1770 - 1779
“De Kroniek van Driek”.
Bakel en Milheeze 1770-1779
Bakel 1770.
Bossche Protocollen, inv.nr. 1766 A, folio 106 + 113 verso t/m 115 verso.
d.d. 01-02 1770 + 12-02-1770.
106 verso.
Wij Schepenen ondergeschreven maaken kennelijk, certificerende mits desen dat ons in persoon is gecompareert: W. DANKER de KEMPENAER, in quarliteyd als Rentmeester der geestelijke goederen dat Quartier van PEELAND Meyerye der Stad S'BOSCH, speciaal gemagtigt tot s'geens naervolgende bij Resolutie van de Ed.Mo. Heeren Raaden van State der VEEENIGDE NEDERLANDEN weesende van dato den sesden December 1700 negen en sestig, ter Secretary alhier geregistreert. Ende uyt kragte der magte hem daar bij soo blijkende was gegeven ende verleent de erffenis van grond alwaar voor heen ST. ANTONIS CAPPEL aan HET HAVELT onder den dorpe van VECHEL heeft gestaan, groot omtrent een half Loopense of soo groot en kleyn als hetselve aldaar gelegen is, en het gemeene Land bij Confiscaten der geestelijke goederen was aangekoomen transporteert PETER FRANKEFOORT, woonagtig te VEGHEL te gelijk met al het reght het gemeene Land daar in competerende vrij van s'Landts en Dorps lasten, et effect promp van s'Lants wegen
Datum den eersten February 1700 seeventig.
L.D. KEMPENAER
ANT. van WANSUYS
JAGER
Mij present A. BASTIDE
! In de marge !
Coop 170:--
80e penn. 2. 2. 8.
113 verso.
Wij Scheepenen uts. dat. uts. Een stuk teulland onder den dorpen van BAKEL genaamt HET VERVALLE HUYSKE, groot in vier posten twee en een vierde Lopense met DEN CAPPELHOF daar bij en aangelegen soo groot en kleyn als aldaar gelegen is 't gemeen Land uts van ST. JANS altaar te BAKEL transp. JAN CLAASSEN van de LAAR wonende te BAKEL, .... aan uts. uytgenomen eenen gewinchijns van eene stuyver veertien penningen aan 't Chijnsboek van den Hr. van HELMOND, op pbl. 242. voorts s'Lants en uts. Inne kennisse uts. Datum den twaalfden February 1700 seeventig.
De quitantie van 80e penning uts.
DE KEMPENAER
S'GRAVELANDE
P. van WALLENSSE
Mij present BASTIDE.
114.
Wij Scheepenen uts. dat. uts. Eenen akker lands, genaamt DEN BIJNDERSE AKKER gelegen op DE HAGE onder den dorpe van BAKEL groot twaalf Loopensen of soo groot en kleyn aldaar gelegen is 't gemeene Land uts. van 't Convent van BIJNDEREN tranporteert JAN van der KRUYS, wonende te BAKEL, ... uytgenomen s'Lands uts. .... kennisse van Datum den twaalfden February 1700 seventig.
De quitantie van den 80e penning uts.
KEMPENAER
S'GRAVELANDE
P. van WALLENSSE
Mij present BASTIDE.
! Marge !
Coop 533. --. --
80e penn. 6.13. 4
Wij Schepenen uts. datum uts Een stuk lands genaamt DE HAAG, gelegen onder den dorpen van BAKEL, groot agten dertig en een halven Roede, of soo groot uts. 't gemeene Land uts van 't Convent van BIJNDEREN, transp. GIJSBERT ANTONY CORSTEN Datum den twaalfden February 1700 seventig.
De quitantie van den 80e penning uts.
KEMPENAER
S'GRAVELANDE
P. van WALLENSSE
Mij present BASTIDE.
! Marge !
Coop 7. --
80e penn. 0. 1. 12.
114 verso.
Wij Scheepenen uts. dat. uts. Een stuk teulland genaamt DE BEEK groot drie en een half Loopense gelegen onder BAKEL, of soo groot uts. 't gemeene Land uts. van uts. transp. HENDRIK van GROOTEL wonende te BAKEL, < etcetera > Datum den twaalfden February 1700 seeventig.
De quitantie van den 80e penning uts.
KEMPENAER
S'GRAVELANDE
P. van WALLENSSE
Mij present BASTIDE
! Marge !
Coop 110. --
80e penn. 3. 7. 8
Wij Schepenen utt. dat. utt. Eenen akker lants, genaamt DEN BREMAKKER gelegen in de agterste akkers van MILHEEZE groot drie en een half Loopense of soo groot utt. 'tgemeene landts utt. van DE CAPPELLE van MILHEEZE onder BAKEL transp. JAN van de KRUYS, wonende te BAKEL < etcetera, latijn> Datum den twaalfden February 1700 seventig.
De quitantie van 80e penning utt.
DE KEMPENAER
van S'GRAVESANDE
P. van WULLENSSE
Mij present BASTIDE.
! In de marge !
Coop 197.--. --
80e penn. 2.-9. 4
115.
Wij Schepenen uts. date uts. Een stuk teulland genaamt DEN VENDIJK gelegen uts. groot een Lopense, of soo groot uts. 'tgemeene land uts. van uts. transp. JAN CLAASSE van de LAAR, wonende te BAKEL, <etcetera, latijn>, Datum den twaalfden February 1700 seventig.
De quitantie van de 80e penn. uts.
DE KEMPENAER
van S'GRAVESANDE
P. van WULLENSE
Mij present BASTIDE.
!In de marge !
Coop 26.--.--
80e penn. 0. 6. 4
Wij Schepenen uts. dat uts. Eenen akker lands genaamt den grooten ST.ANTHONIS AKKER, gelegen uts. groot drieeneenhalf Loopense, of soo groot ut. 'tgemeene Land uts. van uts. transp. JAN van de KRUYS, wonende te BAKEL Datum den twaalfden February 1770 seventig.
De quitantie van de 80e penn. uts.
DE KEMPENAER
van S'GRAVESANDE
P. van WULLENSE
Mij present BASTIDE.
115 verso.
Wij Schepenen uts. dat uts Een stuk teulland gelegen onder BAKEL, genaamt DE KOEY AKKER, groot in vijf perceelen drie Loopense, of soo groot uts. 't gemeene Land uts. van uts. transporteert HENDRIK van GROOTEL wonende te BAKEL . Datum den twaalfden February 1700 seventig.
De quitantie van de 80e penn. uts.
KEMPENAER
van S'GRAVESANDE
P. van WULLENSE
Mij present A. BASTIDE.
Gem.Archief Helmond, R.A. inv.nr. 320, folio 31.
d.d. 16-05-1770.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt GERARDUS BERINGS Mr. Chirurgijn woonagtig binnen deese Stad, denwelke onder presentatie van Eede ter instantie en requisitie vant Hoog Officie der Stad en Meijerije van S'BOSCH, getuigd ende verclaart waar ende waaragtig te weesen, dat hij comparant op den negen en twintigste April deses jaars 1770 is versogt tot SCHIPSTAL onder BAKEL bij den persoon van JAN AERT ROYACKERS, woonende aldaar, dat hij comparant daar gekomen sijnde, aan gemelde JAN AERT ROYACKERS heeft bevonden twee wonden, deene aan de onderlip, en de andere aan den linker bovenarm, omtrent de junctuur <= verbinding> van de schouder penetrerende aan den aphofisis ofte uytsteeksel van de schouder omtrent de lengte van een vinger en omtrent drie vingers breedt, dat hij comparant voor het verband der voors. wonden aan voornoemde JAN AERT ROYACKERS heeft afgevraagt wie hem die hadde toegebragt waar op denselven aan hem comparant sijde dat die bijde wonden aan hem waren toegebragt door JOOST JORDE NOYEN mede woonagtig tot BAKEL, de eerst gemelde wonde met een bijl, en de laatst gemelde met een turfspaeij.
Eijndigende hij comparant hier mede sijne verclaringe en heeft naer distincte praelecture daerbij geperssisteert ter prententie en overstaan van GERARDUS HOGERLINDEN en EDUARD DIRK GALLAS Schepenen, die de minute prothocollair beneffens den comparant en mij ondergeschreve Secretaris behoorlijk hebben ondertekent binnen HELMONT voorst. op heeden den sestiende Mey seventien hondert en seeventigh.
G. BERINGS Chirurgijn.
G. HOGERLINDEN
E.D. GALLAS.
Mij present P. de LEEUW Secrts.
Oud-Rechtelijk archief Bakel en Milheeze. inv.nr. 1381-1390.
d.d. 30-05-1770.
Wij ondergeteekende Schepenen der Heerlijkhijt BEEK en DONK, Quartiere van PEELANT - Meijerije van S:TOGENBOS verklaaren op den eet onser bedieninge gedaan, dat aan LEENDERT KANTERS van voornemens is met een runderbeest te drijve van hier naar MILHEESE, onder BAAKEL, sijnde een koeijbeest out ontrent 8 jaar, root van haar met eenen blaaren kop. Dese runderbeest is gesont kompt uijt eenen gesonden stal in welke geen besmettelijkhijt onder het runder vee gevonde wort, off in geen lange iaare is geweest.
T'oorkonde hebben wij dese onderteekent en IAN van den BOGARD President Loco .... secretaris bekragtigt op heden binnen BEEK en DONK desen 30 Meij 1700 suventig.
JAN van den BOGARD President Loco Secretaris
ANTONIJ van HOUT Schepen
PEETER van der PUTTEN Schepen.
Bakel 1771.
Rechtelijk Archief voor 1811, Bakel en Milheeze, inv.nr. 16.
d.d. ± 1771.
N. van OMMEREN.
Aan Scheepenen der Rechtbank van BAKEL en MILHEEZE.
Geeft met behoorlijk respect te kennen DOROTHEA de VETH weduwe van wijlen HENDRIK RAAYMAKERS, bevoorens weduwnaar van wijlen ...... woonende alhier, dat wijlen haaren man bij wijlen voorne zijne eerste huysvrouw in egte had verwekt vijf kinderen.
Dat voor het overlijden van voorn. ...... op wijlen gemelte haare man ter togte en zijne vijff kinderen ten erffregten was gedevolveerd, een huys, hoff en aangelag met eenige parceelen land en groes, staende en gelegen alhier ter plaatse genaamt HET RAVENSGAT.
Dat wijlen voorn. haar man het togtregt aan voorschr. vaste goederen op hem mits het overlijden van wijlen zijne eerste huysvrouw gedevolveerd aan voorn. zijn vijff kinderen hadde getransporteerd en opgedragen.
Dat drie der voormelde kinderen voor wijle des suppliants voormelten man zijn koomen te overlijden dat daar weeder parten in gemelte vaste goederen op wijlen haaren man waaren gedevolveerd.
Dat door het overlijden van wijlen voorn. haaren man de voorsz. ..... parten benevens drie parceeltjes nieuwe erven groot .... op haar suppliante ter tijd togt en haare nog minderjarige kinderen bij wijlen haaren voorn. man HENDRIK RAAYMAKERS in echte verwekt ten ervregten zijn gedevolveerd.
Dat zij suppliante alzoo belast is met de onderhouding en opvoeding haarer voornt. kinderen waar van het jongste eerst den ouderdom van ... jaaren berijkt heeft en zij geene middelen van bestaan nog eenig ander eigendom heeft dan alleen het togtregt van de voormelde ... parten in voors. vaste goederen.
Dat zij suppliante deese haare armoedige situatie zoo aan haare broeder als aan wijlen haare man twee nog in leeven zijnde voorkinderen heeft bekent gemaakt en met derzelve heeft geraadpleegd welke middelen bestaan te doen den om gemelde haare mindejarige kinderen te kunnen opvoeden en onderhouden.
Dat gemelde haar mans voorkinderen met naamen ........ de armoedige situatie waar in suppliante met haare voormelde .... kinderen zig bevonde ter harten neemende haar hebben aengeboden om de voormelde haare minderjarige kinderen geheel buyten der suppliants kosten en lasten te zullen opvoeden en onderhouden tot het jongste kind den ouderdom van veertien jaaren berijkt heeft mits dat zij suppliante daer voor in tegendeel de voors ...... in voors. huys, hof en aangelag met bijgehoorende land en groes beneevens voors. parceeltjes nieuwe erff aan gemelde ....... in eigendom cedeeren en overgeeven.
Dat zij suppliante dit aanbod gaarne zoude accepteeren dan daar zij supplianten zulks eigener authoriteijt niet kan nog en mag te doen offschoon de voors. ..... parten in voors. vaste goederen in verre na niet kunnen opweegen tegen den last welke gemelde ..... daer door op zig willen neemen zonder daartoe alvoorens U L. praelable permissie en authorisatie te hebben geobtineert.
Zoo keert zij zig suppliante zig tot U L. zeergedienstig verzoekende dat het U Lieden behaage mag haar suppliante te authoriseeren om de voors. ... parten in voormelde huysinge, hof en aangelag, bijgehoorende parceelen land en groes aan voormelde ....... te cedeeren en op te dragen onder den last en mits dat de voormelde ...... zullen gehouden zijn daar voor haar suppliants kinderen te zullen opvoeden en onderhouden tot het jongste kind den ouderdom van veertien jaaren bereijkt heeft.
En ten einden U Lieden aan het consent en goedvinden der naaste vrienden te doen blijken zoo neemt de meede ondergeteekende ..... De VETH oom van voormelde minderjarigen de vrijheid U Lieden voorloop te berigten dat hij het verzoek hem voor gedaan heeft in gezien het zelve ten aanzien aan voormelde minderjarigen allezints bevind voordeelig te weezen en diensvolgens meede tot het <gant?> voorschreeven U Lieden <> authorisatie is imploreerende <= gebruikende> bij deezen.
'Twelk doende etc.
Handmerk van DOROTHEA de VETH (kan niet schrijven)
Handmerk van GOORT de VETH (,,,, ,, )
Testes G. van RIET.
Bakel 1772.
Bossche Protocollen, inv.nr. 1758 A, folio 17 t/m 19.
d.d. 23-01-1772.
HENDRIK van CRANENBURG s'Lands Deurwaarder wonagtig binnen deeze Stad gemagtigf tot s'geens navolgende van ANNA MARIA de GAZÉE, Weduwe van GERIT WILLEM van CRANENBURG, JOHANNES van de GEEVEL Weduwnaar van CATHARINA de GAZÉE zoo voor zig als zig fort en sterk maakende en de rato Caveerende voor haaren uitlandigen swager JOHAN GEORGE KHUYL in huwelijk hebbende JOHANNA GEERTRUY de GAZÉE alle kinderen en erfgenaamen van MICHIEL de GAZÉE in leeven s'Lands Deurwaarder alhier in procuratie voor EVERT van BRUGGEN Notaris en getuygen alhier den een en twintigsten deezer maand op hem verleeden en gepasseert en uit kragte der magte hem daarbij zoo blijkende was gegeeven en de verleent, de helfte in zeekere vaste goederen geleegen te BAAKEL in de NEERSTRAAT bestaande in huys, schuur, schop, bogaert en eenige eyke plantage.
Item in een akker teullands genaamt DE KAMP mede aldaar in de NEERSTRAAT groot omtrent ses lopensaaten.
Item in een akker teullands genaamt DEN SCHOTERMAN.
Item in een stuk zoo hooij, wij als teullands genaamt DEN HULSBOSCH groot omtrent drie lopensaaten.
Item in een akker teullands, groot omtrent seeven lopensaten.
Item in een akker teullands genaamt DE KORTE VELDEKENS.
Item in een akker teullands genaamt HET MOLENVELTJEN groot een lopens.
Laatstelijk in een akker teullands genaamt DE HOEREN groot omtrent twee lopens ofte zoo groot en klijn allent zelve in zijne bekende ringgenooten breeder in voorschreven procuratie beschreeven tot BAKEL voorschreven geleegen zijn. Welke goederen door voorz. Deurwaarder MICHIEL de GAZÉE der Constituanten vader in den jaare 1700 negen en twintig bij executie van de Weduwe van JOHAN BURCLLO waaren verkogt en getransporteert aan JOHAN de RONLOUN wonagtig te BAAKEL pro ut in litt. dat. coram scab de BAAKEL den vierden Junij 1700 negen en twintig. En alaoo bij geleegentheid van de agterheid van eenen Chijns aan de Domainen van BRABANT verschult en exhibitie van voorn. Scheepen transportbrief van BAAKEL was ontdekt. Dat die goederen voor de helft waaren opgedragen aan den voorn. MICHIEL de GAZÉE dat ook de constituanten van dien halven eigendom geene weetenschap hebbende den voorn. ROULOUN met het geheel hadden laaten handelen als met vrij en eijgen goed, zoo was tot voorkominge van oneenigheeden tussen hun en den voorn. ROULOUN welke instineerde de volle kooppenningen in der tijd te hebben betaalt en niet beeter te hebben geweeten of het geheel was hem aangevest over eengekomen. Dat de erfgenaamen van MICHIEL de GAZÉE hem als nog de voorschrevene helfte in die goederen zouden transporteeren, voor een somme van hondert guldens eens geld. Derhalven heeft hij comparant de voorschrevene helfte in die goederen uit kragte der magte voorschrevene getransporteerd aan den voorn. JAN de ROULOUN uitgenoomen den halven grontchijns tot tien stuyver twee en een halven penning ofte zoo groot en klijn daaruit mogte gaan. Mitsgaders s'lands en dorpslasten, kommeren en servituten daar toe zo van ouds regts als gewoonte wegen te onderhouden staande en gehoorende. Testes ut infra datum den drie en twintigsten January 1700 twee en seeventig.
De quitantie van 40e penn. get. en gebl. uts.
H. v. CRANENBURGT
P.J. FRANKEN
A. de VLIEGER
Mij present FRANS van HEURN.
Rechtelijk Archief Bakel, voor 1811, inv.nr. 1.
d.d. 06-05-1772.
Wel Edele Heer en vriend!
Mij stellende tot het schrijven van een brief aan den Heer Fiscaal volgens afspraak ben ik bedugt geworden, dat die Heer mogelijk niet geerne met mij over de saak zoude handelen, en heb daarom geoordeelt best te zijn, dat U E. zelfs daar over aan dien Heer schreev, ik zend ten dien eynde een concept hier neevens, waar in U E. de nodige correctien wel maaken zal.
Mijnen brief van gisteren zal U E. aparent ontfangen hebben, U E. gelieve te reflecteeren, dat eerst op de persoon van de huysvrouw van Van OMMEREN moet geprocedeert worden tot gijzeling, alvorens men eenige goederen aanspreekt, om dat dan nog overlegt moet worden, wat goederen aan te spreeken.
Ik versoek mijn compliment aan Heeren Regenten en ben met agting U E. D.W. Dienaar
WILLEM CORN. ACKERSDIJCK
S'BOSCH den 6 Mey 1772.
Rijksarchief Den Bosch, Commissie van Breda 1798 - 1811, inv.nr. 388, Lheenboek, folio 98.
d.d.15-05-1772.
MILHESE.
Compareerde voor mij Mr. ARNOLD WILLEM THIJBOSCH tot 't geene naervolgende door Sijn-Hoogwaarde de Heere Prelaet der Abdije van ECHTERNACH gecommitteerd, mitsgaders voor de Heer á Mr. CORN. van BOXTEL en JOH. VERSCHUUREN Leenmanne des Leenhofs van ECHTERNACH, d'Heer á Mr. THEODORUS BARRED Licentiat in de Regten, en Rentmeester der Commanderije van GEMERT, als gemagtig het geene naervolgende door sijn Excellentie CASPAR ANTON Vrijheer van BELDERBÜSCH des HooghDuyts Ordens Ridder, Landcommandeur der Ballye ALDENBISSEN en NEDERLANDEN, Commandeur tot ALDENBISSEN á MAESTRIGT, Vrijheer van GEMERT, ST.PIETERSVOEREN, á GRUYDROY Vrijbaander Heer van DIEPENBEECK, Heer tot ORDINGEN, BEVORT á DAMRYS Geheyme raed eerste staats á conferentie Minister van Sijne CeurVorstelijke Hoogheyd van CEULE á Prince van MUNSTER en in procuratie brieven van Hooggemelde S.E. gegeven tot BONN de 14 7ber 1771 onder het papier deses aen ons gebleken á heeft in de Naam á uyt kragte als boven ter Leen ontfangen de tiende van MILHEEZE á sulkx mitt doode á aflijvigheyd van Sijn Excellentie d'Heer WIRICK LEOPOLD Vrijheer van SANA tot SCHERVE etc. als gewese Landcommandeur der BALLYE ALDENBISSEN voorn., doende hulde á toesegging van trouw, met belofte des gerequireerd de gewoonlycken Eed werckelijck af te leggen á te presteren, behoudens den Heere á een ieder sijn goed regt.
Actum GEMERT met aerd vergunning des Heere Officiers desen 15 Mey 1772.
A.W. THIJBOSCH gecommiteerde.
Bakel en Milheeze, Schepenbank, oud archief, inv.nr. 27. Folio 105recto.
d.d. 15-05-1772.
Gezien bij Heeren Officier en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan haar Eerw. gepresenteert door ofte van weegens ANTHONIN JANSE van NEERVEN en JAN TEUNISSE beijde wonende alhier; te kennen geevende zij Supplianten in qualiteit als wettige aangestelde voogden over de minderjarige, naergelatene kinderen van wijlen JAN FRANCIS de RELLOUW in leeven gewoond hebbende en overleeden alhier. Dat de gemelde minderjarige kinderen is competeerende de helft in een huijs, hoff en aangelag met de daarbij en aangehoorende groes en teullanderijen staande en geleegen alhier ter plaatse genaamt DE NEER-STRAAT thans in gebruijk zijnde en bewoond werdende bij GOORT JOOST REIJNDERS, en welk voorn. huijzinge en landerijen de gemelde minderjarige door doode en aflijvigheijd van hunnen grootvader Paternel met name JAN de RELOUW is gedevolveert en aanbestorven waar van de wederhelfte JAN MARTENS als in huwelijk hebbende SOPHIA JANSE de ROLLOUW - mede alhier woonagtig ter zake hier vorengemeld is competeerende; En nadien der gemelde minderjarige grootvader merkelijk in zijne finantien was ten agteren geraakt zodanig dat denzelven zig als buijten staat bevond zijne crediteuren te kunnen voldoen ten waare om zijne goederen vrij en onbelast te laten. Den vorengenoemde JAN MARTENS niet voor voldoeninge derzelve t'elkenmaal gezorgd hadde, en dus ter dier zaake een merkelijke somme voor voornoemde JAN de ROLLOU is in verschot geweest, zoo weegens agterstallige pagten, chijnsen en boeten weegens het niet behoorlijk winnen van dezelve, als s'Lands- en Dorpslasten waar mede de voorschreeve goederen beswaart zijn; waarom mede voornoemde voogden en Supplianten in deeze gaarne met denzelven JAN MARTENS zouden overgaan tot een liquide afreekening van alle desselfs verschoote penningenn, voor zo verre het aandeel der gemelde minderjarige zulx zoude mogen aangaan, en geene penningen voorhande zijnde waaruijt zulx zoude kunnen werden gevonden, waerdoor zij Supplianten buijten staat gesteld zijn in hunne voorz. qualiteit tot een liquiditeijt te kunnen treeden oordeelende dus het proffitabelste te zijn om terwijl de gemelte minderjarige niet dan de helft in voorsz. goederen is competeerende het zelve publijcq en voor alle man te verkoopen, ten eijnde de penningen daarvan provenieerende te emploijeeren tot het geene hier voren gemeld is, dog alzo zulx niet validelijk kan ofte vermag te geschieden zonder U Ed. Eerw. authorisatie daar op erlangen te hebben.
Reedenen waaromme zij Supplianten zig zijn keerende tot U Ed. Eerw. permissie, decreet en authorisatie tot het doen der verkopinge in dezen gemeld mitsgaders om in hunne voors. qualiteijt daar van aan den kooper behoorlijke vest en opdragt ter Secretarije alhier te geeven.
Mijn Heeren Officier en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE voornoemt gelet op den inhoude deezer requeste, en daar bij in overweeging genomen hebbende de schulden met welke de gemelden boedel belast is, en geene middelen voor hande zijnde dezelve te kunnen betalen accordeeren het verzoek in dezen gedaan en authoriseeren diens volgens de Supplianten de gemelde helfte dier goederen publijcq en voor alle man te mogen verkoopen den kooper daarvan behoorlijke vest en opdragt ter Secretarije alhier te doen het provenuë der cooppenningen voor zo verre het aandeel der minderjarigen betreft te emploijeeren tot afbetalinge der schulden, mitsgaders de overschietende penningen ten meesten voordeele der onmondige ten behoorlijken interesse uijt te setten en voorsz. applicaat der resteerende penningen bij behoorlijke reekening bewijs en reliquia aan haar eerst te doceeren.
Actum in Judicio extra ordinari ten Raadhuijze van BAKEL dezen vijftienden Meij 1700 twee en't zeeventig presente pleno collegio exemt der Scheepenen JAN FRANSEN.
W. v. RAVESTEIJN
A. van de KERKHOF
J. van GRINSVEN
FRANCIS MAERTENS
JAN PETER NOIJE
GOORT NOIJEN
Mij present A.A. van NOORT, Secrtrs.
Rechtelijk Archieven voor 1811, Bakel en Milheeze. inv.nr. 12.
d.d. 25-05-1772.
Compareerde voor Heeren Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE nagenoemt ANNEKE CORSTIAAN JAN TEUNISSEN de SMIT wonende alhier tot MILHEEZE zijnde geadsisteerd met WILLEM van RAVENSTEIJN President Scheepen alhier, te kennen geevende zij comparante dat mits het overlijden van der comparantes vader CORSTIAAN JAN TEUNISSE de SMIT op haare stieffmoeder CATHARINA CLAASE van de LAAR voor twee derde deelen ter togt waeren komen te devolveeren de vaste en erffelijke goederen door voorzeijde haren vader met er dood ontruymt ende naergelaten, waar van het testerende derde deel aan haar comparante en haaren broeder ANTONIJ CORSTIAAN JAN TEUNISSE de SMIT wonende te DEURNE door het zelve overlijden is aanbestorven. En nadien zij comparante een zeer behoeffelijk en veeltijds ziekelijk en gebrekkig perzoon is, en dus als buijten staat om zig met zodanig een aanbestorven en bij tijden en wijlen nog verder aan te besterven zijnde erffportie off erffportien bekwaemelijk te kunnen geneeren; waeromme zij comparante met haar voorzeijde stieffmoeder is geconvenieert en over een gekomen in voegen en manieren navolgende, namentlijk dat zij comparante bij onderteekeningen dezes verklaart te cedeeren en dus volkomen te renuntieeren en afstand te doen niet alleen van de hier voren gemelde aan haar aanbestorven vaderlijke erffportie haar comparante voor de helft van een geregte en onverdeelde derde part in de gereede meubilaire, roerende en onroerende goederen competeerende; maar ook van alle andere haar comparante en transportante in dezen nog verder aan te komen en aan te bestervene erffenissen welke aan haar comparante bij tijde en wijle nog zoude konnen off moge komen te devolveeren onder den mits en conditie dat voorzeijde haare moeder haar transportante haare leevenstijd geduurende zal moeten onderhouden in kost en drank, ziekte en gezondheid kleeding en reeding <= uitrusting>, alles zoo en in dier voegen alst oft een reedelijke en ordentelijke alimentatie en onderhoudt vereijst en gerequireert word behoudens dat zo wanneer de contractanten in dezen over en weeder over met die alimentatie en onderhoud niet konde nog wilde contenteeren ofte genoegen neemen het de comparanten wederzeijts ten allen tijde vrij zal staan van dezen contracte te konnen en mogen afzien in welken gevallen de voorzeijde haar comparantes schoonmoeder gehouden en verpligt zal zijn van of ten behoeven van de comparante haar leevenstijd geduurende jaarlijx tot haare onderhoudinge uijt te keeren eene somme van vijff en twintig guldens.
Ende compareerde alhier mede de gemelde CATHARINA CLAASE van de LAAR zijnde geadsisteert met haere bijde mede alhier tot MILHEEZE woonagtig, dewelke deze cesse en overgift onder den mits conditie en behouding daarbij vervat verklaarde te accepteeren, geloovende het zelve in allen deele te zullen voldoen naerkomen en agtervolgen onder verband en renuntiatie als na regten.
Aldus gedaan en gepasseert ter Secretarije van BAKEL dezen vijff en twintigsten Meij 1700 twee en tzeeventig ter presentie en overstaan van JOHANNIS van GRIENSVEN e ADRIAAN van de KERKHOFF Scheepenen die de minute dezes beneevens de comparanten en mij ondergeschr. Secretaris behoorlijk ten Prothocolle hebben onderteekent.
Qoud Attestor
A.A. van NOORT Secretaris.
Rechtelijk Archief Bakel, voor 1811, inv.nr. 1.
d.d. 07-08-1772.
Wel Edele Heer.
Mij eyndelijk prepareerende tot het formeeren van eene extensie om in de volgende dorps rekening te worden gestelt ter voldoening aan de resolutie van de tolcamer van den 28e Mey 1771, vind ik, dat door langheyd van tijd mij ten eenemaal is ontdagt wat wij daar ontrent zijn afgesproken om in te brengen. Ik heb daar van een copie onder mij behouden tot mijn narigt <= informatie>, zende U E. de orginele terug met de verdere orginele stukken nog onder mij zijnde, uytgenomen de dorpsreekening van 1767 de reekening van HENDRIK RIJSTERBORG en eene verkoopconditie, ik zal na inwagten, dat U E. mij zijne consideratien op voorsz. resolutie van de Camer het zij mondeling, het zij per missive opgeeve. Ik vinde, dat volgens de postcaard van BAKEL de geerfdens aldaar vijff Bossche roeden of hondert voeten gemeentewaarts inplanten moogen allerhande opgaande boomen, vermeent oversulcx, dat Regenten vrijheijd hebben, om boomen voor de pastorije te stellen, zonder voorgaande consens, waarom ik van het vraagen van permissie dienaangaande heb afgezien.
Mogt ik versoeken de Heer Van GRINSVEN te vraagen, of hij wel denkt op het inwinnen van verklaringen van brouwers nopens zijn saak zo als wij waaren afgesprooken.
Ik versoek mijn compliment aan Heeren Regenten en ben met agting.
U E. D.W. Dienaar
WILLEM CORN. ACKERSDIJCK
S'BOSCH den 7 Augusti 1772.
Rechtelijk archief Deurne, deel 139, folio 169 verso.
d.d. 25-08-1772.
Boedeldeling door LUYCAS van der HEYDEN als zijnde de man van MARIA van MOORSEL, JAN van MOORSEL, PETERNEL van MOORSEL en ANNA MARIA van MOORSEL de weduwe van ADRIAAN WELTEN. Wonende de eerste drie alhier te DEURNE en de laatste te MILHEEZE. Allen kinderen en erfgenamen van LAURENS van MOORSEL en PETERNEL MANDERS. Bij de deling behoort onder andere een huis staande in "de MEULENHOF".
In het jaar 1772 was het op Zondag 13 September BAKELSE kermis.
Schepenbank Oud Archief, inv.nr. 290, folio 247.
d.d. 11-07-1772.
Staat en inventaris gedaen maken ende opgegeeven bij ANTONIJ JANSEN van NEERVEN en JAN TEUNISSE beide wonende alhier als voogden over de onmondige kinderen van wijlen JAN FRANCIS de RELOUW gewoont hebbende en overleden alhier, en dat ten behoeven van desselfs minderjarige kinderen met naeme FRANCINA, ANTONIJ en CORNELIS FRANSEN de RELOUW en zulx van het geene voor dezelve bij hunnen grootvader JAN de RELOUW is bevonden met er dood ontruijmt ende naergelaten te weezen bestaande in de naarvolgende waar in de voorgenoemde onmondigen de helft is compareerende.
Eerstelijk van de vaste onroerende goederen.
Den gemelden JAN de RELOUW als grootvader van de onmondige kinderen zijnde heeft nagelaten, een huijs, met verscheijde parceelen van groes en landt staande ende geleegen alhier ter plaatse genaamt DEN NEERSTRAAT wordende gebruijkt en bewoond bij der minderjarige stieffvader GOERT JOOST REIJNDERS, waar in de gemelde onmondige zo als voorz. de helft zijn compareerende.
Ten tweeden van de gereede haafelijken en erffhaaflijken goederen.
Een kleerkast.
Twee rekken schotels.
Drie tinnen schotels.
Vier porcelijnen schotels.
Drie porcelijnen telders.
Een koopere dekzel.
Drie koffij keetels.
Een bedt.
Een deken.
Een paar slaaplakens.
Een koopere keetel
Een oude kleerkast.
Een klijn kastie.
Drie stoelen.
Een ledikants behangsel.
Twee moespotten.
Twee tafelbladen.
Een lantaarn.
Een haal.
Een tang.
Een vuurijzer.
Drie vijmen stroo.
Agtien vat rogge.
Eenig hooy.
Een koe beest.
Een kalf.
Een varken.
En door dien in het geene voorschreeven is de gemelde minderjarige de helft zijn competeerende en den Boedel van denzelven JAN de RELOUW met zeer veele schulden beswaart was, zo hebben de voornoemden voogden het voordeeligste geoordeelt te weezen de zelve goederen aan den mede erfgenaam JAN MARTENS (voor zo verre het aandeel der minderjarige daar in betreft) wegens dezelver geringheijd te verkoopen, waar van voor de onmondige is gekomen als volgt van den huijsraad en meubelen verkogt aan den zelven JAN MARTENS voor dertig guldens, dus voor de helft de onmondige toebehoerende f. 15- 5- 0
Item van de verkogte koe, kalf en varken de somme van vier en veertig guldens en tien stuijvers Is voor de helft 22- 5- 0
Item van het verkogte hooy en stroo de somme van vijff gulden en tien stuijvers, is voor de helft f. 2-15- 0
Item ende laatstelijk van de agtien vat rogge volgens de peg ad ses en twintig stuijvers het vat gereekent bedraegt tezamen drie en twintig gulden
en agt stuijvers is dus van de helft f. 11-14- 0
Somma f. 51-14- 0
Dog staat te weten dat vermits de onvermogentheijd van der onmondige in het hooft dezes gemelde Grootvader JAN de RELOUW als ook weegens
desselvs hoogen ouderdom, denzelven al Reede zeedert een geruijmen tijd bij den meede erfgenaam in dezen JAN MARTENS heeft in de kost geweest
den welk kost-geld is werden getauxeert op en ter somme van zestig guldens zijnde dus voor de helft f. 30- 0- 0
Zo rest nog zuijver f. 21-14- 0
Zijnde alle de vaste goederen door den hier voren genoemden JAN de RELOUW nagelaten door de gemelden voogden voor de helft ten behoeven der onmondige bij publijcque verkopinge op dato dezer aan den meergemelden JAN MARTENS getransporteert en opgedragen.
Compareerden wijders de voornoemde voogden in ’t hoofd dezes gemeld dewelke verclaeren haer in het formeeren van dezen staat en inventaris opregtelijk gedragen te hebben, zonder iet wes ter kwader trouwe te hebben agter gehouden, of versweegen en ingevalle haer na dato dezes iet wes mogte voorkomen waar door dezen inventaris met eenige stukken behoorde vermeerdert oft vermindert te werden dat den zelven daar na zal worden ingerigt tot gemeen voordeel of schaade zonder daar in agterhaalt te willen zijn.
Aldus gedaen en gepasseert ter Secretarije van BAKEL dezen elfden Julij 1700 twee ent zeeventig ter presentie en overstaan van WILLEM van RAVESTEIJN President en ADRIAEN van de KERKHOFF Scheeepen.
ANTONI van NEERVEN.
Dit X merk is door JAN TEUNISSEN gesteld, verklaerende niet anders konnen schrijven.
W. v. RAVESTEIJN.
A. van de KERKHOF.
Mij present, A.A. van NOORT, Secr.
Dit is een transcriptie van Dhr. Wim Verhoeven te Milheeze.
Bakel 1773.
Oud-Recht. Archief Helmond, inv.nr. 309, nieuw nr. 4036. folio 58.
d.d. 26-10-1773.
ANTHONY SCHEIJ Molenaer woonagtig te VECHEL en met hem DIRK van der SANDE mitsgaders ISABELLA MARIA SCHEIJ Weduwe van HERMANUS van den HEUVEL woonagtig den tweeden meede te VECHEL ende voorn. vrouw te BAKEL.
De laatstgenoemde met den momboir bij haar hier toe verkooren en naer gewoonte van den Regter aen haer gegeven en verleent, hebben gelooft onverscheijden en een voor al, ider als schuldenaers principael de Heer CASPARUS JANSSEN woonagtig te WOENSEL dog thans ter saeke van studie sig ophoudende op de Academie van GROENINGEN , eene capitaele somme van seven duysent Carolij guldens van twintig stuyvers het stuk van heden dato deeses over een jaer te voldoen en te betaelen, en met den intrest van dien tegen drie van het hondert te leveren binnen deese Stad of ten sijner woonsteede vrij van alle lasten egeene uytgescheijde sonder langeren uytstel of eenig teegen zeggen in regten of daer buyten, vermits de opregte deugdelijkheijt des schuld is spruytende van goede en welgetelde penningen bij den eersten gelovere van weegens voorn. Heer CASPARUS JANSSEN ontfangen en genoten zoo men verklaarde, en of het gebeurde dat die somme ten daege voorsegt niet wierde betaelt maer langer bleeven staen, zoo geloofden deselve alnog in devisim en op verband als voor, daer van jaarlijx intrest te blijven vergelden als voor tot de volle en effectueele voldoeninge en aflossinge toe, dog in cas van repititie of restitutie zal men wedersijds gehouden sijn sulx malkanderen zes maanden te voorens te verkondigen.
Getuygen waeren hier over JACOB van BRANDWIJK en WILLEM CORN. ACKERDIJK Scheepenen in S'BOSCH, gegeven den drie en twintigste September 1700 drie en seventig.
Was geteekent FRANS van HEURN, in margine stont Cap: 7000 - 40e / 175= 0= 0. hebbende onder aen hangen twee seegels in groene wassche.
Aldus geregistreert ten overstaen van d'ondergeteekende Scheepenen binnen Helmont op heeden den sesen twintigsten October 1700 drie en seventigh.
DIRCK van der KAAIJ
W. v. OMMEREN
Mij present P. de LEEUW, Secrts.
R.A.N.B. Recht. Arch. Bakel en Milheeze Nr. 1722. Inv.nr. 1381 – 1390.
d.d. 26-10-1773.
Wij JOHANNIS van GRIENSVEN Scheepen Loco Officiere, FRANCIS MANDERS, GOORT NOIJEN, JAN PEETER NOIJEN en ADRIAAN van de KERKHOFF, Scheepenen mitsgaders JACOB MANDERS Scheepen Loco Secretaris van BAKEL en MILHEEZE, Quartiere van PEELAND, Meijerije van 'S-BOSCH, certificeeren bij deezen voor de opregte waarheid en zulx op den Eed ten aanvang onzer respt. bedieningen gedaan na dat alvorens voor ons was gecompareert ende verscheenen WILLEM van RAVENSTEIJN onzen President en mede Scheepen wonende alhier aan de KERKSTRAAT, aan ons te kennen gegeeven hebbende dat hij comparant op Woensdag zijnde den 6e dezer maand October dezes jaars 1773 dessnagts circa drie á vier uuren is ontwaar geworden dat in zijn huys laggende te bedde aldaar toen heeft gezien eenigen rook en damp waar op hij comparant doen de meid heeft opgeroepen om te zien wat daar mogte zijn waar op de meid ten bedde uytkwam en in de kamer doen heeft gezien door de glaasen dat er brand was ontstaan aan het brouwhuys van hunne naasten nagebuur ADRIAAN van de MORTEL ende verders doen riep meester staat gauw op want daar is brandt waarop hij comparant doen ten bed uytsprong en doen een groot alarm geroepen ende de gebuuren doen ontwaakte zonder nogtans te weeten de oorsaak van het beginsel off aanvang van den brand, en dat in mede tot zijn woninge in brand raakte. Ende niettegenstaande door de groote meenigte der menschen en de goede iever men getragt hadden de vernielde vlammen in haar hevigheid te stuyten dog die aan den reets brandende huyzinge te vergeefs wierd bestreden schoon evenwel door de groote moeite eenige der digt daar bij leggende huijzingen zijn bewaart gebleeven, zo was 't nogtans dat men in min of ontrent twee uuren tijds de voornoemde huyzinge in een puyn en ashoop verandert zag des dat bij na niets van weerde daar van is overgebleeven, als alleen de muuren en waar van nog sommige gans zijn nedergevallen en ingestort dus hebben wij de voorschreve afgebrande huijzingen na !!!!!
(Gestaakt wegens het vage schrift).
Gedateerd ses en twintich October 1776.
Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 14,
d.d. jaar 1773.
Aan de Eerwaarde Heeren Officier en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE.
Geeft reverentelijk te kennen ADRIAAN van MORTEL wonende alhier, dat hij Suppliant beneevens meer andere ingezetene deezer plaets op den 6e October 1773 laatstleeden het ongeluk heeft moeten ondergaan door de ontstaane brand in desselfs brouwhuijzinge niet alleen de gem. brouwerije maar ook desselfs woonhuijzinge door hem Suppliant als in huwelijk hebbende ANNA JACOBS VERHOEVEN bevorens weduwe van wijlen PEETER MANDERS in togte bezeeten werdende beneevens desselfs eijgen huijzinge te verliesen; En gemerkt hij Suppliant zig tot hier toe in een huurhuijsinge hebbende moeten behelpen waar hij Suppliant teegens aanstaande Pinxteren zal moeten vertrekken des hij Suppliant wel geneegen zouden zijn zijne in eijgendom gehoorende en tans afgebrande huizinge te herbouwen zo hij Suppliant niet bedugt waere door de eventueele erfgenamen bemoeijlijkt en genootzaakt te werden ter opbouwing van de door hem in togt bezeeten werdende huijzinge en brouwerije, wanneer dezelve erfgenaemen voorneemns wierde de daar toe nodige materialen te leeveren weshalve hij Suppliant zig is keerende tot U Ed. Eerw. ootmoedig versoekende dat de voornoemde eventueele erffgenamen van zijnen hier vorengemelde huijsvrouw mogten gelast worden binnen de tijd van drie weeken tot opbouwing van de voorzeide door hem Suppliants voornoemde huijsvrouw ter togt bezeeten werdende huijzinge en brouwerije de nodige materialen aan te voeren of wel binnen zo veel tijds dat hij Suppliant de voorsz. opgenbouwde huijzinge teegens Pinxteren aanstaande voltooijt zijnde op een behoorlijke wijze moet er woon zoude kunnen occupeeren.
Dan dat zij erffgename voornt. daar van in gebreeke blijve de van binnen de voorsz. bepaalde tijd de nodige leverantien der materialen te doen hij Suppliant dan ook mag ontheft worden van de verpligtnig tot het doen der gemelde opbouwinge.
A. v. de MORTEL.
! In de marge !
Mijn Heeren Officier en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE stellen alvorens in deezen finaal te disponeeren, deezen in handen van HENDRIK MANDERS als naasten der eventueele Erfgenamen beneevens des selfs mede Erfgenamen ten einde haar Eerwaardens binnen de tijd van veertien dagen te dienen van desselver schriftelijk berigt en belang in deezen.
Actum in judicio extra ordinario ten Raadhuyze binnen BAKEL dezen zesden January 1700 dvier ende seeventigh presenta pleno judicio ... den Scheepen GOERT NOIJEN.
W. v. RAVESTEIJN President Schepen Loco Officio.
Ter ordonnans van de verdere Schepenen, Van NOORT, Secretaris.
R.A.N.B. Oud Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze. Inv.nr. 1381-1390.
d.d. 26-10-1773.
Wij JOHANNIS van GRIENSVEN Schepen en Loco Officier, FRANCIS MARTENS, GOORT NOIJEN, JAN PEETER NOIJEN en ADRIAAN van den KERKHOFF Scheepenen, mitsgaders JACOB MANDERS Scheepen Loco Secretaris van BAKEL en MILHEEZE Quartier van PEELAND Meijereije van SHERTOGENBOS certificeeren bij deeze voor den oprechte waarheid en zullen op den eed tot aanvang onder respective bedieningen gedaan na dat alvorens voor ons was gecompareert en verscheenen ADRIAAN van de MORTEL ende heeft aan ons te kennen gegeeven dat hij tweede comparant in deezen hoerende het geroep van des eersten comparants meid daar van ontwaaken, ende ten bedde uijtsprong als doen zag dat zijn brouwhuijs in rook en damp waren vervolgens zijn woonhuijs en stallinge in den brand is geraakt zonder te konnen weeten de oorsaak of het beginsel van dien en heeft den voorn. comparant een weinig daar aan bevonden daer de huijzinge van den eersten comparant en vervolgens de huijzinge van PETER MANDERS in brandt was gelijc ook door dat zijn comparantes huijs bewoond werdende bij JAN LEENDERTS mede in den brand stont.
Ende niettegenstaande door de grootte meenigte van menschen en de goede iever men getragt hadde de verwoede vlammen in haare heevigheid te stuijten, dog die aan de reeds brandende huijzingen te vergeefs werd bestreden, schoon evenwel door de groote moeijte eenig der digt daar bij leggende huijzinge zijn bewaard gebleven. Zo wast nogtans dat men in min oft ontrent twee uuren tijdts de voornoemde huijzinge in een puijn en ashoop verandert zag, des dat bij nae niets van waarde daarvan is overgebleeven als alleen de nuuren en waar van nog sommigen gants zijn needer gevallen en ingestort.
Dus hebben wij de voorschreeve afgebrande huijzingen na onsen besten kennisse en weetenschap getauxeert voor de verbrandinge waarden geweest te zijn als namentlijk het voornoemde brouwhuijs in togt bezeeten werdende bij de Weduwe van wijlen PEETER MANDERS tegenwoordige huijsvrouwe van ADRIAAN van de MORTEL op en ter somme van hondert vijf en twintig guldens f. 125-:-.
Item al nog het woonhuijs en stallinge van de voornoemde Weduwe PEETER MANDERS getauxeert voor de verbrandinge als voren waardig te zijn op en ter somme van vier hondert vijff en twintig guldens 425-¦:-. Konnende dus aan hun comparanten oft eijgenaars van de voornoemde affgebrande huijzinge een waarde daer, getauxeert de schaade van idem geextenteert weegen, werden goed gedaan, mits voldoende aan sodanige requisitie en als welken bij Haar Hoog Mogende publicatie van dato 14 January 1765 bepaalt is.
In kennisse der waarheid hebben wij Scheepenen Loco Officier en de Scheepenen boven genoemt beneevens mij ondergeschr, Scheepen Loco Secretarij deze ten Prothocolle op heeden binnen BAKEL dezen zes en twintigsten October 1700 drie en seeventig behoorlijk onderteekend onder de manieren dezes behoorlijk ten Prothocolle onderteekend
Quod Attestor.
Bakel 1774.
Rechtelijk Archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 11.
d.d. 25-01-1774.
Compareerden voor Heeren Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE naegenoemt HENDRIK JAN GEEVEN jongeman, geboortig van HELMOND en tans woonagtig tot AARLE zijnde geadsisteert met sijnen swaeger CLAAS JANSE van MIJL mede tot AARLE voornoemt woonagtig als Bruidegom ter eenre,
Ende CATHARINA FRANCIS JANSE weduwe van wijlen JOHANNIS HENDRIKS wonende alhier zijnde voor zo veel des noods geadsis-teert met JAN FRANCIS JANSE en WILLEM HENDRIKS mede alhier woonagtig naaste bloed vrienden der kinderen van haar comparante, als zijnde derselver oomen van 'svaders en moeders zijde door haar comparante voornoemt verwekt bij haeren gemelden overleeden man JOHANNIS HENDRIKS met naeme HENDRIEN, JENNEMARIE, CATRIEN en FRANCIS HENDRIKS, tans Bruid ter andere zijde.
Welke voornoemde Bruidegom en Bruid alvorens met den anderen een wettig huwelijk aan te gaan, hebben voorgenomen met goed overleg en volkomen genoegen van Heere voorn. adsistenten en vrienden te maken en aan te gaan een huwelijke voorwaarde en dat in voegen en manieren hier nae volgende,
Eerstelijk zo is besprooken dat in plaatze van het formeeren van eenen staat en inventaris der goederen door de Bruid tans ter togt bezeeten werdende en aan haare hier voorgemelde kinderen ten erffregt gehoorende, voornoemde haere kinderen tot staat gekomen zijnde aan dezelve voor en in plaatze van het oprigten van den inventaris der gereede erffgoederen in eens zal moeten werden uytgekeert de somme van eenhondert guldens.
Ten tweeden dat de gemelde voorn. kinderen hier bovengenoemt met de kind off kinderen die in dit hun aan te gaane huwelijk verwekt mogte worden in alles eguaal zullen worden opgevoed en behandelt en na beider overleiden mede egaal erven en proffiteeren, even off het alle kinderen van eenen bedde waeren en zullen zonder onderscheid van waer off of wat wijze de goederen gekomen zullen zijn, alzo dezelve ten huwelijk zullen aen en bij brengen wat een ieder heeft off namaals zal aankomen, zonder eenig onderscheid off reserve, dan alleenlijk de vaste goederen welke zullen moeten verblijven aan die zijde van waar dezelve herkomstig zijn, gelijk ook de vaste goederen waaraan zij comparante en Bruijd in deezen niet dan het togtregt is hebbende, alleenlijk ten erffregte ten behoeven haeren voorzeide kinderen zullen moeten verblijven.
Ten derden zo in dit aanstaande huwelijk geen kind off kinderen kwaeme verwekt te worden, en een van hun beide komende te overlijden, zonder wettige geboorte uit dit hun huwelijk na te laten, zal den langstleevende in het volle bezit van den boedel blijven en ter togt gebruijken, en waere hij Bruydegom de langst leevende waere, ende voorzeide voorkinderen tot staat gekomen mogten zijn als wanneer denzelven Bruydegom boven het uyt keeren der hier voren gemelde somme aan de voornoemde voorkinderen het gebruyk en den eigendom van hunne aenbestorve vaste goederen zal moeten laten volgen. En ingevalle dat den boedel tusschen hem Bruidegom de langstleevende zijnde, ende meergenoemde voorkinderen kwaaeme verdeelt te werden zo zal den zelven hoofd voor hoofd met de respective voorkinderen als dan in leeven zijnde voorsz. boedel en nalatenschap gelijkelijk op deijlen.
Alle het welke de comparanten voor geleezen zijnde, verklaeren het zelve over en weeder over te zullen nakomen en agtervolgen zonder daerteegens te doen in regten off daer buyten en tot meerder securiteit van dien is deze ten prothocolle door de comparanten en vrienden voornoemt behoorlijk onderteekend.
Aldus gedaan en gepasseert ter Secretarije van BAKEL en MILHEEZE voornoemt den vijff en twintigsten Januarij 1700 vier en seeventig ter presentie en overstaan van WILLEM van RAVESTEIJN en JOHANNIS van GRIENSVEN Scheepenen die de minute dezes beneevens de comparanten en mij ondergeschreeve Secretaris behoorlijk ten prothocolle hebben onderteekend.
Quod attestor
A.A. van NOORT Secretaris.
! Achterzijde !
Huwelijkse voorwaarden voor:
HENDRIK JAN GEEVEN Registratie folio 47.
in dato 25 Januari 1774. etc.
Bossche Protocollen, inv.nr. 1761 A, folio 255 - 255 verso.
d.d. 30-04-1774.
Wij Scheepenen onders. maken kennelijk certificeerende mits deezen, dat voor persoonlijk is gecompareerd ende verscheenen de Heer en Mr. DANKER de KEMPENAER Rentmeester der Geestelijke goederen van het quartier van PEELLAND Meijerije deezer Stad en heeft opentlijk bekent ende beleeden, dat de Regenten van BAAKEL in het voorn. quartier aan zijne handen betaalt hebben eene somme van negen hondert guldens in voldoening van een Capitaal voor 900.--.-- ten Comptoire der Beeden alhier Sub. BAKEL N. 18 geregistreerd en over welkers hoegrootheid tusschen den voorn. Rentmeester en het Corpus differente sentimenten zijn gesoveert dewelke bij haar Ed. Mo. Resolutie van 29 Maart 1774 zijn getermineert met het capitaal a 900.--.-- en niet meer te agnoseeren ofschoon de interessen jaarl. tot op deezen dag zijn betaalt met 45.--.--. Scheldende oversulx in voors. qualitijt los quijtende vrij het Corpus van BAAKEL ter zaake van de rente op de leggers van het Comptoir bekent aan de Capelle van MILHEEZE in het twede gedeelte van PEELLAND folio 133 verso en alle andere hier van met regt quitantie behoevende belovende in zijne qualitijt en is mede gecompareerd JOHANNES van GRINSVEN Scheepen te BAAKEL dewelke ter obedientie aan haar Ed. Mo. public van den 4 Maij 1726 heeft verklaart dat het voors. Comptoir van onheuggelijke tijden is geweest in de perceptie van voors. rente, mitsgaders dat dezelve van ouds ten lasten van het Corpus van BAKEL heeft geloopen en in gemeentens reekening voor uitgaaf is geleeden. Inno kennisse xc Datum den dartigste April 1700 vier en seeventig.
De KEMPENAER.
J. van GRINSVEN.
C. WERSTER.
HERMS GERBADE.
Mij Present FRANS van HEURN.
Rechtelijke archieven Bakel en Milheeze, inv.nr. 9.
d.d. 22-12-1774.
Aan de Eerw. Heeren Officier en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE.
Geeft met alle onderdanigheid te kennen ANNA LOUWERENSE van MOORSEL weduwe wijlen ADRIAAN WELTEN wonende alhier tot MILHEEZE dat zij supplianten weegens derzelve behoeftigheid en overlast van schulden zig t'eenenmaal buijten staat bevind om verder te kunnen subsisteeren en daarom wel geneegen zoude zijn de vaste goederen waaraan zij suppliante het togt regt en haere kinderen het erffregt is competeerende met een obligatie of Scheepenen schuldbrieff van f. 200.--.--. te beswaeren ten einde ommet de voorsz. somme de meest dringende schulden en lasten des boedels af te doen.
Dan nadien zulx niet kan ofte vermogen te geschieden zonder U Eerw. permissie daartoe erlangt te hebben. Reedenen waaromme zij suppliante zig beneevens haere kinderen met ootmoedige supplicatie tot U Eerw. is keerende, ten einde van U Eerw. dat het geene voorsz: de nodige permissie en authorisatie in forma te mogen erlangen.
'Twelk doende etc.
Handmerk van ANNA LOUWERENS van MOORSEL, zegt niet te kunnen schrijven.
Handmerk van WILLEM ADRIAAN WELTEN, zegt niet te kunnen schrijven.
! In de marge !
Mijn Heeren Officier en Schepenen van BAKEL en MILHEEZE.
Gelet hebbende op den inhoude dezes en daer bij gehoert de meerderjarige kinderen van de suppliante tendeerende het versoek door den suppliante gedaen authoriseeren dezelve dienvolgens omme met zodanige somme van f. 200--.--. haere voerseide goederen als togterse en heeft gemelde kinderen als erffeijgenaren te mogen belasten en voor de voersz. somme van penningen specialijk te mogen verbinden in zo verre dat zij suppliante de gemelde penningen komt te amploijeren ingevolge den inhoud van der zelver versoek in deeze gedaen.
Actum in Judicio Extraordinario ten Raadhuijze binnen BAKEL dezen twee en twintigsten December 1700 vier en seeventich, prsenta pleno collegao genaamt de Scheepenen Van GRIENSVEN en FRANCIS MARTENS.
W. v. RAVENSTEIJN President Schepen.
Loco Officier JACOB MANDERS.
P.C. van de KERKHOF
JAN PETER NOIJE
GOORTNOIJENDS
PETER ARIIJANS
Ter ordonnantie van dezelve
A.A. van NOORT Secretaris.
Bakel 1775.
O.R.A. Helmond, inv.nr 321, folio 56 verso.
d.d. 16-03-1775.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt, GODEFRIDUS COOLEN als man en momboir van MARIA dogter van MARCELIS van EIJSDONK pro so en sig mede fort en sterk makende en de rato caveerende voor ANTHONY JANSE van den BURGT woonende tot BOEKEL als man en momboir van MARIA dogter van FRANCIS van GERWEN in egte verwekt aan CATHARINA dogter van MARCELUS van EIJSDONK, LEONARDUS van EIJSDONK, en MARIA van EIJSDONK, kinderen van PAULUS soone MARCELIS van EIJSDONK, den welken verklaard bij deesem te constitueeren en magtig te maken ALEXANDER VERBEET Procureur voor de respective geregten deser Stad HELMONT en Quartiere van PEELLAND specialijk om onder de directie van D'Heer en Mr. HENDRIK van RIJSINGEN Advocaat alhier in sijn comparants name en van sijnent weegen voor den geregten van BAKEL met couvenable <= met gepaste> regtsmiddelen op te eijssen van JAN HUYBERTS en WILLEM van der SANDEN inwoonderen te BAKEL de helft van soodanig parcheelen lands onder den Dorpe van BAKEL voorschr. gelegen als wijlen sijne voornde vrouwe vader metter dood heeft ontruijmt en agtergelaeten en bij overlijden van den selven ab in testato op des comparants voornde huysvrouwe sijn gesuccedeert en door deselve JAN HUYBERTS en WILLEM van der SANDE voornd. ten onregte onder sig aangeslagen sijn en bij de selven in detensie gehouden werden, bestaande in de navolgende, een huys, hof en aangelag met DEN CAMP groot vier Lopense, DEN HAUSELSEN ACKER, groot een Lopense, Hof en aangelag, groot vier Lopense, DEN VOORSTEN CRAPACKER groot twee Lopense, DEN AGTERSTEN CRAPACKER groot twee Lopense seestien Roeden, daarom op en jegens deselve regt te pleegen en te spreeken, alle dagen en termijnen van regte te observeeren en te prosequeeren <= gerechtelijk vervolgen> alles tot den uyteijnde van saake en vonnisse, diffinitief en de excecutie van dien incluys te accordeeren compromitteeren, transigneren desnoods in sijns comparants naame te stellen cautie fide jusoir <= hypotheekstelling, verpanding> vel incatoir pro expensis eventualibus lites, en den daar toe gerequireerde Eed in sijn comparants siele uyt te leveren en voorts generalijk daar inne te doen en verrigten, 't geene hij comparant present sijnde souden konnen mogen of moeten doen en sulks in omnibus ad lites cum potestate substetuendie in comuni forma <= alle macht uitoefende cq. vervangende> belovende hij comparant allent geene bij sijne voornoemde geconstitueerde of desselfs gesubstitueerde uyt kragte deses in voors. saeke zal worden gedaan en verrigt te sullen houden en doen houden voor goed ende van waarde alwaar 't soo dat hier toe nader en speciaalder last dan voors. wierde verrigt als houdende die als in deese geinsereert geapprobeert en geratificeert alles met gelofte van indemniteyt en onder verband van sijn persoon en goederen hebbende ende verkrijgende.
Aldus gedaan ende gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGELINDEN en WILLEM van OMMEREN Schepenen, die deese beneffens mij ondergeschreven comparant en DIRK van der KAAY Scheepen Loco Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben onderteekent binnen HELMONT voornt. op heeden den sestiende Maart Seventien hondert vijf en seventigh.
GODEFRIDUS COOLEN
G.v. HOGERLINDEN
W.v. OMMEREN
Mijn present DIRCK van der CAAIJ Scheepen Loco Secretaris.
R.A.N.B. Oud Recht. Archief Bakel en Milheeze. Nr. 1722. Inv.nr. 1381 – 1390.
d.d. 15-09-1775.
Akte van taxatie.
ANNA MARIA WILLEM van NEERVEN, weduwe van wijlen FRANCIS de VET.
Eigenaresse van een afgebrand huis, schuur en stalling in de NEERSTRAAT.
Verzoekt betaling uit de gemeente kas - krachtens publicatie van 14 Januari 1765 - van het vierde part van de som van 825 gulden volgens taxatie van 26 okt. 1773
R.A.N.B. Oud Recht. Archief Bakel en Milheeze, Nr. 1722. Inv.nr. 1381 – 1390.
d.d. 15-09-1775.
Alsoo op den sesden October 1700 drie en seventig laatstleden de drie afgebrande huyzingen, schuuren en stallingen aldaar gestaan hebbende in de KERKSTRAAT toebehoorende aan ANNA MARIA WILLEMS van NEERVEN, weduwe wijlen FRANCIS de VET ter togte, en haar dogter MARIA de VET ten erffregte en beijde alhier woonagtig waar van bij acte van Tauxatie van Heeren Officier Scheepenen en Secretaris dezes Dorps in dato 26 October 1773 voornoemt aan de gemelde togtersen ter behoorlijke tijd ter hand gestelt waeren werden begroot te saamen op eene somme van agt hondert vijf en twintig guldens wederom na behooren in een huysinge, schuur en stallinge met pannen gedekt is opgelevert en verzoeke de voornoemde togterse als te kennen gevende onder de vier duyzend guldens gegoed te zijn van Heeren Scheepenen alhier uyt kragte van haar Hoog Moogende publicatie van den 14 Januarij 1765 heeft koomen te versoeken betaling of vergoeding uijt gemeentens kasse voor een vierde part van de somme waar op gelijk als boven de schaade van de voorz. afgebrande huyzinge, schuur en stalling is getauxseert geworden, zoo is ter voldoeninge aan voorsz. haar Hoog Moogende publicatie voor Scheepenen ondergenoemt gecompareert de gemelde ANNA MARIA WILLEMS van NEERVEN dewelke heeft verklaart en gedeclareert gelijk doet bij dezen dat zij als togterse voornoemt beneeden de vier duyzend guldens gegoed is, bevestigende zij comparante het zelve met de Eedswoorden (Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig) bij haar comparante na behooren afgelegt en uyt geswooren aan handen van WILLEM van RAVESTEIJN President Schepen Loco Secretaris ter presentie en overstaan van JOHANNIS van GRINSVEN en JACOB MANDERS Scheepenen deezes Dorps van BAKEL en MILHEEZE deezen vijftienden September 1700 vijf en seventig die de minute dezes beneevens de comparante en mij ondergeschreeve Secretaris behoorlijk ten Protocolle hebben onderteekend.
Quod Attestor
A. van NOORT.
Oud Administratief archief Deurne, inv.nr. 155, pag. 59.
d.d. 28-09-1775.
Compareerde voor Heeren Schepenen der Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL nagenoemt LAMBERT TOMASSE ende HENDRIK JAN WILBERS beijde woonende onder de Jurusdictie van BAKEL dewelke alhier door den Voster geregtelijk gearresteert zijn omme getuygenis der waerheijdt te geven ter Requisitie van den Heere LODEWIJK WIJCHGEL Drossard deezer voornoemde Heerelijkheeden den welken hebben getuygt en verklaart voor waerachtig te weezen als namentlijk den eersten in ordine comparant LAMBERT TOMASSE woonende als vooren oud omtrent twee en veertig jaaren dat hij comparant op heeden ondergenoemt is gekoomen ter plaatse alhier op den dijk bij BRUGGEN en aldaar gevonden TOMAS TIMMERMAN Schutter alhier welke bij zig hadde eenige beesten van de ingezeetenen van BAKEL voornt. en als doen daar bij daar bij gevonden LAURENS de LOUW, JAN MEERTENS en HENDRIK JAN WILBERS alle inwoonderen tot BAKEL voornoemt en als toen zag dat voornoemden Schutter aande schouder bebloeijt was en verder van deeze zaak niet zeekers te weeten.
En verklaarde hij tweede comparant HENDRIK JAN WILBERS woonagtog als vooren oud omtrent agt en twintig jaaren, dat hij comparant op heeden onder genoemt is gekoomen aan of omtrent ter plaatse genaamt BRUGGE en aldaar gevonden TOMAS TIMMERMAN Schutter deezer Heerlijkheijdt bij sig hebbende eenige beesten gehoorende zoo aan hem comparant als andere zijner nabuuren tot BAKEL en als doen aldaar bij voorn. TIMMERMAN vond LAUWERENS de LAUW, JAN MARTENS alle inwoonderen van BAKEL voornoemt en toekoomende zag dat JAN MARTENS enden voorn. Schutter malkanderen vast hadden ender dat hij duydelijk gezien heeft dat zij malkanderen sloegen, waar op zij elkanderen los laatende zag dat den voornoemden Schutter aan zijn hoofd bebloeyd was waar op hij comparant hoorde dat JAN MARTENS riep: kom helpt wij zullen de beesten met geweld afneemen en verders van deeze zaak niet zeekers meer te weeten.
Eijndigende zij comparanten hier meede deeze hunne waaragtige verklaaringe en hebben na duydelijke prelectuure daer bij gepersisteert en voor reedenen van welweetendheijdt als in texte geallegeert hebbende ider zijn gedeponeerde bevestigt met de Eedswoordn: "Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig". Actum DEURNE deezen agt en twintigsten September 1700 vijff en zeeventig. Ten overstaan van ABRAHAM BOKHORST en GERRIT van SCHAIJK Scheepenen. Die de minute deezes beneevens de comparanten en mij ondergeschr. Secretaris behoorlijk ten Prothocolle hebben onderteekent.
Oud Administratief archief Deurne, inv.nr. 155, pag. 59.
d.d. 30-09-1775.
Compareerde voor Heeren Scheepenen deezer Heerlijkheijdt DEURNE en LIESSEL naagenoemt JAN JANSEN LAMBERTS oud omtrent ses en vijftig jaaren, FRANCIS JAN LAMBERTS oud ontrend vijf en twintig jaaeren, beijde woonende alhier ter plaatse genaamt BRUGGE welke beijde comparanten alhier geregtelijk gedagvaart zijn om getuygenis der waarheijd te geven ter instantie en requisitie van de Heeren Drossard WIJCHGEL, welke eerstgemelden comparant JAN JANSE LAMBERTS heeft verklaart voor waar en waaragtig te weesen namenlijk dat hij comparant op gepasseerde Donderdag zijnde geweest den agt en twintigsten deezer maandt September 17c vijf en seeventig des smorgens circa tien uuren van zijn huyzinge na de Hey vaarende heeft gezien dat den Schutter alhier TOMAS TIMMERMAN met eenige beesten na BRUGGE voornoemt quam aandrijven waarop van agter na volgde vier persoonen zonder als toen te konnen zeggen of onderscheijden welke of wat persoonen het waare, als naderhand wanneer die gezeijde persoonen na het voorgevallen na hem toe quaamen en als toen bevondt dat het waaen TOMAS LAMBERTS, JAN JANSE MARTENS, HENDRIK JANSEN en eenen LAURENS alle inwoonderen te BAKEL welke gemelde vier persoonen bij den voornoemden Schutter koomende hij comparant sag dat zij de voornoemde beesten van hem Schutter wilde afkeeren en vervolgens dat den Schutter met nog imand van de gezeide persoonen sonder te weeten wie met malkanderen scheenen te worstelen, zodaanig dat een van hen zig weeder oprigte waarop verders den Schutter bij hem koomende gezien heeft dat denzelve aan zijn hals en handt gebloeijd was.
En verklaarde hij tweede comparant FRANCIS JAN LAMBERTS voor waar en waaragtig te weesen dat hij comparant zig ten tijde voorsz. bevond ter plaatze genaamt IN DE STRIJPEN en als toen zag dat den voornoemden Schutter TIMMERMAN met eenige beesten na BRUGGE quam aan drijven, waar op hem vier persoonen sonder als toen te hebben konnen zeggen wie dezelve waaren, agter na volgde en vervolgens zag dat de gezegde vier persoonen hem Schutter voornoemt de gemelde beeste wilden akkeeren, waarop hij comparant de gezeijde persoonen kennelijk wordende bevond dat het de vier voorengenemden persoonen waaren en zag wijders dat JAN JANSEN MARTENS inwoonder tot BAKEL voornoemt een stok bij zig hebbende denzelve opnam om na den Schutter te slaan zonder nogtans gezien te hebben of voornoemde JAN JANSE MARTENS den gemelden Schutter geslaagen heeft.
Eijndigende zij beijde comparanten voornoemt deeze haare waaragtige verklaaringe en hebben na duydelijke prelectuure ieder voor zooveel zijn gedeponeerde betreft daar bij gepersisteert en voor reedenen van welweetendheijd geallegueerd als in den text staat, hebben ieder zijn gedeponeerde met de Eeds woorden: "Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig" bevestigt bij hem comparante behoerlijk afgelegt en uytgeswore aan handen van den Heere Drossard LODEWIJK WIJCHGEL voorschr. op ende binnen de Heerlijkheydt DEURNE voornmt. desen. Actum DEURNE den dertigsten September 17c vijf en seeventig. Ten overstaan van GERRIT van SCHAIJK en JAN GOOSSENS Scheepenen die de Minute deezes beneevens de comparanten en mijn ondergeschr. A. BOKHORST Schepen Loco Secretaris behoorlijk ten prothocolle hebben onderteekent.
Quod Attestor
A. BOKHORST Schepen Loco Secretaris.
Bakel 1776.
Gem. Archief Helmond, inv.nr. 4018, folio 218 verso.
d.d. 20-01-1776.
GOORT, WILLEM, JAN en PETER GOORT DIRKX, en JAN CORNELISSEN als in huwelijk hebbende WILLEMIJN GOORT DIRKX, alle te BAKEL woonagtig, soo voor haar selven, als hun fort en sterk makende en derato caveerende voor haaren swager HENDRIK van den BROEK, als in huwelijk hebbende HELENA GOORT DIRKX, wonende tot VEGGEL, dewelke bij ende mits deesen verclaren te cedeeren, transporteeren en in vollenn eijgendom over te geeven aan en ten behoeve van GOORT HENDRIKX mede tot BAKEL woonagtigh, (als het naergemelde parceel aan WILLEM FRANCIS VERBAARSCHOT verkogt, voor het transport uyt uyt kragte van het regt van costen en naderschap vernadert hebbende) een parceel hooyland gelegen alhier in de gemeen beemden op HET HOOGEYND aan DE AA, genaemt DEN HALVEN BEEMT inde gemeen beemden groot ontrent twee Lopense drie en dertig Roeden, rijdende tegens een Beemd van DE DUYSELDONK, sijnde allodiaal goed soo verclaard werd, losch en vrij, uytgenomen s'Lands en Stads lasten, nabuurlijke regten en servituten, en den Chijns van de grond in dien bevonden mogte weren eenige daer uyt te gaan. Aan te veerden aanstonds, met de lasten van en over desen lopende jaere 1776.
Beloovende sij transportanten dit cedeeren en transporteren altijd te sullen vrijen, weeren en guaranderen van alle commer actie en aantaal die meer dan voormeld daer inne mogte weesen oft bevonden werden onder verband van haere personen en goederen hebbende ende verkrijgende.
En compareerde mede den voornoemde WILLEM FRANCIS VERBAERSCHOT, dewelke van gemelde coop ten behoeve van den voorn. naderman GOORT HENDRIKX verclaert te desisteren en af te sien, laatende den voorn. naderman volgens deese vest en opdragt daer mede gewerden, als te raede, bekennende van voors. coop door voorn. naderman te sijn gesteld kost- en schadeloos.
Testes scabini in HELMONT FREDERIK HOLLEM en DIRK van der KAAY deese beneffens de transportanten en comparanten ten prothocolle behoorlijk ondertekent hebbende beneffens mij onderget. Secretaris, binnen HELMONT op heeden den twintigsten January Seventien hondert ses en seventigh.
Coop is f. 68-- 0--
waarvan den dubbelde 40e penn. is f. 3-- 8--
4--11-- 8.
GOORT GOORT DIRKX verklaart niet te kunnen schrijven.
WILLEM GOORT DIRKX ''
JAN GOORT DIRKX ''
PETER GOORT DIRKX ''
WILLEM VERBAERSCHOT ''
IJAN KERNELLIS
F. HOLLEM
DIRCK van der KAAIJ
Mij present P. de LEEUW, Secrtrs.
Gem. Archief Helmond, inv.nr. 4018, folio 221 recto.
d.d. 27-02-1776.
HENDRIK RAYMAKERS woonende tot BAKEL verclaart bij ende mits deesen te cedeeren, transporteren, en in vollen eijgendom over te geeven, aan ende ten behoeve van WILBERT RAYMAKERS mede tot BAKEL WOONAGTIG, een weyvld groot circa een en een halff Loopense oft soo groot en kleyn gelegen is tot BAKEL aan DEN BENTHEM, nevens erve deen sijde REIJNDER CLUYTMANS, dander sijde en deen eynde den transportant, dander eynde de gemeene Loop, sijnde allodiaal goed soo verclaerd werd, en dat voor losch ende vrij sonder eenige lasten, dog met sodanige voor en naerdelige servituten en geregtigheden als daer aan competerende of hetselve subject soude mogen sijn. Aan te veerden te half Maart in den jaere Seventien hondert negen en seventigh, tot welken tijd toe den transportant daer van het vrije gebruyk reserveert.
Belovende hij transportant, dat cedeeren en transporteeren altijt te sullen houden en doen houden voor goed ende van waerde, mitsgaders voorn. getransporteerde te sullen vrijen weeren en guarandeeren van alle commer actie en aantaal die meer dan voormeld daer inne mogte weesen oft bevonden werden, uytgenomen s'Lands en Gemeentens Lasten indien bevonden mogte werden eenige daer uyt te gaan, onder verband van sijn persoon en goederen hebbende en verkrijgende.
Testes scabini in HELMONT GERARDUS van HOGERLINDEN en EDUARD GALLES dese beneffens den transportant, en mij ondergeschr. Secretaris ten prothocal behoorlijk ondertekent hebbende binnen HELMONT op heeden den seven en twintigste February 1700 ses en seeventigh.
HENDRIK RAYMAKERS
G. v. HOGERLINDEN
E. GALLEY
Mij present P, de LEEUW, Secrtrs.
Coop f. 70 - . -
40e penn. f. 1 -15 -
Gem. Archief Helmond, inv.nr. 4018, folio 221 verso.
d.d. 27-02-1776.
HENDRIK RAYMAKERS woonende tot BAKEL, verclaert bij ende mits deese te cedeeren, transporteren, en in vollen eijgendom over te geeven, aan ende ten behoeven van sijne vijff kinderen genoemt HUYBERT, RIJNIER, JOHANNES, JOOST, en ANNA MARIA RAYMAKERS ende sulx in minderinge van de selver filiael portie, een huys, hoff en aangelag tot BAKEL ter plaatse genaemt DE STRAAT nevens erve d'een sijde WILLEM RAYMAKERS, d'andere sijde WILBERT RAYMAKERS, groot ontrent drie en een halff Lopense.
Item een parceel gelegen als voor genaamt DEN KUYPACKER sijnde land en groes groot ontrent seven en een halff Lopense, nevens erve d'een sijde de Kinderen DIRK GOORTS, d'ander sijde PETER JANSE van ASTEN cum suo.
Item eenen acker gelegen ter plaatse voors. genaamt DEN PAGT ACKER groot ontrent een en een halff Lopense nevens erve d'een sijde JAN CROYMANS, d'ander sijde GOORT JANSE LAMBERTS.
Item nog een acker genaemt DEN PAGT ACKER groot ontrent een halff Lopense, gelegen als voor, d'een sijde PETER JANSE van ASTEN, d'andere sijde GOORT JAN LAMBERTS.
Item een parceel groot ontrent een en vierde Lopense, gelegen als voor genaemt DEN HUYSACKER, nevens erve d'een sijde FRANCIS WILLEM MARTENS, d'andere sijde de weg.
Item een heytveld groot ontrent twee Lopense, gelegen als voor nevens erve d'een sijde HENDRIK CROYMANS, d'ander sijde de gemeente.
Item een huysplaats en aangelag groot ontrent een en een half Lopense, gelegen als voor. nevens erve d'een sijde WILLEM RAYMAKERS, en dander sijde 't volgende parceel.
En eijndelijk nog een aangelag, sijnde land en groese groot ontrent drie Lopense gelegen als voor, nevens erve d'een sijde het vorige parceel, dander sijde WILLEM RAYMAKERS.
Sijnde allodiaal goed soo verclaard werd los ende vrij, uytgenomen s'Lands en Gemeentens lasten, naebuerlijke regten en servituten en den Chijns van den gronde die met regt bevonden sal werden daer uyt te gaen, aan te veerden aanstonds.
Belovende hij transportant het voorschreven cedeeren en transporteeren altijd te sullen houden en doen houden voor goed vast en stedig ende van waerden, mitsgaders voor getransporteerde te sullen vrijen, weeren en guarandeeren van alle meerdere commer, actie en aantaal onder verband als naar regte.
Testes scabinis in HELMONT GERARDUS van HOGERLINDEN, en EDUARD GALLAS en mij ondergeschr. Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben ondertekent binnen HELMONT op heeden den seeven en twintigsten Febrruary Seventien hondert ses en seventigh.
HENDRICK RAYMAKERS
G. v. HOGERLINDEN
E. GALLES
Mij present P. de LEEUW, Secrtrs.
Mits a patre ad filium van den 40e penn. exempel.
Gemeente archief Helmond, inv.nr. 321, folio 117verso.
d.d. 16-08-1776.
In den Naeme Godes Amen.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt ARNOLDUS NIJSSEN MOORS, en IDA RIJNDER WILLEMS, egteluyden wonende tot MILHEESE, sijnde bijde gesont van lighaam en haere verstand, memorie en uytspraak wel magtig ende gebruykende, denwelke bij, dese komende ter dispositie van haere naer te latene tijdelijke goederen, soo verclaren sij comparanten en testateuren, te laten, maken, en bespreeken, aan haeren soon WILLEM MOORS, sodanige somme van vierhondert gulden, als sij testateuren aan denselven haeren soon hebben uytgereykt en sulks ter voldoeninge van de filiale off legitime portie van gemelden haeren soon, en met welke voors. somme, sij testateuren verclaeren den voornoemde WILLEM MOORS uyt haeren boedel en naerlatenschap te secludeeren en uyt te sluyten, bij deese.
En van de verdere goederen soo roerende als onroerende gelden, actien en crediten nietwes hoe genoemt uytgesondert, die sij testateuren metter dood ontruymen en naerlaten sullen, verclaren sij tot haere eenige en universeele erffgenamen te nomineeren en institueeren haere vier andere soons, genoemt ARNOLDUS, ANTHONY, JOHANNES en PEETER MOORS, en bij voor overlijden van imand van de selven haere kinderen en wettige dessendenten bij representatie in plaatse van haare ouders, en geene kinderen naerlatende, de langstlevenden van haer vieren, en dat alles met volle regt van institutie.
Ende tot meerder vastigheyt vant geene voorschreve, soo compareerde mede den voornoemde WILLEM MOORS, wonende tot VENROY, denwelke verclaard met de voorschreve testamentaire dispositie van sijne ouders wel te vreden te sijn en volkomen genoegen te nemen, met belofte van daer tegens niets te sullen doen off laten geschieden en regten off daer buyten onder verband als naer regten.
Allent welke voorschreven staat, verclaren de testateuren te weesen haar testament laatste en uytterste wille, bij haer beraemt, en in geschrifte doen stellen, uyt haer vrij eijgen, en onbedwongen gemoet, sonder eenige perssuagie <= overreding> of inductie <= gevolgtrekking> van iemand begeerende daer omme, dat hetselve naer haer dood volkoome sal worden agtervolgd ende naergekomen, het sij als testament, codicille, gifte ter saake des doods ofte onder den levende, soo als best sal konnen bestaan, niet tegenstaande eenige requisiten naer scherpheyt van regten gerequireert, niet behoorlijk waren geobserveert, ofte ook eenige nodige solemniteyten mogten weesen geomiteert <= na gelaten; uit gelaten>.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGERLINDEN en FREDERIK HOLLEM Schepenen die deese beneffens de comparanten en mijn ondergeschreve Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben ondertekent binnen HELMONT voornt. op heden den sestiende Augustus seventien hondert ses en seventigh.
ARNOLDUS NIJSSEN MOORS (kan niet schrijven)
IDA RIJNDER WILLEMS " " "
WILLEM MOORS " " "
G.v. HOGERLINDEN
F. HOLLEM
Mij present P. de LEEUW Secrts.
Gemeente archief Helmond, inv.nr. 321, folio 120.
d.d. 04-09-1776.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt, DIRRIS TEUNUS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSEN woonende tot MELIS onder BAKEL, dewelken mits desen verclaert te renuntieeren <= afstand doen> ende af te staan van de togte ende het vrugtgebruyk dat haer comparante mits doode ende aflijvigheyd van opgemelde JAN TOMASSEN haeren man was competerende, aan alle sodanige vaste, erff haeffeleijke en meubilaire goederen als sij, staande egt met denselven in eijgendom heeft beseten gehad, egeene gereserveert off uygescheyden, sijnde de vaste goederen alle gelegen tot MILHEEZE onder BAKEL voornt., ende sulx ten behoeve van FRANCIS JAN TOMASSE, en ANNEMIE JAN TOMASSE getrouwd met MATTHEUS PETER HERMENS, haare kinderen bij voorn. JAN TOMASSE in huwelijk verwekt, verclarende tot dien haere opgemelde kinderen te stellen in de reële en actueele possessie van alle deselve goederen, sonder daer aan eenig regt meer te willen hebben off behouden, belovende sij comparante dit voorschreeve renuntieeren en afstaan van togte, altoos te sullen houden voor goed, vast, steedig, ende van waerden, onder verband van haar persoon en goederen hebbende ende verkrijgende.
Aldus gedaan ende gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGERLINDEN en DIRK van der KAAY Schepenen die dese beneffens de comparante, en mijn ondergeschreve Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben ondertekend binnen HELMONT voornt. op heeden den vierde September seventien hondert ses en seventigh.
DIRRIS TEUNUS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSE (kan niet schrijven).
G.v. HOGERLINDEN
DIRCK van der KAAY
Mij present P. de LEEUW, Secrts.
Gemeente archief Helmond, inv.nr. 321, folio 120verso.
d.d. 04-09-1776.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt, DIRRIS TEUNUS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSEN woonende tot MELIS onder BAKEL, dewelken mits desen verclaert te cederen, transporteren ende in vollen eijgendom over te geeven, aen ende ten behoeve van MATTHEUS PETER HERMENS haeren Schoonsoon mede tot MELIS woonagtig, alle sodanige haerelijke en gereede goederen, gelden, actien en pretensien, en andere effecten egeene gereserveert off uytgesondert, als sij comparante in vollen eijgendom is besittende, omme allen deselver bij voornoemde MATTHEUS PETER HERMENS, aanstonds aenvaerd en in vollen eijgendom beseten te werden, onder dese mits en conditien nogtans, dat den gemelde MATTHEUS PEETER HERMENS gehouden en verpligt sal sijn, haer transportante, en haer innocenten soon FRANCIS JAN TOMASSEN, bijde haer leven lang gedurende te onderhouden, in kost, drank, kledinge en redinge <= uitrusting>, en't geene tot haer onderhoud soo in siekte als gesondheyt verder vereyst werd.
Belovende sij transportante dit cederen en transporteren, onder den mits en conditien voors., te sullen houden en doen houden, voor goed, vast, stedig, ende van waerden, onder verband als na regten.
En compareerde mede den voornoemde MATTHEUS PETER HERMENS, denwelke verclaerd het voorschreve transport, onder den mits en conditien voormeld, te accepteren, belovende deselve conditien in alle sijne poincten en deelen te sullen naerkomen, voldoen, en agtervolgen onder verband van sijn persoon en goederen hebbende ende verkrijgende.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGERLINDEN, en DIRK van der KAAY Schepenen, die dese beneffens de comparanten en mijn ondergeschreve Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben onderteekent, binnen HELMONT voornt. op heden den vierden September seventien hondert ses en seeventigh.
DIRRIS TEUNIS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSE (kan niet schrijven)
MATEUIJS PETERS NERMENS
G.v. HOGERLINDEN
DIRCK van der KAAIJ
Mij present P. de LEEUW, Secrts.
Gemeente archief Helmond, inv.nr. 321, folio 120verso.
d.d. 04-09-1776.
Compareerde voor Schepenen der Stad HELMONT ondergenoemt, DIRRIS TEUNUS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSEN woonende tot MILHEEZE onder BAKEL, dewelken mits desen verclaert te committeren, en aan te stellen tot voogd over haeren innocenten en toesigt behoevende soon FRANCIS JAN TOMASSE, haer comparantes Schoonsoon MATTHEUS PETER HERMENS, mede tot MELIS woonagtig, geevende aan denselven sodanige ample magt en authoriteyt als aan voogden naer regten eenigsinds kan en vermag gegeven te worden om gemelden haer comparantes innocente soon, en desselfs goederen te regeren en te administreren soo des behoort, met magt verder om een oft meer voogden bij hem met gelijke magt te mogen assumeeren <= op zich neemen> off in sijn plaats surrogeeren <= vervangen>, ende dat alles met seelensie en uytsluytinge van den geregte van BAKEL en MILHEESE, en andre die eenig oppergesag over den voorn. innocente en sijn goederen soude mogen compesteren oft sistimeeren.
Aldus gedaan en gepasseert ten overstaan van GERARDUS van HOGERLINDEN, en DIRK van der KAAY Schepenen, die dese beneffens de comparanten en mijn ondergeschreve Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben onderteekent, binnen HELMONT voornt. op heden den vierden September seventien hondert ses en seeventigh.
DIRRIS TEUNIS WILBERTS Weduwe JAN TOMASSE (kan niet schrijven)
MATEUIJS PETERS NERMENS
G.v. HOGERLINDEN
DIRCK van der KAAIJ
Mij present P. de LEEUW, Secrts.
Bakel 1777.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 4019, folio 10recto.
d.d. 17-06-1777.
JAN JOOSTEN woonende tot BAKEL verklaart bij ende mits deese te cedeeren, transporteeren, en in vollen eijgendom over te geeven aan ende ten behoeve van JOOST MARTE JOOSTEN, mede tot BAKEL woonagtig, de helft van eenen beemt groot voort geheel ontrent drie Lopense veertigh Roeden, genaamt DEN HALVEN BEEMT gelegen alhier in DE MIDDELWEERT aan de Rivier DE AA, waarvan de wederhelft competeert aan JACOB MANDERS, rijdende met de Wed. ANTHONY van de MORTEL.
Item de helft van eenen beemt groot voort geheel ontrent vier Lopense ses Roeden, waarvan de wederhelft competeert aan JACOB MANDERS, gelegen alhier in DE WEERT agtert GASTHUYS, aande OUDE AA, rijdende met HENDRIK CROYMANS, en JAN LAURENS EVERTS, sijnde allodiaal goed soo verclaert werd, losch en vrij, uytgenomen sLands en Stads lasten, nabuurlijke regten, en servituten, en daer uyt te blijven vergelden eene stuyver Chijns jaerlijcx aan den Heer van HELMONT, off soo veel meer of minder Chijns als met regt bevonden sal werden daer uyt te gaan aan te veerden, aanstonds met de lasten van en over desen jaere 1777.
Belovende hij transportant dit cederen en transporteren, altijt te sullen houden en doen houden, voor goed vast steedig ende van waerden, mitsgaders voorn. getransporteerde te sullen vrijen, weeren en guarandeeren van alle commer actie en aantaal die meer dan voormeld daer inne mogte weesen of bevonden werden, onder verband van sijne persoon en goederen hebbende ende verkrijgende.
Testes scabini in HELMONT EDUARD GALLAS, en FREDERIK HOLLEIN die deese beneffens den transportant, en mij ondergeschreven Secretaris ten prothocolle behoorlijk hebben ondertekent binnen HELMONT op heeden den seventiende Juni seventien hondert seeven en seventigh.
Handmerk van JAN JOOSTEN (verklaart niet te kunnen schrijven).
E. GALLES
F. HOLLEIJN
Mij present P. de LEEUW, Secrts.
! Marge !
Coop is f. 100 - 0 - 0
Cost in capitaal f. 1 - 5 - 0
f. 101 - 5 - 0
40e penning f. 2 -10 -10
Rechtelijk archief Deurne, deel 139, folio 137 verso.
d.d. 04-08-1777.
De Vorster van DEURNE neemt in arrest vanwege verpondingsschulden: een huis, hof, aangelag en bijbehorende landbouwpercelen staande en gelegen op "de MEULENHOF" te DEURNE. In eigendom behorend aan de weduwe van LUYCAS van der HEYDEN.
Bakel 1778.
Bakel en Milheeze, Schepenbank, oud archief, inv.nr. 27. Folio 156verso.
d.d. 02-06-1778.
Gezien bij Mijn Heeren den President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE de requeste aan haar Eerw. gepresenteert door ofte van weegens ELISABET JACOB PEETERS, Weduwe wijlen JOOST PEETER CLAASEN, WILLEM, HENDRIK en ANNEMIE JOOST PEETER CLAASE alle wonende tot GEMERT, PEETER JOOST PETER CLAASE wonende tot GASSEN, CLAAS JOOST PEETER CLAASE wonende tot DINTER en JACOB en PEETERNEL JOOST PEETER CLAASE binnen desen Dorpe woonagtig, tendeerende dat zij Supplianten de eerst genoemde als moeder en togterse en de seeven laatst genoemde als kinderen van dezelve, verwekt aan wijlen haaren man JOOST PEETER CLAASE voorsz. als erffgenaamen van een huijsken, hoff en aangelag met aan en bij gehoorende groes en teullant, geleegen tot BAKEL voorsz. ter plaatse genaamt DE NEERSTRAAT.
Dat zij eerstgemelde Suppliante weegens haare aanhoudende swakke lichaams gesteldheid zig in een armmoedige toestand bevind, en weegens hooge jaaren niet meer in staat is om de kost te konnen gewinnen, wel geneegen zoude zijn tot haare verdere subsistentie eenige penningen op haare goederen haar als togterse zo als voorsz. competeerende op te neemen; en dezelve goederen provisionelijk met eene somme van vijftig guldens, en in gevalle van verdere noodwendigheid bij vervolg van tijd, met nog een gelijke somme te veronderpanden.
Dan gemerkt 't zelve met opsigt tot haar eerste Suppliante als togterse niet valide zal konnen geschieden, zonder eenige blijk van consent, van haare kinderen tans alle meerderjarig zijnde, als erff eijgenaaren van voorseide goederen te tonen.
Waerinne zij Suppliante voormeld zig beneevens haare kinderen hier bovengenoemt, tot U Eerw. is keerende met ootmoedig versoek dat U Eerw. goede geliefte zij de eerst gemelde Suppliante, tot de opneeminge van voorsz. en het veronderpanden der goederen in voegen voorsz. de nodige authorisatie in forma te doen erlangen.
Onderstond twelk doende etc.
Leger stond dusdanig + handmerk waaren geschreeven stond, dit ist merk van ELISABET JACOBS PEETERS verklaart niet anders te konnen schrijven,
onder stond Testis en was geteekent W. v. RAVESTEIJN,
onderstond testes was geteekent GERARDUS van GERVEN Scheepen van GEMERT,
dusdanig + handmerk waarom geschreeven stond dit is 't merk van WILLEM PEETER CLAASE bekenne niet te kenne schrijven dusdanig + handmerk waarom geschreeven stond dit is 't merk van HENDRIK PEETER CLAASEN bekenne niet te kennen schrijven, dusdanig + handmerk waarom geschreeven stond dit is 't handmerk van ANNEMIE JOOST PETE CLAASE bekenne niet te konnen schrijven,
dusdanig hand + merk waarom geschreeven stond dit is het merk van KLAAS JOOST PETER CLASSE bekenne niet kenne te schrijven
onderstond testis en was geteekend J. v.d. LINDE Scheepe tot DINTER,
dusdanig hand + merk waarom geschreeven stond dit is het merk van PEETER JOOST CLASSE,
dit merk is in mijnen presentie gesteld GASSEN den 23e Meij 1778 was geteekent J. POOS Schout.
dusdanig hand + merk waarom geschreeven stond dit ist merk van JACOB JOOST PETER CLAASE verklaarende niet anders konnen schrijven,
onderstont Testis en was geteekent W. v. RAVESTEIJN.
Dusdanig + handmerk waaronder geschreeven stond dit ist merk van REINIER HUIJBERS van NEERVEN als in huwelijk hebbende PEETERNEL JOOST PEETER CLAASE zelfs gesteld verklaarende niet te kennen schrijven.
onderstond Testis en was geteekent A.A. van NOORT Secrtrs.
Mijn Heeren den President en Scheepenen van BAKEL en MILHEEZE voorsz. gezien het bovenstaande versoek en het consent der Supplianten als erffgenaamen der goederen in dese vervat accordeeren aan de eerst gemelde Suppliante tot het doen der voorsz. negotiatie in voegen als daar bij vermeld, mits gehouden zijnde de voorsz. penningen van tijd tot tijd tot haare Suppliante's eijgene behoerftigheid spaarsaamlijk te gebruijke.
Actum in Judicio binnen BAKEL desen tweeden Junij 1700 agt en seventig presente pleno judicio ex emtden Scheepen FRANCIS MARTENS.
W. v. RAVESTEIJN President Schepen Loco Officier.
J. van GRIENSVEN
JACOBUS MANDERS
W. van OMMEREN
GOORT HENDRICKS
JAN PETER NOIJE
Ter ordonnantie van dezelve A.A. van NOORT, Secrtrs.
Rechtelijk Archieven Bakel en Milheeze, inv.nr. 21.
Bakel, Register van Eeden begonnen in den jaare 1778.
REGISTER VAN EEDE
van den Jaare 1778.
Folio 1recto.
FORMELIER van EEDT.
Dat die geenen die valschelijk t'onregt ende meijneedig sweert de Almagtigheidt Gods lastert ende zig zelven daar door berooft van alle de straffe ende vloek die Gode den verdoemden en vervloekten heeft opgelegt, zulx dat hem Godt in alle zijne nooden nimmermeer te hulpe koomen zal maar dat hij met lijf en ziel eeuwiglijk vervloekt zij en de geen deel hebben kan aan de genaderijken beloftenisse die Godt den Christenen gedaan heeft daar om de getuijgen zig alvooren wel zullen bedenken en alle bedrieglijkheidt ter zijden stellende de opregte waarheidt zoo als dezelve haar bekendt is, Godt ter eere ende tot handhaavinge van den geregtigheidt openbaare ende bekendt maaken en zulx niet naarlaaten omme giften of gaaven, haat ofte nijt, vrientschap ofte maagschap ofte ietwes anders dat haar van de slegte waarheidt te openbaare zoude kunnen aflijden.
Soo waarlijk moet haar Godt Almagtig helpen.
Folio 2recto.
EED van de PEELMEESTERS van BAKEL.
Wij belooven en sweeren als Peelmeesters van BAKEL deeze gemeente volgens Keurboekwetten en Resolutien bereijts ten opzigte van DEN PEEL gemaakt of die nog verders gemaakt zoude moogen worden te zullen helpen regeeren en de Contraventeurs derzelver te zullen calangeeren en aan den Heere Officier of zijnen gecommitteerden over te brengen en verders te doen en handelen gelijk eerlijke Peelmeesters behooren en gehouden zijn te doen.
Zoo waarlijk helpe ons Godt Almagtig.
Folio 3recto.
EEDT van de ARMMEESTERS.
Wij belooven en sweeren als Armmeesters deezes Dorps van BAKEL en MILHEEZE de arme middelen en inkomsten te zullen invorderen en na ons uijtterste vermoogen alle arme ingezeetenen te zullen helpen en bijstaan, en in reedelijke en ordentelijke alimentatie te zullen onderhouden mitsgaders observeeren haar Hoog Mog. Reglement op het stuk van de arme inkomsten geemaneert en gestatueert en verders doen wat eerlijke Armmeesters behooren en toe staan te doen, als mede des gerequireert werdende te zullen doen behoorlijke reekeninge bewijs en reliqua.
Folio 4recto.
EED van de BORGEMEESTERS.
Belooven en sweerende Respective Borgemeesters boeken dewelke aan ons door of van wegens de regenten alhier ter hand gestelt zullen worden volgens de ordre van den Landen getrouwelijk te zullen innen en ontfangen en daar mede de Gemeentens schulden op zijn tijd te zullen voldoen en betaalen gelijk ook de intressen, tractementen en verdere ordonnantien van Schepenen te zullen voldoen zodaanig dat de Gemeente of Regenten door dilay van het zelve in geen schaden koomen te geraaken en wijders te zullen doen en verrigten wat goede en getrouwe Borgemeesters toestaat behooren en gehouden zijn te doen, volgens de ordre van den Lande en verders te zijner tijd te zullen doen behoorlijke reekeninge bewijs en reliqua en speciaalijk meede te zullen naarkoomen en agtervolgen haar Edele Mogende Resolutien de data 21 October 1738 en 27 Augusty 1745 dewelke aan ons op heeden ondergenoemt zijn voor geleezen geworden.
Folio 5recto.
EEDE van de KERKMEESTERS.
Wij belooven en sweeren als verkooze Kerkmeesters der Parochie Kerke alhier het intrest van de voornoemde Kerke naar behooren te zullen waarneemen en de renten der gemelde Kerke naar behooren te zullen invorderen en voorts daar in te doen zoo als nade ordre van den Landen verpligt en schuldig zijn te doen gelijk ook te zullen observeeren de Pplacaaten Reglementen en Resolutien die ten aanzien der Kerke ende administratie derzelver berijts mogte geemaneert zijn of nog geemaneert zouden moogen worden en wijders te zullen doen behoorlijke reekeningge bewijs en reliqua.
Zoo waarlijk helpe mij Godt Almagtig
bij denzelve na behooren afgelegt aan handen van.
Folio 6recto.
EEDT van VOOGDEN.
Wij belooven en sweeren in alle getrouwigheijt als bij Heeren Officier en Schepenen van BAKEL en MILHEEZE aangestelde en verkoozen momboiren en voogden het intrest des minderjarige, waar over wij gestelt zijn na behooren te zullen waarneemen zoo in het regeeren als defondeeren van haare persoonen en goederen en wijders alles anders en verders te zullen doen en verrigten waar toe wij na regten en wetten van den Landen verpligt zijn of zoude moogen weesen met belofte omme ten allen tijde op aanmaninge van Heeren Officier en Schepenen te zullen doen behoorlijke reekeninge bewijs en reliqua.
Folio 7recto.
EEDT van de GEMEIJNT of ROTMEESTER.
Wij belooven en sweeren als verkoorne Rot of Gemeijntmeesters in onse voorseijde bedieninge speciaalijk te zullen agt geeven en letten op het steeken en haalen van groese en andere tussen of vlaggen op de Gemeijntens gronden of andere ongeoorloofde plaatsen als meede op het haalen en maaijen van strouwsel, <saer?>, en wat van die natuur meer is ende danders van alzulke misbruijken calangeeren en alzulke peenen en boeten als daar tegen zoude moogen gestelt en gestatueert weezen en voorts de gemelde overtreders aan den Heere Stadhouder of deszelfs gecommitteerde alhier te zullen aan en opgeeven en wijders te zullen doen wat tot de bedieninge van goede en getrouwe Rotmeesters en Gemeijntmeesters is behoorende en waar toe wij wijders volgens Resolutie van mijn Heeren Officier en Scheepenen deezes Dorps van den 23 Meij 1772 verpligt zijn of zoude moogen weezen.
Zoo waarlijk helpe mij.
Folio 8recto.
Momboirs.
Op heeden den sestienden October 1700 agt en seeventig, zo hebben JOOST van den BERG en MATTIJS MAASBROEKS beide inwoondren alhier door Heere Officier en Scheepenen deses Dorps aangestelde en verkooze momboiren over de seeve nog minderjarige kinderen van wijlen ANDRIES MANDERS en JOSINA PEETER MANDERS met naeme, JOHANNA, JOSINA, HERMANUS, PEETERNEL, JENNEMARIE, PIET en CATHARINA DRIESSE MANDERS alle wonende alhier. Den behoorlijke Eed staande hier voren Folio 6recto gedaan en afgelegt en bij hen uijtgesworen aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eedswoorden: Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig.
Coran de ondergeeekende Scheepenen
JOOST van den BERGEN
Handmerk van MATTIJS MAASBROEK (kan niet schrijven)
J. van GRIENSVEN
FRAENCIS MAERTENS
JACOBUS MANDERS
GOORT HENDRICKS
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
Folio 8verso.
Rotmeester.
Op heeden den agt en twintigsten October 1700 agt en seeventig, zo heeft GOORT PEETER CLAASE inwoonder alhier als door Heere Officier en Scheepenen alhier aan gestelde Rotmeester dezes voorsz. Dorps den behoorlijken Eed, staande hier voren folio 7recto gedaan afgelegt en bij hem uijtgesworen aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eedswoorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig.
Coram de ondergeteekende Scheepenen.
Handmerk van GOORT PETER CLAASSEN (kan niet schrijven)
JACOBUS MANDERS
GOORT HENDRICKS
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
Folio 9recto.
Borgemeester.
Op heeden den sesden November 1700 agt en seeventig zo hebben ADRIAAN van de KERKHOF en WILLEM VERBAARSCHOT beide inwoonderen alhier als verkoorene Borgemeesters deses Dorps voor den jaare ingegaan den eerste October 1778 en eijndigende met den laatsten December 1779 den behoorlijken Eed staande hiervoren folio 4recto gedaan en afgelegt en bij hen uijtgesworen aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eedswoorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig.
Coram de ondergeteekende Scheepenen.
A. van de KERKHOF
Handmerk van WILLEM VERBAARSCHOT (kan niet schrijven)
J. van GRIENSVEN
JACOBUS MANDERS
Mij present A.A. van NOORT, Secrets.
Folio 9verso.
Momboirs.
Op heeden den tiende December 1700 agt en seeventig zo hebben JAN PEETER de VET en GIJSBERT MANDERS beide inwoonderen alhier als door Heeren Officier en Scheepenen deses Dorps aangestelde en verkoore momboiren en voogden over den innocenten en nog twee minderjarige kinderen van wijlen WILLEM van den HEUVEL en zijne bevorens overleedene huysvrouw ANNEKE HANEGRAAFF met namen PIET, JOHANNA en JAN WILLEM van den HEUVEL alle wonende alhier den behoorlijken Eed staande hier voor folio 6recto gedaan en afgelegt en bijden uijtgesworen aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eedswoorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig.
Coram de ondergeteekende Scheepenen.
JAN PETER de VETH
Handmerk van GIJSBERT MANDERS (kan niet schrijven)
JACOBUS MANDERS
FRAENCIS MAERTENS
Mij present A.A. van NOORT, Secrts.
Folio 10recto.
Momboirs.
Op heden den tienden December 1700 agt en seeventig zo hebben HENDRIK van GROOTEL inwoonder alhier als door Heeren Officier en Scheepenen derser Dorpe aangestelde en verkooren momboir en voogd met en benevens GOVERT HEYLIGER van de LAAR mede alhier woonagtig als vader en voogd over sijne twee nog minderjarige kinderen verwekt aan wijlen sijne huysvrouw MARIA WILLEMS van den HEUVEL met naemen DOROTHEA en ANNA MARIA HEIJLIGER van de LAAR alle wonende alhier ten aanzien van derselver grootouderlijk erffdeel door het overlijden van WILLEM van den HEUVEL op deselve verstrorven den behoorlijken Eed staande hier voren Fol. 6recto gedaan en afgelegt en bij hem uytgeswooren aan handen van WILLEM van RAVENSTIJN President Loco Officier met de Eeds woorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig. Coram de ondergeteekende Scheepenen.
HERICUS van GROOTEL
Handmerk van GOORT HEIJLIGER van de LAAR (kan niet schrijven).
JACOBUS MANDERS
FRANENCIS MAERTENS
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
Folio 10recto.
Momboirs.
Op heeden den tienden December 1700 agt en seeventig zo heeft DIRK van den HEUVEL wonende onder de Heerlijkheid DEURNE, als door Heeren Officier en Scheepenen deses Dorps aangestelde voogd en momboir met ende beneevens JACOBUS van den BROEK woonende alhier over de twee nog minderjarige kinderen van wijlen JAN GOORT NOIJEN met namen NICOLAAS en GOORT JAN GOORT NOIJEN wonende alhier den behoorlijken Eed staande hier voren Folio 6recto gedaan afgelegt en bij hem uytgeswooren aan handen van WILLEM van RAVESTEIJN President Loco Officier met de Eeds woorden Zo waarlijk helpe mij God Almagtig. Coram de ondergeteekende Scheepenen,
DIRCK van den HEUVEL.
JACOBUS MANDERS.
FRAENCIS MAERTENS
Mij present A.A. van NOORT, Secrts.
Folio 10.
Momboirs.
Op heeden den tiende December 1700 agt en seeventig zo heeft JAN ARNOLDUS MOORS wonende alhier, als door Heeren Officier en Scheepenen deses Dorps met en beneevens TIJS TIJS MANDERS mede alhier woonagtig aangestelde voogd en momboir over de vijff nog minderjarige kinderen van wijlen ANTHONIJ JANSE van NEERVEN met naemen ANTHONIJ, MARIA, JENNEMARIE, JOHANNA en MATTIJS JANSE van NEERVEN wonende alhier den behoorlijken Eed staande hier voren Folio 6recto gedaan afgelegt bij hem uytgeswooren aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eeds woorden Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig. Coram de ondergeteekende Scheepenen
JAN ARNOLDUS MOORS
JACOBUS MANDERS
FRAENCIS MAERTENS
Mij present A.A. van NOORT.
Bakel 1779.
Rechtelijk Archieven Bakel en Milheeze, inv.nr. 21.
Bakel, Register van Eeden begonnen in den jaare 1778.
Folio 10verso.
26-01-1779.
Momboirs.
Op heeden den ses en twintigsten Januarij 1700 neegen en seventig zo hebben MATTIJS JAN TIJSSEN en PEETER COX beide inwoonderen alhier als door Heeren Officier en Scheepenen deses Dorps aangestelde en verkooren momboiren en voogden over de vier nog minderjarige kinderen van wijlen JAN ANTONIJ van de CRUIJS en zijne bevorens overleedene huysvrouw JENNEKE JAN TIJSSEN met naemen ELISABET, MATTIJS, ANTONIJ en JENNEMIE alle mede alhier woonagtig den behoorlijken en hierboven staanden Eed gedaan, afgelegt en uytgeswooren aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met de Eeds woorden; Zo waarlij helpe mij God Almagtig. Coram de ondergeteekende Scheepenen.
MATHIJS IJAN TIJSSEN
PEETER COX
JACOBUS MANDERS
IJ van GRIENSVEN
Mij present A.A. van NOORT, Secrts.
Rechtelijk Archief voor 1811, Bakel en Milheeze, inv.nr. 15.
d.d. 30-03-1779.
Aan de Eerwaarde Heeren Officier en Scheepenen der Dorpe BAKEL en MILHEEZE.
Geeven met alle onderdanigheid te kennen JAN van de LAAR en ANDRIES JANSE LAMBERS beide inwoonderen alhier tot MILHEEZE in qualiteijt als over te leveren aangestelde en beeeigde momboiren en voogden over de vier nog minderjarige kinderen van wijlen PIET JANSEN LAMBERS en sijne bevorens overleedene huysvrouw CATELIJN PEETERS van de KERKHOF met namen PIET, ANTHONY, HENDRIKUS en JOHANNIS alle ins gelijke alhier woonagtig dat aan die voorsz. kinderen is competeerende een huysken, hoff en aangelag met aan en bij gehoorende groes en teullanden. Staande ende geleegen alhier tot MILHEESE voorsz.. Dat de voorsz. huysinge seer bouwvallig is, en meerendeels en noodsakelijk dient te werden gerepareert. Dat er geen genoegsaeme penningen voor handen zijn om de voorsz. noodzakelijke reparatien te doen, die mogelijk meer dan vijftig of sestig guldens zoude kunnen bedraegen, weshalve sij supplianten sijn te raeden geworden, om tot het doen en becostigen dier reparatien eene somme van vijftig guldens of sodanig meerdere somme als daertoe mogte vereijst worden te negotieeren. En tot securi-teijt van dien de vaste goederen der voorseide minderjarige bij wettige obligatie ter secretarij alhier te veronderpanden. Dan gemerkt 't zelve niet kan en vermag te geschieden zonder daertoe erlangt te hebben.
Reedenen waeromme supplianten hen in voersz. haere qualiteit tot U Eerw. zijn keerende met ootmoedig verzoek omme hen supplianten tot de opneeminge dier penningen en veronderpandinge der goederen van haere pupillen in voegen voersz. de nodige authorisatie in formen te verleenen.
'Twelk doende etc.
IJAN IJANSSEN van de LAER
Handmerk van ANDRIES JANSSE LAMMERTS (kan niet schrijven)
Testes W. van RAVESTEIJN.
! In de marge !
Mijne Heeren President en Scheepenen voersz. Gezien het versoek in desen vervat accordeeren de supplianten, omme bij privisie eene somme van vijftig guldens te mogen negotieeren dan zo het zelve niet toe kende nog zijn nog andermael een gelijce somme van van vijftig guldens te mogen op neemen mits de voorsz. penningen op een spaersamelijke en niet dan tot aller nootsaeckelijk te gebruycken. En tot securiteyt van dien de pupillen vaste goederen bij secubinaale obligatie te veronderpanden het applicaat der penninge ten allen tijde bij behoorlijke bewijsen te doceeren.
Actum den dertigsten Maart 1700 negen en seeventig.
W. van RAVESTEIJN President Schepen Loco Officier.
Ter ordonnantie van dezelve,
A.A. van NOORT.
O.R.A. Helmond, inv.nr. 4019, folio 62verso, d.d. 15-05-1779.
MARIA van MOORSEL Weduwe van LUIJCAS van der HEIJDEN wonende tot DEURNE, tot het naervolgende gemagtigt bij decreet van en authorisatie van Heeren Drossaerd en Schepenen der Heerlijkheden DEURNE en LIESSEL aan haar verleent in dato eerste April deses jaers 1779, bij 't passeren deser gebleeken, verclaert bij ende mits desen wel ende deugdelijk schuldig te wesen aan d'Heer JOHAN PIETER van der LITH gepensioneert Sous Luytenant binnen dese stad HELMONT woonagtig, in qualiteijt als vader en voogd van sijne minderjarige dogter MARIA CHARLOTTA van der LITH, en dus ten behoeve van voornoemde minderjarige eene capitale somme van vier hondert vijff en twintig Caroli guldens tot twintig stuyvers Hollansch het stuk, spruytende ter saecke van deugdelijke geleende en aangetelde penningen, door de geloveresse soo verclaerd uyt handen van voornoemde Heere van der LITH, in sijne voors. qualiteijt gehad, ende ontfangen, renunticerende dier volgende van de Exeptie van onaangetelde gelden, belovende van de voorschreve capitaele sommen van vierhondert vijff en twintig gulden, aan de houdersse deses en haar regt verkrijgende, van dato deses, jaerlijks voor intrest te sullen betalen vier gulden per cento, en in de betalinge van denselven intrest te sullen blijven continueeren tot de volle en effectueele voldoeninge en aflossinge der capitaele somme toe, dog in cas van repetitie oft restitutie van gesijde capitael dat naer heden over een jaar. Door of wegens de geloveresse, oft houdersse deser, wie van bijde sal gelieven ten allen tijde, sal mogen geschieden, en de penningen vrij moeten werden gelevert, sal men gehouden weesen den andere drie maanden te vooren te waerschouwen, verbindende sij geloveresse uyt kragte van voornoemde decreet en authorisatie, tot naekominge en wel voldoeninge van allent geene voorschreven, en elk point van dien, specialijk, de vaste goederen aen haer ter togte, en aan haere twee minderjarige kinderen bij voorn. LUYCAS van der HEYDEN in huwelijk verwekt, ten erffregte competerende, en gelegen onder DEURNE en BAKEL, bestaande deselve goederen in:
Een huys, hoff en aangelag groot 3 Lop., 25 Roeden.
Item HET KEMPKE onder BAKEL groot 2 Lop. 28 Roeden.
Item DEN VOORSTEN ACKER groot 7 Lopense 10 Roeden 5 Voeten.
Item INT HEYTVELD 2 Lop. 18 Roeden, 12 Voeten.
Item alnoch INT HEYTVELD 1 Lop, 2 Roeden, 10 Voeten.
Item DEN HEESACKER groot 3 Lop., 48 Roeden en 11 Voeten.
Item DEN VENACKER groot 6 Lop., 4 Roeden, 1 Voet.
Iten HET KOY EEUSEL groot 18 Lop., 25 Roeden.
Item HET LEEG BEESTEN EEUSEL daer DE SCHEIJLOOP door loopt, groot 21 Lop., 21 Roeden, 10 Voeten.
Item het hoyland in DE WOLFSPUT onder BAKEL groot agt Lop. en Eyndelijk nog in DE WOLFSPUT een Lop..
En voorts generaalijk haar gelooveresses persoon en goederen hebbende ende verkrijgende egeene uytgesondert houdende sij gelooveresse in cas van wanbetalinge van capitael of jaarlijxe intresten voormeld, de voorschreve vaste goederen mits deese voor verhandligt omme deselve, door oft wegens de houdersse deser, en haer regt verkrijgende, tot verhaal van voorschreven capitael en intresten bij decreet van Heeren Schepenen deser Stad (waer in de geloveresse nu voor als dan is consenterende) publieq ende voor alle man ad opus jus habentium te verkopen, renuntieerende ten dien eijnde van alle opositie, mitsgaders van de beneficien van verbuting en evictie.
Testes scabini in HELMONT GERARDUS van HOGERLINDEN, GERARDUS LEEMANS die dese beneffens de geloveresse en mijn ondergeschreven Secretaris ten Prothocolle behoorlijk hebben ondertekent, binnen HELMONT op heden den vijftiende Mey, seventien hondert negen en seeventigh.
Handmerk van MARIA van MOORSEL Wed, LUYCAS van der HEYDEN, verclaert niet te kunnen schrijven.
G. v. HOGERLINDEN
GERARDUS LEEMANS
Mij present P. de LEEUW Secr.
f. 425- 0- 0
f. 10-12-
! In de marge !
Compareerde voor Schepenen van HELMOND ondergenoemde ELISABETH WALKART Weduwe JAN PIETER van der LITH tans woonachtig te BUUREN dewelke bekend en verklaard van den inhoud der nevenstaande obligatie van vierhonderd vijf en twintig guldens en intressen van dien door de kinderen van wijlen LUIJCAS van der HEIJDEN ten genoegen voldaan en betaald te zijn, consenteerende overzulks in de cassatie en roijering der nevenstaande obligatie.
Coram G. van de LOO en J. van LIESHOUT Schepenen binnen HELMOND, op heden den vijfden September 1800 drie.
WALKART Weduwe van der LITH.
G. v.d. LOO
J. v. LIESHOUT
Mij present J.J. v.d. FOELART.
Oud Rechtelijk Archief Deurne, deel 121, folio 177.
d.d. 22-05-1779.
(Samenvatting)
Aan de Schepenen van Deurne word een obligatiebrief getoond, door MARIA van MOORSEL Weduwe van wijlen LUYCAS van der HEYDEN, wonende te DEURNE. Hier in staat vermeld welke onroerende goederen in haar bezit zijn.
Deze bestaan uit:
Onder DEURNE (of BAKEL): Een huys, hof en aangelag, groot 3 Loop: 25 Roeden.
Item een huyske onder BAKEL, groot 2 Loop: 23 Roeden.
Item "Den VOORSTEN AKKER", groot 7 Loop: 10 Roeden en 5 Voeten.
Item in "'t HEYTVELT" 2 Loop: 18 Roeden, 12 Voeten.
Item alnog in "'t HEYTVELT" 1 Loop: 2 Roeden, 10 Voeten.
Item "Den HEESAKKER" groot 3 Loop: 48 Roeden, 4 Voeten.
Item "Den VENAKKER" groot 6 Loop: 4 Roeden, 1 Voet.
Item "Het KOEY EEUWSEL" groot 18 Loop: 25 Roeden.
Item "Het LEEGBEESTEN EEUWSEL" daar de Scheidloop door loopt, groot 21 Loopense, 21 Roeden, 10 Voeten.
Item het hooylant in "De WOLFSPUT" onder BAKEL, groot 8 Loop: en eindelijk nog in "De WOLFSPUT" een loops:.
ldus vertoont te DEURNE op 22 Mei 1779.
Folio 11recto.
d.d. 01-06-1779.
Momboirs.
Op heeden den eersten Junij 1700 negen en seeventig zo hebben FRANCIS MARTENS Scheepen in wette alhier en PEETER JACOBUS BERKERS wonende onder de Heerlijkheid VLIERDEN als door Heeren Officier en Scheepenen deses Dorps aangestelde en verkoore momboiren en voogden over de vier nog minderjarige kinderen van wijlen PEETER VERHOEVEN en sijne tans nog in leeven zijnde huysvrouw YDA BIEMANS met naeme JACOBUS, JOHANNUS, WILLEM en ANNEMIE VERHOEVEN mede alhier woonagtig, den behoorlijken hier bovenstaande Eed gedaan, afgelegt en uytgeswooren aan handen van WILLEM van RAVENSTEIJN President Loco Officier met den Eeds woorden: Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig; Coran de ondergeteekende Scheepenen,
FRAENCIS MAERTENS
PEETER BERKERS
JACOBUS MANDERS
IJ van GRIENSVEN
GOORT HENDRICKS
W. van OMMEREN
Mij present A.A. van NOORT Secrts.
← Terug naar: Bakel 1760 - 1769Verder naar: Bakel 1780 - 1789 →