1840 - 1849
“De Kroniek van Driek”
Bakel en Milheeze 1840-1849
Bakel 1841.
Uit het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden.
Europese Bibliotheek - Zaltbommel.
Bijeengebracht door A.J. van der AA.
1841.
BAKEL, BAAKEL of BAACKEL, dorp in de Meyerij van S'HERTOGENBOSCH, kwartier PEELLAND, prov. NOORD-BRABAND, arrondissement en 4 uur N.O. van EINDHOVEN, kanton, en 2 uur N. van ASTEN, district en 1½ uur N.O. van HELMOND, gemeente BAKEL EN MILHEEZE, 1½ uur Z.O. van GEMERT, en 1 uur N.W. van DEURNE, digt aan de PEEL.
Dit dorp is vrij groot en zeer oud, want het was reeds in 721, onder den naam van BACLAOS bekend, ook wordt het voor het hoogste en schraalste dorp van PEELLAND gehouden; de huizen liggen er zeer verspreid, behalve bij de kerk, waar een zeer zandige, heuvelachtige en, door hare hooge ligging, de onvruchtbaarste grond van het geheele dorp gevonden wordt, terwijl de grond veel vruchtbaarder is, daar, waar het door de BAKELSCHE AA, de ESPERLOOP en de KAWIJSCHELOOP wordt bevochtigd.
BAKEL had reeds in 721 eene kerk, waarin men den H.WILEBRORD als patroon vereerde; die, volgens eene oude overlevering, zelfs in dit dorp zoude gepredikt hebben; zeker gaat het, dat de H.WILLEBRORD er goederen bezeten heeft, die hij aan zijne erfgenaam, het klooster van ECHTERNACH naliet, hetwelke er tot zijne laatste vernietiging tienden en cijnsen in bezit heeft gehad.
De oude parochiekerk was vroeger de moederkerk of oorspronkelijke parochie van GEMERT en DEURNE, GEMERT werd echter reeds in het jaar 1437 in het kerkelijke van BAKEL afgescheiden, maar DEURNE naar men meent, vele jaren vroeger.
De kerk van BAKEL, die na de Hervorming aan de Gereformeerden was overgegaan, brandde den 7 September 1708 af, en werd even als de toren in 1721 weder geheel opgebouwd. Na de laatste staatsomwentelingen is zij wederom aan de R.K. verleend, die er den 6 September 1818 bezit van namen. Door de aldaar plaats vindende zware zandverstuivingen stond deze kerk destijds tot aan de vensters bedolven, en men heeft in of bij de twintig duizend karren zand, moeten wegvoeren, om den buitengrond met den binnenvloer gelijk te brengen. Deze kerk, die op eenen heuvel of hoogte ligt, is een fraai gebouw, dat met eenen vrij hoogen toren pronkt. Men wil, dat de dorpel van dezen toren, waterpas gerekend, zoo hoog ligt als de haan van de ST.JANStoren te S'HERTOGENBOSCH.
Thans telt de statie van BAKEL, waartoe ook de omliggende gehuchten van de burgelijke gemeente BAKEL-en-MILHEZE behooren, ongeveer 1800 inwoners. Zij wordt tot het voormalig bisdom of vicariaat-generaal-apostelijk van S'HERTOGENBOSCH, dekenaat van HELMOND, gerekend, en door éénen Pastoor en eenen Kapellaan bediend.
Toen in het jaar 1657 GULIELMUS à FINE of WILLEM van den ENDE, door de Duitsche Orde, bij welke hij zijne studie had gedaan, tot Pastoor van BAKEL benoemd werd, ontstond er een geschil over het patronaat dezer pastorij, welk regt aan de Commandeurs der gezegde orde, door den Abt van ECHTERNACH betwist werd, welke laatste als toen het regt behield. Het schijnt ook, dat à FINE, alsmede zijn opvolger MORACUS, die mede bij gezegde orde gestudeerd had, slechts korten tijd die pastorij bediend hebben.
Onder de Pastoors, welke te BAKEL gestaan hebben, is ook geweest SERVATIUS NIEUWENHOVEN, die, na in 1704 de pastorij van BAKEL te hebben afgestaan, de eerste uitgave bezorgde van de OFFICIA DIOCESANA van het Bisdom van S'HERTOGENBOSCH, aanvaard en goedgekeurd door den Vikaris Govaarts, den 25 Augustus 1714; omtrent welken tijd NIEUWENHOVEN in hoogen ouderdom overleed.
De Hervormden maakten hier vroeger eene afzonderlijke gemeente uit, maar in 1680 werd goedgevonden, haar met die van GEMERT te vereenigen, waarvan zij echter in 1699 weder afgescheiden is; later is zij evenwel met die van DEURNE-en- LIESSEL vereenigd, waarbij reeds vroeger die van VLIERDEN gevoegd was; zoodat de hier wonende Herv., welke slechts weinig in getal zijn, thans behooren tot de gem. DEURNE-VLIERDEN-BAKEL-en-LIESSEL.
BAKEL werd in 1505 als eene Heerlijkheid verpand, aan den Heer JOHANNES VAN DEURNE, maar de pandpenningen daarna teruggegeven zijnde, is het weder een statendorp geworden.
Dit dorp werd den 5 Januari 1511 door de Gelderschen uit ROERMOND en VENLO in kolen gelegd; en in September 1599 had het veel van de Spanjaarden te lijden.
Men heeft er ongeveer 250 inwoners en ééne school.
BAKEL-EN-MILHEZE, gem. in de Meijerij van 'S-HERTOGENBOSCH, kwartier PEELLAND, arr. EINDHOVEN, kant. ASTEN, distr. HELMOND, (6 k. d., 28 m. k. 4 s. d.); palende N. aan de gem. GEMERT, O. aan de gem. VENRAY in de prov. LIMBURG, Z. aan DEURNE-en-LIESSEL, W. aan HELMOND en AARLE-RIXTEL.
De gemeente bevat het dorp BAKEL, de buurt MILHEEZE, en de gehuchten ESP, GROTEL, HOEFSROT, NEERSTRAAT, NIEUWEIND, OVERSCHOT, PETERSEIND, SANT, SCHAAPSTAL, SCHOUW, SCHUTSBOOM, STRAATSROT, en een gedeelte van het geh. MOLENHOF; en daar in 306 huizen en ongeveer 1800 inwoners, welke nagenoeg alle tot de R.K. kerk behooren, en hun bestaan vinden, behalve in den landbouw, ook in het steken van Peelturf, die zeer bekend is onder den naam van Bakelsche klot.
Men heeft in deze gem. slechts ééne school.
Het wapen dezer gem. bestaat in een schild van lazuur, beladen met den H.WILLEBRORDUS, houdende in de regterhand een paternoster en in de linkerhand een staf, alles van goud.
MILHEEZE, heerlijkheid in de Meyerij van S'HERTOGENBOSCH, kw. PEELLAND, prov. NOORD-BRABAND, Derde distr., arr. EINDHOVEN, kant. ASTEN, gem. BAKEL-en-MILHEEZE, palende N. aan de souvereine heerl. GEMERT, O. aan de Pruissische prov. RIJNLAND, Z. aan de heerl. DOORNE, W. aan BAKEL.
De heerl. bevat het geh. MILHEEZE, uit eenige verstrooid liggende huizen bestaande. De inw. vinden meest hun bestaan in den landbouw. De granen, welke er geteeld worden, bestaan in rogge, eenig boekweit, haver en gerst.
De inw., die alle R.K. zijn, behoorden vroeger tot de par. van BAKEL, doch in het jaar 1844 is er vergunning verleend, om te MILHEEZE eene afzonderlijke R.K. parochie op te rigten.
Men heeft in deze heerl. geene school, maar de leerlingen genieten onderwijs te BAKEL.
Deze heerl. was, in het jaar 1453, als eene grondheerlijheid uitgegeven, hoewel het schijnt, zonder het hooge regtsgebied. De heerl. was leenroerig aan het Guldenhuis te RIXTEL. De Heer bezit hier het eigendom van de jagt; ook zijn eenige landerijen hem eene cijns schuldig.
Het geh. MILHEEZE, ook wel bij verkorting MELIS genoemd, ligt 4½ uur N.O. van EINDHOVEN, 2 uur ten N. van ASTEN, gem. BAKEL-en-MILHEEZE, ½ uur O. van BAKEL, 1 uur van de LIMBURGSCHE grenzen.
Er heeft hier vroeger een kapel gestaan, welke door den storm van 9 November 1800 veel geleden heeft. In 1844 is vergunning verleend om deze vervallen kapel tot een kerk te verbouwen.
MOLENHOF, geh. in de MEYERIJ van S'HERTOGENBOSCH, kw. PEELLAND, prov. NOORD-BRABANT, Derde distr. arr. en 4 uur O. van EINDHOVEN, kant. en 2 uur N. van ASTEN, gedeeltelijk gem. BAKEL-en-MILHEZE, gedeeltelijk gem. DEURNE EN LIESSEL; met 14 huizen en ruim 80 inw..
AA (BAKELSCHE AA) of VLIER, rivier in de Meijerij van 'S-HERTOGENBOSCH, kwartier PEELLAND, prov. NOORD-BRABAND, dat onder de gemeente DEURNE en LIESSEL uit de PEEL voortkomt, tusschen DEURNE en BAKEL westwaarts aanstroomt, en zich, na de KAWIJSCHE LOOP en de OUDE AA of RAAKSCHE LOOP opgenomen te hebben, bij het Guldenhuis te RIXTEL, met de AA of ADE verenigt. Zij wordt ook wel eens, vooral beneden SCHAAPSTAL, eene buurt onder BAKEL en MILHEZE, waar zij voorheen eenen oliemolen dreef, de SCHAAPSTALSCHE AA genoemd.
ESPERLOOP, riv. in de MEYERIJ van S'HERTOGENBOSCH, kw. PEELLAND, prov. NOORD-BRABAND, dat zijnen oorsprong neemt uit twee adertjes, waarvan het een 1/2 uur N. van MILHEEZE in de PEEL ontstaat, en het andere uit een moeras, 3/4 uur benoorden BAKEL, ontspringt. Na alzoo beide westwaarts gestroomd te hebben, vereenigen zij zich bij het geh. ESP, waaraan het watertje zijnen naam ontleent, om, noordwaarts vlietende, de grensscheiding tusschen de gem. GEMERT en BEEK EN DONK te vormen en zich 1/2 uur Z.W. van GEMERT, in de AA te werpen.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 106recto.
d.d. 10-03-1841.
De Raad der Gemeente BAKEL & MILHEEZE, Distrikt HELMOND, Provincie NOORD BRABAND, als daartoe behoorlijk geconvoceerd, ten Raadhuize alhier vergaderd zijnde, in aanmerking genomen hebbende, dat deze gemeente een aantal van 1716 zielen teld, waar in jaarlijks circa vijftg kinderen geboren worden, en niet van een vroedvrouw is voorzien en geene zoodanige vrouwen of vroedmeesters dan op een afstand van circa een en een half uur te bekomen zijn, welken afstand bij dringende omstandigheden volgens ons inziens te ver is om daar van gebruik te maken.
En daar zich thans eene goede gelegenheid ter bekoming van eene vroedvrouw voor deze gemeente heeft aangeboden, terwijl ELISABETH ULIJN (huisvrouw van G.C. KOTTE) geboren Van LIDT oud een en veertig jaren, voorzien van eene diploma, afgegeven door de Provinciale Kommissie van Geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in NOORD-BRABAND te S'BOSCH den 31 October 1830, zich bij ons heeft aangemeld met verzoek om als vroedvrouw binnen deze gemeente te mogen worden geplaatst, hebben wij dezelve, daar het om van zeer veel belang voorde ingezetenen dezer gemeente voorkomt om in die dringende behoeften te voorzien, onder goedkeuring van U WelEd. Groot Achtbare op een jaarlijks tractement van een honderd dertig gulden uit des Gemeentes kas, alle drie maanden een vierde gedeelte te voldoen aangenomen.
Verder is goedgevonden U Weled. Groot Achtbare te verzoeken deze onze handeling met U Weled. Groot Achtbare goedkeuring te willen bekrachtigen, en om ons de nodige autorisatie te willen verleenen om gemeld tractement gedurende dit jaar, uit de bij den ontvanger in kas zijnde gelden te mogen voldoen, en voor het jaar 1842 en vervolgens op de gemeenten begroting te mogen uittrekken.
Gedaan te BAKEL den tienden Maart Achttien honderd een en veertig.
De Raad der gemeente voornoemd,
M. van de POEL
J. BIEMANS
P.J. de VETH
A. MARTENS
D. HENDRIKS
J. NOOIJEN
J. van de WEIJER
J. KUUNDERS
Ter ordonnantie van dezelve C. WIJNANTS, Secrtrs.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 109recto.
d.d. 11-08-1841.
Het Gemeentebestuur van BAKEL & MILHEEZE Distrikt HELMOND Provincie NOORD BRABAND als daar toe behoorlijk geconvoceert, ten Raadhuize alhier vergaderd zijnde, in aanmerking genomen hebbende, dat in de noodzakelijkheid om in de behoeften der zwangere vrouwen, door het aanbrengen van verloskundige hulp behoord voorzien te worden.
Gezien de autorisatie van Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie in den 19 Maart 1841 Litt: F. afdeling van Financie, en gelet op Art. 41 en 42 van het reglement op het bestuur ten platten lande dezer provincie vastgesteld bij Koninklijk Besluit van den 23 Julij 1825 N. 132, waarbij aan het zelve het recht wordt toegekend om de gemeentes Ambtenaren en bedienden te benoemen hunne bezoldiging vast te stellen, en dezelve van de vereischte instructien in overeenstemming met de algemeene voorwaarden en voorschriften te voorzien.
Gezien het diploma van ELISABETH ULIJN afgegeven door de Provinciale Commissie van Geneeskundig toevoorzigt en onderzoek in NOORD-BRABAND, den 30 October 1830 te S'HERTOGENBOSCH afgegeven, waar uit blijkt dat derzelve in de verlos- kunst is geexamineerd.
Is na deliberatie goed gevonden tot vroedvrouw dezer gemeente te benoemen en aan te stellen, ELISABETH ULIJN, huisvrouw van GERARD CHRISTIAAN KOTTE, op een jaarlijks tractement van een honderd dertig guldens, onder voorwaarde, dat, ingeval gemelde ELISABETH ULIJN niet naar behooren aan haare verplichting mogt voldoen, of gegronde klachten wegens wangedrag of andersins onverhoopt tegen haar mogten inkomen aan het bestuur zal vrijstaan haar onverwijld te demiteren en haar tractement op dien dag der demitatie zal op houden.
Dezelve zal voor beloning der door haar te doene verlossingen boven gemeld tractement mogen vorderen van de voornaamste ingezetenen twee gulden, van de middelstand een gulden vijftig cents en van de mindere klassen als dagloners enz. eene gulden, en zal daar en boven gehouden zijn de behoeftige vrouwen van ingezetenen gratis te bedienen.
Dezelve zal zich nimmer buiten toestemming van het Gemeentebestuur buiten deze gemeente mogen begeven om aldaar de verloskunde uit te oeffenen op poene van intrekking van haare aanstelling.
Aldus deze deliberatie geformeert ten Raadhuize der gemeente in de vergadering van het Gemeentebestuur in tegenwoordigheid van gemelde ELISABETH ULIJN welke na voorlezing verklaard heeft bovenstaande puncten punctueel te zullen nakomen en achter volgen, en derzelve met ons geteekend en waar van een afschrift aan haar om te dienen tot Akte van aanstelling zal worden uitgereikt, den elfden Augustus eenduizend achthonderd een en veertig.
E. ULIJN
M. van de POEL
P. de VETH
J. van de WEIJER
J. CROOIJMANS
J. KUNDERS
A. MARTENS
D. HENDRIKS
Ter ordonnantie van het zelve, C. WIJNANTS, Secrtrs.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 118recto.
d.d. 30-11-1841.
Reglement van order op het houden eener nachtwacht binnen de gemeente BAKEL & MILHEEZE Arrondissement EINDHOVEN Provincie NOORD-BRABAND.
Het Gemeentebestuur van BAKEL & MILHEEZE als daar toe door de Burgemeester der gemeente behoorlijk geconvoceert, ten Raadhuize alhier vergaderd zijnde, in aanmerking nemende dat het voor de rust en veiligheid van personen en goederen in de gemeente van belang is, dat een burgernachtwacht worde opgerigt, om, gedurende het winter saisoen de nachtwacht te verrigten, gezien artikel 26 van het Reglement van Bestuur ten platten lande dezer provincie vastgesteld bij Koninklijk besluit van den 23 Julij 1825 N. 132 mede gezien de wet van den 6 Maart 1818 Staatsblad N.12, omtrent de straffen op overtreding van algemeene of plaatselijke verordeningen toe te passen heeft goedgevonden ten dien aanzien de nodige Reglementaire bepalingen vast te stellen.
Art. 1.
Elk huisgezin der ongezetenen, niemand uitgezonderd, zal tot het doen der nachtwacht verplicht zijn, met uitzondering van die welke alleen uit vrouspersonen bestaan, op eene boeten van vijf guldens, zullende zij welke uit hoofden van ziekten, gebreeken of afwezentheid, van de nachtwacht wenschen verschoond te blijven, verplicht zijn iemand de vereischte in het volgende artikel bezittende, voor hun de nachtwacht te doen verrichten, op gemelde boeten, en bij onvermogen op een dag gevangenis straf.
Art. 2.
Elke nachtwacht zal bestaan uit twee Manspersonen boven de achttien, en beneden de zestig jaren oud, en zullen met sabels, pieken of stokken moeten gewapent wezen, zullende niemand door de Rot of wijkmeester beneden noch boven gemelde jaeren, tot het doen der nachtwacht worden geadmitteerd.
Art. 3.
De eerste twee der in elke rot of wijk de nachtwacht hebbende personen, zullen door hunne rot of wijk meesters, de nachtwacht worden aangezegt, doch de volgende der nachtwacht hebbende ingezetenen, zullen door den oudsten, der wacht gehad hebbende personen, telkens des smorgens tusschen acht en twaalf uren voor den volgende nacht de nachtwacht moeten worden aangezegd, zullende zij die dit mogten verzuimen, de nachtwacht andermaal moeten verrigten op de voormelde boeten en bij onvermogen op eene gevangenisstraf.
Art. 4.
De nachtwacht hebbende personen zullen zich des avonds voor klokkenslag tien uren als voormeld gewapent, bij hunne rot of wijkmeester in persoon moeten aanmelden, welke hun zullen opgeven wat zij zullen hebben te verrigten, en welke ronde ze in de gemeente moeten maken welke orders door de nachtwacht stiptelijk zullen moeten worden geopserveerd, terwijl die geene welke op bepaalde tijden niet compareren, zullen verbeuren eene boeten van eene gulden, en door die geene welke geheel nalatig blijven vijf gulden, zullende daar en boven door hunne rot of wijkmeester, voor de nalatigeen, tegen betaling van vijftig cents, dadelijk iemand in hunne plaats moeten worden gesteld, welke gelden, boven behalven de baeten op de nalatigen, met de kosten zullen worden verhaald, en bij onvermogen op een dag gevangenisstraf.
Art. 5.
Den nachtwacht hebbende personen zullen zonder eenig het minste gevaar op leven de nachtwacht moeten verrigten, des avonds precies om tien uren te beginnen, en tot des smorgens vier uren moeten patroilyeren die dezelve vroeger mogt hebben verlaten, of niet volgens orders van de rot of wijkmeester mogt hebben verrigt, zullen verbeuren een boete van drie tot vijf gulden, en bij onvermogen een dag gevangenisstraf.
Art. 6.
Zij, welke voor iemand de nachtwacht in beloning verrigt, en strijdig met eenig Artikel in dit Reglement mogten handelen, zullen voor de daar op verbeurde boeten aansprakelijk zijn, en geene belooning voor de door hun verrigte nachtwacht mogen of kunnen vorderen bij onvermogen twee dagen gevangenisstraf.
Art. 7.
De nachtwacht doende personen zijn verplicht, bij alle onverhoopte ontdekking van een of ander onheil, aan de belanghebbende waar zulks moet plaats hebben en aan de buuren van dien, onverwijld kennis te geven, hun des noods tot adsistentie te verzoeken, welke niet zal mogen worden geweigerd, alle vreemdelingen of suspecte <= verdachte> personen te arresteren, en dezelve dadelijk in de daar toe bestemde arrest kamer over te brengen, en zonder eenig verzuim, de Burgemeester van een en ander te prevenieren.
Art. 8.
De nachtwacht zal van tijd tot tijd, door de Burgemeenster;, Assessoren & Rot of wijkmeester worden gevisiteerd, en dezelve zich niet op de door de Rot of wijkmeester aangewezen plaatsen bevindende, of tegenstrijdig met dit Reglement gehandelt hebben, zullen verbeuren elk een boeten van drie of vijf guldens en bij onvermogen op een dag gevangenisstraf.
Art. 9.
De boeten zullen komen ten voordeelen van de gemeente, en aan handen van den plaatselijken ontvanger moeten worden voldaan, welke derzelve in Rekening zal moeten verantwoorden.
Art. 10.
Van al hier voormelde overtredingen zal dadelijk na de ontdekking door de Rot of wijkmeester, aan de Burgemeester moeten worden kennis gegeven, welke tegen de overtreders Proces-Verbaal zal opmaken en aan den bevoegden regter ter vervolging worden opgezonden.
Afschrift dezes zal aan Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, ter approbatie worden ingezonden, zullende na bekomen goedkeuring gelijke afschriften worden ingezonden aan Den Heere Officier der Arrondissements regtbank te Eindhoven, en aan Den Heere Kantonregter van dit Kanton, en voorts worden afgekondigt, ter plaatse alhier gebruikelijk.
Aldus gearresteerd door den Raad der gemeente BAKEL & MILHEEZE den 30 November 1841.
De Raad der gemeente voornoemd,
M. van de POEL
P. de VETH
J. CROOIJMANS
J. KUNDERS
A. MARTENS
D. HENDRIKS
J. NOOIJEN
Ter ordonnantie van dezelve, C. WIJNANTS, Secrtrs.
Bakel 1843.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 167. akte nr. 27.
d.d. 28-1-1843.
JOOST, JACOBUS en MARIA MOORS wonende te BAKEL, alle bouwlieden, verkopen aan PIET MANDERS, bouwman te BAKEL, onroerende goederen, o.a. in Sectie O nummer 404, een weiland, groot 84 roeden, 30 ellen, nummer 406 idem, groot 29 roeden, nummer 412, bouwland groot 34 roeden, nummer 413, idem, groot 12 roeden, 30 ellen, nummer 429 idem, groot 30 roeden 70 ellen, nummer 420 Huis en erf, groot 2 roeden, zestig ellen, Nummer 42, bouwland groot 16 roeden, 50 ellen.
Deze goederen waren hun aangekomen van hun overleden vader FRANCIS MOORS.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 168. akte nr. 82.
d.d. 21-4-1843.
PETER VERHOEVEN, bouwman wonende te BAKEL, stelt voor 600 gulden onder hypotheek zijn onroerende goederen, gelegen o.a. te BAKEL, kadastraal in Sectie N de nummers 218, bouwland groot 14 roeden en 50 ellen; 256, bouwland groot 3 roeden 48 ellen.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 127 verso.
d.d. 25-10-1843.
De Raad der Gemeente BAKEL & MILHEEZE, Distrikt HELMOND Provincie NOORD-BRABAND, als daar toe door de Burgemeester der gemeente blijkens missive van Den Heere Schoolopziener van het 4e distrikt A 17 dezer, welke wij de Eer hebben hier bij aan UwelEd.; Groot Agtbare bij deze over te leggen, verzogt, behoorlijk gealonvoceerd, ten Raadhiuze alhier ten vollen getallen in tegenwoordigheid van De Heere Schoolopziener voormeld vergaderd zijnde;
Is naer meergemelde Heer Schoolopziener aan deze vergadering kennis gegeven, dat Zijn Edele, door Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerdestaten dezer provincie was verzogt, zich naar deze gemeente te begeeven ten einde met den Raad der gemeente in schikking te treeden, om ingeval ADAM SLITS, Schoolonderwijzer dezer gemeente, om de door ons herhaalde gedane klachten, op zichten het onderwijs van zijne bediening mogt worden ontzet, een jaarlijks Pensioen toe te leggen.
Waar op door den Raad der gemeente met algemeene stemmen aan meergemelde Heer Heer Schoolopziener is te kennen gegeven dat zij zich niet ongenegen gevoelden, om aan iemand, welke het zij, door hogen ouderdom of gebreeken buiten staat was geraakt en die zijne bediening behoorlijk had waargenomen, en uit dien hoofden aanspraak op pensioen konde maken, hoe wel het de inkomsten der gemeente niet permitteert onder goedkeuring van meergemelde Heeren Gedeputeerde Staten een jaarlijks pensioen toe te leggen, doch dat het overbodig, en tevens bespottelijk zoude zijn, om aan iemand welke zijne bediening zeer slegt heeft waargenomen blijkens de bij UwelEd. Groot Achtbare ingekomen klachten met een jaarlijks pensioen te begunstigen, te meer daar den Raad der gemeente volkomen overtuigd is, dat meergemelde Schoolonderwijzer genoegzame middelen van bestaan bezit, om zonder de post van Schoolonderwijzer of eenig pensioen zeer goed, in zijne behoefte, en in dat van zijn klein huisgezin kan voorzien.
Verder is goedgevonden Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerdestaten dezer provincie voormeld te inviteren, om de hier voormelde redenen, het daar henen te willen derigeren, dat de aanstelling van gemelde ADAM SLITS als Schoolonderwijzer dezer gemeente spoedig mag worden ingetrokken en wij in gelegenheid mogen worden gesteld, om na gehouden vergelijkend Examen een ander persoon ter vervulling van die bediening mag worden voorgedragen.
Gedaan te BAKEL den 25e October 1843.
De Raad der Gemeente voornoemd.
M. van de POEL
J. van de WEIJER
P. de VETH
J. CROOIJMANS
H. BIEMANS
J. NOOIJEN
J. KUUNDERS
A. MARTENS
D. HENDRIKS
Ter ordonnantie van dezelve, C. WIJNANTS, Secrtrs.
Bakel 1844.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 11/2, folio 72verso.
d.d. 11-06-1844.
In het jaar Eenduizend achthonderd vier en veertig, den elfden der maand Juny, om zes uren des namiddags Compareerde voor mij Burgemeester der Gemeente BAKEL en MILHEEZE, Distrikt HELMOND, Provincie NOORD BRABAND, NICOLAAS ALTHUIZEN, van beroep Veldwachter dezer Gemeente vergezeld van een persoon in Militaire klederen gekleed, welke mij verklaarde dat hij heden middag circa vijf uren, in de heide boven het gehucht genaamd DE HOBERGEN gemelde persoon heeft aangetroffen, hem vragende waar hij voornemens was na toe te gaan, daar op antwoorden dat hij met verlof na TURNHOUT ging, hem vervolgens daar toe de vereischte bewijzen heeft afgevraagd, doch geen verblijfpas of eenig bewijs ten dien aanzien kunnende produceren, heeft hij dezelve gearresteerd en voorang gebracht, waar ik gemelden arrestand nauwkeurig ondervraagt heb, mij verklaard heeft te zijn de persoon van JOHANNES HOEK geboren te ONTENES, Provincie ZEELAND, oud een en twintig jaren, zoon van JOHANNES HOEK van beroep Schipper wonende te ST. ANNELAND in het Lande van THOLEN, en van wijlen FANNA PAASSEN, in het jaar achttienhonderd drie en veertig als Milicien bij het zesde Regiment Infanterie in dienst getreeden te zijn en daar van tot het Eerste Regiment overgegaan op den tienden dezer maand des avonds circa neegen uren uit de Stad GRAVE te zijn gedisserteerd, met voornemen om zich na BELGIÉN te begeven, verder verklaarde hij mij in het jaar achttien honderd drie en veertig uit de Stad NIJMEGEN alwaar hij destijds in garnisoen lag te zijn gedisserteerd geweest, en in KRANENBURG door de Mareschaussees uit het Koninkrijk PRUISSEN te zijn gearresteerd geworden, en na NIJMEGEN voormeld terug gebracht was, en daar voor met verval van zijn koekarde <= kokarde = teken van rangonderscheidingen. (Driek Smits)>, drie maanden arrest heeft ondergaan.
Van al het welk wij het Proces-verbaal hebben opgemaakt en met gemelde Veldwachter geteekend en waar van een afschrift aan Zijne Excellentie den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie en het origineel met gemelde gearresteerde aan den Heere Officier van Justitie van de Arrondissements Regtbank zitting houdende te EINDHOVEN zal worden toegezonden, ten einde ter dispositie van den Heere Auditeur Militair gesteld te worden.
Gedaan op dag, maand en jaar als boven, onderstond
De Burgemeester, was geteekend M. van de POEL, N. ALTHUIZEN.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 175. akte nr. 178.
d.d. 25-7-1844.
OBLIGATIE
JAN van LEYENBURG, bouwman wonende te BAKEL, heeft onder andere de volgende onroerende goederen te BAKEL, kadastraal Sectie N de nummers 267 en 268, bouwland, groot respectievelijk 28 roeden 60 ellen en 45 roeden 60 ellen. In Sectie O: nummer 358, weiland groot 50 roeden 90 ellen, nummer 460, bouwland groot 30 roeden 40 ellen.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 134recto.
d.d. 02-11-1844.
Het Gemeentebestuur van BAKEL & MILHEEZE, Arrondissement EINDHOVEN, Provincie NOORD-BRABAND, als daar toe door de Burgemeester der gemeente behoorlijk geconvoceerd, ten Raadhuize alhier vergaderd zijnde, in aanmerking nemende, dat binnen deze gemeente geene voldoende plaatselijke verordeningen bestaan op het sluiten en doen ontruimen der Herbergen, op een bepaald uur des avonds.
Gezien de Missive van Zijne Excellentie De Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie in dato 17 September jongstleden Art. 29 afdeeling Policie.
Waar op gedelibereerd is goed gevonden vast te stellen de navolgende plaatselijke verordeningen.
Art. 1.
Het sluitenings & ontruimingsuur der Herbergen in deze gemeente, wordt bepaald, met klokkenslag tien uren des avonds.
Art. 2.
Niemand zal zich na klokkenslag tien uren des avonds, in eene Herberg mogen ophouden, of aldaar mogen verblijven, om het even oft dezelve al of niet drank gebruiken, maar gehouden zijn de Herberg met dit uur dadelijk te ontruimen.
Art. 3.
De Herbergiers zullen met klokkenslag tien uren des avonds, de ten hunnen huize aanwezige personen van dit uur moeten kennis geven, aan dezelve na die tijd geen drank mogen afgeven en moeten zorg dragen dat hunne Herberg onmiddelijk met dit uur door de aanwezige personen worde ontruimt, doch ingeval dezelve mogten weigeren hunne Herberg te ontruimen, zullen zij gehouden zijn daar van onverwijld aan de bevoegde autoriteit kennis te geven; in welk geval zij van de boeten welke hier na bepaald zijn zullen worden verschoond.
Art.4.
En ieder welke deze verordeningen mogt overtreden zal gestraft worden met eene boete van drie gulden of bij onvermogen met eene gevangenis van drie dagen, alle welke boeten zullen komen ten voordeelen der gemeente.
Aldus deze verordening gearresteerd door den gemeentenraad van BAKEL & MILHEEZE in desselve vergadering van heden den tweeden November achttien honderd vier en veertig waar van een autentiek afschrift, door tusschenkomst van Den Heere Distrikts Commissaris van dit Distrikt, aan Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie ter Examinatie zal worden ingezonden, zullende na goedkeuring deze verordening dadelijk een geautenticeerd afschrift aan Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten voormeld, aan den Heere Officier van Justitie te EINDHOVEN, Den Heere Distriks Commissaris van dit Distrikt, den Heere Kantonregter te ASTEN worden ingezonden en na afkondiging ter gewoner plaatse worde in werkong gebracht.
Het Gemeentebestuur voornoemd:
M. van de POEL
P. de VETH
J. KEUNDERS
J. WERTS
A. MARTENS
J. NOOIJEN
D. HENDRIKS
H. BIEMANS
Ter ordonnantie van het selve.
C. WIJNANTS, Secrtrs.
Bakel 1845.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 177. akte nr. 8.
d.d. 13-1-1845.
1. DIRK MICHGELS en echtgenote ANNA MARIA WEERTS, landbouwers te BAKEL.
2. JOHANNES HERMANS, bouwman te DEURNE met zijn broeder
3. JAN HERMANS, dienstknecht te TONGERLO in LIMBURG.
Zij hebben verkocht aan THEODORUS van SOMEREN, bouwman te MIERLO, gronden te MILHEEZE. Deze zijn hen aangekomen voor vier zesde gedeelte bij acte van transport voor Notaris JACOB van der FOELART de 9-10-1828.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/2, folio 139,
d.d. 29-03-1845.
FRANCIS de VETH wil een stuk woeste gemeente grond gelegen te BAKEL, ter plaatse genaamd BOVEN DE EESSER, gelegen in Sectie A aan de Noord zijde van de weg van BAKEL naar VENRAY ter grootte van ongeveer twee Bunder in eigendom verkrijgen om daarop eene woning te bouwen en het overige in cultuur te brengen.
MATHIJS MASTBROEK wil ook een stuk grond op dezelfde plaats groot ongeveer drie Bunder in eigendom verkrijgen.
Op de voorgenoemde percelen gronden hebben de gemeenten HELMOND, AARLE-RIXTEL en BEEK en DONK ook nog rechten.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 179. akte nr. 116.
d.d. 24-5-1845.
GODEFRIDUS BRANTEN bouwman te BAKEL, neemt een obligatie.
Geeft als onderpand o.a. onroerende goederen gelegen te BAKEL, kadastraal in Sectie N nummer 173, bouwland groot 57 roeden en 90 ellen. Nummer 176 bouwland groot 1 bunder, 42 roeden en 90 ellen. Nummer 248 bouwland groot 15 roeden en 70 ellen.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 179.
25-5-1845, akte nr. 118.
Obligatie
JOHANNES KUIPERS, bouwman te BAKEL, heeft te BAKEL o.a. de volgnde onroerende goederen: Sectie N nummer 251, bouwland groot 13 roeden; nummer 255, bouwland groot 3 roeden 38 ellen.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 180. akte nr. 174.
d.d. 21-8-1845.
Obligatie.
THEODORUS CLAASSEN bouwman wonende te BAKEL, heeft te BAKEL o.a. de volgende onroerende goederen:
Onder Sectie N de nummers:
60; weiland groot 25 roeden en 10 ellen.
61; bouwland groot 58 roeden en 20 ellen.
65; bouwland groot 14 roeden en 10 ellen.
364; bouwland groot 6 roeden en 20 ellen.
365; heide groot 30 roeden en 70 ellen.
En in Sectie O de nummers:
208; weiland groot 18 roeden en 90 ellen.
209; huis en schuur groot 1 roede en 6 ellen.
210; bouwland groot 16 roeden en 30 ellen.
227; bouwland groot 34 roeden en 70 ellen.
480; bouwland groot 20 roeden en 44 ellen.
481; weiland groot 18 roeden en 24 ellen.
482; heide groot 53 roeden en 50 ellen.
N.B.!!!240
In een notariele akte van 29-9- 1849, akte nr. 221, opgemaakt door Notaris BOCHOLT hebben in Sectie O de nummers 208, 210, 480, 481 en 482 afwijkende oppervlakte gemeten.
3-12-1845
MARTINUS van de POEL is Burgemeester van de gemeente BAKEL EN MILHEEZE.
Bakel 1846.
Rijksarchief DEN BOSCH.
Memorie van Successie,
d.d. 03-06-1846.
Ik ondergeteekende PETRONELLA JOOSTEN bouwvrouw woonende te BAKEL op ESP, alwaar in ten mijnen huize domicilie kieze, in hoedanigheid van moeder en voogdesse over en van PETRUS, HENDRICUS, JUSTINA, MARIA, JUDOCUS, JOHANNA MARIA en MARTINUS, eenighen en alle minderjarige kinderen, met nagemelden overledene in huwelijk verwekt, verklaard: Dat mijn Echtgenoot PETER van ANSEM te BAKEL deszelfs laatste woonplaats ab in testato is overleden den 25 April 1846. Dat deszelfs nalatenschap door gezegde zijn kinderen wordt geërfd, en dat de overledene geen onroerende goederen heeft nagelaten, en dat daar dit overlijden geene fidei commis gedevolveerd of vruchtgebruik gesuccedeerd is. BAKEL den 3(?) Juni 1846.
P. JOOSTEN.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/3, folio 19recto.
d.d. 03-10-1846.
Het Gemeentebestuur van BAKEL & MILHEEZE, Distrikt HELMOND, Provincie NOORD-BRABAND, als daar toe door de Burgemeester der gemeente behoorlijk geconvoceerd, ten Raadhuize alhier vergaderd zijnde, in aanmerking genomen hebbende, dat den Dijk of weg, tusschen deze gemeente en die van HELMOND circa ter lengte van 3000 ellen, voor als nog buiten gewoon slegt, en ten allen tijden genoegzaam onbruikbaar is, om met rijtuigen of karren te passeren, en niet tegenstaande alle aangewende moeiten en reparatien niet is kunnen verbeterd worden, uit hoofden gemelden weg of dijk voor een groot gedeelte door de bergen loopt, waar van geene opruiming met mogelijkheid kan geschieden, daar zoo dra dezelve is opgemaakt, telkens door het menigvuldige stuifzand zoodanig word overdekt, dat dezelve dadelijk wederom onbruikbaar wordt, waar door de communicatie tusschen die beide gemeentes als het ware geheel belemmerd wordt.
Wij zijn van gevoelen, in geval er eenen goeden dijk of weg tusschen gemelde gemeentes bestond, niet alleen door de ingezetenen van die gemeentens, maar ook door veele anderen, uit hoofden van den minderen afstand als zij thans genootzaakt zijn te maken, veel gebruik zoude worden gemaakt, waar toe zij thans om gemelde redenen verhinderd worden, en te meer het belang der gemeente zulks vorderd.
In overweging genomen hebbende dat er volgens ons inzien, wel mogelijkheid bestaat om een zeer goeden dijk of weg voor een gereegelde communicatie tusschen die beide gemeentes tot stand te brengen, waar door gemelde bergen als dan geheel buiten aanraking kunnen blijven, maar daar bij tevens in aanmerking genomen hebbende, dat tot het aanleggen van gemelden dijk of weg, zoude benodigt zijn een kosten waartoe zich deze gemeente geheel buiten staat bevind die te kunnen bestrijden, daar dezelve genoegzaam geene inkomsten heeft, en de uitgave bijna geheel uit den Personelen omslag, welke wij genootzaakt zijn geweest voor dit en volgende jaren te verhoogen moeten gevonden worden, zoo als het Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie uit den Staat van Begroting dezer gemeente volkomen blijkt, hoe noodzakelijk het ons ook voorkomt, dat dezelve spoedig mogt worden daargesteld, en waar toe zoude benodigt zijn.
1. Een houte brug over de Rivier DE AA.
2. Den aankoop van eenige perceele weide aan Particulieren toebehoorende, ter breete als voor gemelde weg of dijk zal benodigt zijn.
3. De kosten van opwerpen van derzelve.
4. Beplanting van dien met ijken heesters.
Dat de kosten tot het aanleggen van meer gemelde dijk of weg door deskundigen begroot zal bedragen circa de somme van eenduizend guldens, als:
1.
Als voor het maken van een houte brug over de Rivier DE AA, met de daar toe behoorende leverantie van steenen, ijzerwerk en hout, welk laatst gemelde voor
zooveel mogelijk door de gemeente zal geleverd worden zal bedragen de somme van f. 400 --
2....
Voor aankoop van de daartoe benodigde gronden, welke kosten met transport bij raminge berekend werden op 450 --
3.
Voor arbeidsloon voor het opwerpen van denzelven, het welk gedeeltelijk door de ingezetene der gemeente gratis zal geschieden 150 –
4.
Voor aankoop van jonge heesters en kosten van beplanting 80 --
Te zamen f. 1000 –
En daar het zoo voor deze gemeente als die voor die van HELMOND, enz. enz. tot het vervoeren van granen, turf, enz. van veel belang zoude zijn dat den hier voormelden weg tot stand gebracht konden worden, terwijl den ouden of thans nog bestaanden dijk of weg, zoo als door den Heere Distrikts Commissaris van HELMOND em mogelijk ook door iemand van de Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten daar mede bekent is, dat derselve niet dan met zeer veel moeilijkheid, en tevens uit hoofden van de daar liggende bergen vergezeld van gevaar kan gebruikt worden.
Waarop na deliberatie is goedgevonden Hun EdeleGrootAchtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie te verzoeken, om aan deze gemeente eene subsidie uit het Provinciaal fonds te willen toekennen, zij verkeeren in het vertrouwen dat meergemelde Heeren welke met den thans bestaande dijk of weg bekent zijn, onze billijke aanvrage, door hunne veel vermogende invloed bij meer gemelde Heeren Gedeputeerde Staten enz. daar henen zullen gelieven te derigeren ten einde om hier voormeld verzoek met een gunstigen uitslag mogt worden bekroont om daar door in staat gesteld te worden om de kosten te kunnen be-strijden, om meergemelden dijk of weg te kunnen tot stand brengen.
Gedaan te BAKEL den 3e October 1846.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
M. van de POEL
J. van de WEIJER
J. NOOIJEN
A. MARTENS
J. KUNDERS
H. BIEMANS
Ter ordonnantie van het zelve: C. WIJNANTS, Secrtrs.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 185. akte 192.
d.d. 29-10-1846.
a JOHANNA MARIA JASPERS, landbouwster te BAKEL,
b THEODORA JASPERS, weduwe FRANCIS KEUNEN, landbouwster wonende te SEVENUM,
c CATHARINA JASPERS, weduwe DANIEL van den ELZEN, landbouwster wonende te GEMERT,
d GOORDINA JASPERS, in huwelijk met ADRIAAN van ANSEM, landbouwers wonende te GEMERT,
e PETRONELLA JASPERS in huwelijk met HENDRIK VERMEULEN, bouwlieden wonende te GEMERT.
Zij verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan:
JOSEPH JASPERS, bouwman wonende te BAKEL, 5/6 gedeelte van de volgende onroerende goederen gelegen te BAKEL in:
Sectie N de nummers:
1. bouwland groot 34 roeden,
3. bouwland groot 40 roeden,
7. bouwland groot 58 roeden en 90 ellen,
10. bouwland groot 19 roeden,
27. weiland groot 13 roeden en 20 ellen,
28. bouwland groot 12 roeden en 30 ellen,
31. weiland groot 8 roeden en 60 ellen,
32. bouwland groot 6 roeden en 80 ellen,
Sectie O de nummers:
74. weiland groot 1 bunder 48 roeden 60 ellen,
75. weiland groot 20 roeden en 80 ellen,
76. weiland groot 9 roeden,
79. weiland groot 16 roeden en 80 ellen,
83. weiland groot 38 roeden en 30 ellen,
84. weiland groot 1 roede en 20 ellen,
88. bouwland groot 3 roeden,
91. huis en schuur groot 98 ellen,
92. schop groot 40 ellen,
93. tuin groot 4 roeden en 8 ellen.
Bakel 1847.
Notaris A.F. van BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 192. akte 257.
d.d. 02-10-1847.
WILLEM WERTS en HUIBERT SWINKELS bouwlieden te BAKEL wonende.
HUIBERT SWINKELS als weduwnaar van JOHANNA van der ZANDEN en van MARIA WERTS, deelt met WILLEM WERTS die de Vader was van MARIA WERTS, alle roerende en onroerende goederen te BAKEL en LIESHOUT.
De onroerende goederen gelegen te BAKEL worden aan WILLEM WERTS toegewezen. Deze bestaan uit in:
Sectie N de nummers:
39. weiland groot 17 roeden 70 ellen,
126. weiland groot 97 roeden en 50 ellen,
127. bouwland groot 1 bunder 29 roeden en 10 ellen,
128. moestuin groot 7 roeden en 50 ellen,
129. huis, schuur en erf groot 5 roeden,
130. schaarhout groot 1 roede en 26 ellen,
201. bouwland groot 19 roeden en 30 ellen,
240. bouwland groot 29 roeden en 70 ellen,
318. bouwland groot 18 roeden,
326. bouwland groot 2 roeden en 36 ellen,
327. bouwland groot 32 roeden en 40 ellen,
351. heide groot 1 bunder 27 roeden 80 ellen.
Sectie O de nummers:
169. weiland groot 43 roeden 20 ellen,
172. bouwland groot 24 roeden en 80 ellen.
Bakel 1848.
Notaris A.F. BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 194. akte nr. 35.
d.d. 27-1-1848.
MARTINUS van den HEUVEL en consorten verkopen aan LINDERT van de VONDERVOORT, bouwman wonende te BAKEL, een huis, schuur, een perceel heide, en een perceel bouwland te BAKEL, gelegen kadastraal Sectie O: de nummers 319 heide groot 3 bunders, 15 roeden, 50 ellen. 320 huis en schuur groot 90 ellen, en 321 bouwland groot 3 roeden, 30 ellen.
MARTINUS van den HEUVEL was bouwman en woonde te GEMERT.
Notaris A.F. BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 197. akte nr. 193.
d.d. 04-7-1848.
GERARDUS MANDERS, bouwman wonende te BAKEL, verhuurt:
Een bouwhoeve gelegen te BAKEL ter plaatse genoemd "HET NIEUWENEIND", met bijbehorende bouw- wei- en hooilanden, laatstelijk in huur geweest bij JOOST van den HEUVEL.
De nieuwe huurder is PETER van KESSEL.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/3, folio 28verso.
d.d. 24-08-1848.
Het Gemeentebestuur van BAKEL & MILHEEZE, Provincie NOORD-BRABAND, ontvangende hebbende een afschrift van een besluit van de Edel Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten van dit gewest, van den 4 dezer maand Litt: H, houdende kennisgeving, dat Zijne Excellentie Den Heere Minister van Binnenlandsche Zaken, op voordracht van welgemelde Heeren Gedeputeerde Staten bij desselve missive van den 1e bevorens Art. 137, 5e afdeling authorisatie heeft verleend, om JAN van HEUVEN, bezittende den derden rang, zonder vergelijkend examen tot onderwijzer voor de te MILHEEZE, gemeente BAKEL en MILHEEZE, opgerigte openbare school te benoemen.
Geld op het besluit van de Souverijne Vorst der Vereenigde Nederlanden van den 20 Maart 1814 (Staatsblad Art. 39) op het Koninklijk besluit van den 27e Mei 1830 (Staatsblad Art. 9) in verband met dat van den 13 Augustus 1831, Staatsblad Art. 26.
Benoemd dien ten gevolge, op den daartoe nader te bepalen inkomsten de persoon van JAN van HEUVEN tot openbaar onderwijzer te MILHEEZE, gemeente BAKEL & MILHEEZE.
De benoemde is verplicht zich stiptelijk te gedragen na de op dat stuk bestaande bepalingen, en, om, voor zijne in functie treding de aan hem gevorderde beloften, in handen van den Heere Burgemeester dezer gemeente af te leggen.
Afschrift dezes zal van den benoemden als Commissie van aanstelling worden uitgereikt, zullende gelijke afschriftten aan Hun Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie, en aan den Heere Distrikts Schoolopziener worden ingezonden.
BAKEL den 24 Augustus 1848.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
M. van de POEL
D. HENDRIKS
J. NOOIJEN
P. de VETH
J. van de WEIJER
J. BIEMANS
H. BIEMANS
J. WERTS
Bakel 1849.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr, 4/3, folio 30 verso.
d.d. 25-01-1849.
Vergadering d.d. 25e Januarij 1849.
De Gemeente Raad van BAKEL en MILHEEZE, 3e distrikt der Provincie NOORD BRABAND behoorlijk geconvoceerd en alle de leden veergaderd.
Word door de Heere Voorzitter voorlezing gevraagd eener missieve van Heeren Ged. Staten dezer Provincie van den 9e Januarij j.l. Litts. K.K. Afdeeling financien, houdende verlangen dat bij eene behoorlijk beredeneerde raads deliberatie authorisatie worde gevraagd om gedeeltelijk over de gelden van den verkoop der door deze Gemeente verkochte inculte Gemeente gronden d.d. 31e October 1848 te mogen beschikken ten einde de kosten te bestrijden der bouwing van eene nieuwe school en onderwijzers woning en den aankoop van de grond te MILHEEZE ressort dezer Gemeente.
In aanmerking nemende bedoeld schoollokaal en onderwijzers woning publiek is aanbesteed d.d. 10e Julij 1848 voor de somme van dertienhonderd en twintig gulden f. 1320=00
Dat de kosten van den tuin met het land waarop de school en schoolhuisinge gebouwd is bedragen Eenhonderd tien gulden f. 110=00
Dat de voorschotten aan kalk, steenkolen, arbeidsloonen enz. aan dezelve bedragen tweehonderd zeven en veertig gulden f. 247=00
Idem voor leverantie van steenen en het maken van het bestek, zes en twintig gulden f. 26=00
Totaal f. 1703=00
ter bestrijding van welke kosten reeds is ontvangen eene Rijks subsidie ad f. 500=00
Alsmede een Provinciaal id. ad f. 500=00 f. 1000=00
Zo dat er een tekort blijft van f. 703=00
Waar over gedelibereerd zijnde met algemeene stemmen is goed gevonden welgemelde Heeren Gedeputeerde Staten authorisatie te vragen gemelde som van zevenhonderd en drie gulden te mogen voldoen uit de gelden van gezegde verkochte Gemeente gronden en deze niet toereikende zijnde het restant te mogen vinden uit de in casso zijnde gelden dezer Gemeente.
Afschrifte dezes zal door tusschenkomst van den Wel.Ed.Gestr. Heer Commissaris van dit distrikt worden gezonden aan Hun Ed.Gestr. Achtbare ten einde bedoelde authorisatie te erlangen.
De Gemeente Raad voornoemd.
M. van de POEL
P. de VETH
J. van de WEIJER
J. KUNDERS
H. BIEMANS
J. WERTS
D. HENDRIKS
J. NOOIJEN
! In de marge !
Geauthoriseerd bij besluit van H.H. Ged. Staten d.d. 13e Februarij 1849 Littr.
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr, 4/3, folio 38 recto.
d.d. 05-05-1849.
Vergadering d.d. 5e Mei 1849.
Heden den vijfden Mei achttienhonderd negen en veertig het Gemeentebestuur van BAKEL en MILHEEZE 3e distrikt der Provincie NOORD BRABAND vergaderd zijnde beneffens de Heeren ANTONY JASPERS en THOMAS BIEMANS stemgeregtigde ingezetenen dezer Gemeente als mede HENDRIK BIEMANS lid van den Raad uitmakende de commissie bedoeld bij Art. 9 van het Besluit van den Heere Gouverneur dezer Provincie van den 26e Februarij j.l. No 2a onderwerp wijze van stemming ter aanvulling van openvallende plaatsen in de Staten Vergadering van NOORD BRABAND en vervolgens ter voldoening van Art. 12 van voor aangehaald besluit door ons overgegaan zijnde tot het openen van de Bus of Kist waarin de stembriefjes der ingezetenen dezer Gemeente waren en zijn daarin bevonden achttien stuks stembiljetten, welke alle behoorlijk waren ingerigt en in aanmerking genomen zijnde het getal stemmen op ieder respectievelijk uitgebragt, als achter ieders naam in cijfers is uitgedrukt te weten
1
Asten, Gijsbertus van Lierop 2
2
Baar, Johannes Guilhelmus van Deurne 5
3
Bangeman, Huijgens van Lowendal Rutger Vlierden 2
4
Biggelaar, Willem van den Erp 13
5
Bluyssen, Antoni Asten 8
6
Boomen, Antoni van den Lierop 3
7
Bots, Arnoldus Helmond 7
8
Burgt, Mathijs van de Boekel 11
9
Coppens, Jan Bakel en Milh. 16
10
Corstens, Antony Jansse Gemert 2
11
Eijnden, Willem van den id. 11
12
Griensven, Johannes van Deurne 11
13
Gulje, Willem Francis Oirschot 4
14
Hermans, Jan Mathijs Someren 3
15
Heuvel, Hendrik van den Lieshout 9
16
Kievits, Egidius Gemert 2
17
Meijer, Josephus Antoni Lieshout 12
18
Mortel, Jan Willem van de Deurne 18
19
Prinzen, Johan Theodoor Gemert 3
20
Riet, Gerard van Deurne 3
21
Schijndel, Cornelus van Gemert 11
22
Smits, Adrianus idem 14
23
Smulders, Peter Antony idem 4
24
Sterken, Francis Lieshout 13
25
Swinkels, Daniel idem 7
26
Verstappen, Willem idem 2
27
Veth, Piet de Bakel en Milh. 15
28 Willigen, Johannes Benedictus van der Son 5
Totaal 216 stemmen
Aldus het tegenwoordig Proces verbaal in duplo opgemaakt en door de leden van het Bestuur dezer Gemeente geteekend, beneffens de Commissie in het hoofd dezes gemeld wordende Burgemeester verzocht een dubbeld van gemeld Proces verbaal te zenden aan den Heere Staatsraad Gouverneur dezer Provincie.
Het Gemeente Bestuur voornoemd.
M. van de POEL
P. de VETH
J. van de WEIJER
J. KUNDERS
A. MARTENS
J. NOOIJEN
J.G. van EUPEN, Ged. Secrtrs.
De Commissie:
H. BIEMANS
A. JASPERS
T. BIEMANS
N.A.A. Bakel en Milheeze, inv.nr. 4/3, folio 39recto,
d.d. 16-05-1849.
Vergadering d.d. 16e Mei 1849.
Het Gemeente Bestuur van BAKEL en MILHEEZE, 3e distrikt der Provincie NOORD BRABANT behoorlijk geconvoceerd en alle de leden vergaderd.
In aanmerking nemende den geldenloze toestand waarin onze Gemeentekas verkeerd door de verschillende buitengewone gedane en nog te doene uitgave en overwegende de personelen omslag tot die hoogte is geheven het voor de ingezetenen te drukken zonder wezen wanneer den zelven alnog zoude moeten worden verhoogd.
Gehoord de leden dezer vergadering welke allen van gevoelen zijn, dat eenige heidegronden met vrucht zoude kunnen worden verkocht, waardoor aan de ingezetenen geen het minste ongerief zoude worden te weeg gebragt. Zullende den opbrengst denzelve voor zoo veel als onze Gemeente hier van is competerende strekken tot bestrijding van het te kort op den accijns van den turf over de jaren 1847 en 1848 alsmede voor het aanschaffen der nodige banken, borden, etc, in de school te MILHEEZE resort dezer Gemeente en tot betaling van eenige kosten aan gemelde school aangewendzijn ten dien einde door ons twee deskundige als ANTONIE JASPERS en THOMAS BIEMANS tot het tauxeren van gedachte gronden benoemd welke dezelve volgens de hierbij in duplo overgelegde tauxatie hebben geschat als:
In Sectie G genaamd DE BROUWHUISCHE HEIDE 33 Bunder, 05 Roeden, 20 Ellen geschat op f. 12.== per Bunder f. 396.62
In Sectie L genaamd DE GROTELSCHE HEIDE 51 Bunder, 78 Roeden en 50 Ellen geschat op f. 12.== per Bunder f. 641. Totaal f. 1018.06
Waarover gedelibereerd zijnd is goed gevonden H.H. Ged. Staten te verzoeken zoo als wij de Eerbiedige vrijheid nemen te doen bij deze, om naar aanleiding van voorschreven contiderans de voordragt te doen ten einde de vereischte Koninglijke authorisatie van Hoogst denzelven tot den publieken verkoop van gemelde gronden geobtineerd worden.
Extract dezes in duplo opgemaakt zal door tusschenkomst van den WelEd: Gestr. Heer Commissaris van gemeld distrikt gezonden worden aan Heeren Ged. Staten dezer Provincie ten fine daarbij vermeld.
Voorts word door Heere Voorzitter kennis gegeven dat er menigvuldige klagten inkomen over het hoeden van schapen, door THOMAS WERTS alhier, welke plus minus eene kudde van 200 heeft, ter plaatse genaamd DE PEEL en men in gemoede overtuigd hij deze schapen houd voor andere menschen; niet binnen deze Gemeente wonende.
Overwegende genoemde persoon bij alle de leden ook als zoo-danig wordt verdacht gehouden, door dien men met zekerheid vermeent te kunnen zeggen hij te arm is tot het aankopen van zoo een aantal schapen en hij hierdoor grote schade aan de ingezetenen te weeg brengt, aangezien dat gedeelte alleen voor rundvee bestemd is en door niemand dan door hem van dat word gebruik gemaakt en buiten dat gedeelte er overvloedige heide voor het hoeden van schapen bestaat.
Besluiten.
Niemand voortaan zal zijne schapen meer mogen laten grazen in DE PEEL vanaf het gehucht DE HOEVE regts de groote weg van VENRAIJ en DEURNE tot aan de Limieten derzelve en bij overtreding Art. 46 van het schut en politie reglement dezer Gemeente inhoudende op eene boete van elke kudde schapen groot of klein zes gulden op hun zal worden toegepast.
Afschrift dezes zal door tusschenkomst van den Wel Edelen Gestr. Heer Commissaris van het distrikt gezonden worden aan H.H. Ged. Staten ten fine van goedkeuring.
De Gemeente Raad voornoemd:
M. van de POEL
J. van de WEIJER
P. de VETH
A. MARTENS
H. BIEMANS
D. HENDRIKS
J. BIEMANS
J. WERTS
J.G. van EUPEN, Secrtrs.
Notaris A.F. BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 203. akte nr. 113.
d.d. 04-06-1849.
HENDRIK WILLEM BIEMANS, bouwman wonende te BAKEL, heeft o.a. de volgende onroerende goederen te BAKEL, gelegen in Sectie O de nummers:
214, bouwland groot 34 roeden en 30 ellen.
219, bouwland groot 20 roeden en 70 ellen.
231, bouwland groot 15 roeden.
238, bouwland groot 96 roeden en 50 ellen.
249, bouwland groot 53 roeden en 30 ellen.
260, weiland groot 7 roeden.
261, huis en schuur groot 3 roeden en 72 ellen.
262, bouwland groot 36 roeden en 50 ellen.
279, bouwland groot 11 roeden en 20 ellen.
302, weiland groot 87 roeden en 20 ellen.
316, weiland groot 41 roeden.
488, weiland groot 52 roeden en 70 ellen.
216, bouwland groot 44 roeden en 10 ellen.
217, bouwland groot 12 roeden en 60 ellen.
239, bouwland groot 44 roeden en 70 ellen.
245, bouwland groot 10 roeden en 60 ellen.
308, weiland groot 34 roeden.
317, weiland groot 39 roeden en 50 ellen.
505, weiland groot 52 roeden.
Notaris A.F. BOCHOLT te Helmond, inv.nr. 205. akte nr. 221.
d.d. 29-09-1849.
De kadastrale nummers in Sectie O te BAKEL wijken af van die genoemd worden in notarisakte 174 van 21-8-1845.
In deze akte zijn ze als volgt weergegeven:
208 + 210 moeten zijn 480 en zijn bouwland groot: 20 roeden en 44 ellen.
481 weiland groot: 18 roeden en 24 ellen,
482 heide groot: 58 roeden en 60 ellen.
Alles in BAKEL Sectie O.