; dat van het commandeurschap van de Teutoonse order te Gemert (149 morgen, boerderij Esp); de andere zijn in handen van edellieden en omvatten resp. 245 morgen (2 boerderijen in Brouwhuis) 985 morgen (Kruisschot); een stedeling bezit bovendien 244 morgen (Dierdonk).
- Voetnoot: (9) Deze ligging aan de buitenzijde van bezittingen en de boerderijen van landsheren die geen deel uitmaken van het gemeentegebied dat aan de boeren toebehoort, wordt vooral opgemerkt in noordwest Duitsland. (A.Hoemberg,"Grundlagen der deutschen Siedlungsfor- schung" in "Veröffentl. des Seminars für Staatenkunde und Historische Geographie an der Friedlich-Wilhelms Universitat zu Berlin" Nr. 5, Berlijn, 1938, pag. 37-38) en in het noordoosten van Nederland (J.H.Keuning, "Eschsiedlungen in den östlichen Niederlanden" in "Westfalische Forschungen",Munster i.w. 1938,Bd I, pag 143). G.des Marez, ("Le problème de la colonisation franque et du régime agrana en Belgique" in "Mémoires de 1'Académie royale de Belgique, Classe des Lettres", coll. in 4 ,2 serie, t.IX, Brussel, 1926, pag 115 en 143 e.v.)
vestigt de aandacht op het bevestigen van boerderijen van landsheren of abdijen d.m.v. ontginning van braakliggende gronden. - Voetnoot: (10) Bakel, 56 tot 64 en 89.
Tabel 3
Bakel - Het grondbezit in 1750
Bakel:
Landbouwers
Vrije Beroepen
De armen
Kerk
Vreemden:
Landbouwers
Adel
Stedelingen
Religieuze instellingen
Domein
Nog steeds heeft het kleine bezit van minder dan 30 morgen (5 ha.) een overwicht met coëxistentie van een iets groter grondbezit van 30 tot 90 morgen (11).
Daarentegen ondervindt het grote bezit van meer dan 90 morgen (15 ha.) dat toebehoort aan vreemden, een duidelijke teruggang. Er is maar één onroerend goed-bezit van meer dan 150 morgen in 1750, 120 morgen in 1786: dat van de twee boerderijen van Scheepstal. Een deel van die grote bezittingen, met name de grond van het klooster van Binderen, wordt verbrokkeld (12) en de stukken komen gedeeltelijk in handen van bewoners van het platteland.
Een ander deel heeft zich gehandhaaft; bijvoorbeeld het grondbezit van de Commanderij van Gemert met de boerderijen van Esp en het landgoed van Brouwhuis en Kruisschot; maar de adel trekt zich terug om plaats te maken voor stedelingen of zelfs plattelandsbevolking. Omstreeks 1750 ziet men in Bakel vijf of zes "grote bezittingen" verschijnen, die zelf tenminste een deel van hun grond exploiteren (13). De tendens tot afbrokkeling van grote bezittingen accentueert zich nog aan het eind van de 18de eeuw; de onroerende goederen van meer dan 60 morgen worden getroffen ten gunste van die van 45 tot 60 morgen.
De verbrokkeling van de grond die aan vreemden toebehoort, heeft in de loop van de 18de eeuw tot gevolg dat het beheer in direkte exploitatie in de gemeente Bakel versterkt wordt.
Het grondbezit bij de invoering van het kadaster (1832) - Dankzij tabel IV kunnen we een merkbare toename van het aantal belastingaanslagen constateren. Toch heeft het kleine bezit van minder dan 5 ha., zo karakteristiek onder het ancien régime, geen vooruitgang geboekt; eerder een teruggang.
- Voetnoot: (11) De grondregisters tonen aan dat dikwijls, bij het overlijden van de eigenaar, de grond in handen van de boeren intact blijft en onverdeeld eigendom wordt van de erfgenamen en tenslotte bijna geheel aan één van hen ten deel valt. De grote bezittingen van edelen en renteniers daarentegen, worden uiteindelijk verbrokkeld door de speling der erfenissen.
- Voetnoot: (12) De twee boerderijen van Rijpelberg bv. komen in het bezit van twee verschillende eigenaars.
- voetnoot: (13) Twee van die eigenaars bezitten meerdere boerderijen.
- Voetnoot: (14) Deze tabel is samengesteld aan de hand van gegevens van de lijst van oorspronkelijke secties ("Oorspronkelijk aanwijzende Tafel") die zich bevindt in de bewaarplaats van kadaster en hypotheken te Eindhoven. Het oorspronkelijke kadaster kohier, van dag tot dag bijgehouden, heeft ons niet in staat gesteld de eigendomsstaat te ontdekken op de dag van invoering van het kadaster.
Tabel IV
Bakel - het grondbezit in 1832
Bakel:
Landbouwers
Ambachtslieden
Kooplieden
Arbeiders en huispersoneel
Vrije beroepen enz.
Kerk
Vreemden:
Landbouwers
Ambachtslieden
Kooplieden
Arbeiders en huispersoneel
Vrije beroepen enz.
BAKEL - LA PROPRIETE EN 1832 Tableau IV:
Daarentegen ziet men sterke stijging van het aantal bezittingen groter dan 5 ha. en een duidelijke opkomst van middelgrote bezittingen van 5 tot 15 ha. die heden ten dage het eigendomsbeheer in Bakel kenmerken (50 stuks in 1750; 51 in 1786 en 131 in 1932).
De bezittingen groter dan 15 ha. worden eveneens talrijker; terwijl er in de 18de eeuw slechts één was van meer dan 20 ha. (15), registreren wij er tien in 1832. Deze categorie van meer dan 15 ha. verdient evenzeer de aandacht, daar zij qua oppervlakte 30% vertegenwoordigt van het totale privé-grondbezit.
Men zal zeker opmerken dat bijna alleen de Bakelse bevolking profiteert van deze uitbreiding. Enkele vreemdelingen, renteniers hebben hier en daar een belangrijk bezit bewaard (16): de boerderij van Esp, één van de boerderijen van Rijpelberg, de boerderij van Scheepstal, twee boerderijen in Brouwhuis.................
Maar de andere zijn bijna allemaal in handen van de landbouwers in Bakel, die zelf het grootste deel van hun grond exploiteren. Waaraan is deze ontwikkeling te danken? Over het algemeen is er geen sprake meer van de verbrokkeling van de grote domeinen; deze verbrokkeling heeft, zoals we gezien hebben, reeds eerder plaatsgevonden, en wel in de loop van de 18de eeuw. Rond 1830 vindt men zonder opmerkelijke wijzigingen de belangrijke grondgebieden terug die bestonden tot aan het eind van het ancien régime (17).
De voornaamste oorzaak hiervan zal zijn de uitbreiding van het privé-domein ten koste van de heide, welke uitbreiding plaatsvond tussen het eind van het eind van het ancien régime en het ogenblik van invoering van het kadaster.
- Voetnoot: (15) Het betreft de grond van de boerderijen van Scheepstal die van 1786 tot 1832 met 32 ha. in omvang toeneemt tot 73 ha.
- Voetnoot: (16) In totaal vertegenwoordigen deze nog meer dan 17% van de privé- grond (een derde deel van het percentage in de 17 eeuw).
- Voetnoot: (17) De twee boerderijen van het Commandeurschap Gemert, waarvan die van Esp nationaal eigendom is geworden, zijn overgegaan naar twee verschillende eigenaars.
Bij bestudering van de bezitsverdeling op het percelenplan bemerken we dat enigszins belangrijke bezittingen dikwijls bestaan uit percelen heide of grond met een geometrische vorm, wat duidelijk het gevolg is van de verkaveling van de gemeentelijke heide.
Kort samengevat.-Men constateert rond 1832:
- een overwicht van eigenaars-exploitanten die direkte exploitatie toepassen van middelgrote bezittingen (5 tot 15 ha.), soms groter en in elk geval groter dan die van de voorafgaande eeuw;
- het blijven bestaan van enkele grote grondgebieden van 36 tot 73 ha. in eigendom van niet-exploiterende vreemden; het laatste overblijfsel van een veel groter bezit onder het ancien régime.
Na 1832.- Een vergelijking van de tabellen I en IV toont ons de snelle ontwikkeling in de gemeente Bakel in het verloop van een eeuw. Het zeer kleine bezit van minder dan 2½ ha. is aanzienlijk toegenomen. Dat is ten dele het gevolg van de bevolkingsaanwas, dikwijls van buiten het platteland, welke op zijn beurt de bouw van talrijke huizen met zich meebrengt; maar vooral is het te danken aan de overdracht, in kleine percelen, van de onontgonnen gemeentegronden (na 1864).
Intussen groeit het aantal middelgrote bezittingen, vooral die tussen en 15 ha., maar ook de grotere van meer dan 15 ha.
Met uitzondering van Scheepstal, dat zijn oude grootte bewaard heeft, zijn de oude bezittingen zoals Brouwhuis en Kruisschot nu verloren in de massa van de anderen; het grondgebied van de boerderij van Esp is nog slechts een schaduw van zichzelf. Over het algemeen is deze ontwikkeling het gevolg van de uitbreiding van de bestaande bezittingen d.m.v. ontginningen en het creëren van nieuwe stukken land (Klef, Oldert, de heide van Brouwhuis, later de Jodenpeel) ten koste van de heide.
Behalve in enkele zeldzame gevallen is er dus geen sprake van het bijeen brengen van grond, hetgeen trouwens onverenigbaar is met de onafgebroken toename van grondbelastingaanslagen. Voor wat het het grote bezit in Rips betreft verwijzen wij naar de verklaring die wij op de vorigebladzijden gegeven hebben.