CAD 1783 Crimineel Archief Deurne
“De Kroniek van Driek”
Oud Rechtelijk Archief Deurne, inv.nr. 40, folio 133 verso.
d.d. 23-01-1783.
Articulen en vraagpunten omme daarop ter instantie en requisitie van den WelEdelGestrenge Heer LODEWIJCK WIJCHGEL Drossard dezer Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL ten overstaan van Heeren Schepenen der voorszegde Heerlijkheden onder Eede te hooren en ondervragen de personen van PETER van de KERKHOFF, ARNOLD VERHEES, ANTONY HIKSPOOR en ALBERTUS GERARDUS GROUEMAN alle wonende alhier.
Art: 1.
Der deponente naam, ouderdom en woonplaats en hantteering afte vragen.
De 1e deponent segt PETER van de KERKHOFF te heeten, out te zijn ontrent drie en dertig jaaren, zijnde een bouwman van handwerk en woonende alhier ter plaatse genaamt DE WAS.
Den 2e deponent segt ARNOLD VERHEES te heeten, out te zijn omtrent ses en twintig jaaren, wonende als dienstknegt bij ANTONY GOOSSENS alhier in DE ZWAAN.
Den derde deponent segt ANTONY HIKSPOOR te heeten, out te sijn omtrent dertig jaaren, woonende als dienstknegt bij de Weduwe HENDRIK GOOSSENS alhier ter plaatse genaamt HET DERP.
Den 4e deponent segt ALBERTUS GERARDUS GRENENEN te heeten, out te zijn ontrent jaaren woonende alhier ter plaatse genaamt DERP en zijnde van handwerk een arbeider.
Art. 2.
Off zij deponenten niet behoorlijk zijn gedagvaart door den Vorster alhier.
Alle de deponenten seggen Ja.
3.
Of zij deponenten in de gepasseerde maand December niet is geweest aan DE HUT alhier op GROOTENBERG, een kar hey bij zig hebbende, en off als toen in de voersz. HUT was de persoon van ANTONY BERKERS woonende te HELMOND haalende een kar koorn aen deselve HUT.
Den 1e deponent segt Ja.
Den 2e deponent segt Ja.
Den 3e deponent segt Ja.
4.
Of het paard met de gelaaden kar met koorn van gezeiden ANTONY BERKERS niet van DE HUT is affgevaeren terwijle ANTONY BERKERS in DE HUT bleef zitten en een glas genever dronk.
Den 1e deponent segt Ja.
Den 2e deponent segt daarvan niet te weeten.
Den 3e deponent segt dat ANTONY BERKERS hem is tegen gekomen.
5.
Of hij eerste deponent als toen niet mede van DE HUT is afgevaeren met sijn kar met hey agter de kar van ANTONY BERKERS waar van het paard en kar is vast geraakt op den dijk van DE HUT naar DEURNE.
De 1e deponent segt Ja.
De 2e deponent segt Neen.
6.
Of hij eerste deponent als toen de kar heeft voorbij gevaren en heeft geroepen dat de kar vast zat en dat daerop den voerszegde ANTHOMY BERKERS is toegeloopen naar hem deponent met schelden en raasen en zijn mes in de hand hebbende hij deponent het houweel het houweel van de kar meende te krijgen maar door de haast zo spoedig niet konde krijgen bang zijnde dat den zelven BERKERS hem met zijn mes zoude snijden of steeken.
De 1e deponent segt Ja.
De 2e deponent segt Ja.
De 3e deponent segt hier van niet te weeten.
7.
Of ARNOLD VERHEES hem eerste deponent niet heeft ontzet en off als toen geen meerdere persoonen daarbij zijn present geweest.
De 1e deponent segt dat hij ARNOLD VERHEES versogt hem bij te staan, verzoekende hem deponent een houweel op hant te geeven zonder te weeten dat eenige meerder persoonen daerbij zijn present geweest.
De 2e deponent segt dat der deponent tegen de grond leggende lietten en 't zelt heeft, en gezeide GEVERS gesegt heeft dat hij van hem af zoude gaan dat hij aenstonds deede.
8.
Of hij eerste deponent hier heeft gehoort wat voor drijgementen den voorschreven ANTONY BERKERS tegen hem deponent heeft gesprooken.
De 1e deponent weet daer omtrent niet bij zonder te zeggen als dat hoorde dat geseide BERKERS zijde ik zal U door U sakken snijden.
De 2e deponent verklaart ANTHONY BERKERS zeyde ik zal U snijden.
9.
En wat hen deponenten verder van de zaak kennelijk is zulx alhier te openbaren.
De 1e deponent segt verder niets te weeten.
De 2e deponent segt hier van niets verder te weeten.
De 3e deponent zegt niets verders hier van te weeten.
Aldus gedaen en de personen in margine dezes gehoort en hebben de deponenten na duydelijke voorleesinge bij hunne voorschreven gegevene responsive zoals bij ieder articus staat aengetekend in alle deelen gepersisteert, en van reedenen van welweetentheyt geallegeert als in den text hebbende de waerheid van dien bevestigt met de Eed sweerende Zo waarlijk helpe mij God Almagtig bij hen comparanten behoorlijk affgelegt en uytgeswooren aen hande van de Heere LODEWIJK WYEGHEL Drossard op heede binnen de Heerlijkheyd DEURNE voorsz. dezen drie en twintigste January seeventien hondert drie en tagtig ten overstaan van FRANCIS VERBEEK, CORNELISS CORSTIAANS en SIJMEN NOOYEN Schepenen.
P. v.d. KERKHOF
ARNOLD VERHEES (plaatst een merkteken, kan niet schrijven)
ANTHONY HIKSPOORS
F. VERBEEK
C. CORSTIAANS
S.Y. NOYEN.
← Terug naar: CAD 1779