CAD 1771 Crimineel Archief
“De Kroniek van Driek”
Rechtelijk Archief Deurne, deel 39, folio 335.
Compareerde voor Heeren Schepenen der Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL ondergenoemt CATRINA ELISABETH Huysvrouw van TOMAS TIMMERMAN Schutter dezer Heerlijkheden, oud ontrent Twee en vijftig Jaren woonende alhier: gerigtelijk gedaagt om getuygenis der waarheyt te geven ter Requisitie van de Heer ANTONI LA FORME Drossard dezer Heerlijkheden, dewelke heeft getuigt en verklaart van waaragtig dat zij Comparante op Zondag aijnde geweest den derden dezer maand November met een Brief van voornoemde Drossard is gezonden om die te bestellem aan WILLEM LENSEN Hospes woonende in de KEULSE KAR tot MEYL, Territoir van haaren Roomsch Keyzerlijke Majesteyt, en grensende aan deze Heerlijkheden, en zijnde ontrent drie uuren van Parochie Kerk van DEURNE gelegen, en dat op de grond van LIESSEL voorszegd eenige Ingezeetenen van MEYL eenige Landerijen hebben Leggen die zij daar zelfs Bouwen en Cultiveeren, en waar van Jaarlijks de Riëele Lasten etc. alhier moeten betalen; dat zij comparante den voorszegde derde November des na de middags ontrent Twee uuren van MEYL is vertrocken om weder na DEURNE na Huys te gaan, en gekomen zijde over de LEYGRAAFF tusschen de MOOSDIJK en den HEYDRIK op de voetpad gehorende onder de Jurisdictie van deze Heerlijkheden, en ontrent een groot half uur van MEYL gelegen, dat aldaar op de Comparante Schuyns over de vaarweg kwamen aangelopen, drie manspersoonen waarvan de twee ider in haar hand hadden een Redelijk Lang Hout van een arm dik en den derden een Willige Stok: en waar van de Comparante zeeker weet, dat een van die manspersoonen te MEYL voorszegd woonagtig is die zijn vermeent dat een Kleermaker is, en welke zij vermeent dat ontrent de veertig Jaren oud was zijnde middelmatig van Lengte en dik van Lighaam en Buyk hebbende op de Regter Wang in zij aangezigt een Kuylke, en aanhebbende een blauwe of bleek blauwe Rok, en een Swart Camisool en Broek en Swarte Kousen: Dog de twee andere niet te kennen dan dat zag dat dezelve Jonge en vigilante (= waakzame) manspersoonen waren; Dat de eerste en wel den voornoemde Kleermaker de Comparante aansprak zeggende goeden dag vrouw TIMMERMANS, waarop zij antwoorden goeden dag vriend hoe kent gij mijn, waar op hij haar verder antwoorden Jaa Bliksems kind heb ik langer gekend gij zijt de verrader van den Huysman met nog meer andere gruwelijke vloeken, waar op sij Comparante tegens hem zeyde vriend ik ben de Regte niet die gij voor hebt, ik ben geen Bliksemskind nog geen verrader: waar op hij haar weder antwoorden gij zijt de verrader van den Huysman: Waarem verraad gij JAN WIJNANTS niet die deur bij uw woont maar die wilt gij niet: maar den Huysman wilt gij maar hebben: waar op zij tegens hem weder zeyde Vriend ik ben ggen verrader, waar op hij de comparante drijgden men zal uw arm en beenen kort slaan, gij zijt waart dat men een strop om uw Keel deet en trok uw met vier Paarden van een: waar op de comparante hem weder antwoorden seggende ik heb een Brief gebragt bij WILLEM in de KEULSE KAR te MEYL: waar op hij seyde waarom komt uw man niet: waar op de comparante antwoorde mijn man is ziek: waar op hij seyde waarom Stierende (= stuurde) dan dien Bliksemse Vorster en verrader niet, die NOL verraden had denoterende (= bedoelde) daar mede ARNOLDUS SLAATS Hoevenaar op den HEYDRIK die tegenwoordig in DEN HAAG gevangen zit, die zal men doen gelijk men Jou wil doen: Waar op sij Comparante hem weder antwoorden Vriend ik ben die niet slaat mijn niet: wanneer hij tegen haar Comparante seyde, dat sij voor den Bliksemsen Drossard nooyt geen Boodschap meer zoude doen, dat dan gepardonneert zoude weesen, het geen sij comparante onder hant tasting aan hem heeft moeten beloven: Wanneer de voornoemde drie manspersoonen tegen de comparante seyde, gij zijt hier nu gepardonneert, maar gij moet van de weg afgaan, want daar zijnder, nog meer op de weg, gelijk sij Comparante doe deede.
Eyndigende zij Companrante hier mede haare waaragtige verklaringe en heeft na duidelijke Prelectuure daar bij gepersisteert en Redenen van Welwetentheyt geallegeert, en heeft het selve aan handen van den Heere Drossard mette woorden: Zoo Waarlijk moest haar God Almagtig helpen bevestigt.
Actum DEURNE dezen sesden November seventien hondert Een en Seventig Ten overstaan van ARNOLD van de MORTEL en JAN GOOSSENS Schepenen.
+ Dit merk heeft gestelt CAATRINA ELISABETH vrou van TOMAS TIEMERMAN verklaart niet te konne schrijven.
A:van de MORTEL
J.:GOOSSENS
Mij Present G.HAMPEN
Sub.st.secris.
← Terug naar: CAD 1770