CAD 1761
“De Kroniek van Driek”
Oud Rechtelijk Archief Deurne, inv.nr. 39, folio 221verso.
d.d. 25-05-1761.
Compareerde voor Heeren Schepenen der Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL ondergenoemt PETER SIJMONS van den BOOMEN, woonende alhier en oud collecteur dezer Heerlijkheden, oud ontrent veertig jaaren, HENDRIK KUYPERS mede woonende alhier, oud ontrent vijftig jaaren, WILLEM van de MORTEL mede woonende alhier, oud ontrent ses en twintig jaaren en ANTONI CORSTEN Mr. Smit, mede woonende alhier out ontrent vier en veertig jaaren. Allen gerigtelijk gedaagt om getuygenis der waarheyt te geven ter Requisitie van den Wel Ed. Gestr. Heer Mr. GIJSBERT de JONG, Drossard der Heerlijkheyt BEEK etc.. Eerstelijk den eersten in ordine Deponent, getuygt en verklaart bij dezen voor waaragtig, dat op voorlede Donderdag mamiddag, ontrent vier uuren, sijnde geweest den een en twintigsten dezer maand Mey, is geweest ten huyse en Herberge van JAN GOOSSENS Herbergier alhier, alwaar mede present waren HENDRIK KUYPERS, en ANTONI CORSTEN, sijnde de tweede en vierde in ordine deponenten. Dat aldaar in huys is gekomen, seeker jongman, die hij wel meer gezien heeft, dog niet te kennen, nog te weten waar hij woont, sijnde oud ontrent tussen de twintig en dertig jaren, niet te lang van postuur, en wat gezet van lighaam, zoo vermeent kort ligt bruyn hair, lank van aangezigt, en een weynig pokdalig. Aan hebbende een blauw camisool, een seeme broek, en witte kousen, die bij hem had een swart merrie paart met een lange steert, en een weynig wit haar voort hooft. Hoog ontrent vijftien en een halve hand en oud ontent agt of negen jaren. Dat hij presenteerde aan hem comparant te verkoopen, waar voor hij des voormiddags ten huyse van ARNOLD van de MORTEL woonende alhier gevraagt heeft tagtentig gulden, en waar voorden comparant geboden heeft, vijftig gulden, mits dat hij het peert eerst voor de deur moest zien, en het selve gezien hebbende het voorschreven peert daar voor niet begeerden. Dat den comparant doe ten huyse van JAN GOOSSENS hem in de kamer geroepen heeft, en gezegt tegens hem, wilt gij daar voor vijff gerande ducaten hebben, die sal ik U geven. Daar op hij antwoorde, het is niet genoeg dat weet gij wel. Waar op den comparant weder antwoorde ik heb het peert niet van doen, dan hou ik mijn gelt. Waar op hij antwoorde, wij hebben thuys nog een jong peert van twee jaar, dan zal ik het doen. En doen heeft hij het peert aan den comparant gelevert die daar voor aanstonts aan hem betaalt heeft vijff gerande ducaten in specie, waar op te zamen wijnkoop gedronken hebben, en ider twee off drie stuyvers daar aan betaalt hebben.
WILLEM van de MORTEL sijnde den derde in ordine deponent getuygt en verklaart voor waaragtig dat hij ten dagen en tijde voorschreven ten huysen van sijn vader ARNOLD van de MORTEL heeft gezien den voornoemde persoon met het voorschreven peert, dat hij heeft gepresenteert te verkoopen aan den eerst deponent, en des namiddags aan het huys van JAN GOOSSENS voornoemt komende, en PETER SIJMON van den BOOMEN daar ook was. Dat hij den voornoemde persoon niet en kent of weet waar hij woonden, en vermeent dat lankwerpig van weesen was.
HENDRIK KUYPERS, en ANTONI CORSTEN sijnde den tweede en vierde in ordine deponenten, getuygen en verklaren voor waaragtig, dat ten dage en tijde voorschreven sijnde geweest ten huyse van voornoemde JAN GOOSSENS alhier en aldaar den voornoemde persoon met sijn peert, en PETER SIJMONS van den BOOMEN aldaar gezien hebben en gehoord, hebben dat PETER SIJMONS van den BOOMEN van voornoemde persoon het peert gekogt heeft, maar niet wetende voor wat prijs. En dat ook vermeende dat voornoemde persoon lankwerpig van aanzigt was, hem niet kennende, nog wetende waar hij woonde dog dat hij sijde dat hij te BEEK woonde aan de OUDE SCHUTSBOOM, en seyde dat sijn naam JAN was.
Eyndigende sij comparanten hier mede deze haare waaragtige verklaringe en hebben na voorgaande prelectuure daar bij gepersisteert en redenen van welwetentheyt geallegeert, en hebben ider haar gedeponeerde met de woorden Zoo waarlijk moest haar God Almagtig helpen, bevestigt. Actum DEURNE ter Raadkamer alhier, dezen vijf en twintigsten Mey XVIIc een en sestig, ten overstaan van ARNOLD van de MORTEL, en GABRIEL PLUYM Schepenen.
PETER SIJMON van den BOOMEN
HENDRICK KUYPERS
WILLEM van de MORTEL
ANTONIE CORSTEN .
A. van de MORTEL
GABRIEL PLUYM
Mij Present G. HAMPEN Subst. Secretaris.
Oud Rechtelijk Archief Deurne, inv.nr. 39, folio 223verso.
d.d. 25-05-1761.
Compareerde voor Heeren Schepenen der Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL ondergenoemt FREDERIK JAN van CUYK, oud ontrent twee en dertig jaaren, woonende te BEEK nevens het Roomsch Kerken Huys als gelaste van WILLEMIJNA Weduwe JAN van CUYK sijne moeder, woonende te BEEK aan Den BROEKKAND.
TOMAS LINDERS oud ontrent vijftig jaaren en ARNOLD GIJSBERTS oud ontrent negen en twintig jaaren, bijde woonende tot BEEK aan Den DONK nevens de voornoemde Weduwe van JAN van CUYK. Geregtelijk gedaagt om getuygenis der waarheyt te geven ter Requisitie van de Heer ANTONI LA FORME Drossard dezer Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL. Dewelke hebben getuygt en verklaart voor waaragtig te weten den eersten in ordine deponent, dat sijn moeder voorleden Vrijdagmorgen sijnde geweest den twee en twintigsten dezer maand Mey haar peert sijnde een swarte merrie met een lange staart en een wit teken van haar voor het hooft, oud ontrent agt jaaren, des Woensdag savonds den twintigsten dezer maand Mey het voorschreven peert heeft gedaan in Het BROEK aldaar, en des Vrijdags het peert weder willende uyt Het BROEK haalen om te werken, hetzelve niet gevonden hadden maar weg was. En daar na gehoord dat PETER SIJMONS van den BOOMEN alhier het peert gekogt had, en daar op Zaterdag den drie en twintigsten dezer, alhier gekoomen sijnde bevonden dat het peert van sijn moeder was, en om het selven te probeeren en te bewijsen soo heeft den comparant, de tweede en derde comparanten alhier mede gebragt.
TOMAS LINDERS, en ARNOLD GIJSBERT tweede en derde in ordine comparanten: denwelken verklaren, dat aan haar voorgelesen sijnde de verklaringe van den eerste comparant waar mede sij verklaren haar conformeeren alzoo het voorszegde peert bij het passeeren dezer aan haar is vertoont, en verklaaren dat het selve peert is. Dat de voornoemde Weduwe JAN van CUYK vermist heeft op tijde voorsz. uyt Het BROEK.
Eyndigende sij comparanten hier mede deze haare waaragtige verklaaringe en hebben na voorgaande prelectuure daarbij gepersisteert en redenen van welwetentheyt geallegeert, en hebben ider haar gedeponeerde met de woorden Zoo waarlijk moest haar God Almagtig helpen, bevestigt. Actum DEURNE dezeb vijff en twintigsten Mey XVIIc een en zestig. Ten overstaan van ARNOLD van de MORTEL en GABRIEL PLUYM Schepenen.
FREDERIK JAN van CUYK .
TOMAS LENDERS
ARNOLD GIJSBERS .
ARNOLD van de MORTEL
GABRIEL PLUYM
Mij Present G.HAMPEN Subst. Secretaris.
! In de marge !
Compareerde FREDERIK JAN van CUYK: dewelke verklaart heeft het nevenstaande peert te reclameeren, en ook bekend heeft het voorsz. peert van den Drost van DEURNE ontfange te hebben. Actum DEURNE dezen vijff en twintigsten Mey XVIIc een en sestig.
FREDERIK JAN van CUYK .
Mij Present G.HAMPEN Subst. Secretaris.
← Terug naar: CAD 1760