1790 - 1799
“De Kroniek van Driek”.
Bakel en Milheeze 1790 - 1799
Bakel 1790.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 324, folio 30 verso.
d.d. 04-01-1790.
Compareerde ten huizen van ANTHONIUS de FOST, Meester Chirurgijn alhier, voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemd:
JUDOCUS BOTBERGEN, oud omtrent acht en twintig jaaren, Molenaars knegt van JAN van de LEEMPUT, Molenaar tot BAKEL, zijnde den comparant ook aldaar woonachtig, doch thans alhier present.
Denwelken tot requisitie van den Wel Edelen Gestrengen Heer WATSE SIBIUS van ANDRINGA, Drossard deezer Stad en Heerlijkheid HELMONT, voor de zuivere en oprechte waarheid verklaard waar en waarachtig te weezen:
Dat op Zondag den derden Januarij zeventien honderd en negentig, des namiddags en even in den avond, zich heeft bevonden, ten huizen en herberge van JOHANNES de VOCHT, in "DE ZWAAN" binnen deeze Stad, alwaar onder anderen zich mede bevonden, ANDRIES van MOORSEL, Molenaar alhier, deszelfs knegt JACOBUS WINCKENS, MATTHIJS VERHEIJEN Meester Schoenmaker, en GIJSBERT CROOIJMANS knegt van den Kuijper HENDRIK van ASTEN, alle woonachtig alhier.
Dat hij deponent aldaar in korsweil en vrolijkheid met gemelde JACOBUS WINCKENS en GIJSBERT CROOIJMANS, onder het drinken van eenige pintjens bier, eenige tijd hebbende doorgebragt, zonder eenige rusie, zo hij deponent niet anders weet, van daar zullende vertrekken, des avonds even na vijf uuren, met voorneemen om zich na het Stadhuis alhier te begeeven, alwaar des middags had gegeeten, en alwaar zijns meesters kar en paard was staande, dat alzo na afscheid te hebben genoomen, uit de herberg "DE ZWAAN" gaande, en tot in de voorhaart gevorderd zijnde, duidelijk heeft gezien dat kort wierd opgevolgd door voormelde JACOBUS WINCKENS, dat hij deponent voortgaande, den zelven JACOBUS WINCKENS, nadat bij hem deponent gekoomen zijnde, hem deponent, zonder dat weet denzelven alstoen eenig woord te hebben hooren spreeken, stilzwijgende met een mes van agteren heeft toegebragt, eene zeer zwaare sneede aan de rechter zijde van het hoofd, doorgaande van even over de wang tot boven en verre agter het oir. Item nog eene sneede boven het zelve oir, en eene sneede agter aan de rechter zijde van het hoofd, mitsgaders vier à vijf sneeden over de rechter schouder en boven de rechter borst, door de rok, eene sneede door de rok in de rechter zijde van de rug; dat gemelde JACOBUS WINCKENS alle de genoemde sneeden hem deponent hebbende toegebragt, zonder spreeken (zo hem deponent voor staat) zich heeft weggemaakt, als wanneer hij deponent, zijn stok onder het bekomen van gemelde wonden hebbende laaten vallen, welke door voorn. JACOBUS WINCKENS zoude opgeraapt en in de herberg "DE ZWAAN" gebragt zijn, alwaar denzelven nog zou zijn berustende, weder in dezelve herberg terug is gekeerd, van waar hij deponent door GIJSBERT CROOIJMANS, is geleid ten huize van ANTHONIUS de FOST, Meester Chirurgijn alhier, ten einde zich te doen verbinden en de bekoomene wonden te laaten geneezen.
Eindigende hij deponent hier meede deeze zijne verklaaring hebbende na duidelijke prelecture daar bij gepersisteert, en voor reedenen van welweetenheid geallegueerd, dat hem allen het geenen voorschr. ten vollen bewust en volkomen kennelijk is, en voorts als in den text, de waarheid van dien hebbende bekragtig met de woorden "Zo waarlijk helpe mij God Almagtig" hem wettig gestaafd en behoorlijk gedaan en afgelegd ten overstaan van NICOLAAS WALKART en QUIRINUS DIDDENS Schepenen binnen HELMONT op heeden den vierde Januarij zeventien hondert en negentig.
JUDOCUS BOTBERGEN
Q. DIDDENS
N. WALKERRT
Mij present H. TROMP Secrts.
O.R.A. Bakel en Milheez, inv.nr. 21, folio 22recto.
d.d. 05-01-1790.
Momboirs.
Op heeden den vijfden Januarij seeventien hondert neegentig zo hebben WILLEM JOZEPH JASPERS wonende alhier en ANTONY JANSE TEUNISSE woonende binnen de Heerlijkheid DEURNE als door Heeren Officier en Scheepenen alhier gekooren momboiren en voogden over het nog minderjarig kind van wijlen HENDRIK LOURENS CUIJPERS en zijne bevorens overledene huysvrouw CATHARINA WILLEM BIEMANS met naeme MARIA - den behoorlijken Eed staende hier voren Folio 6recto gedaan afgelegt en bij hem met de woorden; Soo waarlijk helpe mij God Almagtig aan handen van PEETER van der POEL President Scheepen Loco Officier beves-tigt. Coram WILLEM van OMMEREN en ARNOLDUS van GRIENSVEN Schepenen.
WILLEM IJOSEPH IJASPERS
Handmerk van ANTONY JAN TEUNISSE (kan niet schrijven)
W. van OMMEREN
A. v. GRIENSVEN
Mij present A.A. van NOORT Secrtrs.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 324, folio 32.
d.d. 07-01-1790.
Wij HENDRIK van HOOGERLINDEN en QUIRINUS DIDDENS Schepenen, mitsgaders HENDRIK TROMP Secretaris der Stadt en Heerlijkheid HELMONT certificeeren op den eed in den aanvang onser respectieve bedieningen gepresteert, dat wij ter requisitie van den Wel Edele Gestr. Heer WATRE SUBIUS van ANDRINGEN, Drossaard deeser gemelde Stadt en Heerlijkheid om op heeden dato ondergeschreeven, hebben begeeven ten huize van ANTHONIUS de FOST Mr. Chirurgijn binnen deeses Stadt, en dat aldaar ten overstaan, door den gemelde Chirurgijn is verbonden, JUDOCUS BOTBERGEN Molenaarsknegt van JAN van LEEMPUT Molenaar tot BAKEL, met eene zeer zwaar sneede aan de regter zijde van 't hooft, doorgaande van even over de wang tot boven en van agter 't oor. Item nog eene sneede boven het zelve oor, en eene sneede agter aan de rechter zijde van het hoofd, zijnde dit zoo als gemelde Chirurgijn declarerende het tweede verband.
En certificeren wij wijders, dat aan ons aldaar is vertoond, een ligt blauwe grijse rok van denzelve JUDOCUS BOTBERGEN, waar in wij bevonden hebben te zijn vier à vijff sneeden op de rechter schouder en boven de regter borst, mitsgaders eene sneede in de regter zijde van de rug, alle welke wonden en sneeden gemelde JUDOCUS BOTBERGEN heeft verklaard, hem op Zondag den 3e Januarij 1790 des avonds even na vijff uuren binnen deeze Stadt in de deur off even voor de huisinge van JOHANNES de VOCHT, in de herberg "DE ZWAAN" te zijn toegebragt, door JACOBUS WINCKENS Molenaarsknegt van AMANDES van MOORSEL Molenaar alhier.
Der t'oirconde hebben wij Schepenen en Secretaris voornoemd deese ter Prothocolle onderteekend binnen HELMONT op heeden den sevenden Januarij 1700 negentig.
Q. DIDDENS
H.D. v. HOOGELINDEN
Mij present H. TROMP Secrts.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 324, folio 33.
d.d. 09-01-1790.
Compareerd voor Schepenen der Stadt en Heerlijkheid HELMONT ondergenoemd:
ANTHONIUS de FOST Mr. Chirurgijn, woonagtig binnen deese Stadt, dewelke (na behoorlijke citatie zoo verklaarde) ter requisitie van den WelEdGestr. Heer WATSE SIBIUR van ANDRINGA, Drossaard deeser Stadt en Heerlijkheid HELMONT voorn., verklaarde waar en waaragtig te weezen, dat ten huize van hem deponent op Sondag den 3e Januarij 1790 des avonds ten klokke tusschen vijff en zes uuren, is gekoomen JUDOCUS BOTBERGEN Molenaarsknegt van JAN van de LEEMPUT Molenaar te BAKEL, versoekende om van hem deponent in zijne voorsz. qualiteit met de wonden die hadde bekoomen, verbonden, dat hij deponent daarop aen deselve JUDOCUS BOTBERGEN, heeft gevraagd, waar, en, door wie hem die wonden, waaren toegebragt, omtrent de huijsinge en herberg "DE ZWAAN" alhier, bewoond wordende bij JOHANNES de VOCHT, door JACOBUS WINCKENS knegt van AMANDUS van MOORSEL Molenaar alhier, door een mes, verklaarende wijders meergemelde JUDOCUS BOTBERGEN te hebben verbonden, met eene sneede off wonde aan de regter zijde van 't hoofd, doorgaande van 't opperkaak-been tot op het zelve oor, en eene agter aan de regter zijde van het hooft, en als toen te hebben bevonden, dat eenige takken, van de slaap-slagaderen waaren doorgesneeden.
Eindigende den deponent hier meede deeze zijne verklaringe hebbende na duydelijke prealectuure daar bij gepersisteerd, en voor reden van welwetendheid geallegeert als in den text, de waarheid van dien hebbende bekragtigd met de Eedwoorden " zoo waarlijk helpen mij God Almachtigh" hem wettig gestaafd en behoorlijk gedaan en affgelegd ten overstaan van HENDRIK DIRK van HOGERLINDEN G.zn. en QUIRINUS DIDDENS Schepenen binnen HELMONT op heeden den negenden January 1700 negentigh.
ANTHONIUS de FOST, Chirurgijn.
H.D. v. HOGERLINDEN G.zn.
Q. DIDDENS
Mij present H. TROMP Secrts.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 324, folio 34.
d.d. 11-01-1790.
Compareerde voor Schepenen der Stad en Heerlijkheid HELMONT ondergenoemd;
GIJSBERT CROIJMANS, oud circ vier en twintig jaaren, kuijpers knegt, woonende bij HENDRIK van ASTEN Meester kuyper binnen deeze Stad, dewelke (na behoorlijke citatie zo verklaarde) voor de zuivere en oprechte waarheid, ter requisitie van den Wel Edelen Gestrengen Heere WATSE SIBIUS van ANDRINGA, Drossard deezes Stad en Heerlijkheid, heeft verklaard waar en waarachtig te weezen; dat op Zondag, den derde January zeventien honderd negentig des namiddags, en in het vroeg van den avond, onder anderen, in gezelschap van JUDOCUS BOTBERGEN, Molenaars knegt van JAN van de LEEMPUT Molenaar te BAKEL, aldaar woonachtig, en van JACOBUS WINCKENS Molenaars knegt van AMANDUS van MOORSEL, Molenaar binnen deeze Stad, zich heeft bevonden ten huize en herberge van JOHANNES de VOCHT in "DE ZWAAN" alhier, dat aldaar te zaamen in vriendschap en vrolijkheid, eenige pintjens bier drinkende, gemelde JUDOCUS BOTBERGEN en JACOBUS WINCKENS na eenige woordenwisseling zich te zaamen na buiten begeevende, hij deponent, beneevens MATTHIJS VERHEIJEN Schoenmakers baas alhier, en zich des tijds in voorz. herberg bevindende, met dezelve na buiten is gegaan, en buiten zijnde, zo hem voorkwam, heeft gezien, dat JACOBUS WINCKENS na zijn mes taste, als wanneer, hij deponent, zulks bemerkende, tegens denzelve JACOBUS WINCKENS zo hem voorstaat, deese of diergelijke woorden heeft gezegd "gij behoevd hier geen questien te maaken, wat behoevd gij na u mes te voelen".
Dat weder te zaamen in gemelde herberg gekomen zijnde, en met elkander eenige glaasjens bier gedronken hebbende, na eenige woorden wisseling, JACOBUS WINCKENS, tegens JUDOCUS BOTBERGEN heeft gezegd, zo hem deponent nog voorstaat "gaar voor" als wanneer JUDOCUS BOTBERGEN na buiten is gegaan, en door JACOBUS WINCKENS gevolgd wierd; en maar even met hun beide buiten geweest zijnde JACOBUS WINCKENS weder is binnen gekoomen, hebbende een stok, welke even te vooren JUDOCUS BOTBERGEN had gehad, welke stok denzelve JACOBUS WINCKENS overreikte en gaff aan hem deponent, zeggende, zo hem deponent voorstaat, deeze of diergelijke woorden: "daar kuyper is de stok van DORISSE" (daar mede denoteerende JUDOCUS BOTBERGEN) dat hij deponent gemelde stok aanneemende aan JACOBUS WINCKENS vraagde: "waar is DORIS" daar mede bedoelende JUDOCUS BOTBERGEN, van den zelver ten antwoord bekwam: "ik weet hem niet" als wanneer gemelde JUDOCUS BOTBERGEN, terstond daar op meede binnen koomende, zijn hoofd met de hand vast houdende, hij deponent heeft gezien dat denzelven JUDOCUS BOTBERGEN zeer sterk bloede, en dat eenige sneede of wonde aan de rechter zijde van het hoofd had bekoomen; dat JACOBUS WINCKENS daar op terstond heen gaande, hij deponent gemelde JUDOCUS BOTBERGEN uit gemelde herberg heeft gebragt en onder den arm geleid ten huize van ANTHONIUS de FOST Mr. Chirurgijn alhier, ten einde zijne bekoomen wonden te laaten verbinden, van gemelde JUDOCUS BOTBERGEN heeft gehoord, dat hem de wonde met een mes door meer voornoemde JACOBUS WINCKENS waaren toegebragt, en dat hij deponent ook van gedagten is, dat zeeker dezelve wonde door niemand anders dan door gemelde JACOBUS WINCKENS, den nu dikwerf genoemde JUDOCUS BOTBERGEN zijn toegebragt.
Eindigende den deponent hier mede deeze zijne voorz. verklaaring, hebbende na duidelijke voorleezinge daar bij gepersis-teert, voor reedenen van welwetendheid allegerende dat hem allen het zelve zeer wel bewust en volkoomen kennelijk is. En voorts als in textu, de waarheid van dien hebbende bekragtigd met de Eedswoorden: "zo waarlijk helpe mij God Almagtig" hem wettig gestaafd en behoorlijk gedaan en afgelegd, aan handen van den Heer NICOLAAS WALKART Schepen Loco der Heere Drossard, ten overstaan van HENDRIK DIRK van HOGERLINDEN G.zn. en QUIRINUS DIDDENS Schepenen binnen HELMONT op heden den elfden January zeventien honderd en negentigh.
GIJSBERTUS KROIJMANS
H.D. v. HOGERLINDEN G.zn.
Q. DIDDENS
Mij present H. TROMP Secrts.
O.R.A. Bakel en Milheez, inv.nr. 21, folio 22verso.
d.d. 07-05-1790.
Op heeden den seevende Meij seeventien hondert en neegentig, zoo hebben DIONISIUS WILLEMSE wonende te GEMERT en MARTEN DIRK VREIJNSEN wonende alhier als door Heeren Officier en Schepenen alhier gekooren momboirs en voogden over de twee nog minderjarige kinderen van wijlen ADRIAEN VELDHOVEN en zijne bevorens overleedene huysvrouw JENNEKE LOURENS MARTENS met namen JENNEMARIA en CATHARINA - den behoorlijken Eed staende hier voren Folio 6recto gedaan afgelegt en bij hem met de woorden; Soo waarlijk helpe mij God Almagtig aan handen van PEETER van der POEL President Scheepen Loco Officier bevestigt. Coram PEETER NOOIJEN en ARNOLDUS van GRIENSVEN Schepenen.
DIONISIJS WILLEM
Handmerk van MARTEN DIRK VEREIJNSEN (kan niet schrijven)
P. NOOIJEN
A v. GRIENSVEN
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
Schepenbank Oud Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 43recto.
d.d. 11-05-1790.
Gezien bij Mijn Heeren den President en Schepenen van BAKEL en MILHEESE de requeste aan hun Eerw. gepresenteert door ofte van weegens MARTEN DIRK VREIJNSEN inwoonder alhier en DIONISIUS WILLEMSEN wonende te GEMERT als wettige aangestelde voogden over de twee nog minderjarigen naergelaten kinderen van wijlen ADRIAAN VELDHOVEN en zijne bevorens overleedene huysvrouw JENNEKE LOURENS MARTENS beide wonende alhier daarbij om gealegueerde reedenen verzoekende alle de gereede haeffelijke en erffhaeffelijke goederen mitsgaders teegen het aanstaende sayzoen de graenen ten velde publycq en voor alle man te verkoopen, ende vaste goederen te verhuuren off wel snoods mede voor alle man te verkoopen en ten gelde te maken.
Mijn Heeren President en Scheepenen voorsz. considereerende den staat waar in zig de pupillen door de Supplianten aan hun Eerw. gemeld bevinden en dezelve als onbekwaam tot het bestier der huyshouding en bouwerije oordeelende authoriseeren de Supplianten om de gereede goederen mitsgaders teegen het aanstaande saysoen de graenen ten velde publycq en voor alle man te verkoopen ende vaste goederen te verhuuren off snoods mede publyeq en voor alle man te verhuuren of te verkoopen; mits het applicaat der penningen bij behoorlijke bewijzen doceerende.
Actum den elfden Meij seeventien hondert neegentig.
P. v.d. POEL
P. van de KERKHOF
A. v. GRIENSVEN
P. NOOIJEN
Ter ondonnantie van dezelve
A.A. van NOORT, Secrtrs.
O.R.A. Bakel en Milheez, inv.nr. 21, folio 23recto.
d.d. 20-07-1790.
Op heeden den twintigsten Julij seeventien hondert en neegentig, zo heeft PETER MARTEN MANDERS inwoonder alhier als door Heeren Officier en Schepenen dezes Dorps genomineerde Curateur over de persoon en goederen van den innocente PIET PETERS van NEERVEN mede alhier woonagtig in huwelijk verwekt aen wijlenPEETER van NEERVEN en CATELIJN JAN MAASBROEK gewoond hebbende en overleden alhier den behoorlijke Eed staende hier voren Folio 6recto gedaan en afgelegt aan handen van WILLEM van OMMEREN Scheepen Loco Officier met de Eedswoorden: Zoo weerlijk mij God Almagtig helpen. Coram de ondergetekende Scheepenen.
PEETER THIJS MANDERS
A. v. GRIENSVEN
P. van de KERKHOF
Mij present A.A. van NOORT, Secrtrs.
Rijksarchief Den Bosch, Kommanderije Gemert, inv.nr. 057.01, nr. 38.
d.d. 21-07-1790.
Hoog Edel Wel Gebooren Heer!
Ter gedienstiger voldoeningen aan Uw Hoog Ed.Welgeb. altooz geeerbiedigden brievletteren, van den 19den dezer hebbe ik de eer Uw Hoog Ed Wgebr. zo spoedig doenlijk te antwoorden op het 1ste dat de redenen, uit welke Regenten van BAKEL Limiten revisien verzoeken, vermoedelijk zijn deezer, dat zij de schijdpalen, die er voorheen, zo als ik geinformeerd worden, maar bij provisie gesteld en thans gedeeltelijk vergaan off weg geraakt zijn gaarne vernieuwd hadden, vermits dezelve ten haaren voordeele stonden.
Op het 2de dat er, zo ik vermeen terloops, en met eene halve oogen gezien te hebben, in de commen bewijzen berustende zijn, volgens welke de voorschr. bij provisie gestelde paalen verre op het grondgebied dezer Heerlijkheid staan zouden.
Op het 3de dat ons uit het voorige blijkt dat het die beide gemeentens daar omtrent niet eens zijn.
En wat het 4de aan betreft daar omtrent koomt mij voor dat juist in gevolgen Uw Hoog EdWGebr. gevoelen diend gehandeld, - en meenen zelvs des noots bewijzen hier in de Commen berustenden te konnen bijbrengen dat reets in den jaren 1540 tusschen die beide gemeentens in soortgelijken paalschijdingen eenen Landmeeter is geassumeerd.
Voorts denken ik morgen na BAKEL te gaan, en aanstaande Zaterdag, wanneer het vergadering is over de zake van BLANKAARTS, geemeends archiven daarop betrekkelijk na te zien.
En UwHoogEdWgbr. dan aanstonds zo maar het minste ondekke, nader en op het allernauwkeurigste daar van kennisse te geeven.
Inmiddels neem de vrijheid van mij met de uiterste volvaardigheid en waare Hoogachting te noemen.
Hoog Edel Wel gebooren Heer,
GEMERT 21 Julij 1790
Uw Hoog EdWGebr. Dienaar
H. v. MOORSEL Dros Scholtus.
Rijksarchief Den Bosch, Kommanderij Gemert, inv.nr. 057.01, nr. 38.
d.d. 29-07-1790.
Aan Dhr. Drossard Van MOORSEL GEMERT.
Weledele Heer Drossard!
Wegens de schijdinge tusschen de Gemeenten GEMERT, ende BAKEL hebbe ick in de Ballije Archiven differente recherchen gedaan, ende in eenen Document van de Hertog ANTON van BRABANT de 5 Januarii 1411 volgende expussie gevonden: meijnende (die Heeren van de Duijtschen Orden) dat onse onderseten, en gemeijnte (van BAKEL) vorder over hen aengetast hebben, dan die oude Karten inhouden, die si van Hertogen JANS tiden Zeliger gedenkenissen hebben, welke Karten die palingen Ons Dorps van BAKEL vorschreven, ende die Heerlijkheid van GEMERT clertie onderscheiden, ende daarop volght het verbod dat die van BAKEL niet over hunne palen aen de Heerlijckheit GEMERT tasten en zullen.
N.B.
Zie verder het document van 1411 !
P.S.
U W.Ed. believe mij te schrijven ofte de limiten tusschen GEMERT ende BAKEL op de kant van DE PEDEL wesen.
In deese gevalle zouden misschien in de Documenten over DE PEDEL Requisitie eenige narigten te vinden zijn. Ick kan hierover niet oordeelen, dewijl ik het locale niet nauwkeurig genog kenne.
Schepenbank Oud Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 28.Folio 44verso.
d.d. 26-10-1790.
Genegt gehouden ten Raadhuyze van BAKEL en MILHEEZE op Dingsdag den 28e October 1790.
Present de Heeren:
PEETER van der POEL President, ARNOLDUS van GRIENSVEN, PETER NOOIJEN, JAN CLUIJTMANS, PEETER COX Schepenen.
Gezien bij Mijn Heeren den President en Schepenen dezes Dorps van BAKEL en MILHEESE de requeste aan hun Eerw. gepresenteert door ofte van weegens ANNA MARIA van den BROEK weduwe wijlen PEETER JOOST MANDERS tans wonende tot TERHORST tendeerende: dat zij Suppliante was ontwaergeworden, dat nu wijlen voorzeide haeren man in zijn leeven alhier gewoond hebbende en eenige vaste goederen alhier gelegen publycq en voor alle man verzogt hadde, dog dat zij Suppliante was ontwaergeworden dat er nog een heytveld geleegen alhier agter de kerk ter grootte van omtrent drie en een halff Lopense als mede om het anders jaar omtrent een kar hooij gaende uijt DE WAARD onder de Stad HELMOND geleegen waren verkogt gebleeven; dat sij Suppliante haar beneevens haare kinderen in een armoedige toestand was bevindende, om die reeden tot haar en haare kinderen onderhoud wel geneegen zoude zijn het voorsz heijtveld en kar hooij in DE WAARD onder de Stad HELMOND geleegen te verkoopen, dan welk te doen sij Suppliante eijgener authorisatie onbevoegd waare on waar toe zij over zulx onze authorisatie in forme was verzoekende.
Mijn Heeren President en Scheepenen voorsz. gezien het verzoek hier boven gedaan.
Gemeentearchief Helmond, inv.nr. 4021, folio 205recto.
d.d. 27-12-1790.
Compareerde voor Schepenen der Stadt en Heerlijkheid HELMONT ondergenoemd;
DIRK LOURENS CUIJPERS en WILLEM JOSEPH JASPERS beide woonagtig te MILHEEZE, den eerstgenoemde voor zig zelve ende laatstgenoemde als aangestelde voogd over het minderjarig kind van wijlen HENDRIK LOURENS CUIJPERS en zijne bevoorens overledene huisvrouwe CATHARINA BIEMANS, genaamd MARIA mede tot MILHEEZE voornoemt woonagtig, en tot het navolgende behoorlijk geauthoriseert bij decreet en authorisatie van Heeren Drossaard en Schepenen der Heerlijkheeden DEURNE & LIESSEL zijnde van dato 17 November 1790.
Dewelke verklaarden alsoo te cedeeren, transporteeren, en in vollen en vrijen eigendom op te dragen en over te geven aan ende ten behoeve van ANTHONY JANSE TEUNISSE woonagtig te DEURNE voorsegt;
De onverdeelde helft in een agste gedeelte van eenen beemd, gelegen alhier onder de Jurisdictie deeser Stadt genaamd DEN GROOTEN HURKENSBEEMD groot voor 't geheel 13 Lopense 16 Roeden.
Zijnde allodiaal goed zoo verklaard werd, losch ende vrij, uitgenoomen s'Lands en Stadts Lasten, nabuurlijke regten en servituten, en den Chijns van der gronden in dien niet regt bevonden mogt worden, eenige daer uittegaan, aan te vaarden terstond met de Lasten, ingaande pro Januarij 1791.
Geloovende de transportanten dit cedeeren transporteeren en overgeeven in voegen en ten behoeven als voor altijd te zullen houden en doen houden, voor goed vast, steedig ende van waarden mitsgaders voorn. getransporteerde te zullen vrijen weeren en guarandeeren van alle commer actie en aantaal die meer dan voormeld, daarinne mogte weesen off bevonden worden onder verband als na regten.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGERLINDEN en FREDERIK BARTELS Schepenen binnen HELMONT op heeden den seven en twintigste December 1700 negentigh.
DIRK LOURENS CUIIPERS (handmerk, kan niet schrijven)
WILLEM IJASPERS
G. v. HOGERLINDEN
F. BARTELS
Mij present, H. TROMP, Secrt.
! In de marge !
Vermits de voorst. getransporteerde goederen met andere goederen gelegen onder DEURNE & LIESSEL, in eene massa zijn verkogt, en bij 't transport te DEURNE den 6e December 1790 daar van den 40e penning is betaald diend zulks alhier voor Memorie.
Bakel 1791.
Oud Rechtelijk Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze. inv.nr. 28, Folio 46recto.
d.d. 08-02-1791.
Gezien bij Mijn Heeren President en Scheepenen dezes Dorps van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan hun Eerw. gepresenteert over ofte van weegens JOHANNA DONKERS Weduwe en Boedelhoudster van wijlen JOHANNIS van GRIENSVEN wonende alhier, daerbij te kennen geevende dat zij Suppliante door het overlijden van gemelde haeren man is geworden togter der vaste onroerende goederen door hem naergelaten, dat onder dezelve vaste goederen was gehoorende een huyske en eenig lande genaemt DEN HEIJCAMP gestaen en geleegen alhier tot MILHEEZE voorsz., dat het zelve van zulk een geringe waarde is dat daarvan egeener keinde voordeel kan trekken, alzo daarop niet dan oyt vermogende lieden krijgen kan die buyten staat zijn eenige huur te betaelen en het huysken en land nog meerder doen vervallen, dat zij Suppliante daer van nog jaarlijx de lasten moet betaelen en het huysken onderhouden, allen'twelke tot haar groot nadeel was strekkende waerom nu te raeden was gewerden het zelver publycq en voor alle man te verkoopen daer waar toe eigener authoriteit onbevoegt zijnde wat zij Suppliante daartoe onze authorisatie in forma was verzoekende.
Mijn Heeren President en Schepenen voorsz. gezien het versoek hierboven gedaan en daarop gehoort het mondeling berigt en belang van den Heer JOHANNIS van GRIENSVEN Pastoor alhier en ADRIAAN van de MORTEL mede alhier woonagtig als naaste van den bloede van den Suppliantes minderjarige kinderen accordeeren de Suppliante haer verzoek en authoriseeren dezelve diens volgens tot het doen der verkopinge hier bovengemelt mits den cooper of koopers daer inne nog costume locaal te vesten erven en dat preventie ten meesten voordeele employeerende.
Actum den agsten February 1700 een en't neegentig.
P. v.d. POEL
W.van OMMEREN
P. van de KERKHOF
P. NOOIJEN
J. KLUIJTMANS
PEETER COX
Mij present A.A. van NOORT. Secrtrs.
Oud Rechtelijk Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze. inv.nr. 28, Folio 47recto.
d.d. 01-03-1791.
Gezien bij Mijn Heeren President en Schepenen van BAKEL en MILHEEZE d'requeste aan hun Eerw. gepresenteert door ofte van weegens JOHANNIS CUYPERS en PEETER van de VEN als wettige aangestelde voogden over het nog minderjarig naergelaten kind van wijlen HENDRIK van de VEN en JOHANNA GOORT JOORDEN alle woonende alhier, daarbij om geallegueerde reedenen en verzoekende het grootenderlijk erffdeel over voorseiden minderjarige door nu wijlen JOEST JOORDENS verstorve bestaande in een derde part in de meubilaire en naergelatene vaste goederen, met de andere mede erffgenaemen publycq en voor alle man te verkoopen; daertoe mede gezien het consent der naaste vrienden van gezeide minderjarige voor het versoek van hen supplianten adviseerende.
Mijn Heeren President en Scheepenen voersz. accordeeren het versoek der Supplianten deezer gedaan en authoriseeren dezelve tot het doen der verkoopingen in deze gemeld den kooper oft koopers in de vaste goederen nae costume locaal te vesten en erven en het applicaat der penningen bij behoorlijke bewijzen te doceeren.
Actum den eersten Maart seeventien hondert een en tneegentig.
P. v.d. POEL
A. v. GRIENSVEN
P. NOOIJEN
W. van OMMEREN
P. van de KERKHOF
J. KLUIJTMANS
PEETER COX
Mij present A.A. van NOORT, Secrtrs.
Recht. Bakel, O.R.A. inv.nr. R 241, folio 224verso.
d.d. 20-07-1791.
Compareerde voor Schepenen van BAKEL en MILHEEZE nagenoemt PETER MARTEN LAMBERS inwoonder alhier dewelke bekend en verklaart zoals doet bij deze wel en deugdelijk schuldig te zijn aan en ten behoeven van JOHANNEIS MICHGELS mede alhier woonagtig eene capitaale somme van vijftig gulden tot twintig stuyvers Hollands iederen gulden gereekend. Spruytenden deze schuld ter zake van deugdelijke geleende en bij hem comparanten ten dank ontfange Penningen zo verklaart renuntieerende over zulk van de exceptie van onaangetelden gelde en van alle andere exceptien en beneficien van regt hem comparant eenigzints kunnende te staade komen, het zij in regte off daarbuyten, beloovende hem daarmede nooijt off ooijt te zullen behelpen maar in teegendeel de voorzeide capitaale somme van vijftig gulden aan den houder dezer off zijn regt verkrijgende te zullen betaelen heeden over een jaet en daervan intresse te zullen geeven twee gulden jaerlijx en bij langer onderhoudinge in betaalingen vandien zelver intrest te zullen blijven continueeren tot de volle en geheele voldoeninge en aflossinge der capitaale somme toe, dog in gevalle van opzegginge off afflossinge van voorzeide somme zal men gehouden zijn malkanderen drie maanden voor den verschijndag behoorlijke opzeggingen te doen welke kosten van opzegginge als mede de kosten van cassatie met den gevolge en aankleeven van dien door den geloover zullen moeten worden gedraegen. Tot naerkoming en welvoldoeninge van allen 't geene voorsz. staat en elk point van dien verbind den geloover specialijk hiermede zodanige vaste goederen als alhier ter plaatse genaamt NEERSTRAAT geleegen en hem comparant competeerende zijn.
En voorsz. generalijk zijn geloovers perzonen alle zijne goederen hebbende en verkrijgende egeene vandien uijtgezondert. Houdende dus ingevalle van wanbetalinge van capitaal of intresse voorsz. alle zijne vaste goederen bij deze voor de hand ligt omme dezelve zonder solemniteiten van evictie tot verhaal van capitaal en intresse voorsz. bij decreet van Heeren Scheepenen alhier waar in den geloover nu en voor als dan is consenteerende publijeq en voor alle man Ad opus habentium te verkoopen, renuntieerende ten dien einde van alle oppositien mitsgaders van de beneficien van verbuting en evictie en niet anders noodwendig dan de vertooning dezer acte.
Het capitaal is f. 50
waar van den 40e penning ter secretarije van BAKEL betaalt is tot f. 1. 5. 0.
Aldus gedaan en gepasseert binnen BAKEL voorsz. den twintigsten Julij zeventien hondert een en neegentig ten overstaan van WILLEM van OMMEREN en PEETER van de KERKHOF Scheepenen.
Dit merk is door PEETER MARTEN LAMBERS + zelff gestelt verklaart niet te konnen schrijven.
W. van OMMEREN
P. van de KERKHOF
Mij present A.A. v. NOORT secrs.
R.A. Helmond, inv.nr. 324, folio 258.
d.d. 01-10-1791.
Alsoo FRANCISCUS RUTTEN van HELMONT in leven Cappelaan van St. Gomaire kerk, en Pater van 't klooster van SION, binnen de Stadt LIER, volgens desselfs testament voor den Notaris JACOB HASENS in den Jaere 1500 negentien opgerigt; onder anderen gefundeer heeft eenen Beurse van dartigh guldens in Castro te studeeren, usque ad promotionem en langer niet, en tot Collecteur van deeze Beurse aangesteld de Kerkmeester van de Stadt HELMONT voors.. En vermits derselven Beurse thans vaceerende is, door 't einde van de studie van den Heere ADRIANUS JOHANNES BEELS; soo is voor ons GERHARDUS van HOGERLINDEN en JAN WILLEM SANDERS Schepenen der Stadt HELMONT, Quartiere van PEELLAND, Meyereije van S'BOSCH; gecompareerd, HENDRIK DIRK van HOGERLINDEN G.zoon, Kerk-meester der Kerke alhier; dewelke verklaart deselve Beurse te hebben geconforeert, bij ende mits daarom aan JOHANNES WILHELMUS BIEMANS geboortigh van BAKEL, omme geduurende sijne studie in de Pedagogie van CASTRUM binnen de Stadt LOVEN, dog niet langer als voor den teid van twee jaaren, met den agterstal van dien, bij denselve genooten en geprofiteerd te worden versoekende dierhalve aan alle ende een iegelijk denselve JOHANNES WILHELMUS BIEMANS tot het voors. beneficie volkomentlijk te admitteeren, en hem daar van te laten gaudeeren ingevolge dan inhoude van voors. testamente. t'Oirconde der waarheid hebben wij Schepenen voornd. de Minute Protocollaris beneevens den comparant en mij ondergeschreeve Secretaris behoorlijk onderteekend binnen HELMONT op heeden den eerste October 1700 een en negentigh.
H. d.v. HOGERLINDEN Gz.
G. v. HOGERLINDEN.
JAN WILLEM SANDERS.
Mij present H. TROMP Secrts.
Bakel 1792.
Oud Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 21. Folio 23verso.
d.d. 03-01-1792.
Op heeden den derden January seeventien hondert twee en neegentig, zo hebben PEETER HUYBERT JANSEN en JAN JANSEN als door Heeren Officier en Scheepenen de Dorps aangestelde en verkooren momboiren en voogden over JOACHIMUS en GERARDUS minderjarige kinderen van wijlen JOACHIMUS MANDERS en MARIA HUYBERT JANSEN; den behoorlijken Eed staande hier boven gedaan en af-gelegt en bij hen uytgeswooren aan handen van PEETER van de POEL President Scheepen Loco Officier met de Eeds woorden: Zoo waarlij helpe mij God Almagtig. Coram de ondergetekende Schepenen:
PEETER HUYBERT JANSEN
Handmerk van JAN JANSE (kan niet schrijven)
W. van OMMEREM
A. v. GRIENSVEN
Mij present: A.A. van NOORT, Secrts.
Oud Rechtelijk Archief, Schepenbank, Bakel en Milheeze. Folio 49verso.
d.d. 15-08-1792.
Gezien bij Mijn Heeren Scheepenen des Dorps en dingbanke van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan hun Eerw. gepresenteerd door WILHELMUS van den HEUVEL Roomsch Priester en Capellaan te BOEKEL Lande van RAVESTEIJN en JOHANNIS LIEBREGTS woonende te OORSCHOT beijde in qualiteijt als bij hun Eerw. aangestelde en beëedigde voogden over ISABELLA MARIA SCHEEPENS eenige minderjarige nagelaeten dogter van wijlen HENDRIK SCHEEPENS en ALLEGONDA van den HEUVEL in leeve egte lieden gewoont hebbende en overleeden alhier, tendeerende dat gemelde ALLEGONDA van den HEUVEL na overlijden van voorsz. haaren man zig ten tweeden huwelijk hebbende begeeven met JAN van der LEEMPUT tans woonende te GELRE met deze haaren tweede man staande hun huwelijk te zamen hadden opgezegt en den seevenden November 1787 voor den geregte alhier gepasseert hun lieden mutueel testament <= wederzijds testament> en daar bij de langstleevende van hun beijde genomineert en geinstitueert tot zijne off haeren eenige off universeele erffgenaam off erfgenamen gereserveert de legitime portie ten behoeve van haar kind off kinderen dat voirsz. ALDEGONDA van den HEUVEL de voorsz. testament met de dood heeft geconfirmeert met agterlating van voorsz. haare dogter ISABELLA MARIA SCHEEPENS en haaren tweeden man JAN van de LEEMPUT voornoemt zonder eenig kind off kinderen in voorsz. tweeden huwelijk verwekt in leeven na te laaten dat vervolgens de Suppliante na rijpe beraadinge in voorsz. testamentaire dispositie hadden bevonden het provitabelst <= het voordeligste> te weezen dat de gemelde legigtime portie uijt de nalatenschap van gedagte ALDEGONDA van den HEUVEL volgens de juijste en opregte waerde in gelde door den erffgenaam worde voldaan dan met hem begrepen hebben dat dezelve waerde niet precieser als door middel van eene publicwue verkooping der nagelaten vaste goederen konde worden gevonden. Dat mits dien dan voornoemde JAN van de LEEMPUT na onderling overleg met de Suppliante gemaekt den koren wind moolen en Moolen Kampke gestaan en geleegen te STIPHOUT en een gedeelte des nalatenschap uijtmakende ten overstaen van Drossard en Scheepenen binnen STIPHOUT op den dartigsten November en veertiende December 1790 publiecq en voor alle man heeft verkogt om ooyt de cooppenningen na aflossing der lastinge capitaalen daer op gehypothequeerd aan de Supplianten in hunne voorsz. qualiteijt te voldoen de legitime portie hun gemelde pupillen competeerende dat gelijk de voorsz. molen met het Molen Kampke vrij duur verkogt en daar van geprovenieerd <= opgeleverd> in eene notabile en onverwagte somme van vier duijsend een hondert en tien gulden. De Supplianten dan ook in dat volle vertrouwe vereeren dat ieder met hun - en voor al hun Eerw. de voorsz. verkooping zullen lauwdeeren dan dewijl de Supplianten egter hun Eerw. wilde irkennen als oppervoogden zoo keerde de supplianten sig tot hun Eerw. de voormelde verkooping in alle gevallen zoude gelieven te approbeeren mits uyt voorsz. cooppenningen aan de Supplianten q.q. werden voldaan de legitime partie aan hun opgemelde pupille competeerende.
Mijn Heeren Scheepenen voornt. approbeeren de voormelde verkooping in voege hier voorgemeld onder deeze expresse mits nogtans dat uijt den voorschreeve cooppenningen ten behoeven van de voorsz. minderjarige in de requeste gevoerd zal moeten worden voldaan de legitime portie dezelve in de voorsz. cooppenninge competeerende en dat de Supplianten in haare te doen reekening die voor ontslag zullen moeten brengen.
Aldus gegeven binnen BAKEL op heede den vijfftiende Augustij seeventien hondert twee en neegentig, present de ondergeteekende,
W. van OMMEREN
P. van de KERKHOF
P. NOOIJEN
PEETER COX
Mij present P. v.d. POEL Schepenen.
< niet leesbaar >
Loco Secr.
Bakel 1793.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 52recto.
d.d. 30-07-1793.
Gezien bij Mijn Heeren President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan hun Eerw. gepresenteert door ofte van weegens GOERT van de VEN inwoonder alhier daartoe te kennen gevende, dat voor ruym zes maanden geleden van de kinderen en erffgenamen van wijlen HENDRIK MARTENS alhier hadde gekogt zeekere huijzinge, schuur en stallinge gestaan en geleegen alhier aan HET NUIJENEIND.
Dat hij Suppliant bevonden hebbende dat aan dezelve huijzinge en schuure veele reparatien vereijscht werden, dan zig onveer zien vindende van de nodige materiaalen tot herstellinge van dien intusschen het ongeluk gehad heeft, dat op den 30e July 1793 jongstleeden, door een fellen stormwind vergezelt van sterke plas reegens een gedeelte der zelve huijzinge met meer anderen is ingestort en van dak berooft geworden. Hij Suppliant dus genooddrongen was, dat zelve te doen herstellen en getimmert.
Verzoekende alvoorens daartoe over te gaan de toegebragte defecte aan dezelve huijzinge en schuure door ons in oogenschijn genomen, en van de noodzakelijke reparatie en vernieuwinge daar aan bevonden aan hem Suppliant een behoorlijke acte van belijding uyt te rijken.
Mijn Heeren President en Scheepenen het voorsz. verzoek overwogen hebbende accordeeren aan den Suppliant de bij hem ver-sogte belijdinge, en commiteeren tot dien einde den President Van der POEL beneevens den Scheepenen Van GRIENSVEN en RAIJMAKERS.
Actum den dertigsten July seeventien hondert drie en neegentig.
P. v.d. POEL
A. v. GRIENSVEN
W. RAIJMAKERS
P. NOOIJEN
W. van OMMEREN
J. KLUIJTMANS
PEETER COX
Ter ordonnance van dezelve
A.A. van NOORT.
Schepenbank Oud Archief, inv.nr. 294, folio 100 verso.
d.d. 27-08-1793.
Compareerde voor Heeren Scheepenen dezes Dorps van BAKEL en MILHEESE nagenoemt SOPHIA de RELOUW Weduwe en Boedelhoudster van wijlen JAN MARTENS zijnde voor zoveel des noods geadsisteerd met WILBERT RAYMAKERS als haeren ten deezen gekoozen momboir, wonende alhier, dewelke verklaert bij deze afstand van togt te doen van het vrugt gebruik dat mits het overlijden van haeren man, JAN MARTENS voorsz. haer was competeerende aen alle zodanige vaste en erffelijke goederen als zij staande Egt met denzelven bezeeten heeft, en alhier ter plaatse genaamt DE NEERSTRAAT geleegen zijn. Bestaande in twee huijsen, erf en aangelag groot 3 Lop: 12 Roeden, No. 783.
Item een perceel land van twee veldjes groot een en een half Lop.. No. 724.
Item een perceel land van een veldje groot twintig Roeden. No. 726.
Item een perceel land geleegen in drie veldjes groot 2 Lop: 46 Roeden. No. 731.
Item een perceel land geleegen in een veldje groot een Lop. 20 Roeden. No. 735.
Item een perceel land geleegen in een veldje groot een Lop. 17 Roeden. No. 737.
Item een perceel land geleegen in drie veldjes groot drie Lop. 21 Roeden. No. 743.
Item een perceel land geleegen in vier veldjes groot zeeven Lop. agt Roeden. No. 745.
Item een perceel land geleegen in twee veldjes groot een Lop. 29 Roeden. No. 780.
Item een perceel land geleegen twee veldjes groot drie Lopensen. No. 787.
Item een huijs, hoff en aangelag met groes en land daarbij te zamen groot vier Lop. 24 Roeden. No. 803.
Item een groesveld groot vijff Lop. 10 Roeden. No. 807.
Item een perceel land van ses veldjes groot zeeven Lop. zeeven Roeden. No. 807.
Item een perceel land en groes groot een Lop. 47 Roeden. No. 818.
Item een perceel land van een veldje groot 47 Roeden. No. 822.
Item een perceel land van twee veldjes groot 2 Lop. agt Roeden. No. 852.
Item een perceel groese groot dertien Lopense. No. 873
Item een perceel land aan de MESTWEG groot een Lop. 30 Roeden. No. 876.
Item een perceel land van twee veldjes groot twee en een half Lop.. No. 893.
Item een perceel bouland van twee velden groot een Lop. 38 Roeden. N. 696.
Beneevens alle de Erffhaeffelijke en meubile goederen, door overlijden van voormelde haeren man op haer comparante ter togt gedevolvoort, verklaert de tot dien haere drie kinderen, JOOST JAN GERITS als in huwelijk hebbende CATHARIENA JANS MARTENS, PETER van BERLO als in huwelijk hebbende JOSIENA JAN MARTENS en MARTINUS JAN MARTENS alle mede alhier woonagtig, hebben in de Rolle en actueele possessie van alle de voormelde zo erffelijke, erffhaefelijke als meubile goederen, zonder daer aan eenig regt meer te willen hebben of te behouden mits dat haere voorzeide kinderen zullen schuldig en gehouden zijn de Comparante te alimenteeren en onderhouden haar leeven lang geduurende in goed logement, kost en drank zo in ziekte als gezondheid als mede in linne en welke kleederen bewassen, stoppen en repareren van dezelves wel en na behoern, anders in geval de Comparante liever op haer zelver zoude willen wonen en haer eigen kost en drank doen etc:.
Zo zullen deselve haere drie kinderen gehouden zijn aan haer Comparante jaerlijks uijt te keeren en te betaelen de somme van Zeeventig guldens alle drie maanden van een geregte vierde part te voldoen.
En zijn meede gecompareert JOOST JAN GERITS als in huwelijk hebbende CATHARINA JAN MARTENS, PEETER van BERLO als in huwelijk hebbende JOSIENA JAN MARTENS en MARTINUS JAN MARTENS dewelke verklaeren bij deze te accepteeren en aan te neemen het aff gaan van Togte der voormelde vaste goederen. Beloovende in voegen voorsz. de voorszeide haere Moeder SOPHIA de RELOUW te zullen onderhouden in Logement, kost en drank geduurend haer leeven lang zo in ziekte als gezondheid en bewassen, naaijen, stoppen ende repareren van haere Linne, wolle en andere kleederen. Beloovende alle de voorzeide Comparanta dat ingevalle voormelde haere moeder liever op haer zelve zal willen wonen aen haer jaerlijks uyt keeren en te voldoen de somme van zeeventig gulden alle drie maanden zoals voorsz. te betaelen, te weten door de twee eerste comparanten ad vijff en twintig gulden ieder jaarlijks en over de laatste comparant ad twintig gulden jaarlijks te betaelen alle drie maanden voor een geregte vierde part.
Geloovende zij drie laatste comparanten het geene voorschreeven altijd te zullen houden, naerkomen en gestand doen, onder verband van hunne personen en goederen hebbende ende verkrijgende als nae regten.
Aldus gedaan en gepasseert binnen BAKEL voorsz. desen Seeven en twintigsten Augusty Seeventien hondert drie en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL en ARNOLDUS van GRIENSVEN Scheepenen.
VROU JAN MARTEN
W. RAIJMAKERS
Dit X merk is door JOOST JAN GERITS zelf gestelt verklaert niet te konnen schrijve.
Dit X merk is door PEETER van BERLO zelf gestelt verklaert niet te konnen schrijven.
Dit X merk is door MARINUS JAN MARTENS zelffs gestelt verklaert niet konnen schrijven.
P. v.d. POEL.
A. v. GRIENSVEN
Mij present A.M. van NOORT.
Dit is een transcriptie van Dhr. Wim Verhoeven te Milheeze.
Schepenbank Oud Archief, inv.nr. 294, folio 104 verso.
d.d. 27-08-1793.
Compareerde voor Heeren Scheepenen van BAKEL en MILHEESE nagenoemt JOOST JAN GERITS als in huwelijk hebbende CATHARINA JAN MARTENS, PEETER van BERLO als in huwelijk hebbende JOSIENA JAN MARTENS en MARTINUS JAN MARTENS alle inwoonderen alhier, dewelke bekennen en verklaeren met malkanderen aan te gaan en maaken een minnelijke en wettige Erffscheijdinge en Deijlinge van zodanige vaste en onroerende goederen als alhier ter plaatse genaamt DE NEERSTRAAT staande en geleegen en hen Comparanten bij acte van afstand van Togt door haere moeder SOPHIA de RELOUW Weduwe JAN MARTENS op heden dato op voorgenoemt gepasseert aen gekomen zijn, en welke Scheijdinge en Deijlinge werd gedaan in voegen en manieren na volgende.
Eerstelijk zo is met den Eersten minnelijke Loote ten deele gevallen aan JOOST JAN GERITS als in huwelijk hebbende CATHARINA JAN MARTENS de helft in een perceel lands genaamt HET HOEKENDAAL groot in ’t geheel een Lop. 3 Roeden No. 696.
Item een perceel land neven GOERT WEERTS groot een en een half Lop. No. 724.
Item de helft in een perceel land neven DIRK MICHGELS groot in ’t geheel twee Lopensen ses Roeden. No. 731.
Item een perceel land neven de gemeente groot 2 Lop. 21 Roeden. No. 743.
Item de helft in een perceel land neven de Kinderen TIJS MANDERS groot in ’t geheel een Lop. 29 Roeden. No. 780.
Item het huijs en aangelag met drie vierde Lopense in de groeze daeraan maakt groot in ’t geheel 3 Lop. 12 Roed. No. 783.
Item een derde part in de groes neven JAN van BERLO, groot in ’t geheel 5 Lop. 10 Roeden. No. 807.
Item een derde part een perceel land genaamt DEN HULSBOS tusschen DE STEEG en DE STRAAT groot in ’t geheel 7 Lop. 7 Roeden. No. 817.
Item een perceel land neven DE STRAAT en DIRK MIGGELS groot 47 Roede N. 822.
Item de helft in een perceel land op DE CRABBE groot in ’t geheel 2 Lop. 8 Roede. No. 852.
Item een derde in de groes aan DE LOOP genaamt HET EEUZEL. No. 873.
Item de helft van een perceel land op DE CRABBE groot in ’t geheel 2 Lop. 25 Roede. No. 893.
Item en laatstelijk een derde in ’t land neven JAN van BERLO groot in ’t geheel drie Lop. waer van PETER van BERLO twee derde heeft. No. 787, dog zal hij condivident gehouden zijn PETER van BERLO om het ander jaar na dit veld te weegen.
En is met den tweede Cavel ten Loote en deele gevallen aan PEETER van BERLO als in huwelijk hebbende JOSIENA JAN MARTENS. Eerstelijk een perceeltje land neven PEETER MARTENS, groot 20 Roeden. No. 726.
Item de helft in een perceel land neven DIRK MICHGELS groot in ’t geheel 2 Lop. 6 Roeden. No. 731.
Item een perceel land neeven de Kinderen GOERT PEETER CLAASE groot een Lop. 17 Roeden. No. 737.
Item de helft in een perceel land neven LAMBERT MARTENS groot in ’t geheel 7 Lop. 8 Roeden. No. 765.
Item de helft in de groes aen HET HOOGHUIJS groot in ’t geheel 2 Lop. 12 Roeden. No. 803 en drie vierde Lopense in het land daerbij en aangeleegen.
Item een derde part in de groes neeven JAN van BERLO, groet in ’t vijff Lop. 10 Roeden. No. 807.
Item een derde part in DEN HULSBOSAKKER groot in ’t geheel 7 Lop. 7 Roeden. No. 817.
Item een perceel groes en land tusschen DE STEEG en DE STRAAT groot te zamen een Lop. 47 Roeden. No.818.
Item een derde in de groes aen DE LOOP off HET EEUWSEL. No. 873.
Item een perceel land aan DE MISTWEG groot een Lop. 30 Roeden. No. 870
Item en laatstelijk tweederde parten in het land neven JAN van BERLO geleegen in twee velden groot in ’t geheel drie Lopense welk van JOOST JAN GERITS een derde heeft gequeteert. No. 787.
Ende is met den derden en laatsten minnelijken Cavel ten Loote en deele gevallen aan MARTINUS JAN MARTENS een perceel bouland neeven HENDRIK JAN GEEVEN groot een Lop. 20 Roeden. No. 735.
Item de helft in een perceel land neven LAMBERT MARTENS groot in ’t geheel 7 Lop. 8 Roeden waervan PEETER van BERLO de helft heeft gequeteert. No. 745.
Item de helft in een perceel land neven de Kinderen MATTIJS MANDERS waervan JOOST JAN GERITS de helft heeft groot in ’t geheel een Lop. 29 Roeden. No. 780.
Item een huis en aangelag met drie vierde Lopense land daerbij en de helft in de groes. No. 783.
Item een derde in de groes bij JAN van BERLO groot in ’t geheel 5 Lop. 10 Roeden. No. 807.
Item een derde part in den HULSBOSAKKER groot in ’t geheel 7 Lop. 7 Roeden. No. 817.
Item de helft in ’t land op DE CRABBE groot in ’t geheel 2 Lop. 8 Roeden. No. 852.
Item een derde part in de groes aen DE LOOP of in HET EEWZEL. No. 873.
Item de helft van het land in DE CRABBE groot in ’t geheel 2 Lop. 25 Roeden. No. 893. Dog zal hij condivident gehouden zijn PETER van BERLO om het ander jaar te weegen na het veld op den (armenhuyschen ??>.
Item en laatstelijk de helft van het land neven de Wed. JAN BIEMANS waervan JOOST JANGERT de andere helft heeft groot in ’t geheel een Lop. 38 Roeden. No. 696.
Des zo zal hij condivident gehouden zijn ten zijner laste te neeme off te houde een obligatie off Scheepenschuldbrief staande ten behoeve van d’Heer JAN PIETER van der LITH wonende te HELMOND groot in Capitaal van hondert gulden op den 20 February 1789 door der Comparante ter Secretarije alhier ten behoeve van gezeide Heere van der LIT gepasseert.
Geloovende de Comparanten in ’t hoofd dezes gemeld met de voorscheeve scheydinge en deylinge zo als onder ieder zijn Lot is staande volkomen genoegen te neemen en dien volgende op en vande anders portie en aandeel volkomentlijk te renuntieren, verteiden en afstand te doen zonder eenige nadere of verdere Erftscheydinge of deylinge konnen of mogen Pretenderen met expresse Renuntiatie van alle Brieven, Instrumenten en Bescheeden daervan mentioneerende, alles onder submissie verband en renuntiatie als na Regten.
Aldus gedaan en gepasseert binnen BAKEL voorschr. deezer Seeven en twintigsten Augusty Seeventien hondert drie en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL en ARNOLDUS van GRIENSVEN Scheepenen
Dit merk X is door JOOST JAN GERITS zelffs gestelt verklaert niet te konnen schrijven.
Dit merk X is door PEETER van BERLO zelffs gestelt verklaert niet te konnen schrijven.
Dit merk X is door MARTINUS JAN MARTENS zelffs gestelt verklaart niet te konnen schrijven.
P. v.d. POEL
A. v. GRIENSVEN
Mij present A.M. van NOORT, Secrtrs.
Dit is een transcriptie van Dhr. Wim Verhoeven te Milheeze.
Bakel 1794.
Helmondsch archieven, inv.nr. 4022, folio 130verso.
d.d. 01-03-1794.
Compareerde voor Schepenen der Stadt en Heerlijckheid HELMOND ondergenoemd:
PETER CROOIJMANS, Weduwnaar van wijlen MARIA van den BROEK, ADRIAAN van de KERKHOFF als in huwelijk hebbende CATHARINA van den BROEK, PETER NOIJEN als in huwelijk hebbende GEERTRUIJ van den BROEK. En WILBERT HENDRIKS Weduwnaar van wijlen JOSIJN van den BROEK, alle woonende te BAKEL, zoo uit den eigen hoofde als te saamen zig fort en sterk makende de Rato caveerende voor de Wed. THOMAS van den BROEK. THOMAS van de VORST, JOOST ANTHONIJ JOOSTEN nomine uxoris, JAN WILLEM van MOORSEL meede nomine uxoris.
Voorts compareerde meede THOMAS SWINKELS woonende te BAKEL, zoo uit zijn eigen hoofde als zig fort, sterk maakende ende Rato caveerende voor JOOST van NEERVEN, FRANCIS van de LAAR, FRANCIS VERBAARSCHOT alle nomine uxoris, mitsgaders voor de twee kinderen van wijlen MARIA SWINKELS in echte verwekt bij FRANCIS van den HOUT, als mede nog voor JOCHEM JACOBUS, PETRONELLA SWINKELS.
Dewelke alzoo verklaarde te cedeeren, transporteeren en in vollen en vrijen eigendom op te dragen en over te geven, aan ende ten behoeve van MATTHEUS, GERARDINA, MECHELINA, GEERTRUIJ en CATHARINA van DUIJNHOVEN alle woonende te STIPHOUT.
Een vierde part in een parceek heijveld geleegen in DE STIPHOUTSCHE STRAAT onder de Jurisdictie deezer Stadt neevens Erven d'eene zijde GOORT RIJKERS, d'andere zijde MARTINUS van DUIJNHOVEN, groot voor 't geheel 3 Lopense 32 Roeden, N 1014 als meede een vierde part in een parceel groes gelegen ter plaatse voors. en t'einde en neevens Erve als voormelde parceelen, strekkende tot aan de Loop, groot voor het geheel 3 Lopense 18 Roede N.1531.
Zijnde allodiaal goed, zoo de comparanten verklaaren, losch ende vrij uitgenomen s'Lands en Gemeente Lasten, nabuurlijke regten en servituten en daar uit te blijven vergelden, een vierde part in een en twintig stuyvers Chijns, jaarlijks in twee posten betaald moeten worden aan de Heere van HELMONT of zoo veel meer of minder Chijns als met regt bevonden zal worden daar uit te gaan; Aan te vaarden terstond met de lopende lasten en Chijns, aanvankelijk met Primo Januarij l.leeden voor rekening van de verkrijgers..
Beloovende de transportanten dit cedeeren, transporteeren en overgeven in voege en ten behoeve voormeld altijd te zullen houden en doen houden voor goed vast, steedig ende van waarde, mitsgaders voors. getransporteerde te zullen vrijen, weeren en guarandeeren van alle commer, actien en aantaal die meer den voormelde daarinne mogte wieren off bevonden al besonder verband van de comparanten persoonen en goederen hebbende ende verkrijgende.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van de Heeren ANTHONIJ RAMAER en JOHANNES WILHELMUS HILKHUIJSEN Schepenen binnen HELMONT op heeden den Eerste Maart 1700 vier en negentigh.
Handmerk van:
PETER CROOIJMANS
WILBERT HENDRIKS
ADRIAEN van de KERKHOF
PETER IAN NOIJEN
! In de marge !
Kooppennigen f. 10.10.==.
Lasten in capitaal f. 6.11. 4.
f. 17. 1. 4.
10e penning f. 0. 8.10.
TOMAES SCWINKEL
A. RAMAER
J.W. HILKHUIJSEN
Helmondsch archieven, inv.nr. 4022, folio 132recto.
d.d. 04-03-1794.
Compareerde voor Schepenen der Stadt en Heerlijkheid HELMONT ondergenoemt:
JASPAR JOSEPH van NEERVEN, voor zijne Moeder de Wed. JOSEPH van NEERVEN en SIJMON NOIJEN beide woonende te BAKEL zoo voor hun zelven, als te zamen zig fort en sterk makende ende Rato caveerende voor PETRONELLA MANDERS, JENNEKE van NEERVEN en GERRIT PETER EGELMEERS, de twee eerstgenoemde woonagtig te BAKEL ende laatste te GEMERT; dewelke alzoo verklaaren te cedeeren en transporteeren aan JOOST JANSE van NEERVEN en meede te BAKEL voors. woonagtig.
De helft in een parceel groes gelegen alhier in de Gemeene beemden aan de ZWAANE DIJK, nevens Erven beide de zijden de Straet, groot volgens de in den jaare 1792 gedaane meetinge 1 Lopense 47 Roeien N 1493 A en waarvan de wederhelft aan den verkrijger competeerd.
Zijnde allodiaal goed losch en vrij uitgenomen s'Lands en Stads Lasten nabuurlijke regten en servituten. Aan te vaarden terstond met de loopende lasten.
Beloovende de transportanten dit cedeeren, transporteeren en overgeven altijd te sullen houden en doen houden voor goed vast stedig ende van waarde, mitsgaders voorschr. getransporteerde te zullen vrijen weeren en guarandeeren als regt is onder verband als na rechten.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van FREDERIK BARTELS en PIETER van HOGELINDEN H.D. Zoon Schepenen binnen HELMONT op heden den vierden Maart 1700 vier en negentig.
Handmerk van:
JASPAR JOSEPH van NEERVEN
SIJMEN NOIJEN
P. v. HOOGERLINDEN H.D. Zn.
F. BARTELS
Mij present, H. TROMP, Secrtrs.
Kooppenningen f. 3.==.==.
40e penning f. 0. 1. 8.
Bakel 1795.
Oud Rechtlijk Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 21. Folio 24recto.
d.d. 24-02-1795.
Op heeden den vier en twintigsten February seeventien hondert vijf en neegentig, zo hebben PEETER van NERVEN woonende onder de Heerlijkheyt DUERNE, GRARD van GERVEN wonagte alhier, als door Officier en Schepenen deeses Dorps aangestelde en verkoore momboiren en voogden over JOHANE, ANTONET <?> minderjarige kinderen van wijlen MATIJS van GERVEN en WILMEIJN van NEERVEN.
Den behoorlijken Eedt staande hier boven Folio 6recto gedaan en afgelegt en bij hem uytgeswooren aan handen van ARNOLDUS van GRINSVEN Scheepen Loco Officier met Eeds woorden: Zo waarlijk helpe mij God Almagtig. Coram de ondergetekende Schepenen.
GEERAERDUS van GERVE
Handmerk van PEETER van NEERVEN
A. v. GRIENSVEN Loc. Officier
W. RAIJMAKERS
A.G. v. RAVESTIJN
Mij present P. v.d. POEL, Loco Secrts.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 325, folio 58verso.
d.d. 02-09-1795.
Compareerden voor Schepenen dezer Stadt HELMOND, ondergenoemt HENDRIK SWINKELS oud ontrent 30 jaaren, woonagtig te BAKEL, ISAAC VERBAKEL oud 30 jaar, woonagtig te AARLE, en ANTHONY van RIJT, oud circa 30 jaaren, woonagtig alhier.
Denwelke ter requisitie van Mr. CORNELIS van BOXTEL te S'BOSCH, en de Wed. Mr. WILLEM ADRIAAN TIEBOS te BOXTEL, als eijgenaar van twee clampen tienden onder de Jurisdictie van den Dorpe BAKEL; verklaarden waar en waaragtigh te weesen, en wel den eersten deponent, dat hij in qualiteit als met en benevens HENDRIK van DEIJNEN door gemelde requiranten aangesteld zijnde tot het collecteeren der vermelde tiengraanen over den oogst 1795 over gemelde clampen, op den 17e Augustus deezes jaars 1795 zig in het bijzijn van de tweede en derde deponenten in deeze heeft vervoegd aan de persoonen van THOMAS REIJNDERS en WILLEM DIRK JANSSEN inwoonderen tot BAKEL zig destijds yder op hunne ackers bevindende geleegen in de voors. clampen, om de verschulde tienden van hunne graanen op deselve ackers gewassen te tienden en op te haalen, wanneer hij deponent bevond deselve graanen voor het grootste gedeelte reeds waren weggehaald, en nog weggehaald wierden, zonder deselve te laaten tiende; vragende hij deponent ter zelver tijd aan genoemde THOMAS REIJNDERS en WILLEM DIRK JANSSEN voorschr. "zij zelver de tienden van het veld hadde weggehaald" waarop zij beide "Ja" antwoorde.
Wijders verklaarden den 2e en 3e deponente, dat zij zig met den eerste deponent in opgemelde qualiteit op den voors. 17e Augustus 1795 hebben vervoegd aan de persoonen en op de ackers hier voorgemeld en als toen mede hebben gezien de meeste graanen van die ackers bereids waaren, en nog wierden vervoerd, zonder dat deselve alvoorens waaren getiend, en ten zelver tijd meede te hebben gehoord, den eerste deponent voors. THOMAS REIJNDERS en WILLEM DIRK JANSSEN affvroeg "of zij zelve de tiende van het veld hadde afgehaald" het welk door beide met "Ja" wierd beantwoord.
Eindigende de deponenten hier meede deeze hunne voors. verklaringen hebbende na duidelijke voorlezinge daarbij gepersis-teerd en voor redenen van welwetendheid geallegeert, dat hun alle het geene voorsz. volkoomen bewust en kennelijk is en voorts als in den text de waarheid van dien hebbende bekragtigd met de woorden "zoo waarlijk helpe mij God Almagtigh" hun wettig gestaafd en behoorlijk gedaan en affgelegd ten overstaan van ANTHONY van der VELDEN en JOHAN BAPTIST SWINKELS Schepenen binnen HELMONT op heeden den tweeden September 1700 vijff en negentigh.
HENDRIK SWINKELS
IZAK VERBAKEL
Handmerk van ANTHONY van RIJT, kan niet schrijven
A. van der VELDEN
J.B. SWINKELS
Mij present
H. TROMP, Secrts.
! Opmerking !
In het dokument dat hier voor was opgemaakt en later werd geroyeerd, werd de clamp tiende genoemd als DEN NEUIJEN ENSCHE CLAMP.
Bakel 1796.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 54recto.
d.d. 22-01-1796.
Compareerde voor Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE naergenoemt, PEETER en JOHANNIS MATTIJS MANDERS beide woonende alhier, dewelke bekennen en verklaaren met malkanderen aan te gaan en te maken een minnelijke en wettige Erfscheijding en deijlinge van zodanige huijsinge als alhier ter plaatse genaemt DE NEERSTRAAT en HET GENENEIJND staande en gelegen zijn en hem Comparanten bij versterf zijn aangekomen.
Eerstelijk zo is met den Eersten loote ten deel gevallen aan PEETER MATTEIJS MANDERS een half huijs staande en geleegen alhier ter plaatse genaamt DE NEERSTRAAT waar van de wederhelft eene PETERNEL MATTIJS MANDERS Wed. ANTONY van NEERVEN behoort.
En is met den laatsten loote ten deele gevallen aan JOHANNIS MATIJS MANDERS een huijs en verder getimmerte staande en geleegen alhier ter plaatse genaamt HET GEENENEIJND.
Geloovende de Comparanten bovengemeld met de voorsz. scheijdinge en deijlinge zo al souden ieder zijn lot staande volkomen genoegen te neemen en dien volgens op en van des ander portie volkomen genoegen te neemen zonder eenige nadere of verdere scheijdinge of deijlinge te konnen of moogen pretendeeren met expresse Renuntiatie van alle brieven, instrumenten en bescheeden daar van mentioneerende alles onder verband en Renuntiatie als na Regten.
Aldus gedaan en gepasseert binnen BAKEL den Twee en twintigsten January 1700 ses en neegentig ten overstaan van PETER van de POEL en JOHANNIS van de KRUIJS Scheepenen.
PETER MANDERS.
Dit merk X is door JOHANNES MATTIJS MANDERS zelf geteekent, verklaart niet te konne schrijven.
P. v.d. POEL.
J.v.d. KRUIJS
Mij present A. van NOORT, Secrtrs.
Dit is een transcriptie van Dhr. Wim Verhoeven te Milheeze.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 54recto.
d.d. 05-04-1796.
Gezien bij President en Scheepenen van BAKEL en MILHEESE de requeste aan hun gepresenteert door ofte van weegens ISABELLA DIRK GEENEN Weduwe en boedelhoudster van wijlen PETER MARTENS wonende alhier, behelsende dat met het overlijden van denzelve haaren man als tocht naergelaten hebbende vijff minderjarige kinderen.
Dat haare man heeft opgenomen een capitaal van een hondert en vijftig gulden, in twee Scheepene brieven ten Prothocolle te zien.
Dat zij Suppliante belast zijnde met de opvoeding haeren voorzeide kinderen en betaalinge der dagelijkse voor allen lasten en schulden zodanig is ten agter geraakt dat met geen mogelijkheid zij neeren kan zonder de vaste goederen waar aan zij de togt is hebbende te beswaaren, en daar omme zij Suppliante zig tot ons is wendende om de nodige authorisatie tot het negotieeren eener capitaale somme van vierhondert gulden te bekome en daarvoor haar in togte besittende vaste goederen te veronderpanden, waarop het voorsz. request tot fine van borge in handen van de meerderjarige kinderen gestelt zijnde en voor het verzoek adviseerende, zo is het verzoek bij voorsz. requeste gedaa, zoals het zelve is leggende, aan de Suppliante geaccordeert.
Actum BAKEL den vijfden April 1700 ses en neegentig.
P. v.d. POEL
J. v. NEERVEN
J. v.d. CRUIJS
P. v.d. LAAR
Mij present A.A. van NOORT, Secrts.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 55recto.
d.d. 05-04-1796.
Alzo op den vijfden April 1700 ses en neegentig door de Burger Patronille van MILHEESE in DE PEEL boven DEN BOGT aan HET MASTBROEK zijn aengehouden en tans alhier gearresteert twee vrouws personen in MAESBROEK - aldaar gebeedelt hebbende zo als zelfs bekennen, en beide onvoorsien van behoorlijke passen, waar van de eene genaemt AGNEES ZWEETZER en haare dogter ANNA GEERTRUIJ LENNEMANS oud veertig en woonagtig tot OVER-DUURENBACH oud omtrent ses en twintig jaeren en huysvrouw van zeekere JOZEPH SCHOENMAKER oud omtrent ses en twintig jaeren, gebortig en woonagtig te EEDENBACH tans mede arresteerde en ANNA GEERTRUIJ LIEBIS out omtrent sestien jaaren, dogtere van gezeeden AGNEES SWEETSER.
Zo ist dat President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE uyt kragt van den 3e articul der publicatie van de representatien des volks van BATAAFS BRABAND in dato 22 Maart 1796 de voor-schreeve AGNEES SWEETSER en GEERTRUIJ KIKNEMAN ter zake van hun gepleegde bedelarije onder dese Jurisdictie zo als zelve aan ons bekende en beleeden hebben: (bannen uyt deeze dorpe en Juridictie van dien, als mede uyt geheel BATAAFS BRABAND zullende wanneer wederom in handen geraeken en hun voorschreeven bannissement komen te violieren, tot publiecqe geeseling en bannissement werden geprocedeert.
Aldus geresolveert geprenuncieert binnen BAKEL voornt. den agsten April 1700 ses en neegentig.
P. v.d. POEL
J. van GRIENSVEN
J. v.d. KRUIJS
P. v.d. LAAR
Ter ordonnantie van dezelve A.A. van NOORT, Secrts.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 325, folio 108 verso.
d.d. 22-04-1796.
Compareerde voor Schepenen der Stadt HELMONT ondergenoemd.
ANNEKE JAN NEERVENS bejaarde jonge dogter, woonende te BAKEL, dewelke verklaarde te revoceeren <= herroepen> de procuratie welke zij comparante op den ses en twintigsten Maart 1700 drie en negentigh voor Schepenen van BAKEL en MILHEEZE heeft gepasseert en verleeden op WILBERT RAIJMAKERS en WILLEM DIRK JANSSEN, beide meede te BAKEL voornd. woonagtigh, niet willende dat daar van door gemelde persoonen namens haar comparante eenig verder gebruik zal worden gemaakt in regten of daar buiten.
Authoriseerende zij comparante wijders den Vorster van BAKEL en MILHEEZE om van de uitgemaakte gros en deese behoorlijke insinuatie aan opgend. WILBERT RAIJMAKERS en WILLEM DIRK JANSEN te doen, met overleevering van copie aan yder derselver om te strekken tot hun nasigt en ten einde zig daar na te gedragen.
Mitsgaders dezelve aff te vorderen de grosse van bovengend. en nu gerevoceerde procuratie.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van ANDRIES NOOTEN en MATTHIJS CORNELIS SCHEEPERS; Schepenen binnen HELMONT op heeden den twee en twintigsten April 1700 ses en negentigh.
Handmerk van ANNEKE JAN NEERVENS. (kan niet schrijven).
A. NOOTEN.
M.C. SCHEEPERS
Mij present H. TROMP Secs.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 55verso.
d.d. 03-05-1796.
Gezien bij President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de requeste door ofte van weegens HENDRIK WEERTS Weduwnaar van wijlen GORDIENA HENDRIK TIJSSEN inwoonder alhier, aan hun gepresenteert, waarbij was verzoekende om het erfdeel op zijne minderjarige zoone voor een vijfde part in alle de vaste en erffelijke goederen door nu wijlen de Weduwe HENDIK TIJSSEN gewoond hebbende en overleeden alhier verstorven met de andere mede erfgenamen aan een derzelve te verkoopen onder aanbieding om het aandeel den zelven zijnen minderjarigen zoone in voorsz. nalatenschap competeerende op suffesante onderpanden te beleggen daertoe meede gezien het consent der naeste vrienden van gezeiden minderjarigen als voor het verzoek van hem Suppliant adviseerende President en Scheepenen voorsz. aan den Suppliant het verzoek door hem bij voorseide requeste gedaen en authoriseeren hem diensvolgens om met de andere mede erfgenamen het erfdeel voersz. zijnen minderjarigen competeerende aan den kooper aen den op te dragen dan zelven daer inne na costuyme <?> te vesten en de penningen daertoe inprovenieerende binnen den tijd van ses weeken op suffisante onderpanden ten meest mogelijke interesse te beleggen.
Actum den derden Mey 1700 ses en neegentig.
J. van GRIENSVEN
J. MASTBROEK
P. v.d. POEL
J. v. NEERVEN
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
Oud Archief, Schepenbank Bakel en Milheeze, inv.nr. 28. Folio 56verso.
d.d. 21-06-1796.
Genechtdag gehouden op Dingsdag den 21 Juny 1796.
Present de Heeren:
PEETER van der POEL President, THEODORUS van GRIENSVEN, JAN MATHIJS MAASBROEKS, PEETER van de LAAR, JOHANNIS van de CRUYS en JAN BIEMANS Schepenen.
JENNEKE JAN CUYPERS Weduwe van DIRK van den HEUVEL inwoonderesse te DEURNE Eysseresse en Aenleggerse ter eenre
Op en tegens:
JAN WILBERT RAYMAKERS als in huwelijk hebbende JENNEMERIE DRIES NOOIJEN wonende alhier, Gedaegde ter andere zijde;
De Eysseresse en Aeleggerse dient van aanspraek en eysch met twelf annexen sustineert <= beweert> en concludeert als bij deselve.
Den Procureur Van HEUVEN voor en in naeme van den gedaegde en met denzelven in Judicio geadsisteert versoekt behoudelijck onder expresse protestatie van alles te zullen blijven in zijn geheel opzigtelijk alle exceptien weeren en defensien copie uyt den ingedienden eysch aanspraak en conclusie door de Eysscheresse op heeden gedaan.
En uyt de annexe voor so veel hij noodig heeft, mitsgaders dagten naaste onder U Eerw..
! Attentie !
Deze zaak wordt voortgezet op 05-07-1796, 19-07-1796, 30-08-1796, 20-09-1796, 18-10-1796, 08-11-1796, 22-11-1796.
Gemeenteacrchief Helmond, inv.nr. 4023.
d.d. 07-11-1796.
Compareerde voor Schepenen der Stadt HELMONT,
WILLEM JOSEPH JASPERS woonende te BAKEL, dewelke verklaarde te cedeeren, transporteeren, en in vollen en vrijen eigendom op te dragen en over te geven, aan en ten behoeve van HERMANUS WILLEM BIEMANS meede woonagtig te BAKEL.
Een perceel hooijbeemd gelegen in DE RIETBEEMDEN onder de Jurisdictie dezer Stadt neevens Erve, d'eene zijde THOMAS van LIEROP, d'andere zijde JAN PIETER van der LETH, groot omtrent een zille.
Zijnde allodiaal goed (zoo verklaard word) Losch en vrij; uitgenoomen s'Lands en Stadts lasten, nabuurlijke regten en servituten, en daar uit te blijven vergelden twee stuyvers agt penningen, aan C.F. WESSELMAN alhier, of zoo veel meer of minder Chijns als bevonden zullen worden daar uit te gaan; Aan te vaerden te halff Maart eerstkomende met den lasten en Chijns aanvankelijk met Primus Januarij 1798 door den verkrijger te betaalen.
Beloovende den Transportant dit cedeeren, transporteeren en overgeeven in voegen en ten behoeve voormeld altijd te zullen houden en doen houden voor goed vast stedig ende van waarde; Mitsgaders voorschr. getransporteerde te zullen vrijen weeren of guarandeeren van alle commer actie en aantaal die meer dan voormeld daarinne mogte weeren of bevonden onder verband van zijn Persoon en goederen hebbende ende verkrijgende.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van FRANCIS van MOORSEL en ANTHONIJ van der VELDEN Schepenen binnen HELMONT op heeden den sevende November 1700 ses en negentigh.
WILLEM IJOOSEPH IJASPERS
A. van der VELDEN
FR. van MOORSEL
Mij present, H. TROMP
! In de marge !
Vermits de voors. goederen met meer andere goederen geleegen onder BAKEL & MILHEEZE in eene massa zijn verkogt voor f. 1150 bij het transport te BAKEL voornd. den 7 October 1796 daar van den 40e Penning is betaald diend zulks alhier voor -- Memorie.
Bossche Protollen, inv.nr. 1791 A, folio 224.
d.d. 14-11-1796.
Wij Leeden van de Municipaliteit ondergeschreven maken kenlijk certificeerende bij desen dat voor ons persoonlijk is verschenen de Heer Mr. DANKER de KEMPENAER fungerend Rentmeester der Geestelijke goederen van 't Kwartier van PEELLAND Meijerij deser Stad tot het geen navolgende gemagtigt bij Resolutie van de Representanten van 't Volk van BATAAFSCH BRABANT van den vierden dezer maand November en het Register van Procuratie ter dezer Stads Secretarije berustende geregistreert, en uit krachte der magte hem daar bij, zoo blijkende was, gegeven en verleend.
Een akker lands gelegen onder BAKEL, genaamt DEN PIJPENAKKER groot drie Lopense, in pacht bij FRANCIS PETER MOORS.
Item een stuk land genaamp HET VAANDENLAND gelegen aldaar aan den Peelkant onder MELIS groot een Lopense en negen en dartig Roeden, in pachte bij JAN FRANCEN.
Item een akker land genaamt DE STEENAKKER gelegen te BAKEL voorsz. groot vijfen twintig Roeden, in pachte bij gen. JAN FRANCEN.
Item een akker land genaamt DEN KLEINEN St.ANTONIS AKKER, gelegen te BAKEL voorsz. in den agterste akker van MILHEEZE, groot twee Lopense, in pacht bij JAN KLAASSE van de LAAR.
Item een akker lande genaamt DE KIVITSBRAAK meede gelegen onder BAKEL voorsz. aan DEN KLEINEN BANKERT, groot twee Lopense.
Alle gehorende aan de Kapel te MILHEEZE onder BAKEL, onder de Administratie van gemelde Heer Rentmeester.
Transporteert THEODORUS van GRIENSVEN, ten behoeven van zijne moeder JOHANNA DONKERS, Weduwe JOHANNES van GRIENSVEN wonende te BAKEL.
jare het gemeene Land daar inne competerende ex effectue prom. van s'Lands wegen deponere uitgenomen s'Lands en Dorps lasten, rechten, kommeren en servituten daer toe zoo van ouds recht als gewoonte wegen te onderhouden staande en gehorende.
Inne kennisse d.datum den veertienden November 1700 ses en negentig.
De quitantie van 80e penning .........?
De KEMPENAER
F.G. LIGUTENVELT.
THEOD. SOPERS
Mij present J. de BERGH Secrts.
Wij Ut supra.
Een stuk teulland gelegen onder BAKEL genaamt DEN ROOIJAKKER groot drie Lopense, in pacht bij JAN KLAASSE van de LAAR.
Item een stuk teulland gelegen aldaar genaamt DE LOO groot vijf Lopense.
En een hooy Eeuwsel gelegen als voor groot drie Lopense, in pacht bij WILLEM JASPERS.
Allen gehorende aan 't Stigt van BIJNDEREN onder de Administratie van gemelde Heer Rentmeester.
Transport ut supra uitgenomen een gewinchijns van twee stuyvers en agt penningen jaarlijks, van het parceel genaamt DE LOO, aan den Heer van HELMOND, en't boek van DEURNE folio 279 mitsgaders s'Lands en Dorps lasten uts.
Inne kennisse de datum uts.
De quitantie van 80e penning.
(Handtekeningen zie boven).
Bakel 1797.
Rechtelijk archief Deurne, inv.nr. 148, folio 17verso.
d.d. 13-02-1797.
Van HENDRIK SMITS, voerman, wonende tot VENRAY, werd een kar bespannen met een paard, en zijn lading in beslag genomen. Op de kar bevonden zich 4 vaten met boter en 12 pakken of balen met waren. De goederen werden naar BAKEL en later naar LIESSEL overgebracht.
Op 17 Februari 1797 werden bovengenoemde goederen op een geweldadige wijze wederom ontvreemd, waarbij met pistolen werd geschoten.
Bossche Protocollen, inv.nr. 1780 A, folio 484 + 484veso.
d.d. 29-09-1797.
Wij Leden van de Municipaliteit (= onbekend met het gemeenterecht) ondergenoemd, maken kennelijk, certificeerende bij deezen dat voor ons persoonlijk is verschenen d'Heer JAN de BERGH waarnemend 't Comptoir der Geestelijke Goederen van PEELLANDE Meyery van DEN BOSCH, als gelaste van de Erfgenamen van wijlen den Rentmeester Mr. DANKER de KEMPENAER tot 't geene naarvolgende gemagtigd bij Resolutie van de Representanten van het Volk van BATAAFSCH BRABAND van den zeventiende July deezes jaars in het Register van procuratien ten deezer Peneborge geregistreert en uit kragte der magte daarbij so blijkend was gegeven en verleent.
Een pagt van zes vaten rog Peelschen maat ten Comptoire voors. bekend onder ST.OEDENRODE No. 5 ten naame van HENDRIK CORNELIS van den OEVER.
Item een pagt van neegen vaten rog, Peelsche maat ten Comptoire bekend onder ST.OEDENRODE No. 114 ten naame voors. verschijnende op Lichtmis, gehorende onder voorschreven administratie.
Transporteert ARNOLDUS van BREE wonende te SCHIJNDEL, en heeft helmelinge daarop verthegen inne maniere en dien gewoonlijk sijnde, geloovende van s'Lands wegen alle kommer calange of aanspraak daarop wezende of namaals komende geheelijk te sullen afdoen en word voorts gereserveert tot de koopcedule daarvan zijnde inne kennisse. Datum den negen en twintigsten September 1700 zeven en negentig.
De quitantie van den 80 penn. gebl. ut in margine.
H. van RIJN
G. LIGHTENVELT
J. de BERGH
Mij present G. KOPPELAAR.
!In de margine!
Koop f. 220.--
Last
80 penn. f. 2.75
Bossche Protocollen, inv.nr. 1780 A, folio 507v - 509.
d.d. 29-09-1797.
Wij Ut.
Een pagt van dertig vaten rog Peelsche maat, ten comptoire voors. onder BAKEL No. 2132, ten name van de COMMANDERIJE van GEMERT, verschijnende op Lichtmis gehorende at.
Transp. FRANCIS SCHRIJVERS, wonende te SCHIJNDEL en heeft uts.
Inne kennisse van datum uts.
De quiteur uts. J.de BERGH
H.van PIYN
G.LIGHTEVELT
Mij present
G.KOPPELAAR
!In de marge!
Koop f. 515.--
Halv 't Land
30: Penn. f. 6. 8.12.
Wij Ut.
Een pagt van zes vaten rog Peelsche maat ten Comptoire voors. bekend onder BAKEL No. 2144 ten name van WILLEM JOSEPH JASPERS, HENDRINA WILLEM BIEMANS, GIJSBERT GIJSBERTS en JACOBUS van den BROEK, verschijnende op Lichtmis gehorende ut.
Transp: D'Heer ENGELBERTUS HEYMANS Rentmeester van het GODSHUIS den H.GEEST ten behoeve van het selve Godshuis en heeft ut.
In kennisse en datum als voor.
Wij Ut.
Een pagt van zeven vaten rog Peelsche maat ten Comptoire voors. bekend onder BAKEL No. 2149 ten name van JAN WILLEM BIEMANS, en de Wed. JAN FRANS WILBERTS, verschijnende op Lichtmis, gehorende ut.
Transp: ADRIAAN van den DUNGEN wonende alhier en heeft ut.
<Etcetera, als boven>
Wij Ut.
Een pagt van seven vaten rog, Peelsche maat, ten comptoir voors. bekend onder BAKEL No. 2151.
Item een pagt van een vat rog Peelsche maat No. 2165, beide ten name van de Kinderen JAN STERK en de Kinderen JAN HUYBERTS verschijnend Lichtmis gehorende ut.
Transp: JEAN PIERRE LONCAY wonende alhier en heeft ut.
<Etcetera, als boven>
Wij Ut.
Een pagt van zeven vaten rog Peelsche maat ten Comptoire voors. bekend onder BAKEL No. 2153.
Item een pagt van een quart vat rog Peelsche maat bekend No. 2178 beide ten name van de Wed. JAN WILLEM MARTENS verschijnende op Lichtmis gehorende ut.
Transp: d'Heer ENGELBERTUS HEYMANS Rentmeester van het GODSHUIS den H.GEEST ten behoeve van het zelve Godshuis en heeft ut.
<Etcetera, als boven>
Een pagt van een honderd agt en dertig vaten rog Peelsche maat ten Comptoire voors. bekend onder BAKEL No. 2163 ten name van ANTONY van LEENSEL, JAN WELTEN, JOSEPH van TILBURG, JAN van TILBURG, JAN WOUTERS de GROOT en ANTONY (PL)(R)AMAER verschijnende op Lichtmis gehorende uts.
Transp: d'Heer Mr. GIJSBERT van BERESTEYNS wonende alhier en heeft ut.
<Etcetera, als boven>
Een pagt van twaalf vaten rog Peelsche maat ten Comptoire voors. bekend onder BAKEL No. 3296 ten name van de Kinderen ADRIAAN JANSSEN, PETER CROYMANS, de Kinderen HENDRIK WILKENS, en de Kinderen JAN KUYPERS, verschijnende op Lichtmis gehoorende uts.
Transp: d'Heer GERARDUS STERCK<?> Blokmeester van den Armen Blok van de VUGTERSTRAET ten behoeve van den selven Blok en heeft ut.
.
Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 21. Folio 24verso.
d.d. 07-11-1797.
Op heeden den seevende November seeventien hondert seeven en neegentig zo zijn voor de Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE ondergenoemt gecompareert GERIT van GERVEN en JAN van GERVEN beide wonende alhier, dewelke als door Officier en Scheepenen deses Dorps gekooren momboiren en voogden over HENDRICUS JAN WILLEM minderjarige naargelatene kinderen van wijlen HENDRIK van GERVEN en ANNEMARIA van GEENEN in leeven egtelieden gewoond hebbende en overleden alhier, hebben verklaart dat zij het intrest van gemelde minderjarige in alle getrouwigheid en na behooren zullen waarneemen, zo in het regeeren als defendeeren van hunne persoonen en goederen, en wijders alles anders en meerder te zullen doen en verrigten, waertoe zij comparanten nae regten en wetten van den Lande verpligt zijn of zoude mogen weesen met belofte omme ten allen tijde op requisitie van Officier of Scheepenen te zullen doen behoorlijke reekening bewijs en reliqua.
Actum binnen BAKEL voorsz. dato ut supra. Coram de ondergetekende Schepenen.
GERARDUS van GERVE
J. van GEENE
P. v.d. POEL
J. v.d. KRUYS
J.M. MASTBROEKX
J. BIEMANS
Mij present A.A. van NOORT, Secrts.
Bakel en Milheeze, Schepenbank, Oud archief, inv.nr. 28. Folio 62recto.
d.d. 14-11-1797.
Gezien bij de Municipaliteit <= Gemeenterecht> van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan hun Lieden gepresenteert door ofte van weegen GERARDUS van GERWEN en JAN van ? beide inwoonderen alhier daar bij te kennen geevende dat zij als wettige aangestelde voogden over de twee nog minderjarige kinderen van wijlen HENDRIK van GERWEN en ANNA MARIA van GEENEN in leeven Egtelieden gewoond hebbende en overleeden alhier hebbende in gezien den staat des boedels bevonden hebben dien te bestaan in eenige weinige huys meubelen en een huysing en hoff dat er ook nog eenige schulden te voldoen weere en dat de kinderen weegens haare jonkheid nog behooren te werden onderhouden sij diensvolgens waeren te raede gewerde de voorsz. meubile goederen tot gelde te maken en het huyske en hof op de meest voordeeligste wijze te verhuuren of snoods mede publiecq en voor alle man te verkoopen tot welk een en ander zij onse authorisatie in forma waeren versoekende waer op de Municipaliteit voorsz. der Supplianten versoek hebbende ingezien en mede raedzaemst oordeele om den voorsz. boedel tot behoorlijke liquiditeit te brengen authoriseeren de Supplianten mits dien om de meubele goederen publycq en voor alle man te verkoopen en de vaste goederen zo niet op een convenabele <= geschikte; passende> wijze konnen verhuurt worden, dat de als dan mede voor alle man te verkoopen en den kooper of koopers van dien na costume Locaal ter Secretarije alhier daer inne te vesten en erven mits het applicaat <= uitdrukkelijke samenhang> der penningen zo van een als ander bij behoorlijke bewijzend oreerende.
Actum BAKEL den veertiende November 1700 seeven en neegentig.
P. v.d. POEL
J. v.d. KRUYS
J. BIEMANS
P. v.d. LAAR
J.M. MAASBROEK
J. v. NEERVEN
Ter ordonnantie van deselve A.A. van NOORT Secrtrs.
Bakel 1798.
Bakel en Milheeze, Schepenbank, Oud archief, inv.nr. 28. Folio 63verso.
d.d. 26-01-1798.
Gezien bij de Municipaliteit van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan hun gepresenteert door ofte van weegens JOHANNIS van de KRUYS inwoonder alhier daerbij te kennen gevende dat aan hem Suppliant ter togte en aan zijne minderjarige dogter ten erfregte was gehoorende een derde part in een huys en bij gehoorende landerijen gestaan en geleegen alhier tot MILHEESE, dat hij Suppliant voorziende een meerder voor dat voor hem en zijne minderjarige dogter daarin geleegen te zijn om het voorsz. een derde part dier goederen te verkoopen en die penningen aan te legge ter aankoop van s'gemeentens obligatien waaromtrent hij Suppliant met zijnen swaeger JACOBUS VERHOEVEN mede alhier wonende als de twee overige gedeeltens van voorzeide goederen toen behoorende, is geconvenieert <= overeengekomen> om het zelve een derde part bij hem over te neemen tot en ter somme van ses hondert gulden, welke penningen hij Suppliant tot aankoop van gemeentens obligatien zoals voorsz. zoude employeeren dan waar toe sig eigener authoriteit en bevoegde verdeelende hij Suppliant zig tot ons was wendende met versoek daertoe onse authorisatie in forma te mogen erlangen.
De Municipaliteit voors. het bovenstaende versoek gezien en in overweging genomen hebbende en daar bij mede gebleeken het goedvinden van HENDRIK van GROOTEL insgelijks alhier wonende, als een der naaste bloedverwanten van gezeide minderjarige accordeeren het versoek daarbij gedaan, en authoriseeren den Suppliant mitsdien om het eenderde in de nevengemelde goederen tot en ter somme van seshondert guldens aangeseide JACOBUS VERHOEVEN ter Secretarije alhier te cedeeren in die somme tot aankoopvan gemeentens obligatien aan te leggen.
Actum den sesentwintigste January 1700 agten neegentig.
P. v.d. POEL
F. van GRIENSVEN
J. BIEMANS
J. v. NEERVEN
Ter ordonnantie van dezelve A.A. van NOORT, Secrtrs.
Bakel en Milheeze, Schepenbank, Oud archief, inv.nr. 28. Folio 64verso.
d.d. 09-02-1798.
Gezien bij de Municipaliteit van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan dezelve gepresenteert door of van weegens WILHELMUS van den HEUVEL Roomsch Priester en Capellaan te BOECKEL Lande van RAVESTEYN en JOHANNES LIEBRECHTS wonende te OORSCHOT beide in qualiteit als aangestelde voogden over ISABELLA MARTEN SCHEEPENS eenige minderjarige naegelaten dochter van wijlen HENDRIK SCHEEPENS en ALDEGONDA van den HEUVEL in leeven Echtelieden gewoond hebbende en overleeden alhier tendeerende; dat gemelde ALDEGONDA van den HEUVEL na overlijden van voorseide haaren man haar ten tweeden huwelijk begeeven hebbende met JAN van de LEEMPUT tans wonende te GELDER met den zelven haaren tweeden man staande huwelijk op den 7 November 1787 voor den gerechte alhier had gemaakt een mutueel testament <= wederzijds testament> waerbij de langstlevende van hun beiden tot zijne of haere eenige en universeele erfgenaam geinstitueert hadden gereserveert de legitieme portie ten behoeven van hun kind of kinderen. Dat de voorseide ALDEGONDA van den HEUVEL den voorsz. testamente metten dood had geerfd geconfirmeert <= bekrachtigd> met achterlating alleen van voorseide haere dogter ISABELLA MARIA SCHEEPENS en haere tweeden man JAN van de LEEMPUT voormeld. Dat zij Suppliante ter vinding van gew. legitime portie uyt de nalatenschap van gedagte ALDEGONDA van den HEUVEL met preciezer dan doormiddel van een publycque verkooping konde geraecken zij mitsdien met der voorn. JAN van de LEEMPUT den koorn-windmoolen en molen kampke gestaan en geleegen te STIPHOUT als een gedeelte der nalatenschap uitmakende op den 14e December 1790 voorder gerechte van STIPHOUT publycqen voor alle man hadden verkogt waar van alstoen geprovenieert was eene somme van vierduyzent een hondert en tien guldens te employeren tot aflossing der capitalen daarop gehypothequeerd. Dat zij Supplianten zig destijds aen ons geadresseert hadde en verzogt voormelde verkoopinge te approbeeren zoals dan ook daertoe de noodige authorisatie was verleent gewerden. Dat daerop den koop en transport van voorn. molen en molenkampke daar tusschen gekomene procedures geen effect heeft kunnen sorteeren, dog dat men tantdeert <= tracht> wederzeytze onderhandelingen die ook zoverre heeft gebracht dat JOHAN CAREL GIDEON van der BRUGGEN Heer van STIPHOUT en CROY als voor als voormalige kooper de gezeide molen en molenkampke voor de hier voor gemelde somme van vier dyzenteenhonderttien gulden in koop zal aan neemen, waeromme zij Suppliante andermaal waeren versoekende tot wegneeming van alle bedenkelijkheid en meerdere geruststelling van de kooper hen tot het doen der vesten opdragt te willen qualificeer.
De Municipaliteit voersz. gezien het overweegen hebbende het verzoek hierboven gedaen, approbeeren de gedaene verkopinge van geseide molen en molencampke authoriseeren de Supplianten mitsdien om van hen selve beneevens voormelde JOHAN CAREL GIDEON van der BRUGGE te doen beloeflijke vesten opdragt onder deze expresse mits nogtans dat uyt de voors. vermelde cooppenningen van vierduyzent een hondert tien gulden ten behoeve vande minderjarige in dese vermelt zal moeten werden voldaen de legitime portie dezelve na regte in de voorsz. cooppenninge competeerende en bij U doene reekeninge daer van behoorlijk te doen blijken.
Actum den neegende February 1700 agt en neegentig.
P. v.d. POEL
F. van GRIENSVEN
J.M. MASTBROEK
J. BIEMANS
J. v.d. KRUIJS
Ter ordonnantie van dezelve
A.A. van NOORT, Secrtrs.
Rechtelijk archief Deurne, inv.nr. 49, 2128, doos 3, nr. 100 Getuigenissen.
d.d. 29-05-1798.
Compareerde voor Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE nagenoemt PETER COX en JACOBUS NEERVENS beide inwoonderen alhier, zijnde van competenten ouderdom staande ter goeder naam en faam, dewelke ter instantie en requisitie van het Hoog Officii der Stad en Meyerije van DEN BOSCH, verklaaren waar en waaragtig te weesen, dat zij comparanten op Zaterdag den 19e deeser maand Meij 1798 in den avond circa de klokke tien uuren, bij geleegentheijd van het thuiswaards geleijden van des eersten comparants ondertrouwde bruijd, CATHARINA DIRK HIKSPOOR, met haaren broeder JAN DIRK HIKSPOOR woonagtig alhier ter plaatse genaamd ESPH, zijn gekomen aan de huyzinge van voorn. JAN en CATHARINA DIRK HIKSPOOR alwaar zij comparanten hebben bevonden; dat deur en vengsteren rondsom toegeslooten waaren en na een en andermaal geroepen te hebben dat hen opengedaan woorde, sonder dat zij eenig gehoor kregen, zijn zij te raaden geworden onder de stal deur een plank los te breeken, en daar onder door te kruipen om zoo vervolgens de deur te openen, het gunt door hen verrigt zijnde, hebben zij tot hunne groote verbaastheijd gezien; dat voormelde JAN DIRK HIKSPOOR, op dezelve stalling bij en aan de voorschreeve deur aan een koorde was hangende, zonder eenig leeven daar aan gezien of bespeurt te hebben, en zonder dien aangaande iets verder meer te weeten.
Eijndigende hier meede deese haare opregte en sincere verklaaringe en hebben na duidelijke voorleesinge daar bij gepersisteert bereijd zijnde de waarheijd van dit hun verklaarde, ten allen tijde met Eede te sterken.
Aldus gedaan en gepasseert binnen BAKEL voorst. den neegen en twintigsten Meij 1700 agt en neegentig ten overstaan van PEETER van der POEL en JOHANNIS van de CRUYS Scheepenen die de minute deeses beneevens de comparanten en mij ondergeschreeve Secretaris eijgenhandig ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod attestor VAN NOORT Secrts.
Wij PEETER van der POEL President Loco Officier JOHANNIS van de CRUYS en JAN BIEMANS Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE geleegen in het voormalig gewest van BATAAFS BRABAND doen kond en certificeeren bij deese, dat wij beneevens GERARDUS BERINGS Mr. Chirurgijn woonende tot HELMOND, ter instantie en requisitie van het Hoog Officii der Stad en Meyerije van S'BOSCH, ons begeeven hebben ten woonhuyse van JAN en CATHARINA DIRK HIKSPOOR, alhier ter plaatse genaamt ESPH woonagtig, tot het visiteeren van het aldaar op Zaterdagavond den 19e Meij jongstleeden gevonden verhangen lighaam van voorseijde JAN DIRK HIKSPOOR oud omtrent twee en veertig jaren, hangende aan een koorde op de schelft vast gemaakt, en zijnde op een ladder teegen de muur staand, denkelijk opgeklommen geweest en zig zoo van daar neergelaaten, En verklaarde hij Chirurgijn BERINGS voorsz. naar exacte examinatie van het zelve lighaam, daar aan egeen worde of quetzure bevonden te hebben, maar te zijn gaaf en ongeschonden zijnde de lorgpijp <= luchtpijp> stuk gekneust door het touw veroorzaakt, zoo dat het zelve gestranguleert is, waar op een doodelijke suffocatie of snikking heeft moeten volge.
Aldus gedaan en gevisiteerd op heeden binnen BAKEL voorz. den twee en twintigsten Meij 1700 agt en neegentig, En is de minute deesen ten prothocolle geteekend:
G.BERINGS Chirurgijn.
P. v.d. POEL.
J. van de KRUYS.
J. BIEMANS.
Onderstond mij present en was geteekend
A.A. van NOORT Secrets.
Quod attestor. VAN NOORT.
← Terug naar: Bakel 1790 1799