1950 - 1959
“De Kroniek van Driek”
Bakel en Milheeze 1950-1959
Bakel 1950.
Uit “Brabants Heem” jaargang 1950, pagina 68.
DE BAKELSE PEEL.
Een groot stuk van de uitgestrekte peelvlakte stond van ouds bekend als de Bakelse Peel. Hij strekte uit van af het gehucht Scheepstal onder Aarle en Bakel, en verder tussen de dorpen Aarle, Gemert. Deurne en Vlierden tot aan het gehucht Kruisschot onder Helmond. Op 1 Maart 1326 werd dit stuk peel door Hertog Jan van Brabant verkocht aan de lieden van Bakel en Aarle, die per 1 Juni d.a.v. het medegebruik er van verkochten aan die van Helmond.
Het ligt voor de hand, dat tussen de drie gemeenten meermalen onderlinge moeilijkheden en processen over hun gemeenschappelijk peelbezit ontstonden. De bestuurders der drie gemeenten kwamen daarom in 1463 overeen, dat zij elk jaar
’s Zondags na St. Geertruidendag aan de kerk van Bakel zouden bijeenkomen, om voor de tijd van 1 jaar elk 3 hunner mannen te kiezen, die gezamenlijk zouden bepalen, op welke wijze het stuk peel zou beheerd worden. Wat de gekozen negen mannen zouden vaststellen, zou in de kerken van Bakel, Aarle en Helmond worden afgekondigd en de kaarten, die van het stuk peel gemaakt waren of nog zouden gemaakt worden, moesten in een kist of komme gelegd worden, waarvan elk drietal der z.g. negenmannen een ongelijk werkende sleutel zou hebben.
Toch ontstonden ook later tussen de drie gemeenten nog meermalen geschillen over de Bakelse peelvelden. Dikwijls echter ziet men de gezamenlijke drie gemeenten daarover in twist gewikkeld met een der omliggende dorpen. De “casus belli” was dan gewoonlijk het steken van turf, het weiden of schutten (opvangen) van vee, soms ook het afnemen van bijenkorven of veldvruchten.
Zo werden 6 April 1665 circa 550 schone schapen, geschat op een waarde van 2750 gulden, die door twee schepers op de peelvlakte gehoed werden en aan drie ingezetenen van Milheze onder Bakel toebehoorden, door den schutter van Venray, die vergezeld was van nog zes andere personen, deels te voet en deels te paard, weggevoerd. Die van Venray beweerden, dat de geschutte schapen op Venrayse grond aan ’t weiden waren, doch die van Bakel hielden staande, dat ze weidende waren op Brabants gebied, t.w. onder de gemeenten Helmond, Bakel, Aarle en Beek. Daags na het wegvoeren der schapen liet het gemeentebestuur van Helmond op aanzetten van die van Bakel en Milheze tot verhaal van kosten, schade en interessen beslag leggen op twee kapitalen, een van 1800 gulden en een ander van 1000 gulden, welke twee ingezetenen van Venray, met name Peter Scheers en Gerrit Scheers, op de stad Helmond hadden uitstaan. Twee dagen daarna begon Venray hierover een proces in de hoop, dat de schapen bij gerechtelijke uitspraak inderdaad als “schutbaar” zouden verklaard worden. Op 18 April d.a.v. gelastte het Hof van Gelderland te Roermond, dat de schapen publiek door een bode van ’t Hof verkocht zouden worden ten bate van de rechthebbende. Ten gevolge van “den generalen brand” der stad Roermond (31 Mei 1665) werd het proces tijdelijk onderbroken. Het eindvonnis is ons niet bekend. Alleen weten wij, dat de procedure op 14 Febr. 1667 weer aan de gang was, dat Gerrit Scheers en Jan Beerden twee jaren later in proces gingen tegen die van Venray en schadeloosstelling vroegen voor hun door Helmond in beslag genomen kapitalen en renten, dat de Helmondse gemeentesecretaris Geerloff Suyckers in 1671 wegens het niet-lossen dier kapitalen en renten te Venray in gijzeling werd gezet en eindelijk dat Suyckers later proces voerde tegen de stad Helmond, omdat deze hem geen schadelooosstelling wilde geven voor zijn gijzeling. Zo volgde het ene proces uit het andere.
Wel waarschijnlijk, dat namen als De Twist (tegenwoordig een rectoraat onder de gemeente Oploo en Sambeek) en De Vredepeel (thans De Vredepeel geheten) aan een der vele peelprocessen, of de beëindiging daarvan, hun ontstaan te danken hebben.
In 1770, toen er over de Bakelse peel weer geschillen gerezen waren tussen Helmond en Aarle-Rixtel enerzijds en Bakel anderzijds, werd daaraan een einde gemaakt door een resolutie der Staten-Generaal (4 Jan. 1770), waarbij de peelvelden worden verdeeld. De stad Helmond heeft haar peel in later tijd verkocht.
A. FRENKEN.