Het natuurkundig milieu
De grote lijnen van het natuurlijk kader.
De dorpen Bakel en Milheeze (1) met hun talrijke gehuchten, behoren tot die keten van bewoonde plaatsen, die zich verspreidt aan de grens van de hoge veenderijen van de Peel.
Een vrij smalle strook in het oosten van de gemeente maakt deel uit van het veengebied, maar het grootste deel strekt zich uit op het zand.
De horst van de Peel, die zich uitstrekt van het noordoosten tot het zuidwesten, scheidt topografisch het dal van de Limburgse Maas van het bekken van de Dommel. Hij valt nauwelijks op in het landschap, slechts een sterk afgeplatte welving verraadt het bestaan ervan, maar hij bepaald het hydrografische beheer van het gebied.
De gemeente Bakel (7765 ha) strekt zich uit op de westelijke helling van de Peel. De hoogste toppen (28 m.) bevinden zich duidelijk op de oostgrens, de laagste (20 m.) naar het westen toe, nabij de rivier de A en haar zijrivieren (zie pl. I).
De aldus gevormde oppervlakte, met zwakke hellingen, is heel regelmatig; hier en daar zijn er enkele duinen zoals de zandheuvels langs de Peel, de Grotelsche Heide in het noorden van de hoofdplaats en vooral in het gehucht genaamd het Zand, waar zij een hoogte van 10 m. bereiken.
Enkele van deze duinen zijn nog in beweging; andere worden moeizaam vastgehouden door het planten van slecht groeiende dennen (2).
- Voetnoot: (1) De grondgebieden van deze twee dorpen omvatten de gemeente "Bakel en Milheeze" -wij bedienen ons van de meer gebruikelijke uitdrukking van de gem. Bakel.
- Voetnoot: (2) Gedurende lange tijd, zelfs tot negen 1900, heeft het bewegende zand een bedreiging gevormd voor de bebouwing en soms voor de bewoners (zie: A.J. v.d.Aa -Aardr.Wb. der Ned. 2e deel Gorinchem 1840 p.p.- 42-43 en gemeentearchief van Bakel - 805.
Van de veenachtige, sponzige Peel, die het regenwater in zich opneemt, komen slechts weinig waterstroompjes naar beneden.
De belangrijkste op het grondgebied van Bakel is de Bakelsche A, zijrivier van de rivier de A. Deze doorkruist het westelijk gebied van de gemeente van het zuidoosten tot het noordwesten aan de westgrens van de bebouwde gronden van het gebied Bakel. Zij neemt de allure aan van een grote beek na de samenvloeiing met de Kaweische Loop, die beide langs de zuidgrens van het gemeentegebied lopen. Voor hun verbetering, enkele jaren geleden (3), brachten deze beken soms ernstige overstromingen teweeg.
SOCIETE BELGE D'ETUDES GEOGRAPHIQUES TOME XC PLANCHE II:
Enkele beekjes, zoals de Esper Loop, draineren zo goed en kwaad het kan het centrum en het NW van de gemeente, waar zich kort geleden nog moerassen bevonden (Zaarvlaas, Witte Ven, Goor), die nu drooggelegd en in weilanden veranderd zijn.
Hoewel heel zwak, heeft de neerslag kleine, weliswaar zeer wijd uitlopende dalen doen ontstaan; zij scheiden de afgeplatte die tamelijk bruusk naar het westen afdalen.
Hun afgeronde uiteinden vormen minuscule "voorgebergten" die om de 2 of 3 meter uitsteken boven de vlakke omgeving van de Bakelsche A.(4). De achtergrond bestaat voornamelijk uit fijn zand, een beetje kleiachtig, met hier en daar enkele lagen klei (middenterras) volgens de aardrijkskundige kaart van Nederland (zie: pl. II).
Nabij het centrum van de gemeente bevinden zich grote stukken grinthoudend zand en kiezel (hoog terras). Fijne zanden, van oorsprong eolische, bedekken met een dunne laag de voorafgaande laag en wel met grillige contouren. Het langste stuk strekt zich uit van west naar oost vanaf de omtrek van Bakel tot buiten Milheeze.
Op bepaalde plaatsen, met name langs de Kaweische Loop, liggen zeer dunne lagen zanderig turf.
Men vindt pas een echte aangeslibde open vlakte langs de Bakelsche A en langs de benedenloop van de Kaweische en Vloeieindsche Loopen. Alleen het oostelijk deel van de gemeente behoort tot de Peel in de eigenlijke zin, met zijn dikke veenachtige lagen, onderbroken door modderpoelen.
- Voetnoot: (3) Rectificatie en uitbreiding van het gelezene: de benedenloop van de Kaweische Loop werd geheel verbeterd in 1936.
Dit werk werd ondernomen op initiatief van het waterschap "Het stroomgebied van de A" i.v.m. het algemene plan tot verbetering van het stroomgebied van de A. - Voetnoot: (4) We zullen zien dat deze reliëfvormen voor een deel kunstmatig zijn.
De freatische vlakte, welke ijzerhoudend water levert, is van zeer geringe diepte, behalve in het centrum van de waterscheidingen; de putten met een diepte van 3 à 4½ m. drogen nooit uit.
In het kort - de gemeente Bakel vormt een hoofdzakelijk zanderig gebied. Slecht gedraineerd in de omgeving van de veenderijeen van de Peel en in de vochtige laagten en heel droog op de hellingen van de waterscheidingen. Het reliëf, hoewel weinig scherp, bepaalt de hydrologoe, waarvan men de rol kent in het gebruik en het productief maken van de grond. De mens werd zich overigens bewust van het belang van het natuurlijk kader, wat te zien valt in het uitzonderlijk groot aantal buurtschappen, zinspelend op geologische, topografische, hydrologische en hydrografische kenmerken. (Zie pl. VII en VIII).
De kwaliteit van de bodem
In het voorafgaande korte overzicht hebben wij de nadruk gelegd op het zanderige karakter van de grond in de gemeente Bakel.
De bodem is van middelmatige kwaliteit, maar dat sluit niet uit dat er verschillen zijn, nu eens aanzienlijk dan weer miniem, die zich kunnen voordoen bij de keuze van de te ontginnen grond en bij de voorkeur voor deze of gene woonplaats. De kwaliteit van de gronden verschilt in feite naar gelang de topografische en hydrologische condities, maar ook naar gelang het tijdstip waarop zij productief gemaakt zijn en de afstand van exploitatiecentra.
Om de opbrengst van de gronden vast te stellen -basis voor hun belastingaanslag- heeft het kadaster, zoals men weet, een classificatie tot stand gebracht, welke gebaseerd is op de verschillende bodemkwaliteiten. (5)
In Bakel zijn er vier klassen onderscheiden zowel voor de landbouwgronden als voor de weilanden. We kunnen de overeenkomende klassen van deze twee bodembestemmingen gelijk stellen; zij hebben betrekking op gronden met vergelijkbare kenmerken, en die getaxeerd zijn volgens bijna identieke tarieven.(6)
- Voetnoot: (5) zie O.Tulippe "A propos d'archives cadastrales" in Buil. van de Kring van Luikse geografen jrg. 5 Luik 1933 pp. 6-11.
Opgemerkt moet worden dat de organisatie van het Nederlandse kadaster op alle punten vergelijkbaar is met die van het Belgische kadaster. - Voetnoot: (6) Zie hier de belastingtarieven per bonnier (of hectare) en per klasse voor de landbouwgronden als voor de weiden op het moment van inschrijving bij het kadaster (1827): Landbouwgronden 1e kl. f19 2e kl. f15 3e kl. f8 4e kl. f3,50
Weilanden 1e kl. f18 2e kl. f14 3e kl. f9 4e kl. f5
Deze tarieven kunnen een idee geven van de relatieve waarde van de grond in elke klasse (Rijksarchief te Den Bosch P. 3233. voorbereidende dossiers bij oprichting van het kadaster -nr 5.
Tabel van klassificatie der grondeigendommen. 1827).
De gegevens ontleend aan de kadastrale documenten, hebben ons in staat gesteld de kaart van bodemkwaliteiten te tekenen (zie pl. III) (7). Tussen de eerste twee klassen zijn de verschillen weinig merkbaar, reden waarom wij ze samen gerangschikt hebben. Zij hebben betrekking op gronden die als relatief goed gekwalificeerd kunnen worden (8). Zij kenmerken zich door hun donkere kleur, hun tamelijk grote dikte (tot 6 handpalmen) en zeker bij de weilanden door hun oerfecte doordringbaarheid.
De gronden van de 3e klasse zijn van onmiskenbaar minderwaardige kwaliteit; deze zijn mager, licht van kleur en van variabele dikte in de landbouwgronden.
In de weidegronden zijn ze, al naar gelang de topografische ligging ofwel te licht en te droog, of te hard, te compact of te vol water.
In de 4e klasse rangschikt men de uitgesproken slechte gronden van de hoge en droge velden en van de vochtige laagten, overwoekerd door riet en scherpe grassen.
Ondanks hun overwicht vormen de goede gronden geen samenhangend geheel. In Bakel vormen zij een hier en daar onderbroken zone, rondom de middelmatige gronden of zijn ze onbebouwd gebleven in de directe omgeving van de hoofdplaats.
Deze gordel heeft verlengstukken in de richting van de kleine gehuchten en grote boerderijen aan de rand van de gemeentegrond: Rijpelberg, Esp en Vogelenzang, Scheepstal en Kruisschot.
Rondom Milheeze daarentegen vormen de goede gronden een veel compactere massa. Zij komen vooral voor op de afgeronde waterscheidingen waarvan wij hiervoor melding gemaakt hebben.
Men vindt ze echter ook elders, in de minder hoge gedeelten; in dat geval beslaan ze een minder grote oppervlakte waarvan de grenzen overal door minder goede gronden en door heide doorsneden worden.
- Voetnoot: (7) Bewaarplaats van het kadaster te Eindhoven.
Gem. Bakel en Milheeze: oorspronkelijk aanwijzende tafel der grondeigenaren en der onbebouwde en gebouwde vaste eigendommen enz. Oorspronkelijk kadastraal plan 1832.
Deze kaart heeft alleen betrekking op de bouw- en weilanden in 1832. - Voetnoot: (8) Wij zeggen relatief goed, want in Bakel heeft zelfs het beste terrein slechts een middelmatige waarde, wat alleen door chemische bemesting verbeterd kon worden in de loop van de laatste decennia.
- Voetnoot: (9) Archief Den Bosch P. 3233 nr 5.
De gronden van minderwaardige, middelmatige en uitgesproken slechte kwaliteit, bedekken slechts relatief beperkte oppervlakte. Soms bestaan ze uit kleine eilandjes min of meer uitgestrekt tegen de boezem van de goede gronden, maar het grootste deel ligt afgelegen. Deze gronden en weilanden blijken, nadat ze kort geleden productief gemaakt werden, nog weinig begroeid te zijn.
Het is niet zo zeer de geologische gesteldheid van de ondergrond, als wel de hydrologische conditie, die ons in staat stelt in zekere mate de indeling van de gronden van verschillende kwaliteit te verklaren.
Inderdaad bevinden de goede gronden zich zowel op de fijne zandgronden van de midden- terrassen als van de van oorsprong eolische. De middelmatigheid van het gebied aan de noordelijke rand van Milheeze kan weliswaar toegeschreven worden aan het grove kiezelzand van het hoogterras dat ermee samenkomt.
Maar over het algemeen ligt de ondergrond onder een te gelijkmatig oppervlak om invloed te hebben op de gesteldheid van de bovenlaag. Daar waar het te fijne zand zich opeenhoopt tot dikkere lagen, ja zelfs tot duinen, hetgeen elk kontakt met defreatische vlakte te niet doet, wordt de bebouwing ernstig geschaad door de dorheid. Soms maakt deze dorheid bebouwing nagenoeg onmogelijk, zoals rondom de hoofdplaats en bij de Hoberg.
Zelfs de hoger gelegen akkers met een bodem van goede kwaliteit, lijden soms onder deze dorheid.
Elders, in het ZW van Bakel bv. in de omgeving van de aangeslibde vlakte van de Bakelsche A, is het daarentegen de uitzonderlijke vochtigheid die gronden en weilanden in waarde doet dalen, tenminste wanneer een goede drainering ontbreekt.
De contrasten tussen de kwaliteit van de gronden die in de vorige eeuw nog nadrukkelijk aanwezig waren, zijn in deze tijd een beetje verzwakt. De vooruitgang van de landbouwtechniek is daarvan de oorzaak: intensief gebruik van chemische meststoffen, verbetering van de drainering (10).
Het zijn echter de aanvankelijke tegenstellingen die ten grondslag liggen aan de landbouw-economie.
- Voetnoot: (10) De gronden langs of dichtbij de Kaweische Loop en de Bakelsche A, staan hoog aangeschreven sinds de verbetering van die stromen enkele jaren geleden. De vochtige weiden van tamelijk middelmatige waarde, konden er veranderd worden in uitstekende landbouwgronden.