1710 -1719

“De Kroniek van Driek”

Bakel en Milheeze 1710-1719

Bakel 1710.

Notaris P.de Cort te Helmond, inv.nr. 25, folio 230.
d.d. 27-02-1710.

Compareerde voor mij PIETER de CORT als openbaar notaris bij den Ed.Mo.Raede van BRABANDT in S'GRAVENHAGE geadmitteert binnen de Stadt HELMONT resideerende en inne presentie vande getuigen ondergenoemt Dheer en Mevr. GERARD DONCQUERS woonende te EYNDHOVEN dewelcke ter instantie en requisitie van Dheer FRANSOIS PIECK versogt sijnde der waerheyt getuygenisse te geven, heeft getuygt verclaert en geattesteert gelijck sij E. doende is bij desen op sijn vroome waerheyt in plaetse en met presentatie van Eede des noodt en versogt sijnde te sullen afleggen waer waeragtich en aen den deponent alsnogh wel kennelijck en geheugende te wesen, dat WILLEM de WITH notaris en procureur tot EYNDHOVEN, aen Juffr. MAEGDALENA LOVENS tegenwoordige huysvr. van den heere requirant, heeft gegeven gehadt seecker acte van indemniteyt wegens soodanige procedure als gemelde Juffr. LOVENS over coop off vercoop der secreta­rije van BAECKEL aengedaen is geworden, dat het hem deponente mede wel kennelijck en geheugende is, dat het inandt van daeghele tgeen aen gemelde Juffr. LOVENS was geinsinueert aenden voorn. de WITH is gecommuniceert, en de dan op de proposilis er door versoecken van voorn. de WITH, de procureur van RIJP in die saecke is geemployeert, dat oock, Dat oock hij heere deponent in den jare van seventienhondert, in de maent van Mey is geweest ten huyse van gemelte Juffr. LOVENS binnen den dorpe van AERLE, alwaer de gemelten de WITH oock was gecomen. Ende dat hij deponent alsdan de gemelte Juffr. LOVENS, int naecken van het accoort over de gemelde procedure der sacretarije van BAECKEL heeft geassisteert, en beneffens de voorn. de WIT die daer mede present was het accoort helpen maecken Ende naer dien 'taccoort over de voorschreven procedu­re was getroffen, soo heeft gemelte Juffr. LOVENS in presentie vanden deponenten tegens den voorschreven de WITH gesegt en hem ingevolge van sijn gegevene acte van indemnitijt gerecom­mandeert, dat dewijl hij de WITH vande Secretarije van BAECKEL niet alleen hadde affstant gedaen maer oock 't proces helpen accorderen dat hij sorgh soude dragen dat de costen vant proces aen sijde van gemelte Juffr. LOVENS gevallen volgens indemniteyt betaelt werden, waer op gebeurt is en hij dept. gehoort en gesien heeft, dat den voorn. de WITH de gemelte Juffr. antwoordende syde gij behoeft daer voor niet besorgt te wesen ik sal niet de eeste reyse wanneer ik nae DEN HAEGE sal gaen daer voor sorgen, en aftdoene, ik salt met den heer advocaat CODDE wel stellen die heere sal ik een coppel haesen vereeren, die sal van mij geen gelt pretendeeren, die is mij een goet vrient vermits ik bij sijn broer den heere Secretaris tot EYNDHOVEN hebbe gewoont, en waer op voorn. de WIT van gemelte Juffr. LOVENS ende den deponenten is weg gegaen. Redenen van welwetentheyt allegerende hij deponente, dat hij alsdaer ter tijt wanneer 'tgeene voorschreven is voorgevallen, de gemelte Juffr. LOVENS int doen van hare affairens en insonderheyt in dese saecke soo als voorschreven staet heeft geassisteert, daer bij en present sijnde en alles soo voor-sch­rven gedirigeert, daer van goede kennisse en geheugenisse te gedragen. Aldus gedaen en gepasseert binnen AERLE RIXTEL desen sevenentwintichste dagh February deses jaers XVIJc en tien ter presentie van DIRIK GERITS COUWENBERG ende JAN DASSEN inwoonderen van AERLE als getuygen hier toe versogt.
GER DONCQUERS
DIRCK van COUWENBERCH
JAN DASSEN ( kan niet schrijven)
P.de CORTE Notaris.

Notaris P.de Corte te Helmond, inv.nr. 25, folio 238.
d.d. 22-04-1710.

Compareerde voor mij PIETER de CORT openbaar notaris bij den Ed.Mo. Raede en Leenhove van BRABANT in S'GRAVENHAGE geadmit­teert binnen de steede HELMONT resideerende, en inne de presentie van getuygen ondergent. JAN van DULLEKEN inwoondere borger deser stadt mij notaris wel bekent, dewelcke ter instantie en requisitie van PETER REYNDER CLUYTMANS en CORSTI­AEN HERMEN MANDERS beyde oude Borgemeesters van BAKEL EN MILHESE versogt sijnde der waerheyt getuygenisse te geven, heeft hij deponent op sijne vrome manne waerheyt in plaets presentatie van Eede des versogt sijnde voor alle Heeren Hove en Gerigte te sullen afleggen, waer waeragtigh aen hem depo­nent alsnog seer wel kennelijck te wesen dat hij deponent des versogt sijnde door JONCKER JAN van der MEULEN in sijn leven Schepen en Raed den Stadt van S'HERTOGENBOSCH: uyt handen van PETER REYNDERS en CORSTIAEN HERMES MANDERS als Borgemeesters van BAECKEL van Bamis 1703 tot Bamis 1704 ontrent een halff jaer voor de doot van dito JONCKER JAN van der MEULEN heeft ontfangen een somme van drie entsestich guldens, wegens een jaer intrest van een capotaele somme die gemelte JONCKER JAN van der MEULEN op 't Corpus van BAECKEL hadde staende, en welcke somme hij deponent verclaert aen gemelte JONCKER JAN van der MEULEN te hebbenne overgehouden na daer van weder te rugh becomen een quitantie van 63:0:0 bij gemelten JONCKER JAN van der MEULEN met sijen bekende eyger hant onderteeckent welcke quitantie den genoemde deponent verclaert aen CORSTIAEN HERMEN MANDERS opgelevert te hebben, en die met den algemelden brant van BAECKEL van den jaere 1708 soude sijn verbrand, en dat aen hem deponent berigt soude sije dat over dat selve jaer alnogh aenmaeninge wet gedaen, soo verclaert hij deponent voor redenen van welwetentheyt bij sijn voorschreven getuighende te allegueren en naer prelecture daer bij te persisteren, op huyden binnen HELMONT deser XXIJ April 17c en tien Ter presen­tie van JOHAN van den HARCK inwoonder alhier en TOMAS AERT SWINCKELS inwoonder tot BAECKEL als getuyge van gelooft hiertoe versogt.
JAN van DULCKEN
THOMAS AERT SWIJNCKELS
J.v.d. HORST 1710 Testis
P.de CORT notaris.

Helmond 2042 notaris inv. Nr.26 akte 93
d.d. 29-05-1710.

DRIES ANDRIESSEN van de CRIJSSCHOT, LUIJTIEN, Weduwe HUIJBERT JAN WILBERTS, geassisteerd door JAN IJSBOUTW President schepen, alle inwoners van BAKEL en MILHEEZE. Ze verklaren te samen dat ze betaald hebben aan DIRK ANTHONIS VERVOORDELDONK c.s. Borgemeesters te VLIERDEN van 17 Meert 1708 tot 17 Meert 1710 zodanige penningen als THOMAS RUTTEN, nu MARIJ diens Weduwe, aan de voornoemde borgenmeesters ieder jaar schuldig was in verband met de dorpsbelasting.

Bakel 1711.

Vide Prothocol tot DEURNE 24 December 1706.

Ontfangen van DIRK HENDRIKS de somme van zeven en twintig guldens vijf stuyvers in gelt, ende nog in overgenomen quitantien van gedane reparatien aande huysinge vande Hoeve gelegen tot MILHEZE ter somme van twee ent zeventig gulden vijftien stuyvers bestaande in negen quitantien, waar mede zijn voldaan de jaaren pagt van de voors. Hoeve verschenen Ligtmis 1709, 17­10 en 1711; en was geteckent J.D. CASSEMAJOR, als gelaste van: Heer van DEURNE.
26. 5. 0
72.15. 0
99. 0. 0
Vide affreeckening 1711 bij de andere Hoeven.

Rechtelijk archief Bakel en Milheeze, inv.nr. 2.
d.d. 13-04-1711.

Aenden Eerw. Heeren Offiecier en Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAKEL en MILHESE.
Geven reverentelijck te kennen MATTIJS TIJS MANDERS ende JOEST HOECKS beijde als geedigde momboiren vande kinderen van JAN VERMEULEN ende DIRSKE MATTIJSSEN, zaliger, dat de voorschr. kinderen het ongeluck sijn hebbende dat haer woonhuysinge ende brouwhuyse hen beneffens REIJNDER TIJS MANDERS bij schrifte­lijcke scheijdinge en deijlinge voor U Eerw. gepasseert, ten deele gevallen, opden ... September 1708 sijn affgebrant. Dat seedert die tijt als pachten ende chijnssen daer in gegroot mit allen sijn verachtert ende naer dat deselve soo considera­bel sijn, dat de voorschr. huijsplaetsche met de landerijen daer bij en aenbedeijlt, min off weijnig niets weerden sijn, en dat vervolgens voor de voorschr. kinderen (in consideratie vande pagten en renten daer in begroot staende) 'tselve haer meer schadelijck dan proffitabel is, en geconsidereert de supplianten 'tvoorschr. goet met den last daer in begroot en daer instaende, aen den mede eijgenaer des selver goederen soude connen opgeven, ingevalle U Ed. Eerw. 'tselve geliefden te approberen.
Mits welcke soo hebben de supplianten haer tot U Ed Eerw. gedienstelijck versoeckende daer U Ed. Eerw. goede geliefte zij van haer wel te laeten gevallen de overgifte vand voorsch­r. goederen aen mede eijgenaer off aen JOOST deselven soon, mits dat de huysinge werden opgetimmert en alsoo bequaem en sufficient gemaeckt voor de pagten en renten. daer in gestelt.
Dewelck doende, etc.
MATIJS TIJS MANDERS.

! In de marge !

Mijn Heeren Schepenen alvoorens hier op te disponeeren gehoort hebbende AERT GOORTS HOUBRAECKEN en JAN ROIJAKERS resp. Oomen vande kinderen inden requeste gemelt, dewelcke oordeelden dat de goederen inden requeste vermelt opdat de landerijen in staet gebragt mogte werden, om de renten ende pagten daer in staende mitter renten vercogt off overgegeven ja selfs voor de pagten, dan dat het selve haer de kinderen soude behouden accorderen dienvolgende hen versoeck en dat het aende mede eijgenaers off aen JOOST desselver soon magh overgegeven worden mits betaelt 'tregt vande 40 penningen en alle lasten soodanigh dat de kinderen ten aensien van dese overgifte geen penningen comen toe te geven, maer dat die een pistolet sullen genieten, tot welcke overgifte den eersten suppliant mits gequalificeert.
Aldus gedaen in Judicio extraordinaria present
JAN YSBOUTS
AERT STERCKEN
DRIES DRIESSEN
CLUYTMANS
HERMEN PETERS ende
CORSTIAEN MANDERS
Desen 13 April 1711.
Ter ordinaris vanden selve L. de CORT. 1711.

Notaris P.de CORT te Helmond, inv.nr. 26, folio 51.
d.d. 14-5-1711.

Testament voor:
ELISABETH JOOSTEN weduwe wijlen GOORT THIJSSEN inwoonderse tot BAECKEL.
JOOST GOORTS en JAN GOORTS zijn haar 2 zoons,
MARIA GOORTS en ELISABETH zijn haar 2 dochters.
Getuigen zijn:
CLAES HERMENS inwoonder tot BAECKEL en AERT HENDRIX op ASDONCK inwoonder tot AERLE.

Oud Rechtelijk Archief Helmond, inv.nr. 311, folio 57recto.
d.d. 01-07-1711.

Wij HENDRICK HERINCX ende WILLEM van OMMEREN Schepenen der Stadt HELMONT, doen te weten, dat voor ons gestaen en gecompareert sijn, THOMAS JANSSEN HOBERGEN, en JAN JANSSEN THONIS woonende onder BAKEL, beijde Oomen van vader en 'smoeders sijde, en sulcx bloetvoogden over de vijff minderja­rige kinderen van GOORT JANSSEN HOBERGEN, verweckt bij JENNEKEN WILBERS sijne huysvrouwe welcke den behoorlijcken Eedt als momboiren over de voors. onmundige kinderen aen handen vande Heer HENDRIK van RIJP Drossard deser Stadt hebben afgelecht. Geloovende alle de goederen van de voorschr. onmundigen getrouwelijck te sullen regeeren en administreren, onder behoorlijjcke reeckenenigen, bewijs, ende reliqua, Soo waerlijck moste hun Godt Almaghtigh helpen.
T'oirconde hebben wij Schepenen voorgent. de minute prothocol­lair deses onderteeckent.
Op heden den eersten Julij XVIJc en elf
HERNRI HERINCX
W. v, OMMEREN.

Bakel 1712.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1704, folio 243 en 265 + 265v.
d.d. 06-01-1712.

De Heere HERMAN CREMERS in den name, ende gemagtigt tot s'geens naervolgende van den Ho.Geb. Heere JOHAN DE COUTERAU Marquiz d'ASSCHE Baron van VELP, Erfstandaertdrager van BRABANT, als in Huwelijk hebbende Vrouwe CORNELIA, Geboren Baronesse van LEEFDAEL, als Erfgenaem onder beneficie van inventaris van wijlen den Ho.Geb. Heer JOHAN PHILIP Baron van LEEFDAEL Heere van WAALWIJK, BEECK, CROY, ende STIPHOUT geimpetreert van de Eerste presiderende, ende andere Raden van den Rade, en de Leenhove van BRABANT, geadresseert aen Wethou­deren deser Stadt, ende aldaar op den 10 jaerighen 5 Juny 1708 geinterineert, wesende de voorschreven procuratie voorden Notaris P. de CASSEMAJOR en getuygen alhier op den een en dertighsten December laatstleden gepasseert, den voorschreven geconstitueerde geassisteert met de Heer en Mr. JACOB COMANS oudt Schepen, en Raedt, de Hr. HENDRIK MUSCH Hr. van MILHEZE, en de selve Heeren vervangende de Hr. en Mr. PIETER VORSTER weduwe, oudt Schepen Raedt, als mede gecommitteerde vermits zijn Ed. indispositie etc.

(Einde folio 243). (Gevolgd door folio 265).

Den voorschreven Heere Opdragere ut Supra,
Eene Hoeve, ende landerijen gelegen tot BAKEL op Den CRUYS­SERT, gebruykt bij DRIES DRIESSEN groot agt en dertigh Loopen­se en twintigh roeden teul, en agt en veertig Loopense groes en weylandt en twaalff Loopense heyvelden, bij den voorschre­ven Heere van WAALWIJK, verkregen bij coop, en opdragte tegens de, Ho.Ed.Geb. Heer PIEER ANTOIN Geboren Baron van COSWAREM Grave van NIEL, etc. prout in litteris in dato den - - - - - transportavit, JOHAN van PROYEN Simul etc. pronunciatie ut Supra: met begrootinge van negentien vat rogge aen de Comman­derije van GEMERT, seven gulden aen de beursen.
Item aen den Heere van DEURNE seven gulden.
Item aen den selve drie gulden vijftien stuyvers.
Item aen den Heere van HELMONT ses hoenderen, en eene gulden twaalff stuyvers drie oort alle jaeren.
Quo facto soo is gestaen voor Schepenen ondergenoemt den voorschreven JOHAN van PROYEN, en heeft de voorschreven parceelen geresupporteert aen den voorschreven Heere HERMAN CREMERS als daer van selfs cooper gebleven zijnde, met dev voorschreven begroote pagten, en lasten, en verdere gront­chijnsen soo daer uyt gaen gelovende de selve alsoo te vergel­den, etc. - - - Datum ut supra.
Quitantie van de XL penning en 10 verhogingen gebleven als in margine en getekend:
J. HASEVOET.
Van DAASDONK
G. v. BREUGEL Junior
Mij Present QUIR CROLLIUS

! In de marge !
Coop f. 420:0: 0
Last 893:3:12
f.1313:3:12

40 f. 32:16: 8
10 f. 3: 5:10
f. 36: 2: 2

Rechtelijk Archief voor 1811 BAKEL en MILHEEZE. Inv.nr. 3.
d.d. 09-01-1712.

Op heden den 9 Januarii 1712 soo hebben wij ondergeschr. Schepenen, ende geauthoriseerden tot het Officie van BAKEL, versogt ter requisitie van WILBERT HENDRIKS op SCHIPSTAL, ons vervoegt, ten huyse van dito WILBERT op SCHIPSTAL, aldaer sieck te bedde liggende, ten fine van des selfs verclaringe onder Eede af te nemen de deugdelijckheijt van sijn agter te laten schulttboeck met Eede te corroboreren <= versterken>; oudt sijnde ..... jaren soo hij seijde, wesende heel debiel ende cranck, dog alnog van volle verstant, sijne sinnen, in memorie wel machtig; gelijck ons ondergeschreven bij het passeren deser attestatie distinctelijck is gebleken; ende welcke WILBERT HENDRIKX op SCHIPSTAL oudt President van BAKEL heeft verclaert ende onder Eede, aen handen van die geauthori­seerden tot het Officie affgelegt; waar ende waerachtig te sijn, dat aen hem deponent alle de open staende posten inde schulden tot laste van MICHIEL van den BIJL, soo ende gelijck de selve in sijn schultboeck staen geannoteert, sijn compete­rende, ende geen van dien in sijn versiect, maer goede ende deugdelijck schult soo ende in voegen als de selve in sijn schultboeck werden bevonden te sijn geregistreert; waer op hij deponeert verclaert de doodt te sullen sterven, ende daer mede is onder andere verclaerende als voor; dat item dat hij deponent in den jaere 1698 heeft aen MICHIEL van der BIJL 48 vat rogge gelevert, tot betalinge van de pagten der thiende, gaende uyt de Hoeve van de voorschr. WILBERT op SCHIPSTAL.
Item alnog heeft JAN OP DEN RIJPELBERG voor hem gelevert 24 vat rogge, op den jaere 1699 aen MICHIEL van der BIJL maer doen stack de pegge eenen gulden drie stuyvers et caetera.
Redenen van welwetentschap is den deponente gevende, van alle het voorschr. nog goede memorie ende geheugenisse te hebben ende dat hij nimmer niet eenen penninck tot laste van ymant in sijn schultboeck heeft geschreven, oft tot ware rechtvaerdige schult ende naer prelectieve heeft bij dese verclaringe gepresisteert (Soo waarlijck helpt hem Godt Almachtig) protesterende de doodt daer op te sterven.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen BAKEL op den 9 Januarii 1712.

! N.B. !
Bovenstaande is blijkbaar een kladbrief, er werden geen namen of onderschrift van de Schepenen opgetekend.

! Aan de onderkant !
Passeren vermits den
Groote 1 - 4
Uytmaen 0 - 18
Vacatie 0 - 18
Zegel 0 - 7 - 2
3 - 7 - 2

Helmond 2042 notaris inv. Nr.26 akte. 70
d.d. 12-01-1712.

JENNEKEN van den BOOMEN, Weduwe van JAN PETER STERCKEN, wonende te MILHEEZE onder BAKEL, geassisteerd door HERMEN PETER NOIJEN haar gekozen momboir, dewelke verklaard ontvangen te hebben van JAN SIJMON van den BOOMEN uit DEURNE de som van f.275,- spruitende van geleend geld.

Gemeentearchief Gemert – Bakel. Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 1 recto.
d.d. 12-01-1712.

Wij DRIES ANDRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, PETER CLUIJTMANS, HERMEN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS, Schepenen des Dorps en Dingbanke van BAECKELL en MILHEEZE, Quartiere van PEELANT, Meyerye van S’HERTOGENBOSCH, doen conde, dat wij hebben geexamineert en naegesien seecker reeckeninge die bij DANIEL ALEXANDER MACCALLA als Deurwaarder vanden Raet van Staete in dato den tweentwintighsten Julij 17C en elff, van Heeren Officier en Schepenen van BAECKEL, wegens de penningen geproduceert vanden vercogte goederen van Wijlen DIRCK van OLDENREEL gelegen tot MILHEESE, die bij executie uijt cragte van executoriael des VEREENIGHDE NEDERLANDEN in dato den vier en twintighsten September 17C ende elff sijn vercogt is gedaen en dewijl bij slodt van de voornoemde reeckening ten behoeve van de respective pandt crediteuren is over scharende eene somme van vier hondert tien gulden seven stuyvers en twaelff penningen, waer op Dhr. de CASSEMAJOR Notaris binnen de Stadt SHERTOGENBOSCH nu en in naem van JOHAN HERPERS ende MICHIEL GIJSBERS inwoonderen van HAERLEM en ANTWERPEN erffgenaemen van Juffr. Van MIL heeft gesustineert, geprefereert te wesen op den voorschreven over schietende penningen met eene Rente van tien gulden jaerlijcx in capitael twee hondert gulden geconstitueert voor Heeren Schepenen van HELMONT in dato den negenden April 16C driendertigh met drie jaeren Intresse. Ende heeft den voornoemden Notaris De CASSEMAJOR door den Secretaris alhier, uyt cragte van procratie gepasseert voor den Notaris De BIE binnen S HERTOGENBOSCH wesende in dato den achtienden September 17C en elff volgens quitantie voor Schepenen alhier gepasseert in dato den sessentwintighsten September des selven jaers. Van voorschreven vier hondert tien gulden seven stuyvers en twaalff penningen ten respecte van voorschreven capitael ontfangen twee hondert gulden. Ende dewijl geen nadere crediteuren ten laste vande overschietende penningen van tweehondert tien gulden seven stuyvers en twaelff penningen dan den Armen haer opdoen. Soo hebben wij tot affsneijdinge van veele oncosten goet gevonden, dat die voorschreven resteerende twee hondert tien gulden, seven stuyvers en twaelff penningen den regerenden Armmeesters van BAECKEL onder protestatien en in minderinge van ’t geen den Armen ten last voorschreven is competerende soude ontfangen, onder conditie dat ofte ’t gebeurde dat nae dato imant mogte voortcomen tot de voorschreven penningen naeder dan den Armen alhier geregtigt wesende dat indien gevall die voorschreven penningen uyt de Arme casse alsdan sal werden gerestitueert.
Welck volgende soo verclaren wij te constitueeren en volmagtigh te maecken sulx doen bij densen de regerende Armmeesters HENDRICK SCHEIJ de voorschreven overschietende twee hondert tien gulden seven stuyvers twaelff penningen onder voorschreven conditie de resstituende te ontfangen, en voor de restitutie vandien te verbinden de Arme goederen alhier waer van ten overstaen van als een behoorlijke quitantie sal werden gepasseert, met magt en in minderinge van dien, over te neemen Eenhondert gulden capitael staende ten laste vanden persoon van JAN WILLEMS de WITH inwoonder alhier, die mede tot de restitutie geconstringeert sal moeten werden, geloevende voor goet en van waerden te sullen houden ende doen houden allen ’t geen bij de regerende Armmeester HENDRIKCK SCHEIJ in voegen voorschreven sal werden gedaen en verrigt, onder verbant van de Arme goederen alhier. Aldus gedaen en gepasseert op heden binnen BAECKEL desen dertienden Januarij 17C en twaelff.
DRIES DRIESSEN
AERT PETERS STERCKEN
PETER CLUIJTMANS
HERMEN PETERS
KORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 2 verso.
d.d. 06-02-1712.

Compareerde voor Schepenen van BAECKEL en MILHEZE ondergenoemt WILBERT JAN MARTENS Weduwnaar van HEIJLKEN PETERS sijne huijsvrouw zaliger, geassisteert met JOOST JAN MARTENS sijnen broeder ende FRANS WILLEMS vanden HEUVEL inwoonder tot VLIERDEN, oom van voorschreven overledene HEIJLKE PETERS, en alsoo bruydegom ter eenre, ende EIJCKEN CORSTIAEN ANSEMS meerderjarige jonge dogter geassisteert met CLAES JAN NOEYEN haren oom, bruydt ter andere zijde, ende verclaeren sij bruydegom en bruijt tot voorcominge en affsnijdinge van alle dispuyten gemaeckt en aengegaen te hebben dit naer volgende Contract van Huijwelijckse voorwaerden in voegen en manieren hier naer volgende.
Eerstelijk soo verclaert hij bruijdegom tot onderstant van dit aenstaende huijwelijck te sullen aen en bij brengen alle sijne goederen waer van hij eenige meesterschap is hebbende, als mede ’t voordeel van de goederen bij hem bruijdegom in togte werdende beseten, en gelooft sij bruijt tot onderstant als voor te sullen bij en aenbrengen alle hare goederen waer van sij eenige meesterschap is hebbende en mede die goederen die sij alnoch mogte come te vercrijgen des is geconditioneert, dat indien uijt desen aenstaende houwelijck geen kint off kinderen verweckt werden, dat hen aen haer bruijt indien sij langer dan den bruijdegom in ’t leven mogte blijven sal vrijstaen, om den boel als langst levende te behouden, en te blijven besitten mits uijtkerende aende voorkinderen van hem bruijdegom eens eene somme van een hondert gulden, ten respecte vande gereede en haeffelijcke goederen die sij bruijt als langst levende mogte comen te besitten gelijck oock mede geconditioneert is dat indien sij bruijt als langstlevende den boel niet geern Woude blijven besitten, dat het aen haer sal vrij staem, om voor gelijcke somme van eenhondert gulden die aen haer sal moeten werden uijtgekeert den boel aende kinderen te mogen overgeven, ‘twelck een hondert gulden aen haer bruijt uijt die gereetste goederen sullen moeten werden uijtgereijckt dog alles ter optie van voorschreven bruijt.
En is verders geconditioneert dat indien kinderen off kint bij haer bruijd en bruijdegom verweckt mogte werden, dat deselve kondt off kinderen sullen behouden de goederen comende van de zijde van haer bruijt, en in alle de gereede en haeffelijcke mitsgaders inde winst goederen ‘tsuh gereet off ongereet met de voorkinderen van hem bruijdegom egalijck en hooft voor hooft sullen deijlen. En hebben sij Comparanten naer dat dit haer pentinent was voor gelesen gelooft stedigh en vastigheijt sonder daer tegens te doen off laeten geschieden in eeniger hande manieren alles onder verbant als naer Regten.
Aldus gedaen en gepasseert binnen BAECKEL desen sessden Februarij 17C en twaelff persent Schepenen onderteeckent.
Dit ist merk X van WILBERT JAN MARTENS verclaerende niet te connen schrijven.
Dit ist merk X van JOOST JAN MARTENS verclaerende als voor.
Dit X ist merk van FRANS vanden HEUVEL verclaerende als voor.
Dit ist X mertck van EIJCKE CORTS ANSEMS als voor.
CLAES JAN NOIJE
HERMEN PETERS Schepen.
KORSTIAN MANDERS Schepen.
Mij present
L. de CORT.

Bron als boven. Folio 4 verso.
d.d. 06-02-1712.

Staet en Inventaris, van soodanige goederen, als metter doot ontruijmt en naergelaeten sijn bij HEIJLKE PETERS, huijsvrouw van WILBERT JAN MARTENS en sulx geinventariseert en in geschrifte gestelt op aengeven vande voorschreven WILBERT JAN MARTENS weduwnaar van voorschreven HEIJLKE en sulx ten behoeve van sijne kinderen bij voorschreven HEIJLKE PETERS verweckt en sijn deselve goederen als volgt.
Eerstelijk een hoogh car en een eert kar, waertoe maar is een paer raederen, ploegh, haem, sael, ligt, met ijsere hagten, drie coeij backen en eenen peerts bak, twee eijcke kisten, een schaep, trogh en taeffel, hael, tanghen, vuer ijseren, een koets, een botter stant, een mulck tob, Een gaeijer tob, een mulck ton, een goot banck, eenen coperen ketel, en eenen koperen coeketel, twee ijsere potten, vier stoelen, een houtere schotel, schup, spaeij en twee riecken, twee lijne bedden sonder veren met eenen hooft peulue, twee paar slaaplaeckens en twee deeckens, twee taefellaeckens, een leijne en een pelle, eenen effer en een boorbijl, een acx, twee vlegels, eenen hoey rieck, spilkorff, een tinne schotel, twee tinne lepels, tien houtere lepels, vier hembden van de vrouw zaliger, vijff baeten, twee Lijffkens, deen een stoffe en dander Swart laeckens, een stoffe schort, een moesvloot, twee saeskens, een hant (kant) saeske, ses ijsere koe schaeckels, eenen kruijwagen met een rat en spil, twee gras zeijsen, snijmes, een lamp, heijt sigt, vlag reijse en coorensigt.
En wat aengaet de erffgoederen van sijn overledene vrouw zaliger sijn in haare leven vercogt, en de goederen gecomen van sijns comparants seijde sijn nog onbedeijlt.
Aldus gedaen en geinventariseert op het aengeven van voorschr. WILBERT JAN MARTENS en verclaerde den selven int opgeven van desen staet en inventaris sig opregtelijck gedragen te hebben, sonder ietwes ter quader trouwe verswegen agter gelaeten off weerloos gemaekt te hebben presenterende als deser staet en inventaris opregt en deugdelijck sijnde ten allen tijden met solemneelen Eede den selver te sullen befestigen, met gelofte dat ofte ‘tgebeurde daer naer dato aen hem eenige andere off meer goederen mogte voorcomen dan op desen staet van inventaris is gestelt, dat hij deselve daer mede ten allen tijden sal vermeerderen, alles onder verbant als naer Regten geteeckent hier over CORSTIAEN MANDERS en HERMEN PETERS Schepenen. Actum BAKEL den sessden Februrarij 17C en twaelff.
Dit Merck X van WILB. JAN MARTENS
HERMEN PETERS Schepen
KORSTIAEN MANDERS
Mij present
L. de CORT, 1712.

Bron als boven. Folio 5 verso.
d.d. 16-02-1712.

Wij HERMAN PETER NOIJEN, TOMAS SWINKELS, ende CORSTIAEN HERMEN MANDERS Schepenen, doen conde, certificeren ende verklarende bij desen op Eede in’t aanvangen onses ampts gedaen, ter Instantie ende Requisitie van JAN YSBOUTS en DRIES DRIESSEN Hoevenaeren op de CRUIJSSENT onder desen Dorpe van BAECKEL gelegen, dat wij op versoeck van de selve requitanten in de maent van Meij des voorleden jaers van XVIJ C ende elff, persoonlijcken ons hebben begeven opde coornackers van de Landerijen behoorende aende voorschreven Hoeve DE CRUIJSSENT en aldaer ( tot onser droeffheyt ) gesien, dat allent graen gewas beslaende te samen uyt ontrent vijfftien Loopense, met den algemeenen hagelslagh die opden seventienden Meij des voorleden jaers is gevallen, niet alleen was verhaegelt neemaer soodanigh plat ter aerde nedergeslagen, dat geen vrugten daer van conde voort comen. Soo dat de requiranten genoodtsaeckt waren, allen het voorschr. Lant om te bouwen, als off daer geen vrugten op en stond off hadde gestaen, dat over den Boeckweijt doorgaens seer slegt was gevallen ja soodanigh dat den selven in geen de alderminste consideratie quam van eenige voorgaende jaren.
En hebben wij Schepenen dese onse waeragtige verclaringe om der waerheijts wille niet connen ofte willen weijgeren maer geerne mede gedeijlt versoeckende aen allen en een ieder dese onse waeragtige verclaringe aen te nemen, in oirconde der waerheijt dese ten Prothocolle eijgenhandigh onderteeckent op heden binnen BAECKEL desen sestienden Februarij XVIJ C ende twaelff,
THOMAS SWIJNCKELS
HERMEN PETERS
KARSTIAN MANDERS.

Bron als boven.
Folio 6 verso.
d.d. 16-02-1712.

Compareerde voor Schepenen van BAECKEL ende MILHEEZE ondergenoemt, JOOST JAN MARTENS, GIJSBERT JAN MARTENS ende JAN WELTEN als man ende momboir van MARIJ JAN MARTENS inwoonderen alhier, dewelcke verclaeren soo voor haer selven als inden naem ende van wegen WILBERT JAN MARTESN inwoonder alhier, JAN JAN MARTENS inwoonder tot DEURNE mitsgaders REIJNDER WILLEMS als man ende momboir van EYCKE JAN MARTENS. Sij comparanten voor den selve haer fort en sterck maeckende ende alsoo ter eenre, ende JAN WILBERTS van SCHIPSTAL als man ende momboir van EYCKEN JOCHEMS mede inwoonder alhier ter andere zijde. Ende verclaeren partijen Comparanten inden minne met malcanderen te hebben aengegaen ende gemaeckt eene erffelijcken scheijdingh ende deijlinge gelijck sij doen bij desen van soodanige erffelijcke goederen bestaende uijt huijsingen, schuren ende aengelegene als andere teull ende weijlanden, soo en gelijck tselve aen haer comparanten ende condividenten van haren respectiven vader JAN MARTENS, doen hij leeffde, inwoonder alhier met der doot is ontruijmt ende naergelaeten.
Mits welcke lootinge erffscheijdingh en erffdeylinge soo is aen den voorn. JAN WILBERS van SCHIPSTAL in sijne voorschreven qualiteijt voor een negenste part te deel ende loote gevallen, eerstelijck eenen acker teullants groot ontrent de drie Loopense genoemt OP’T HOOGH SANT deen sijde, CATOLIJN Wed. GOORT JANSSEN, dander zijde den ARMEN van BAECKEL, en sal dit lot trecken ende genieten eene somme van eenhondert en vijftigh guldens, staende in een meerdere somme van drie hondert gulden, ten laste van de erffgenaemen MARCELIS GERITS.
Mits welcke lootinge erffscheydinge en erffdeijlinge soo is aende voornoemde andere Condividenten namentlijck JAN, JOOST, GIJSBERT en WILBERT JAN MARTENS mitsgaders aen REINDERT WILLEMS ende JAN WELTEN in meergeseyde qualiteyt te loote ende te deele gevallen twee woon huysingen met de aengehoorende landerijen soo groes als lant soo ende gelijck die van BAECKEL geleegen sijn en bij de voorschr. huijsingen werden gebruijckt.
Ende hebben die voornoemde Condividenten de drie eerste soo voor haer als mede haer fort en sterck maeckende voor de verdere condividenten met den voorschreven JAN WILBERTS van SCHIPSTAL in sijne qualiteyt ’t geene voorschr. geerfft scheijdt ende gedeijlt en verclaerden sij condividenten met een iders aenbedeijlde goederen goet genoegen en volcomen contentement genomen te hebben, gelijck sij doen bij desen, sonder dat sij Comparanten, den eenen den anderen om eenige andere scheijdinghe, off deylinge der voorschr. goederen sullen versoecken off moeyelyck vallen off gedogen dat sulx gedaen sal worden in regt ofte daer buyten, verclaerende sij comparanten op iders aenbedeylde mits desen te renuntieeren ende volcomen afstandt te doen, mitsgaders op alle Brieven, munimenten en instrumenten tot iders aenbedeijlde gehoorende, alles onder verbant van haer comparantens wedersijtse persoonen en goederen present en toecomende, op heden binnen BAECKEL desen sestienden Februarij 17C ende twaelff ter presentie van TOMAS SWINCKELS, ende CORSTIAEN MANDERS, Schepenen.
Dit ist X Merck van JOOST JAN MARTENS verclarende niet te connen schrijven.
JAN WELTEN.
Dit ist X Merck van GIJSBERT JAN MARTENS verclarende niet te connen schrijven.
JAN WILBERTS van SCHEPSTAL
THOMAS SWIJNCKELS
CARSTIAN MANDERS Schepenen
Mij present
L. de CORT, 1712.

Bron als boven. Folio 8 verso.
d.d. 24-02-1712.

Wij JAN EYSBOUTS, DRIES DRIESSEN, PETER CLUYTMANS, HERMEN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dinghbancke van BAECKEL en MILHEESE, doen conde certificerende ende verclarende bij desen op Eede int aenvangen onses ampts gedaen ter requisitie van d’Heer ende Mr. THEODORUS FRANCISCUS SCHEVAERTS, Juffr. ANNA MARIA ……….., Wed. LOVENS ende JAN JOOST COCX, als eygenaers ende besitters van eenige clampen tienden tot STIPHOUT, dat de tienden van BAECKEL sijn bestaende in drie Clampen ( uijtgezondert GROTEL, SCHIPSTAL, ESP en BROUWHUIJS ) welcke drie clampen jaerlycx werden geheven, deene bij den Abt van EGTERNAKEL nu vermits den oorlogh in Confiscatie bij Haer Ed. Mo. den Raed van Staete aengeslagen, dander aenden Heere Commandeur van GEMERT, ende den derden Clamp des drie voorschr. tienden aen d’Heer LAMBERT PERUETVIN Schepen der Stadt S’HERTOGENBOSCH, dat deselve drie clampen tienden jaerlycx met den anderen sijn rijdende, sulx dat ideren clamp alle jaren in eenen besonderen hoeck van’t Dorp werden geheven, dat oock de tienden van d’Heer per PERUETVIN ( voor soo veel onse kennisse is aengaende ) noyt is aengesproocken veel minder gecontribueert heeft tot de onderhoudinghe en reparatie van de Kerck of Choor van BAECKEL ofte tot het vergieten vande groote off cleyne clock, maer dat den buijck vande Kerck met sijne affhangen uijt de incomsten van de tiende vanden Abt van EGTERNAKEL, is gerepareert geworden, en welcken clamp tot het vergieten vande groote clock mede is gehouden in die clampen vanden Heere Commandeur tot reparatie van’t Choor der Kercke en tot het vergieten vande cleyne Clock, maer niet dien voorgenoemden clamp van d’Heer PERUETVIN als wesende een wereltlycke tiende.
Redenen van welwetentheyt allegerende, dat den buyck der Kercke met d’affhangen uyt de voorschreven tiende vanden Abt van EGTERNAECKEL gerepareert en onderhouden is geworden. En dat ’t voorschreven choor door den Heere Commandeur oock onderhouden is geworden ende want het redelyck is der waerheyt getuygenisse te geven in regtvaerdige saecke daer toe versogt sijnde als dese, soo hebben wij dese onse attestatie niet connen ofte willen weygeren.
Toirconde de Prothocollaire minute op heden den vier en twintighsten dagh February 17C ende twaelff.
JAN IJSBOUTS
DRIES DRIESSEN
PETER CLUIJTMANS
HERMEN PETERS
KORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 9 verso.
d.d. 25-02-1712.

Wij AAERT PETER STERCKEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAECKEL en MILHEESE Quartier van PEELANT Meijerie van S’HERTOGENBOSCH certificeeren ende verclaeren bij desen dat de respective erffgenaemen van JASPERS LAMBERTS van den BERGH ten lasten van dese gemeente sijn hebbende twee capitaelen, deene van elff hondert guldens en danderen van negen hondert guldens in welke negen hondert guldens aen GERIT JANSSE van den BERGH gecompeteert soude hebben soo ons wort op gegeven eene somme van drie hondert en twee en twintigh guldens, waer van ’t Regt der collaterale Successie aen den Landen, vermits ’t overlijden van voorschr. GERIT JANSSE van den BERGH betaelt moet worden buijte welke voorschr. Renten ofte capitalen ons wetens bij den overledenen cum suis geen andere ten laste van dese gemeente sijn staende.
Actum BAECKEL den vijf en twintighsten Februarij Seven tien hondert ende twaelff.
AERT PETER STERCKEN
CORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 10 recto.
d.d. 26-02-1712.

Wij JAN YSBOUTS, DRIES DRIESSEN, PETER CLUYTMANS, HERMEN PETERS, THOMAS SWINCKELS, CORST MANDERS ende AERT PETER STERCKEN, Schepenen, d’Heer DANIEL MACCALLA, Drost van STIPHOUT, JOCHEM PETERS, DIRCK AERTS de WITH, JAN TONIS de SMIT, CLAES HERMENS, HENDRICK SCHEIJ, JAN WILLEMS de WITH, MICHIEL van der BIJL, BASTIAEN HUYBERTS, JAN ARIEN WERTS HENDRICK van GROOTEL, JAN van GROOTEL, WILLEM BIEMANS, BASTIAEN HERMENS, JAN DIERDONCX, JAN CUYPERS, PETER vande ZANDE, JAN AERTS de VETH, JAN JOOSTEN, TONIJ GOORTS, PETER CUIJPERS, JAN PETER TYSSEN, JAN JOOSTEN, ingesetenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL en MILHEEZE, doen conde certificerende ende verclaerende bij desen te constitueeren ende volmagtigh te maecken gelijck wij doen bij desen. HERMEN PETERS Schepen ende PETER D’CORT Secretaris, d’Heer MACCALLA, ende HENDRICK van GROOTEL, te samen en ider int besonder om haer te begeven binnen de Stadt S’HERTOGENBOSCH, en aldaer met d’Heer HERMEN CREMERS wegens de verpondingh beginnende met den jaere 1700 te liquideren als mede met d’Hr. van STRIJP wegens de gemeene middelen en andere ontfangers, de gedaene Liquidatien op te nemen, sluyten en teijckenen, surchiantie van betalingh te versoecken, en ingeval dat het selve van geen nut conde wesen, requisitie dien aengaende aenden Raedt van Staete te presenteeren, en aldaer surchiantie te versoecken, en werden de voorschr. geconstitueerdens verders gevolmagtight om ter saecke voorschr. generalijck off specialijck te doen ende handelen als off wij Constituanten present sijnde soude comen off vermogen te doen alwaer’t soo dat hier toe naeder procuratis dan dese wierd gerequireert houdende deselven indien gevall voor geinferreert bijde vooschreven geconstitueerdens sal werden gedaen en verrigt, alles onder verbant en Renuntiaties als van Regten.
Actum BAECKEL desen sessentwintighsten dagh February 17C en twaelff.
JAN YSBOUTS
DRIES DRIESSEN
HERMEN PETERS
PETER CLUIJTMANS
TOMAS SWIJNCKELS
KORSTIAN MANDERS
AERT PETERS STERCKEN
MACCALLA de JONGE 1712
Dit ist X Merck van JOCHEM PETERS
DERCK AERTS
Dit ist merck van JAN TONIS de SMIT X
JAN WILLEM de WIDT
HENDRIK SCHEIJ
COLAAS HERMENS
MICHIEL van der BIJEL
Dit Merck X stelt BASTIAEN HUIJBERTS
JAN ARIEN WERTS X stelt dit merck
Dit X is Merck van JAN van GROOTEL
HENDRICK PETERS van GROOTEL
WILLEM BIEMANS
BASTIAEN HERMENS
JAN DIERDONCH
Dit X ist Merck van JAN CUYPERS
Dit ist X Merck van JAN PETER TYSSEN
PETER vanden ZANDE
JAN AERTS de VET
JAN JOOSTEN
ANTHONI GOORTS

Bron als boven. Folio 11 verso.
d.d. 26-02-1712.

BASTIAEN HUYBERTS inwoonder alhier verclaert wel en wettelijck te cedeeren, te transporteeren en erffelyck over te geven gelijck hij doet bij desen aen ende ten behoeve van JAN ARIEN VRENS, soodanige geregte helligte van huijs en aengelegen teullant als aen hem soo bij versterff als bij vercrygh van sijn suster en broeder gelegen alhier tot BAECKEL, waer van dander helligte aen voorschreven JAN ARIEN VRENS competeerende is, is aengecomen, bestaende in een halff huijs en d’helft van vijff Loop: teullants, off soo groot ende cleyn ’t selve alhier tot BAECKEL ter plaetse geleegen aenden BENTHEM is gelegen, en dat voor de lasten en schulden waer meede ’t voorschreven goet is belast ende beswaert, ende daer en boven eene som van eenendertigh gulden welcke penningen den voorschreven BASTIAEN HUIJBERTS bekent ontfangen en genoten te hebben, en heeft hij transporteert opt geen voorschr. helmelinge verteegen in maniere in dien gewoonelijck sijnde gelovende ’t geene voorschreven voor goet en van waerden te sullen houden en doen houden in allen …….. off aental daer op wesende of naermaels comende aff te doen geheelijck onder verbant en Renuntiatie als nae Regten, getuygen hier JAN YSBOUTS en DRIES DRIESSEN Schepenen van BAECKEL op heden den sessentwintighsten dagh Februarij 17C ende twaelff.
JAN YSBOUTS
DRIES DRIESSEN.
De coop is soo partijen verclaeren f. 31- 0- 0
Lasten in capitael voor ½ is f. 50- 0- 0
f. 81- 0- 0
40e penning dat van f. 2- 0- 8
10 verhoog f. 0- 4- 2
f. 2- 4-10

Bron als boven. Folio 12 verso.
d.d. 09-03-1712.

Op heden den negende Meert Seventien hondert en twaelff soo hebben wij ondergeschreven Schepenen van BAECKEL en MILHEESE ter Requisitie van MARIJ Wed. JAN HENDRICX ons vervoegt ten huijse van de voorschr. Wed. JAN HENDRICX den welcken wij bevonden hebben sieck te bedde leeggende geheel debiel en Cranck dog al noog haer volle verstant ende memerie wel maghtich gelijck ons ondergeschreven bij ’t passeren van dese acte ofte maecsel distinctelijck is geblecken en verclaerde de voornoemde Wed. JAN HENDRICX bij desen haeren uijtterijcke wille te begeeren, dat THONIS JAN HENDRICX haeren soon naer haere doot uyt haer sterffhuys van de gereede goederen sal genieten de somme van een hondert guldens: ende oock soos al KATHRIEN JAN HENDRICX haere dochter ook genieten naer haer doot de somme van een hondert en tien guldens en welke somme de voornoemde haere kinderen sullen genieten voor haer getrouwe dienst uyt en welke maecsel ofte contract deses sal gehouden werden voor goet ende van waerden alles sonder argh ofte listen.
Aldus gepasseert ende gedaen ten woonhuyse van de voorschr. Wed. JAN HENDRICX alhier tot BAECKEL datum ut Supra.
Dit Merck X stelt MARIJ Wed. JAN HENDRICX verclaerende niet te konnen te schriven.
AERT PETER STERCKEN
HERMEN PETERS
CORSTIAEN MANDERS
Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 13 recto.
d.d. 15-03-1712.

Compareerde voor JAN YSBOUTS President en CORSTIAEN MANDERS Schepen deses Dorps en Dingbanke van BAAKEL en MILHEESE MATTIJS MATTIJS MANDERS ingesetene alhier ter eener ende CLAES HERMENS mede ingesetene alhier ter ander sijde de welcken verclaeren bij den anderen te hebben aengegaen ende gemaeckt dit navolgende Contract in voege en maniere hier naevolgende, namentlijck dat hij CLAES HERMENS den tweeden comparant sal bewoonen en gebruijcken het huijs met den hooff, tuel en wey landens als den voors. MATTIJS MANDERS ingebruijck is hebbende ende dat in soodanige groote ende maten als ’t selve bij den voorschr. MATTIJS MANDERS teegenwoordigh wort gebruijckt des soo sal den voorschr. MATTIJS MANDERS eersten comparant in teegendeel ingebruijck en bewooninge hebben seeckeren huysinge en Landerijen als den voorschr. tweeden comparant van den Hoog Edele Heere WILLEM ARNOLT van BROECHOVEN in paghtingh is hebbende.
Ende is verders geconditioneert dat het voors. aenveerden Reluproquelijck over ende weder over sal geschieden den hooff te halff Meert de huijsinge en groes te Pincxteren avont en ’t lant ooghst bloot aen de stoppelen alles in desen jaere seventien hondert en twaelff en in cas van opsegginge naer verloop van twee jaeren te moeten verlaeten in voegen voorschr. in het jaer seventien hondert en veertien ende in cas van opsegginge dat het den eene den anderen sal sijn opgeseijt ende dat alle lasten die ten lasten van den huerling ofte gebruijcker volgens Resolutie van den Landen sullen worden aengeslaegen bij de paghters voor soo veel der sijn gebruijckt is aengaende sal werden gedraegen ende betaelt als mede dat den tweede Comparant voor den eerste Comparant aen den Heere van BROECHOVEN voor equivalent sal betaelen soodanige huer ofte paght bij equivalent als hij eerste Comparant als huerder daer aen verschuldight soude worden ende daer en boven gelooft hij CLAES HERMENS ten Regarde van de beterschap gedurende dese Reliproquolijcke Contraventie ofte contract te sullen uytkeeren een somme van vijf en twinticgh gulden jaerlijcx, waer van ’t eerste jaer sal verschenen Lichtemisse seventien hondert en veertien ende soo voorts van jaere tot jaere dese Reluproquelijcke Conventie geduerende.
Alle welcken poincten ende articulen partien Comparanten …………. Over ende wederover accepterende sijn ende gelooven parteen Comparanten dat sij ider de Huijsinge die sij sullen bij wisselinge comen te gebruijcken ider soodanigh sullen gebruijcken ende onderhouden in daeck, wanden en glas als sulcx bij ider over ende wederover de selve huijsinge sullen werden aengevert gelijck de selve teegenwoordigh sijn sullen moeten werden onderhouden ende gelooven partijen Comparanten ……… over ende wederover d’eene ten behoeve des anders aen alle de voorschr. poincten conditiën ende articulen stede ende vastigheyt alles onder verbant van haer wederseytse persoonen en goederen present ende toecomende mitsgaders onder Renuntiatie alles naer Rechten Toirconde onderteeckent binnen BAAKEL den vijftiende Meert seventien hondert en twaelff.
MATTIJS MANDERS
CLAES HERMENS
JAN IJSBOUTS
KORST MANDERS
Mij present
L. de CORT, Secretaris 1712.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1700, folio 162 - 163.
d.d. 19-03-1712.

Alsoo compareerde voor de Notaris PIETER de CORT ende seeckere getuygen tot HELMONT, JAN en PETER Soonen van WILBERT van SCHEPSTAL woonende tot BAECKEL, ANTHONY Soone van WILBERT voorschreven woonende tot LIEROP, THOMAS AERT SWINCKELS insge­lijcx woonende tot BAECKEL, en THIJS PETER SWINCKELS woonende onder de Heerlijckheyt en Jurisdictie van HELMONT, die welcken verclaerden ider een voor al en elck als schuldenaer princi­pael haer te verbinden voor de voldoeninge van soodanige huer oft pachtpenningen als WILBERT van SCHEPSTAL hennen respective vader en swager vader woonende tot BAECKEL aen d'Heer LAMBER­TUS van PAIN ET VIN Onfanger der Conincx beede woonende binnen de Stadt S'HERTOGENBOSCH schuldigh ende ten achteren is. Geloovende zij comparanten verders dat ofte 't gebeurde dat hennen voorschreven vader en swager vader WILBERT van SCHEP­STAL met d'Heer PAIN ET VIN voorschreven over en ter saecke van Hoeffpacht eenigh nader contract nae dato dier quame aen te gaan. Soo verclaerde zij comparanten onder verbant als boven hen fort en sterck te maken, mitsgaders voor de voldoe­ninge van soodanige huerpenningen als bij hennen voorschre­ven vader en swager vader gelooft mochte wesen, haer bij dien ider een voor al en elck als schuldenaer principael te verbinden voor de voldoeninge en betalinge der selve huer oft pachtpen­ningen, als dan te geloven met die verseeckeringe dat bij die comparanten 't selve van soodanige macht sal werden gehouden als ofte zij comparanten ider in persoon die selve conditiee oft conditien hadde gemaeckt, aengegaen en getekent. Gelooven­de verders op verbant voorschreven daer tegen niet te doen oft laten geschieden, als mede tegen de voldoeninge van die huer off pachtpenningen. Soo voorschreven alrede vervallen ofte vervallen renuntierende van alle exceptien als op allert geene die comparanten eenighsints tot wederhoudinge en voldoeninge der vervallene off te vervallen huerpenningen. Soo voorschre­ven te baete zoude comen oft mogen comen. Onderwerpende zij comparanten haer onder de vrijwillige condemnatie van Heeren Schepenen der Stadt S'BOSCH, en allen andere regteren eenige indicature hebbende. Constituerende daer toe de twee eerste Procureus van den Gereghte. Daer die ten eynde van condemnatie vertoont sal werden. D'eene om die condemnatie te versoecken, en den anderen om daer inne te consenteren, als ende om die acte ten allen tijde voor die voorschreven gereghte te doen en laeten vernieuwen en realiseren. Constituerende mede daer toe de twee eerste Procureurs alles onder verbant als boven geloovende die gelijck in acte voor PIETER de CORT als Open­baer Notaris en seeckere getuyge tot HELMONT gepasseert breder en staet begrepen wesende de dato den 12e Maert 1707. Soo zijn gestaen voor Schepenen onderschreven Heeren SIMON de RAS en JACOB VERSTEN beyde d'eerste Procureurs gebruyckende de machte hen bij de voorschreven acte gegeven en verleent hebben 't geene voorschreven alhier vernieuwt enden gerealiseert sulcx doende mits desen. . Datum den negen­tiende Maert seventien hondert twaalf.
ISAACQ VERSTER
(Onleesbaar)
Mij Present QUIR CROLLIUS.

Notaris van Rijp te Helmond, inv.nr. 32, akte 80.
d.d. 31-03-1712.

Inventaris van de Erffhaeffelijcke meubilaire goederen ende Huysraedt bevonden op het aengeven van FRANCIS GERRIT WELTEN in de huysinge van LYSKEN AERTS eerst Weduwe van JAN HENDRICX en tegenwoordig weduwe van WILBERT JAN BANCKERS gemaeckt ten versoecke van THOMAS JANSSEN HOBERGEN ende JAN JAN TEUNIS woonende onder BAKEL beyde comen van Vaders en Moeders seyde en sulcx bloetvoogden over de vijff minderjarige kinderen van GOORT JANSSEN HOBERGEN verweckt bij JENNEKEN WILBERS sijne huysvrouwe.
WILLEM JANSSEN van MOORSEL en WILLEM VERBERNE als soone van ANTHONIS VERBERNE wesende de naeste vrienden en descendenten (= nakomelingen) van de voors: LYSKEN AERTS.
Enzovoorts (inventaris).
31 Maart 1712.

Notaris Dirck Deckers te Helmond, inv.nr. 22, akte nr. 6.
d.d. 02-04-1712.

Op huyden den tweeden April XVIIc enden twaelf, compareerde voor mij DIRCK DECKERS openbaer notaris bij den Ed.Rade van BRABANDT in s'GRAVENHAGE geadmitteert, binnen dese stadt HELMONDT resideerende, ter instantie van de ondergenoemde getuigen, Den Hoogh Ed.geb.Heere PHILIPS FRANCOIS BARON LE COCQ, Heere van AERLEBEECK etc. dewelcke verclaerde verpagt te hebben aen AERT VERHEYEN dewelcke verclaerde gepacht te hebben, seecker sijn Hoogh.Ed. Hoeve staande ende gelegen op 't BROUWHUIS onder BAECKEL met alle afpendentien en dependen­tien van dien soodanigh als deselve jegenwoordigh bij den pagter bewoont, en gebruyckt werdt, ende dat voor den termijn van vier jaren, met twee te mogen scheyden wie het van beyde partijen gelieven sal, mits seggende malcanderen inde Kersda­gen goet tijt op, aenvanck genomen hebbende den Hof te half Mert met het hooylant, ende sullende aenvack nemen de huysinge ende koyweyde op Pincxteren, ende het teullandt 't oogst met de halve schaer deses jaers XVIIc ende twaelf, ende soo wederom te verlaeten soo als hij paghter sal hebben aengewent, voor welck paghtinge, ende huer hij paghter alle jaer aenden Hoogh Ed.Heer verpaghter heeft belooft te leveren binnen HELMONDT hondert en vijftigh vaten rogge goet en welgehavent koornmaet van HELMONDT, waer van den ersten verschijndagh wesen, ende vallen sal Lichtmisse (= 2 Februari) XVIIc ende dartien, off agt dagen daer voor ofte naer HELMONDT ofte wel naer paghte betaelen, Daerbovens soo sal hij paghter gehouden sijn tot sijnen laste te betaelen allen overcomende dorpslas­ten egeen uytgescheyden ten waer datter eenige bij de Hoogh. o­verigheyt wierden op den Eygenaer gestelt die sal den Heere verpagter goet doen, soo als aen ander ingesetenen sal werden gedaen, Den paghter sal oock tot sijnen lasten moeten onder­houden in lastelijcke reparatien allen de huysinge niet uytges­ondert, als mede alle matrialen die daer toe van nooden sijn mede tot sijn pachters laste te coopen, ende bij te haelen als mede alle arbeyders cost en dranck te geven, uytgesondert ijserwerck, ende bij aldien eenigh grof hout van noode was tot het repareren, soo sal hij pachter dat moeten affhouden ende bij de 't werck brengen, Item sal den pagter moeten sorge dragen dat de huysinge, 't sij door sijn vuer oft qualijck toesien niet aen brant geraeckt te comen, oft ander­sints soo sal den paghter gehouden sijn alle geleden schade den Heere verpaghter goet te doen, ter estimatie van lieden des ver­staande, oft wel wederom in staet brengen soo als't te vooren is geweest. Den paghter sal oock gehouden sijn 'tonder­houden alle gebuerlijcke reghten soo als van outs ende reghts­wegen daer toe staende.
Den pagter en sal bij sijn vertreck geen aertaghtigh mist van den gront verbrengen nogh op geen driessen oft kanten mogen vlaggen nog omdoen nogh onder geen hout vlaggen om alsoo het hout niet te beschadigen, beloevende den voorschr. paghter, ende met hem JAN GOORTS woonende tot LIEROP op haer persoonen ende al haer goederen te samen, ende ider in solidium als schuldenaeren principael dese conditie in alle haer deelen te sullen voldoen, en naercomen, ende tot meerder verseeckeringe deses soo heeft den voorn. pagter ende JAN GOORTS sijn borg geconsenteert van nu voor als dan om inde voldoenigen deser voorwaarde bij alle regten ende reghteren en specialijck bij Heeren Schepenen deser Stadt HELMONDT na gedaen ingebodt, vrijwillighlijck te werden gecondemneert, sonder in oppositie te mogen werden ontfangen ten sij dat namptisatie voorgaet, mits dat den Hoogh.Ed.Heere verpagter den pagter de goederen sijnen tijt minnelijck sal doen en laten gebruyckt.
Aldus gedaen binnen dese voorschr. stadt HELMONDT ter presen­tie van Sir JOHANNES PORTERS schepen, ende ANTONY van der ASDONCK molder alhier als getuygen ten desen versoght.

Notaris DIRCK DECKERS te Helmond, inv.nr. 22, akte nr. 7.
d.d. 02-04-1712.

Op huyden den tweeden April XVIIc en twaelf compareerde voor mij DIRCK DECKERS openbaer notaris bij den Ed: Rade van BRABANDT in s'GRAVENHAGE geadmitteert binnen dese stadt HELMONDT residerende, ter presentie van de ondergenoemde getuygen, Den Hoogh. Ed: geboren Heere PHILIPS FRANCOIS BARON LE COCQ, Heere van ALEBEECK etc. denwelcke verclaerde verpagt, ende MARIA JANSEN van BAECKEL dewelcke verclaerde gepaght, ende gehuert te hebben seecker sijn Hoogh Ed: Hoeve gelegen onder BAECKEL ter plaetse genampt op't BROUWHUIS iegenwoordigh bij de pagters bewoont en gebruyckt wesende, met alle appen­dentien, en dependentien van dien, soo groot ende cleyn als deselve aldaer gelegen is, ende dat voor den tijt van vier jaeren, dogh met twee jaeren op te mogen seggen wien dat het van de conractan­ten gelieven sal, welcke opzeggingen sal moeten geschieden een half jaer voor het expireren van de eerste twee jaeren, sijnde ingegaan ten reguarde van den Hoff, ende hoylanden te half Meert ende sullende ingaen ten reguarde van de Huysinge te Pincxteren, ende ter regeuarde van de Teullanden te oogst bloot aende stoppelen deses jaers XVIIc ende twaelft respecti­ve, de pachters beloven aen den Hoog Ed:geb. Heer verpagter jaerlijcx aen paght te leveren hondert ende tien vaten rogge HELMONTSE maeten binnen HELMONT aght dagen voor, off naer Lichtmis, off wel volgens de pegge te betaelen in gelde te Korsmis ende believen van den Hoog Ed. Heer verpagter. De pagters nemen tot haeren laste alle Dorps­settingen, ende lasten te betaelen sonder eenige cortinge, ende ingevalle eenige extraordinaire lasten wierden omgeslagen sal gelast worden bij den Heer Eygenaer, of soo als de Heren van den Lande, off de Heren Regenten sullen verstaen.
Dee paghters nemen tot haren laste alle de reparatien te doen aande voors.: huysinge ende schuren tot haren coste, als inde alle leverantiën die daer toe souden mogen werden verwijst, uytgesondert ijserwerck, ende soo daer eenigh groff hout verwijst wierdt sal den Heer Eygenaer leveren, dogh tot coste van de paghters te laten hacken, ende gereet maecken.
De paghters sullen goede sorge dragen dat door haers ofte haer huysgesins onvoorsightigheyt geen brandt ontstaen, mede is ten dese wxpres geconditioneert dat ingeval de paghters niet prompt voldoen dese cedulle soo van achterstaende, ende noch te vervallene pachten, als mede Dorpslasten ende dat indie gevalle den Hoogh Ed: Heer verpagter alle jaer te Pincxteren den voors. Hoeve, Landerijen etc. sal mogen aenverden, ende daer mede te sullen mogen doen sijn Hoogh Edeles believen sonder enigh tegenseggen.
Ende aengaende wegen, stegen, waterlaeten, off desgelijcx sullen de paghters behoorlijck maecken slighten, ende diepen, ende ingeval van calangie, dat deselve sullen sijn tot laste van de paghters, tot voldoeninge, ende naercominge vant gene voorschr. verbinden de respectieve comparanten haere persoon­en, ende goederen, ende de pachters hare persoonen en goederen hebbende, ende vercrijgende te samen, ende ider in solidum, deselve subjecten, ende alle Reghten, ende Reghteren, ende specialijck Heren Schepenen deser voorn. Stadt HELMONDT, consenterende omme bij deselve, na gedaene ingeboot, inden inhoude deses vrijwillighlijck te werden gecondemneert, sonder in opposite te mogen werden ontfangen ten sij dat namptisatie voorgoet.
Aldus gedaen, ende gepasseert binnen dese voors: Stadt HEL­MONDT ter presentie van Srs: JOHANNES PORTERS Schepen, ende ANTONY van der ASDONCK Molder alhier als getuygen ten desen versogt.
ANTONIUS JANSSEN van BAECKEL ( kan niet schrijven )
JAN JAN van BAKEL
MARIA JANSSEN van BAECKEL,,
JOHANNES PORTERS
ANTONIUS van der ASDONCK
Mij Present
D:DECKERS Nots Publ. 1712.

Notaris PIETER DE CORTE te Helmond, inv.nr. 25, folio 68.
d.d. 09-04-1712.

ANTONY WILBERTS van SCHIPSTAL inwooner tot LIEROP, TOMAS SWINCKELS als man en momboir van HEDRICUS WILBERTS van SCHIP­STAL tot BAECKEL en in naam van de kinderen en erffgenaemen van ( GHELTES ?) WILBERT van SCHIPSTAL.
Pachtcontract van een hoeve te VLIERDEN.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE.

Folio 15 recto.
d.d. 09-04-1712.

GERRIT WILBERTS inwoonder tot VLIERDEN, ANTONIJ WILBERTS inwoonder tot LIEROP, GERITIE WILBERTS Wed. van JAN JOOST MANDERS inwoondersche tot BAECKEL geassisteert met den momboir bij den Rigter naer gewoonte gegeven, JAN en PETER WILBERTS mitsgaders TOMAS SWINCKELS als man en momboir van HENDRINA WILBERTS en BASTIAEN MANDERS als man en momboir van CATALIJN WILBERTS inwoonderen tot BAECKEL, mitsgaders MATTIJS SWINCKELS man en momboir van ANNEKE WILBERTS inwoonder tot HELMONT alle kinderen ende erffgenaemen van WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL in sijn leven inwoonder tot BAECKEL verclaren wettelijck te hebben vercogt, gecedeert ende overgegeven gelijck sij vercoopen, cederen en overgeven bij desen aen ende ten behoeve van PETER soone ANTONIJ JANSSEN inwoonder tot BAECKEL seeker huijs, schuer, schob, hoff en aengelagh groot ontrent de …… Loop:.
Item alnogh soodanigen teull hoey en weylant als aende voorschr. huijsinge is gehoorende gestaen en gelegen alhier tot BAECKEL aende STRAET soo en gelijck allent selve bij WILLEM de WIT wert gebruijckt in pagtinghe wert beseten egeen van deselve Landerijen die aent voorschreven goet gehoorende sijn gereserveert, los ende vrij behoudelijck hier uyt te vergelden aen ’t Clooster tot EIJNDHOVEN seven cop roggen betaelt werdende met eenentwintigh stuyvers jaerlijcx.
Item aen den Armen van HELMONT seven duijten pagt jaerlijcx, mitsgaders sLants en Dorps Lasten, stegen en wegen en waterloopen voor soo veel als regt en sal den cooper alnoch moeten betalen en in sijnen laste nemen soodanige pagten chijnssen als renten als uijt de voorschreven goederen bevonden mogten sijn te gaen en hebben de voornoemde Transportanten op’t gene voorschreven helmelingen vertegen mitsgaders op alle brieven en bescheden daer van eenigsints mentionerende gerenuntieert alles bij den cooper aen te veerden de huijsinge ende hoff te Pincxteren, de Landereijen t’oogst bloot aende stoppelen ende de weijen de Pincxteren alles inden jaere van 17C ende dertien. Geloovende sij Transportanten dit cederen Transporteren en erffelijck over geven altijt voor goet en van waerden te sullen houden, en doen houden en allen ……. En aentael waer mede ’t voorschreven goet int beswaert mogte sijn, offte doen geheelijcken alles onder verbant van hare resp. Transportanten hare persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende ider een voor al en elck als principael, getuijgen hier over CORSTIAEN MANDERS ende PEETER REIJNDERS Schepenen van BAECKEL op heden binnen BAECKEL desen negende dagh April 17C en twaelff.
De coop is soo partijen verclaeren f. 300: 0: 0
Uijtgaende pagten in capitael f. 27: 0: 0
327: 0: 0
40e penning daer van f. 8: 3: 8
10 verhoog f. 0:16: 8
f. 9: 0: 0
CORSTIAEN MANDERS
PETER REIJNDERS
Mij present
L. de CORT, Secretaris. 1712.

Bron als boven. Folio 16 recto.
d.d. 11-04-1712.

MICHIEL ARIAENS inwoonder der Stadt HELMONT verclaert wel en wettelijck te hebben vercogt, gecedeert, getransporteert en erffelijck over gegeven gelijck hij doet bij desen aen JAN HENDRICX DIERDONCX seeckere Landerijen genaemt DEN GRESFVE ACKER d’eener sijde geleegen JAN HENDRICK DIERDONCX d’andere sijde den gemeenen wegh, alnogh een seecker stuc klant genaemt DEN HELM geleegen de eener sijden de effgenaemen TIJS WILLEM MANDERS d’andere sijde den armen van HELMONT, mitsgaders een stuc klant genaemt DEN KRUIJTHOOFF gelegen neffens de erffenisse d’eene sijde de erffgenaemen de Wed. JAN MARTENS als oock een stuck lant genaemt ’T CLOOTJE gelegen d’eener sijde de Gemeene BEECK d’ander sijde JAN WILLEMS. Alnogh een vierde part van een syle hoylant genaemt DE BUNDERS neffens de erffenisse JAN BANCKERS en AERT PETER STERCKEN alle gelegen alhier tot BAAKEL groot te samen ontrent de vier Loop: en seven Roeyen off soo groot en cleijn als het selve ter plaetse aen ’t OVERSCHOOT gelegen is, ’t soo en gelijck allen ’t selve bij den voorschr. JAN HENDRICK DIERDONCX wert gebruijckt en in pachtinghe wert besteet, los en vrij behoudelijck hier uijt te vergelden aen ’t Clooster tot EIJNDHOVEN een ende een halff vat rogge betaelt werdende met achtien stuyvers jaerlijcx, mitsgaders den Chijns van den gronde met regt daer uijtgaende s’Lants verpondinge en Dorps lasten, steegen ende wegen als van outs daer toe gehoorende. Geloovende hij transportant dit cederen, transporteren en erffelijck overgeven altijt voor goet ende van waarden te sullen houden en doen houden met garantschappe in forma onder verbant als naer Regten getuijgen hier over PEETER REIJNDERS en CORSTIAEN MANDERS Schepenen binnen BAAKEL desen elffden April seventien hondert en twaelff.
De coop is soo partijen verclaeren f. 10- 0- 0
Uijtgaende pagten in capitael f. 22-10- 0
f. 32-10- 0
40e penning daer van f. 0-16- 8
10 verhoog f. 0- 1-12
f. 0-18- 9
PETER REIJNDERS
CORSTIAEN MANDERS
L. de CORT. 1712.

Bron als boven. Folio 17 recto.
d.d. 26-04-1712.

Wij JAN YSBOUTS President, DRIES DRIESSEN, AERT PETERS, TOMAS SWINCKELS en HERMEN PETERS Schepenen des Dorps en Dinghbancke van BAECKEL Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificeerende ende verclaerende bij desen, dat voor ons in persoonen sijn gestaen en gecompareert, CORSTIAEN MANDERS ende PETER REIJNDER CLUIJTMANS ingesetenen alhier en Borgemeesters van Bamis 1703 tot Bamis 1704, dewelcke met Solemneelen Eede aen handen van den President als gecommiteerde van den Heer Officier affgelegt hebben getuijgt verclaert ende geattesteert gelijck sij doen bij desen, dat sij comparanten als Borgemeesters van BAECKEL ten comptoire van de Conincx beede aenden Heere LAMBERT PANIETVIN Raet en Schepen der Stadt van S’HERTOGENBOSCH hebben betaelt ende voldaen een jaer Conincx beede van BAECKEL van Bamis 1703 tot Bamis 1704, monterende eene somme van ses hondert t’seventig gulden aghtien stuyvers, en waer van aen haer quitantien sijn gelevert die met den algemeenen Brandt van BAECKEL vanden sevenden September 17C en aght onder meer andere papieren sijn comen te verbranden. Redenen van welwetentheyt allegeerende, dat sij deponenten die voorschreven betalinghe aen handen voorschreven persoonelijck hebben gedaen, en de quitantien tot dien eijnde ontfangen en genoten, hebben sij deponenten ’t geene voorschreven bevestigt met de woorden; Soo waerlijck mogt haer Godt Almagtigh helpen. Aldus gedaen en gepasseert binnen BAECKEL desen sessentwintighsten April 17C twaelff.
CORSTIAEN MANDERS
PETER CLUIJTMANS
JAN IJSBOUTS
AERT PETERS STERCKEN
DRIES DRIESSEN
HERMEN PETERS
TOMAS SWIJNCKELS
Mij present
L. de CORT. 1712.

Bron als boven. Folio 18 recto.
d.d. 20-05-1712.

JAN PETER WILLEMS en JAN PETERS inwoonderen des Dorps van BAAKEL verclaeren wel en wettelijck te hebben vercogt, gecedeert, getransporteert en erffelijck overgegeven gelijck sij doen bij desen aen JAN HENDRICK DIERDONCX inwoonder alhier seekere landerijen genaemt HET CAMPKEN gelegen in de gemeijne straet aen ’t OVERSCHOOT groot en cleijn de selve gelegen voorschreven. Alnogh een eeuwselke ofte heijtvelt deerner sijde geleegen de eerffgenaemen JAN MARTENS dandere sijde gelegen de erffenisse JAN WILLEM JAN JOCHEMS groot ontrent een Loop: ende vijf en twintigh Roeyen off soo groot ende cleyn ’t selve alhier tot BAAKEL aen ’t OVERSCHOT gelegen is, soo en gelijck allen ’t selve bij JAN WILLEMS wert gebruijckt en inde pachtinge wort beseten. Los en vrij uijtgenoemen den Chijns van den gronde met regt daer uijtgaende s’Lants verpondinghe en Dorps lasten verteegen en wegen als van outs daer toe gehoorende. Geloovende sij transportanten dit cederen, transporteeren en erffelijck overgeven altijt voor goet en van waerde te sullen houden ende doen houden met guarantschappen in Forma onder verbant als naer Regten. Getuygen hier over PETER REIJNDERS en CORSTIAEN MANDERS SCHEPENEN binnen BAAKEL desen twintigsten Meij seventien hondert en twaelff.
De coop is soo partijen verclaeren f. 30- 0- 0
40e penning f. 0-15- 0
10 verhoog f. 0- 1- 8
f. 0-16- 8
PETER REYNDERS
CORSTIAEN MANDERS
L. de CORT. 1712.

Bron als boven. Folio 19 recto.
d.d. 27-05-1712.

Staat en inventaris van soodanige erffelijke goederen als met de doot ontruijmt ende naergelaeten sijn bij WILLEMIN JANSSEN dogtere van JAN HUIJBERTS en getrouwt geweest aen PETER CUIJPERS inwoonder tot MILHEESE en welke goederen ten erffregte sijn competeerende aen sijne twee kinderen bij de voorschr. overledene naergelaeten en verweckt bij den gemelten PETER CUIJPERS, werdende desen staat en inventaris gemaeckt en opgeregt bij en ter instantie van den voorschr. PETER CUIJPERS om te dienen tot aenwijsinge van de erffelijcke goederen des voorschr. kinderen en sijn met ter doot ontruijmt ende naergelaeten.
Eerstelijck is voort overlijden van de voorschr, WILLEMIN JANSSEN huijsvrouw van PETER CUIJPERS, comen te overlijden haere vader JAN HUIJBERTS en met welke overlijden van den voorschr. JAN HUIJBERTS aen de kinderen ten erffregte is verstorven.
Een geregte sesde part in een huijs en schob en aengelagh soo groes als landerijen te samen groot ontrent de twintigh Loop: gestaen ende gelegen tot MILHEESE.
Item nogh een sijl heydlants gelegen onder HELMONT, mitsgaders alnogh een geregte sevende part in de goederen van HUYBERT JAN WILBERS gelegen aen ’t SOERSEL binnen BAAKEL: dogh staet te weten dat dese goederen soo voor als nogh niet sijn bedeijlt, veel min dat den voors. PETER CUIJPERS wegens sijne kinderen ten dien opsigte iet heeft geprofiteert, dewijl die in tochte werden beseten bij LIJNEKE JACOBS.
Eerstelijck een hoogh car, met Block raederen,
een erdt car met raederen,
ploegh,
een eght, met een yseren voorcopel en haemcklupel,
eenen haem met ijseren hagten,
sael ende ligt,
eenen peerts back,
vier coeibaken,
vier schaps gebinten,
vier coey tuyers met ijsere schakelen,
twee vlegels,
eenen wan,
eene snijbak met een mes,
een koets,
trogh,
twee eijcke kisten,
een schaep,
een taeffel,
hael tangh en vuerijsere,
lenckhael,
een roester,
een botter stant,
eene mulck tob en gaeyertob,
twee mulck tonnen,
twee cuypen,
een goot banck,
eenen copere coyketel,
twee coopere hantketels,
eenen houtere emmer,
eene ijsere moespot,
een pan,
seven houtere eetschotelen,
een houtere breijschotel,
een tinne schotel,
een tinne commeken met vier tinne lepels,
ses aerde breijschotelen,
vier aerde roemteijlen,
een copere seij,
een aerde stoop ende twee aerde kannen,
twee sponrocken met een spinhekel,
een vlaeshekel,
eene spielkoerff met spillen,
twee stroeij=koerffe,
eene stroy loopens koerff,
een korrevat met ijsere banden,
seven stoelen, soo groot als cleijn,
eene hooijreijck,
een laijrieck ende breeckrieck,
schup,
twee roeyel schupen,
een seijse en sight met eene pickhaek,
eenen effer en een bijl,
eenen kruijwagen met een vat en spil,
een coopere lamp,
een heijtsigt,
eene osse uijck met een ysere lemmerd,
een smervat,
een gestript bedd met verren ende twee kussens met verren,
twee linne bedden sonder verren,
drij wollen deekens,
vijf paar slaeplaeckens,
twee peller taeffelaeckens ende drie andere taeffelaeckens,
vier botter sletters,
een botter schottel met eenen lepel,
drie hantweelen,
negen hemden van de vrouw saliger,
acht baeten ende twee mutsen,
eenen seijetbonten nues doeck,
eene witte nues doek,
twee blauw voorschoeten,
een grauwe witte voorschoot,
eene stoffe swarte voorschoot,
een paar wolle coussen,
een wolle Reyleeff met wolle mouwen,
eenen swarte wulle Roeck met een Swart wulle Lijffken,
een stoeffe lijfke,
een tiereteije schort,
Item een halff huijs en halff schuer met tweentwintig Loop. groes en Lant en een halve sille hoijs alle gelegen tot BAKEL en MILHEEZE en vier linne cooren sacken.
Aldus desen staet en inventaris gemaeckt, geformeert en opgestelt op het aengeven van den voorschr. PETER CUIJPERS en sulcx ter presentie van HERMEN PETERS, CORSTIAEN MANDERS en PETER REIJDERTS Schepenen van BAAKEL en verclaerde den voorschr. PETER CUIJPERS in ’t maeken van desen staet en inventaris sigh opregtelijck gedaen te hebben, sonder iets ter quader trouwe te hebben versweegen off van desen staet en inventaris te hebben gelaeten presenterende hij PETER CUIJPERS als desen staet en inventaris wel en deugdelijck sijnde met eede te verificeren, met belofte dat in gevalle eenige goederen hem voor mogten comen, die hier toebehoorde en op desen staet niet waere gestelt dat hij ten allen tijden desen staet en inventaris daer mede sal vermeerderen p’oirconde geteeckent binnen BAAKEL desen seven en twintighsten Meij seventien hondert en twaalff.
PETER KUIJPERS
HERMEN PETERS
PETER REIJNDERS, Schepenen.
CORSTIAEN MANDERS, Loco secretaris.

Bron als boven. Folio 21 recto.
d.d. 02-07-1712.

Wij DRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS, Schepenen des Dorps van BAECKEL en MILHEEZE, doen Conde certificeren en verclaerende bij desen dat voor ons is gestaen en gecompareert, JAN ANTONIS de SMIT ende CLAES HERMENS, Peelmeesters van BAECKEL en MILHEEZEN mitsgaders DANIEL ALEXANDER MACCALLA Vorster en laatstelijck MATTEUS WILLEMS Schutter vanden voorschreven Dorpe van BAECKEL en MILHEESE voors., dewelcke te sammen ter instantie vande Heer JACOB HASEVOET Stadthouder vanden Wel Edele Heere BALTASAER REPELAER Hooftschout des Quartiers van PEELANT, sijn geciteert om der waerheyt getuygenisse te geven hebben getuyght verclaert en geattesteert gelijk sij doen bij desen dat sij deponenten te samen volgens inhouden van’t Ceurboeck en nader contract door de Regenten van BAECKEL, HELMONT en AERLE RIXTEL opden vijffden Julij 1708 aengegaen en gemaeckt haer hebben begeven opden PEEL van BAECKEL en aldaer bevonden dat de knegt vanden Molder van HELMONT met namen GOORT REIJNDER MANDERS met peert en kar van dito Molder opden 30 der maent Junij deses jaers ver boven de teeckenen, tussen was ladende ende dewijl volgens den vijffden Artikel van’t geseijde laetste contract niemant boven DEN PEEL off gesette teeckenen tussen magh steecken op peene van seven gulden tien stuyvers, dat bij gebreck van betalinge peert en car voor de boeten aenspreeckelijck sijn, soo verclaeren de voorschreven respective Peelmeesters, Vorster en Schutter op den Eede int aenvangen haerder officie gedaen, dat dewijl die voorschreven kar vanden Molder van HELMONT met tussen was beladen en achterhaelt sijnde dat deselve tussen op verboden plaetse soo voorschreven was op geladen, deselve peert en car voor die boete van seven gulden tien stuyvers te hebben aen gehouden, en welck door den Vorster gearresteert is geworden, sijnde sij deponent vanden PEEL gecomen tot off aende huijsinge van ANTONIJ van de LAAR, woonende tot MILHEESE, alwaer sij deponenten die voorschr. car en peert bij haer hadden, en naer dat sij deponenten daer een weenigh tijt hadden gerust, soo was daer mede gecomen niett alleen den voorschr. GOORT REIJNDER MANDERS, maar JAN soone WILBERT JANSSE op BIJNDEREN, REIJNIER soone JOOST BERKERS, en WILLEM de knegt van MARCELIS FRANSSEN in de HAEGH alle woon­ende tot HELMONT dewelcke te samen tegens de voorn. deponen­ten, questie tragten te maecken, ja sodanigh dat sij deponen­ten haer in staet van diffentie moste stellen, en onaengesien het arrest van 't voors. peert en car, van dito Molder, als mede 't arrest dat gedaen was op de car en peert van gemelten MARCELIS FRANSSN, dewijl daer op groes tussen geladen was, mede tegens het Ceurboeck gepecceert, soo heeft de gemelten GOORT soone REIJNDER MANDERS met eenen spaeij in de hant, die hij den Schutter uijt de hant ruckte, ende de andere drie met houwelen en houtere op deponenten, die de voors. carren en peerden in arrest sijnde genoomen, bewaerden, toegevallen, en met soodanige gewelt, de voors. twee paerden en carren haer ontweldight, dat de deponenten te samen, genoodtsaeckte waren hulp te roepen, en sonder presentatie van schietgeweer ingeval sij niet retireerden <= terug trokken> om haer lijff te ver­weeren, seijde te sullen schieten, en op welck seggen de voorn. vier persoonen sijn geretireert, en naer dat de deponenten haer volghden en tegens haer geprotesteert van Cragt en gewelt, als boven arrest en met gewelt de voors. gearresteerde peerden en carren weg hebbende genomen, verclaeren sij depo­nenten sonder lijffs gevaer, de voors. carren en peerden niet te hebben konnen houden, en verclaerde de deponenten te samen dat den Vorster alle de voors. geseijde persoonen wegens haer gepleegde gewelt, ontrent de huijsinge van JAN FRANSSEN op nieuws heeft gearresteert, en waer op deselve met voors. spaeij en houter haer wederom in defentie stelden, en alsoo weg gevaren, compareerende mede JAN GOORTS, sijnde van Compe­tente ouderdom, de welcke onder solemneele Eede, aen handen van den gecommitteerde van 't Officie affgelegt, heeft verclaert gelijck doet bij desen, dat hij deponent gesien heeft dat de voors. Peelmeesters, Vorster en Schutter ider geweer in de hant hadden, en dat tegen de selve opstonde, de voors. per­soonen hebbende spaeij, houwelen en houters in de hant, sijnde hij deponent daer op van daer weg gegaen, hebbende oock gesien dat sij met haer vieren sijnde die tegen de Peelmee­sters, Vorster en Schutter hadde opgestaen met het geweer in de hant en met hare peerden en carren sijn weg gevaeren. Ende compareerde alnogh JAN DERICK NELIS mede inwoonder alhier de welcke als voor gedaegt sijnde, verclaert onder solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerde affgelegt, dat hij op den dertigsten Junij voorschr. door den Vorster van MACALLE is versogt tot assistent om die gearresteerde peerden en carren te helpen bewaeren, waer op den deponent verclaert met een schoot gavel in de hant uijt gecomen te sijn, en waer op den gemelten MACCALLA als Vorster gelijck hier voren is getuigt bij Peelmeesters, Vorster en Schutter de voorn. vier persoonen op nieuws arresteerde, wegens 't gwelt bij haer begaen soo seijde de selve sulx niet te willen doen, off naercomen, stellende haer in diffentie hebbende GOORT REIJN­DERS eenen torff spaij in de hant, die tegen den deponent seijde dat hij soude weg gaen, presenterende den voorschr. turffspaeij, als off hij woude slaen, het geen den deponent met sijn gavel heeft affgekeert, hebbende de andere drie persoonen in dese vermelt, in de hant, houter off houwelen en sijn de selve boven arrest met gewelt weg gegaen, en haer karren en peerden mede genomen ende hebben de voorn. twee laetste per­soonen haer getuijge bevestigt met de woorden: soo waerlijck mogt haer Gode Almagtigh helpen aldus gedaen en gepasseert op heden binnen BAKEL desen tweeden Julij 17c en twaelff.
Dit merk X stelt JAN TONIS verclaerde niet te connen schrijven.
Dit merk X stelt CLAES HERMENS.
Dit merk X stelt HERMEN WILLEMS.
Dit ist Ve merk van JAN DIRK NELIS.
Dit merk X stelt JAN GOORTS.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAN MANDERS.
MAKKALLA, 1712.

Bron als boven.
Folio 23 verso.
d.d. 02-07-1712.

Wij DRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS, Schepenen des Dorps en Dingbancken van BAECKEL doen conde certificerende bij desen, dat den thoonder deses JAN ANTONIJ JAN WILBERTS is geboortigh van dese gemeente hebbende ten tijde hij alhier heeft gewoont sigh gedragen gelijck een eerlijck jongman behoort te doen, den welcken ons te kennen heeft gegeven sijnen desolaten en armoedigen staet als meede dewijl hij een lamme hant is hebbende, niet in staet om sijn cost te connen winnen, daeromme genegen is, sijn broodt onder andere quartieren te gaen winnen, versogte onse certificatie om ten allen tijden en plaetse te connen aenthoonen waer hij van daen moghte sijn, versoeckt aen alle Heeren van den selven JAN ANTONIS alhoewel armoedigh voor een eerlijck persoon gelieven te erkennen dewijl ons ter contrarie noijt is gebleecken.
Gegeven binnen BAECKEL den tweeden Julij 17C en twaalff.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAEN MANDERS.

Archieven van: Raad van Brabant, civiele processtukken.
Toegangsnummer 19, inv.nr. 788.3137.

D'Heer Quartierschout REPELAER.

P. VERMEER Procureur.
d.d. 02-07-1712.

Wij DRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS, Schepenen des Dorps BAECKEL en MILHEESE doen conde certificerende en verclaerende bij desen dat voor ons is gestaen en gecompareert JAN ANTONIS de SMIT ende CLAES HERMENS Peelmeesters van BAECKEL en MILHEE­SE, mitsgaders DANIEL ALEXANDER MACALLE Vorster en laetstelijk MATTEUS WILLEMS Schutter vanden voors. Dorpe van BAEKEL en MILHEEZE voorschr. de welcke te samen ter instantie van de Heer JACOB HASEVOET Stadthouder van den Wel Edele Heere BAL­THASAR REPELAER Hooftschout des Quartiers van PEELANTEN, sijn gedicteert om der waerheijt getuijgenisse te geven hebben getuijgt, verclaert en geattesteert gelijck sij doen bij desen, dat sij deponenten te samen volgens inhouden van het Ceurboeck en nader contract door de Regenten van BAECKEL, HELMONT en AERLE RIXTEL,op den vijffden Julij seventien hon­dert en acht aengegaen en gemaeckt, haer hebben begeven op den PEEL van BAECKEL, en aldaer bevonden, dat de knegt van den Molder van HELMONT, met name GOORT REIJNDER MANDERS, met peert en kar van dito Molder op den dertigste der maent Junij deses jaers, ver boven de teeckenen, tussen was ladende, ende dewijl volgens den vijffden art. van 't geseijde laetste contract, niemant boven den PEEL off gesette teeckenen tussen mach steecken op peene van seven gulden tien stuijvers en dat bij gebreck van betalinge peert en car voor de Boeten aenspreecke­lijk sijn, soo verclaeren de voorn. respective Peelmeesters, Vorster, en Schutter op den Eede in 't aenvangen haerder Officie gedaen dat dewijl die voors. car van den Molder van HELMONT met tussen was beladen, en achterhaelt sijnde, dat de selve tussen op verbodenen plaetse, soo voors. was op geladen, de selve peert en car voor die boete van seven gulden tien stuijver te hebben aengehouden, en welck door den Vorster gearresteert is geworden, sijnde sij deponenten van den PEEL­gecomen tot off aen de huijsinge van ANTONIJ van de LAER, woonende tot MILHEESE alwaer sij deponenten die voorschr. car en peert bij haer hadden, en naer dat sij deponenten daer een weenigh tijt hadden gerust, soo was daer mede gecomen niett alleen den voorschr. GOORT REIJNDER MANDERS, maar JAN soone WILBERT JANSSE op BIJNDEREN, REIJNIER soone JOOST BERKERS, en WILLEM de knegt van MARCELIS VRANSSEN in de HAEGH alle woon­ende tot HELMONT dewelcke te samen tegens de voorn. deponen­ten, questie tragten te maecken, ja sodanigh dat sij deponen­ten haer in staet van diffentie moste stellen, en onaengesien het arrest van 't voors. peert en car, van dito Molder, als mede 't arrest dat gedaen was op de car en peert van gemelten MARCELIS FRANSSN, dewijl daer op groes tussen geladen was, mede tegens het Ceurboeck gepecceert, soo heeft de gemelten GOORT soone REIJNDER MANDERS met eenen spaeij in de hant, die hij den Schutter uijt de hant ruckte, ende de andere drie met houwelen en houtere op deponenten, die de voors. carren en peerden in arrest sijnde genoomen, bewaerden toegevallen, en met soodanige gewelt, de voors. twee paerden en carren haer ontweldight, dat de deponenten te samen, genoodtsaeckte waren sulx te roepen, en sonder presentatie van schietgeweer ingeval sij niet retireerden <= terug trokken> om haer lijff te ver­weeren, seijde te sullen schieten, en op welck seggen de voorn. vier persoonen sijn gevititeert naer dat de deponenten haer volghden en tegens haer geprotesteert van Cragte en gewelt, als boven arrest en met gewelt de voors. gearresteerde peerden en carren weg hebbende genomen, verclaeren sij depo­nenten sonder lijffs gevaer, de voors. carren en peerden niet te hebben konnen houden, en verclaerde de deponenten te samen dat den Vorster alle de voors. geseijde persoonen wegens haer gepleegde gewelt, ontrent de huijsinge van JAN FRANSSEN op nieuws heeft gearresteert, en waer op deselve met voors. spaeij en houter haer wederom in defentie stelden, en alsoo weg gevaren, compareerende mede JAN GOORTS, sijnde van Compe­tente ouderdom de welcke onder solemneele Eede, aen handen van den gecommitteerde van 't Officie affgelegt, heeft verclaert gelijck doet bij desen, dat hij deponent gesien heeft dat de voors. Peelmeesters, Vorster en Schutter ider geweer in de hant hadden, en dat tegen de selve opstonde, de voors. per­soonen hebbende spaeij, houwelen en houters in de hant, sijnde hij deponent daer op van daer weg gegaen, hebbende oock gesien dat sij met haer vieren sijnde die tegen de Peelmee­sters, Vorster en Schutter hadde opgestaen met het geweer in de hant en met hare peerden en carren sijn weg gevaeren, ende compareerde alnogh JAN DERICK NELIS mede inwoonder alhier de welcke als voor gedaegt sijnde, verclaert onder solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerde affgelegt, dat hij op den dertigsten Junij voorschr. door den Vorster van MACALLE is versogt tot assistent om die gearresteerde peerden en carren te helpen bewaeren, waer op den deponent verclaert met een schoot gavel in de hant uijt gecomen te sijn, en waer op den gemelten MACCALLA als Vorster en Schutter de voorn. vier persoonen op nieuws arresteerde, wegens 't gwelt bij haer begaen soo seijde de selve sulx niet te willen doen, off naercomen, stellende haer in diffentie hebbende GOORT REIJN­DERS eenen torff spaij in de hant, die tegen den deponent seijde dat hij soude weg gaen, presenterende den voorschr. turffspaeij, als off hij woude slaen het geen den deponent met sijn gavel heeft affgekeert, hebbende de andere drie persoonen in dese vermelt, in de hant, houter off houwelen en sijn de selve boven arrest met gewelt weg gegaen, en haer karren en peerden mede genomen ende hebben de voorn. twee laeste per­soonen haer getuijge bevestigt met de woorden: soo waerlijck mogt haer Gode Almagtigh helpen aldus gedaen en gepasseert op heden binnen BAKEL desen tweeden Julij 17c en twaelff, en is de minute prothocollair door Peelmeesters, Vorster, Schutter en verdere deponenten, beneffens de Schepenen eijgenhandig onderteekent.
Toirconde
de CORT, Secretaris, 1712.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 24 recto.
d.d. 15-07-1712.

Compareerde voor Schepenen van BAECKEL en MILHEESE ondergenoemt JACOB de RAET, inwoonder tot LOON inden Lande van CUIJCK dewelcke verclaert, sigh selven fort en sterck te maeckende voor all exceptien die de ingesetenen van VENROOY als eijgenaers van seekere schapen van die van VENROOY opden 6 Julij 1712 geschut en op dato ondergeschreven vercogt, om dat de selve meer regt van vercopinghe in geval als desen voor den tijt van drie dagen niet int voeder sijn bestelt geworden geloovende op verbant van sijn persoon en goederen waer deselve gelegen sijn alle exceptien die dien aengaende bij de ingesetenen van VENROIJ gemoveert mogte werden cost en schadeloos te sullen aff doen ende mede soo belooft dito JACOB de RAET dat hij deselve schapen aende eijgenaers des begerende binnen den tijt van drie eerstcomende dagen sal laeten lossen mits restituerende sijn uyt geschotene penningen.
Aldus gedaen en belooft met Renuntiatie op alle exceptieen desen contrariërende op heden den XVe Julij 17C ende twaalff.
JACOB de RAEDT.
AERT PETERS STERCKEN.
CORSTIAEN MANDERS.

B.H.I.C. Toegangsnummer 19, Inv.nr. 788.3137. Raad van Brabant.
d.d. 06-09-1712.

Requeste
voor
BALTHASAR REPELAER, hooftschout des Quartiers van PEELANT, Majorie van S-BOSCH
P. VERMEER, Procureur.

Aen den Ed. Rade van BRABANT.
Geeft met Schuldig respect te kennen BALTHASAR REPELAER, hooft­schout des Quartier van PEELANDT, Mayorie van S'BOSCH, dat off wel tot voorcominge voor alle differenten, questien, en feij­telijckheden, hun nopende de Limiten van iders particulieren Peel dickwils op doende op den 5 Julij 1708 tussen de Regenten van HELMONT, BAKEL, en AERLE RIXTEL onder Contract en daer bij onder anderen gestipuleert, dat niemant booven of buijten sijns gemeentes Peel, off boven off Buijten de gesette teecke­nen van dien eenige tussen, off diergelijke Brandt off Stroij­stoff mag steken op poene van seve gulden en thien stuijvers, en dat bij gebreck van betalinge kar en paerdt, waer mede de voors. tussen vervoert worden, daer voor aen­spreekelijck souden sijn: het egter op den 30 Junij joncxtleden is komen te gebeuren, dat GEURT REIJNDER MANDERS, Knegt van den molenaer tot HELMONT, op de kar van den selven molenaar heeft onder­staen ver boven de paalteekenen van HELMONT op den Backelsen Peelgrondt tussen te laden: het welcke door de geswore Peel­meesters van BAECKEL ontdeckt sijnde, hebben sij de voors. karre met tussen aengehouden, en de selve tot Consequeeringe van de voors. Boete door den geswooren Vorster van BAEKEL in arrest doen nemen: als wanneer sij de selve verder willende brengen naer BAEKEL, ende daer mede gekomen sijndt tot MILHE­ZE, om aldaer wat te rusten, soo was daer gekomen den voors. GOORT REIJNDER MANDERS, geassisteert met JAN Soone BERCKERS en WILLEM ...... de knegt van MARCELIS FRANSSEN in DE HAGE, alle wonende onder HELMOND: de welcke vier int getal sijnde questie en crakeel hebben gemoveert tegens de voors twee Peelmeesters en Vorster, en met spaden, houwelen en houtten deselve soo ver gepousseert, dat sij hun niet alleen de karre met tussen van den molenaar tot HELMONDT, maer ook de karre met groes tussen van MARCELIS FRANSSEN, die mede op het Baeckelse opgeladen, en oock gearresteert waren, ontweldigt hebben, dat de gemelde Peelmeesters en Vorster daer op om hulp roepende, tot hun is toegeschoten den geswooren Schutter van BAEKEL, met sijn assistent, dewelke alle te gelijck de voors. geweldenaren met hunne twee karren agtervolgt en agterhaelt hebbende, sijn de selve karren de novo door den Vorster gearresteert geworden: als wanneer de voorn. geweldenaers wederom met sulcken furie op de voors. Bediendens van BAKEL sijn aengevallen, dat sij aen deselve de voors. karren voor de tweede mael uijt het arrest hebben ontweldig: allen het welcke feijtelijkheden sijnde van seer perniceuse <= kwalijke; verderfelijke> gevol­gen waeruijt moorden, en doodtslagen, ja sware oproeren tussen de wedersijtse ingesetenen souden kunnen ontstaan, soo soude de den Suppliant nomine officie op de klagten van die van BAKEL seer gaerne tot Condigne straffen tegens de voors. geweltplegers procederen, dan alsoo hij bedugt is, dat hij sulcx vrugteloos en sonder effect voor het geregt van BAEKEL sal intenteren <= aanklagen>, als het middel tot het funderen der jurisdictie, en het dirigeren der Executie hem met gewelt ontnomen sijnde, en alsoo hij niet alleen bedugt is, maar oock met alle fundament moet vermoeden, dat die van HELMONDT met geen behoorlijck vigeur tegens de voors. gewelddoeners sullen procederen, veelmin het vonnisse van Schepenen van BAEKEL in die saecke te geven met gelijcke vigeur ter executie te stel­len: soo vermeent den Suppliant (onder ootmoedige Correctie) dat de Jurisdictie van UEd.Mog. onderdanigst versoeckende mandament van Daegsele waer bij den eersten Deurwaerder hier toe versogt van wegens de hooge Overigheijt worde gelast en geautoriseert om de voorn. GEURT REIJNDER MANDERS, JAN Sone WILLEM JANSSEN, REIJNIER Soone JOEST BERCKERS en WIL­LEM..........Knegt van MARCELIS FRANSSEN tegens seeckere praecisen dagen te daghvaerden voor desen Ed. Rade, om aen te hooren soodanigen Eijsch en Conclusie als den Suppliant ten dage dienende ter sake van de voors. feijtelijckheden en geweldenarijen sal willen doen en nemen, daer tegens te ant­woorden, en voorts te procederen als na regten.
'T welk doende etc.
J.F. VOGELVANGER
! In de marge !
De insinuatie deses ingevolge het bovenstaande appointement bij mijn ondergeschr. Deurw: gedaen, aen de persoonen van JOOST REIJNDER MANDERS Knegt van de molenaar tot HELMONT, WILLEM EVERS, knegt van MARCELIS FRANSSEN, JAN Soone WILLEM JANSSEN, die den insinuatie voor sijn swager REIJNIER BERCKERS heeft aengenomen, mitsgaders aen haer gelevert Copie van deses reijtd. met in margine staet appointement om etc.. Gedaen tot HELMONT den 1ste September 1712.
Attestor
GRAEFF, Deurwaarder.
! Hier boven !
Den Raed alvorens hier op te disponeren ordonant copije deses requeste te stellen in handen van partije omme hier tegens te seggen haer belangh binnen veertien dagen naer insinuatie.
Actum inden Raede den 6 Sept. 1712.
B. van der HALB.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE.
Folio 24 verso.
d.d. 12-09-1712.

DERICK van S’GINDEL onse ingesetene verclaert wel en wettelijck vercogt, gecedeert ende getransporteert en erffelijck overgegeven te hebben gelijck hij doet bij desen aen WILLEM MARTENS mede ingesetene alhier, seecker huijs, schop en aengelagh soo groes als landt, gelegen alhier tot MILHEESE groot te samen ontrent negen Loop. ende vijff en twintigh Roeyen off soo groot en cleijn als ’t selve ter plaetse gelegen is soo als hem transportant van sijne Respective vrouwe ouders JAN PETER HERMENS aengecomen is behoudende der en los en vrij pagt aen den Armen van BAEKEL jaerlijcx een gulden vijff stuyvers. Alnogh aen de pastorije van GEMERT seven stuyvers als mede aen de Heer de TOMBE jaerlijcx vijfftien stuyvers, en verders den chijns van den gronden met regt daeruyt gaende s’lants verpondinge en Dorps lasten, steegen en wegen als van ouds daer toe is aengehoorenden gelovende hij transportant dit te cedeeren, transporteeren ende erffelijck overgeven altijt voor goet en van waerden te sullen houden ende, doen houden met garantschappe in forma onder verbant als naer Regten.
Aldus gedaen op heden den twaelffden September seven thien hondert en twaelff.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAEN MANDERS.
L. de CORT.
De coop is soo partien verclaeren uyt gaende pagte in capitael f. 200.
f. 48- 7- 0
Waer van wegens den 40 penning betaelt is f. 6- 4- 0
10 vefrhooging f. 0-12- 8
f. 6- 18- 8

Archieven van: Raad van Brabant, civiele processtukken
Toegangsnummer 19, inv.nr. 788.3137.
d.d. 23-09-1712.

Interlocutoire Sententie.
P. VERMEER, Procureur.

BALTASAR REPELAER Hooftschout des Quartiers van PEELANT Meije­rije van S-HERTOGENBOSCH, suppliant,
GEURT REIJNDER MANDERS, JAN soone WILLEM JANSSEN, REIJNIER soone JOOST BERCKERS ende WILLEM den kneght van MARCELIS FRANSSEN, rescribenten,
Gesien inden Rade van BRABANT, de requeste bij ofte van wegen den voorschr. supplianten opden 6 September 1712 aenden gemel­ten Rade gepresenteert, gesien tot dien de rescriptie bij den rescribent daerjegens ingedient, ende op alles geleth den Raadt ordonneert de rescribenten, copije van de voorss. res-criptie te stellen in handen vanden suppliant, Ende ordonneert voorts partijen hinc inde < = wederzijds > te compareren voor d'heeren JOHAN SCHOTT, ende JOHAN van den HOUERT Raden Ordina­ris inden gemelten Rade als Commissarissen opden vijff en twintighsten der aenstaende maant October 1712.
Aldus gedaan in S-GRAVENHAGE bij d'heeren WILLEM van PERSIJN, JOHAN TROIJE, JOHAN SCOTT, GERARD VROESEN, ende JOHAN van den HOUERT Raden Ordinaris inden gemelten Rade desen XXIIJe Sep­tember XVIJC ende twaalff.
B. van der HALVE.

Op het zelfde biljet.

Ingevolge van dese bovenstaende Sententie, soo ist dt ik ondergeschreven Eerste Deurwaarder van den gemt. Rade heb begeinsinueert aen den Hr. MULLER ten eijnde hij sijn Mr. sal hebben te adverteren van eighen te Reguleren naerden inhoude van de voorsz. Sententie omme etc. en hebbe behoorlijk gele­vert Copie aen den voorn. Hr. MULLER die mij tot antwoord gaff - het is wel.
Actum HAGE den 14 October 1712.
VOLLENBERGH, 1712.

d.d. 14-10-1712.

Aen den Ed. Rade van BRABANDT.

Gesien bij GEURT REIJNDER MANDERS, JAN Soone WILLEM JANSSE REIJNIER Soone JOOST BERCKERS en WILLEM den knegt van MARCELIS FRANSSEN de Requeste aen U Ed.Mog. gepresenteert bij BALTHASAR REPELAAER Quartier Schoudt van den, Quartiere van PEELANDT Meijerije van S-HERTOGENBOSCH, met U Ed.Mog. Appointemt., gedagteekent, den 6e Sept. 1712 ten desen annex, ten obedien­tie <= onderdanigheid; gehoorzaamheid> van welcke, deden de Scribenten seggen, dat sij tot haar merckelijck voordeel neemen, dat den Zupplt. moet bekennen dat sij lieden alle woonen onder HELMONT, wijl die Stadt voorsien is met dat previlegie, dat men die Poorteren van HELMONT, die tot HELMONT buijckvast sitten, offte woonagtigh sijn, offte heure goede­ren, nergens inde Meijerije van PEELANDT, en magh besetten, arresteeren, nogh bekommeren, met eenigh reght, offte om eenige saaken, uijtgenoomen van houdschat, dewelcke de Heeren van BRABANDT aangaat, offte te waare, dat die Poorteren van HELMONT metter houdt gebreucht hadden, ende dat metter voors. misdaat gehouden waare, maar in dien de Poorteren voorschr. om andere pointen, bijzigte offte eenige saaken, offte haar goederen, gehouden, beseth offte becommert waaren, dat men die tot versueck der Stadt van HELMONT, met heure brieven, los vrij, ende schadeloos, mogte laten volgen, ende indien iemant hem regha vermeedt op eenige Poorteren van HELMONT dat die ;t selve moet doen, voor die bancke der Stadt HELMONT, ende met andere bancken gelijck alle 't selve te sien is, inde Constuijmen <= wetten en regels> der Stadt, ende bancke van HELMONT mette titel: 10 Art.: 1 geinhereert <= ingehangen> in de Con­stuijmen der Stadt en Meijerije van S'BOSCH fo. 279.
Ende deden de Rescribenten wijders seggen dat ingevalle sij lieden eenigsins hadde gepeixeert <= misdaan> tegen het keur­boek van DEN PEEL (het welck bij de Rescribenten <= beantwoor­ders van een schrijven> wel Expresselijck wert ontkent) egter bij wegen van arrest, tegen haar niet konde werden geproce­deert, omme redenen, dat den Officier van BAAKEL gewoon is, de breucken, welcke hij heeft te pretendeeren te vorderen, bij parate Excecutie, waar toe U Ed. Mog. hem gewoon sijn Executo­riaal <= uitvoering>, te verleenen, als Consteert <= blijkt>, uijt het geannexeerde Executoriaal generaal Numero 1. in voegen den Zuppliante, vermeijnende dat hij eenige boete als in sijne Requeste, vermelt hadde, te pretenderen stonden, hoe hem vrij, het selve middel te gebruijcken ten sijnen pericule <= gevaar>.
Seggende de Rescribenten, verders dat sij tot haar merckelijck voordeel neemen. dat den Zupplt. dat middel, niet heeft derven Emploijeeren, om de Rescribenten tot voldoeninge van de pre­tense boete te Excecuteeren, gelijck hij ook niet heeft derven bestaan tegens de Rescribenten, te versoeken, mandement <= bevel> om van haar lieden de voldoeninge van dien te eijs­schen.
Het is dan remarcabel dat den Zuppliant latende varen de pretense boeten, welcke hij segt bij sijne requeste, dat de rescribenten, pretenselijck verbeurt, soude hebben, alleen versoeckt, mandement, om nomine officie op de klgten, hem bij die van BAAKEL, soo hij segt, aen hem gedaen tot condigne straffen tegens de rescribenten (welcken den Zuppliant seer infurieusselijck noemt geweltplegers) te procederen, waar jegens deselve oock wel expresselijck sijn protesteerende van injurie.
Ondtkennende de rescribenten wijders wel expresselijck, dat sij uijt naam van den Zuppliant geregtelijck en behoorlijck, soude sijn gearresteert gewerden, sijnde seer wel gerust dat den Zuppliant, dat nooijt sal bewijsen, maar dat sij ter contrarie <= strijdig> met haar karre koomende tot MILHESE in een herreberge, daar wat te rusten door de persoonen, in des Zupplianten requeste vermelt niet geregtelijck, maar met veel gewelt, dat sij in nootweer, haar selven hebben moeten deffen­deeren <= verdedigen>, het welcke den Zuppliant oock moet bekennen, dat soo verre is gegaan dat daar uijt, conde spruijte, pernitiense <= schadelijke> gevolgen, moorden, en doodslagen, jae swaare oproeren, tusschen de weder sijtse ingesetenen.
Welcke feijtelijcheeden bij des Zupplianten eijgen bedienden veroorsaackt, hij op haar lieden kan verhaalen, soo het hem geliefft suistineerende de Rescribenten soo sij lieden ver­trouwen, ten reghten dat den Zuppliant, ter saake in des­selffs Requeste gemelt geene Crimineel actie tot haaren lasten heeft.
Hier bij moeten de Rescribenten, nogh seggen dat sij niet kunnen begrijpen, hoe dat den Suppliant, daartoe heeft connen koomen, dat daar hij de voornoemde pretense boeten van seven gulden thien stuijvers niet derft vorderen, versoeckt een mandement van daagsele, om te concludeeren tot een concigne straffe qualificeerende, sigh ten dien einde Hoofft Schout van PEELANT daar noghtans sijne voorsaten sigh hebbende geconten­teert, met den tijtel van Quartier Schout van den quartiere van PELANDT, Meijerije van S'BOSCH, als ten desen annex nomuro 2 het assumeeren van welcke pretense qualiteijt, notoirlijck <= kennelijk> soude strecken, tot verminderingh, ende prejudi­tie van de jurisdictie, der Stadt HELMONT voornt. ende andere heerlijkheden inden quartiere van PEELANT gelegen sijnde ende met hooge, lage, ende middelbaare jurisdictie voorsien, ge­lijck den Heer van HELMONT oock particulierlijck bij senten­tie, van desen Ed. Rade, van den laasten Julij 1671 alhier Sub numero 3 gencajecteneert <= bevestigd> is geworden in de possessie vel quasi van binnen de voorschr. Stadt HELMONDT inde derselver Vrijheijt alle Crimineele Jurisdictie te excer­ceeren, oock als de selve 'smans leven, conterneert <= be­twist> gelijck JOHAN RABO van KEPPEL Hoogh Schoudt der Stadt en Meijerije van S'BOSCH deselve sijne hooge juridictie, niet anders en gebruijckt, en Exerceert, als in plaatsen, soo daaningh reght niet hebbende.
Sijnde buijten alle redenen, het gunt den Zuppliant, bij sijne voors. requeste wijders voorgeefft, dat hij niet alleen bedugt is, maar oock met alle fundament, moet vermoeden, dat die van HELMONT, met geen behoorlijck, vigeur tegens de voors. gewel­denaars sullen procedeeren, veel min het vonnisse van Scheepe­nen van BAACKEL in die saake te geven, met gelijcke figeur ter Executie doen stellen, want behalven de onbehoorlijcheijt, die daar inne resideert dat men een ordentelijcke Magistraat ende Regtbanck sonder reden, ende bewijs van van de voir komt te insinuleeren <= betichten; aanklagen> soo vermeijnen, de Rescribenten, onder verbeeteringh, dat sij lieden, om die gewaande, ende ten onreghten, opgeraapte redenen van haaren dagelijcksen, ende competenten Regte, tegens regt ende previ­legien niet mogen offte komen, afgetrocken worden, te minder dar de Zupplianten, door het middel van provocatie, altijt sal konnen redresseeren <= herstellen>, die abusivelijck gevreesde beswaarnissen, de welcke hem door Schepenen van HELMONT, offt eenigh ander Regter, in tijden ende wijlen, soude konnen werden aangedaan, waaromme die klagten als van de uijterste voorbaarigheijt, sijnde oock geene reguardt <= aanzien> meri­teert <= verdient>, behalven dat het oock strijt, tegens alle presumptien <= vermoedens>, dat die van HELMONT, den Zuppliant Justitie souden weijgeren, voornamentlijck in Cas subject, daar den Suppliant vertooght dat soude, gepecseert <= gezon­digd> sijn tegens een Contract, waar bij die van HELMONT selffs sijn geintresseert, en welckers agtervolginge, die van HELMONT soo wel hebben bedongen, als die van de andere.
Mits welcken de Rescribenten vertrouwen dat U Ed. Mog. geen swaarigheijt en sullen maaken, den Zuppliant sijn voorschr. versogte mandement t'ondseggen, ende hem te condemneeren, inde costen ter deser saake gevallen. Dit doende etc. Was get.
CHARLES CODDE
Dese uijtgegeven voor copie, aen den Procureur VERMEER, vol­gens den inhoude van de sententie,
Actum S'HAGE, den 14e October 1712.
KORTBEECK.

Bron als boven.
d.d. 21-10-1712.

P. VERMEER, Procureur.
Copij.
Wij JAN ISBOUTS, GOORT JOORDENS, WILBORT GEERITS en AERT PEETER STERCKEN Schepenen, JAN THONIS den SMITH ende CLAES HERMENS Peelmeesters van den Dorpe van BAAKEL, de Heer en Mr. ANTHONY MOLEMAEKERS Advocaat ende Borgemeester der Stadt HELMOND, d'Hr. HENDRIK HENRIX Schepen; JACOB BERKERS Deken, d'Hr. JOHAN COLEN en JAN MELISSEN, Peelmeesters der voors. Stadt HELMONDT, d'Hr. HENDRIK VERMULS President, d'Hr. GODE­FRIDUS VERBEECQ en CORNELIS DIRXS Peelmeesters des Dorps AERLE RIXTEL, soo voor haer als haer mede consorten, welke gecommit­teerdens vande twee laaste plaetschen uijt cragte hender respective Commissies, en die van HELMONT van den vierden, en die van AERLE RIXTEL vanden vijfden Julij deses Jaers XVIIC ende acht, met ende beneffens de voors. Schepenen en Peelmee­sters van BAAKEL, hebben gemaekt de naervolgenden ende naerde­re conditien en articulen raakende den gemene PEEL bestaende als volgt.
Eersttelijk dat het origineel Keurboeck vande PEEL tegenwoor­digh, en tot nogh toe onderhouden is geweest in sijn geheel sal sijn ende blijven.
2.
Dat opt versoeck vande ingesetenen vande voorschr. plaetschen door de ses Peelmeesters sullen werden aengewesen nieuwe bequaeme Peel, turft off clot velden gelijck die sullen gevon­den worden tot hen gebruijck volgens den 7e ende 8e art. vant Keurboeck, beginnende van de velden die tegenwoordigh sijn.
3.
Dat deselve velden sullen werden geteekent en onderhouden met opgaende baenen, gelijck andere velden inden PEEL op peene, als inden Keurboecke ten dien eijnde staet vermelt.
4.
Dat geen velden boven de KORENHORST off turffvelden en sullen mogen worden uijt gegeven, die boven eenige velden soude voorsteken, maer opwaerts gaende als voors..
5.
Dat niemant Boven de KORENHORST off turffvelden inden PEEL en sal mogen turffen, als strijdigx tegens het verdragh op heden bij de Regeerders der voorschr. plaetschen gedaen, sullende ten dien eijnde door de ses Peelmeesters aldaer teekens gesto­ken, off opgeeschoten werden, en boven welke teekens soo voors. bij niemanden en sal mogen werden geturft of gebleckt, gelijck oock niemant boven de velden, daer die van AERLE, RIXTEL en BEECK haer gebruijck hebben en sal mogen turffen steken of blecken dat oock niemant in eenige velden van een ander sal mogen vallen sonder voorgaende permissie vande ses Peelmeesters, op peene, dat ingeval imandt dese articulen off eenigh poinct van dien quaame te overtreden sullen vervallen ten behoeve vant Officije van BAAKEL in een peene van seven gulden thien stuijvers, ende dat de haelders daer van oock t'elcken maele sullen vervallen in gelijcke peen van seven guldens thien stuijvers, off wel dat bij gebreck van dies die peene te voldoen, peert en karre voor de selve boete aenspre­kelijck sal sijn.
6.
En sal dese voorschr. articulen en naerder Conventie aenvanck nemen op Maandagh den Negende Julij XVIIC en acht, en op dat een ieder sigh nae dese mogen reguleren, soo sal dese articu­len en contracte op iedere plaetsche werden gepubliceert op Sondagh den agsten Julij XVIIC acht, ende werdt vermits het macken en aengaen van dese naerdere accoorde de gedaene publi­catie, wegens 't stapelen van tusschen, in getrocken, dewelcke op Sondagh jongstleden alhier is gepubliceert.
Aldus gedaen geordonneert en gesloten bij de voors. Regeerders en gecommitteerdens van de voorn. twee plaetsche, uijt cragte hender Commissien soo voors. vertoont, in henne vergaederinge binnen BAAKEL desen vijfden dagh Julij XVIIC ende acht ende waeren onderteekent, JAN ISBOUTS President, GOORT JOORDENS, AERT PEETER STERCKEN, dusdanigh merck X waer bij ges. stont dit ist merck van WLBORT GERITS verclaerende niet te connen schrijven, stont dit ist merck van JAN THONIS de SMITH ver­claerende niet te connen schrijven, A. MOLEMAEKERS 1708, HENRICK HERINX, JACOB JOOST BERKERS, dusdanigh merck X waer bij ges. stont dit ist merck van JAN MELIS verclaerende niet te connen schrijven, J.D. COLEN, HENDRIK VERMULS President, CORNELIS DIRXS, GODEFRIDUS VERBEECK, Leegerstont Naergedaene Collatie is dese met de Prothocollair minute geschreven, gedateert en onderteekent, soo voors. staete accorderende bevonden bij mij ondergeschreven op huijden den een en twin­tigsten 8br < = October > XVIIC twaelff.
Quod attestor in absentie vande Secretaris
CORSTIAEN MANDERS Schepen.

Archieven van: Raad van Brabant, civiele processtukken
Toegangsnummer 19, inv.nr. 788.3137.

REPELAER contra Manders C.S.
datum onbekend.

Corte memorie
voor
BALTASAR REPELAAR, hooft schout van het Quartier van PEEL­LANDT, Majorij van sBOSCH, REQST.
&
GEURT REIJNDER MANDERS cum suis, wonende tot HELMONDT Ge­reqdens.
Den Requirant wil niet consesteren, dat de Stadt van HELMONDT voorsien is met het privilegie, dat men hare poorteren, of hare pooteren goederen in het quartier van PEELLANDT int Generaal niet mag arresteren. Maar van den anderen hunnen die van HELMONDT oock geensints consesteren, en sij bekennen selfs bij hunne resoriptie, dat de poorteren van HELMONDT in persoon of goederen arrestabel sijn, als sij metter handt gebreuckt hadden, te weten als sij iets hebben misdaan, waar door sij in boeten of breucken vervallen sijn.
Ergo sisti possunt ex Delicto, < = verder latijn >.
Wie sal nu seggen, dat de Gereqdens met de Handt niet ge­breuckt hebben, als het consent, gelijck het volkomentlijck doet, dat sij met houwelen, houten of stocken, en met een spade in de handt de Justitie, te weten de geswore Peelmee­sters en Vorster in hunne functie geresisteert < = weerstand geboden > en het een en het ander arrest feijtelijck geresi­steert en met gewelt gebroken hebben?
En gelijck dit breucken met de handt op geenderleij wijse kan gecontradiceert < = tegengesproken > of geexcuteert worden, soo waren dog evenwel de gereqdens arrestabel in bonis.
Vermidts arto 5 van de Peelkaarte of conventie tussen die van HELMONDT en BAECKEL binnen circa finem seer claar en opent­lijck gesegt wordt dat ingeval iemandt dese artikelen of eenig point van dien gedane t'overtreden, de selve ten behoeve van het Officie van BAEKEL sullen vervallen in eene poene van seve gulden, en thien stuivers, en dat de haalders daar van oock telckenmale sullen vervallen in gelijcke poene te voldoen paardt en karre voor de boete aansprekelijck sal sijn.
Hoe is het nu mogelijck dat men op kar en paardt of op goede­ren in abstracto, als in casu anders kan procederen als per viam arresti?
En dus is het een palpabile < = tastbaar >, waerheijdt, dat die van HELMONDT bij den voorschr, 5 art. de karren en paarden van de contravenventeurs <= overtreders > der Peelkaarten aan het arrest van BAAKEL onderworpen hebben.
Sijnde ten desen seer notabel dat bij desen 5 art. de poenali­tejt en het arrest maar alleen is gestipuleert <= toegezegd > ten voordeele van die van BAAKEL, en geensins ten voordeele van die van HELMONDT.
Om dat BAEKEL, en MILHEEZE eens soo veel PEEL, en eens soo weijnig inwoonders hebben als die van HELMONDT, en sulx den Helmondtsen PEEL geensints noodig hebben, en dat vervolgens die van HELMONDT geensints hebben te dugten dat de PEELkaarte door die van BAAKEL of MILHESE sal worden overtreden.
Ende ingeval die van HELMONDT bij het maken van de voorschr. kaarte maar het minste scrupeltjen < = schroom > van dierge­lijcke vreese hadden gehadt, soo soude sij immers ten behoeve van het Officie van HELMONDT gelijke poenaliteijt gestipuleert hebben.
Maar om dat den BAEKELSEN PEEL merckelijck meer perijckelijk loopt van diergelijcke transgressien <= overtredingen >, scon's oock ten dien Reguardo < = aanzien > merckelijck meer praecautie < = voorhoede > gebruijckt.
En dus is het oock dat den Requirant, en de Regenten van BAAKEL nomine Officii moeten sorge dragen, < volgt latijnse tekst >.
Ende wat aanbelangt, dat den officier van BAEKEL gewoon is de Breucken van 7-10- bij executoriaal < = uitvoerlijk > te vorderen, soo staat te noteren dat hier de questie niet alleen is over de Breucke tegens de PEELkaarte, maar dat hier de principale questie is over d'arrest braack met gewelt en gewapender handt gepleegt; en maar alleen secundario < = bijgestaan > over de Breucke wegens het overtreeden van de Peelkaarte.
En voor soo veel het de gerequireerdens gelust heeft misschien voor onkunde te cavilleren < = kakelen; vitten; knibbelen > op het woordt van HooftSchout, soo staat maar obiter < = in 't voorbij gaan > te noteren, dat den HoogSchout van 'sBOSCH is den Hoogsten van alle de Schouten in Majorije en dat de Quar­tierschouten sijn Hooft Schouten ten Reguarde van de particu­liere schouten, of onderschouten in de Staten Dorpen: en dus worden de woorden van Hoofschout en Quartierschout pro mis ende gebruickt naar de cercumstantien < = omstandigheden > van de voorvallende discoursen of expressien < = redeneringen of uitdrukkingen >.
Wat uw eijndelijck aan belangt de susprotatie <?> van de Schepenen banck van HELMONDT, waar over de Regten, met den Heere van HELMONDT met hun gevoegt, soo seer doleren < = treuren >, soo moet den Requirant hier nog met weijnige woorden bijvoegen, dat hier geageert wordende uijt een con­tract tussen die van HELMONDT ter eenre, en die van BACKEL ter andere sijde aangegaan, den Requirant niet anders heeft konnen brengen als voor een gemeenen superieuren regter.
Want onderstelt werdende, dat de gerequireerden in het arrest tot BAKEL waren gebleven, soo konden sij niet wel anders te Regt gestelt worden als voor Schepenen van BAECKEL souden dan de gerequireerdens, en met hun den Heer en de Heele Stadt van HELOMONDT niet gesegt hebben, Gij Schepenen van BAECKEL sijdt Regter en parthije, Gij lieden meugt niet oordeelen ontrent het overtreden van een contract dat gij selfs gemaakt hebt: Gij lieden meugt geen indragt doen in of ontrent onse Poorters privilegien, en voornamentlijck in saken daar u de Heele gemeente geinteresseert is en
Wederom, als den Requirant de gerequireerdens eens hadde betrocken voor de Bancke van die van HELMONDT, souden dan die van BAECKEL niet d'eijgenste taal van Schepenen van HELMONDT gevoert hebben? immers Notoir Ja: Soo dat het aan Niemandt soo eijgen was om regter in dese sake te wesen als desen Ed. Rade alleen.
Dog als het de gerequireerdens naar hun sin mogen hebben, souden sij het gaarne daar heen dirigeren, dat sij nopende hare transgressien < = overtredingen > en geweldige arreste­braken geen regter althoos hadden, om dus wederom impune < = ongestrafd > op den Baekelssen grondt haar russen, tussen, vlaggen en turven naar haar wel gevallen te komen steken.
Maar als de domme Peelboeren eens sagen dat sulx ongestraft bleef, soo was er immers te dugten, dat sij de contraventeurs < = overtreders > souden tracteren als dieven, en hun feijte­lijck afnemen dat sij feijtelijck op een anders grondt gehaalt hadden het welck immers selden sonder doodslagen soude te werck gaan.
Want quamen die van HELMONDT bij nagt, soo souden sij hun kunnen bedienen van de wet, furem nocturuum occidere licet, < =namenlijk > quamen sij bij dag, dog met schoppen, spaden of houweelen gewapent, souden sij hun wederom bedienen van een gelijke wet, furem cum telo ambulantem occidere licet, < = zo gezegd > en dus souden er tussen die gemeentens altijdt doot­slagen en Moorden te vreesen staan. waar ontrust den Praeces provinctiae particulierlijck behoort te voorsien, op dat de publicque rust daar deur niet geperturbeert <= verstoort > worde.
Waar om den Requirant oock vastelijck vertrout, dat UEd. Mo. hem sijn versogte Mandement sullen accorderen, en de gerequi­reerdens condemneren <= vonnissen > in de kosten, daar op gevallen.
Implorerende < = oproepende > etc.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 25 recto.
d.d. 25-10-1712.

Compareerde voor Schepenen van BAKEL en MILHEESE ondergenoemt JAN WILBERTS inwoonder alhier dewelcke verclaerde als man en momboir van EYTIEN dogtere JOCHEM JAN MARTENS, ende mede als dactie en transport bij opdragte alhier vande gelycke kinderen van JAN JAN MARTENS vercregen, soo en gelyck haer in voorschreven qualiteijten tselves ten laste van MARCELIS GERITS was competerende uytde cooppenningen geprocedeert vande vercogte huijssplaets en aengehoorende landerijen van JAN HERMEN MANDERS in huijwelick gehadt hebbende CATOLIJN dogtere MARCELIS GERITS, naer voorgaende pre en concurrentie bij Schepenen van BAECKEL opden 25 October 17C ende twaelff gewesen ontfangen te hebben eene somme van een en tnegentigh gulden negentien stuyver, en dewijl het meergemelte gewijssde mede brengt dat den Comparant gehouden is cantus de restituerende voor de voorschr. eenentnegentigh gulden negentien stuyvers ingevalle ineents mogte voorcomen nader dan den comparant geregtight te wesen, soo heeft niet alleen hij comparant temeer oock TOMAS SWINCKELS Schepen alhier mede comparerende in conformiteyt vanden gemelten vonnisse te samen en ider resp. goederen present en toecomende, dat ofte ’t gebeurde dat naer dato deses imant mogte op comen nader tot de voorschr. overschietende eenentnegentig gulden negentig stuyvers, dan den eersten comparant JAN WILBERTS geregtigt te wesen, dat sij comparanten soo principael als borge een voor al die gemelte somme ten desen ontfangende ten allen tyden sullen restitueren alles naer inhout vant gewijssde. Aldus gedaen desen vijffentwintighsten October 17C en twaalff getuyghen hier over JAN YSBOUTS, ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen.
JAN IJSBOUTS
KORSTIAN MANDERS
Mij present
L. de CORT, Secretaris 1712.

Bron als boven. Folio 25 verso.
d.d. 03-11-1712.

Wij JAN ISBOUTS, DRIES DRIESSEN, HERMEN PETER NOIJEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen van BAECKEL doen conde dat wij ter instantie van PETER de CORT, Secretaris alhier, wegens en inden naem van d’Heer JACOB HASEVOET Stadthouder alhier sijn versogt om te gaen visiteren de huijsinge van JAN AERTS de VETH, inwoonder alhier, dewijl aldaer een vette beest ( sonder dat die was aengebragt ten respecte vande s’lants impost genaemt ’t bestiael ) was doot geslagen, en verclaren wij met en beneffens dito Secretaris inde voorschreven huijsinge geweest te sijn, op dato deses de clocke ontrent twee uren, en bevonden dat inde camer vande selve huijsinge was hangende een vette beest en heeft de vrouw van dito JAN AERTS geseyt alsdoen wanneers wij ten haren voorschr. huijse waren dat sij deselve beest soude comen aenbrengen maer sij wist niet aen wie, waer op geantwoord wert dat alvoorens eer het beest was doot geslagen deselve gebragt hadde behoiren te sijn geworden, waer op wij sijn vertrocken, ende heeft Mr. JACOBUS de HAERT Schoolmeester alhier ons opentlijck geantwoord dat aen hem de voorschr. beest om te slaen niet was aen gebragt geworden.
Toirconde deses eijgenhandig ondergetuijgen op dato deses binnen BAECKEL desen derden November 17C ende twaelff.


Bron als boven.
Folio 26 verso.
d.d. 07-11-1712.

MATTIJS MATTIJS MANDERS inwoonder alhier verclaert nader vanden bloede van JOOST REIJNDER MANDERS inwoonder tot DEURNE, als JOOST vanden HOUT inwoonder alhier te wesen, welck volgende soo verclaert hij MATTIJS MATTIJS MANDERS van BLAEIS wegen met clinckende ende blinckende penningen en woorden daer toe dienende te vernaderen, soodanige een huys plaets en aengelegen erffenisse gemeenlijck genaamt DEN REIJSENDE MAN gelegen alhier met de hoeij, weij en teullanden, als JOOST vanden HOUT opden vieren twintighsten December des voorleeden jaers 17C en elff van voorschr. JOOST MANDERS heeft vercregen.
Geloevende hij MATTIJS MATTIJS MANDERS, aenden voorschr. JOOST vanden HOUT sijne uijtgestreckte cooppenningen met de oncosten en verders waer toe hij wegens dese vernaderinge verpligt en gehouden is te sullen restitueren, op verbant van sijnen persoon en goederen hebbende ende vercrijgende getuijgen hier over CORSTIAEN MANDERS en TOMAS SWINCKELS als Schepenen van BAECKEL desen sevenden November 17C en twaelff.
KORSTIAN MANDERS.
THOMAS SWIJNCKELS
P. de CORT, Secretaris 1712.
De coop isgeweest f. 120: 0: 0
Lasten in capitael f. 38: 0: 0
Totaal f. 158: 0: 0
Den 40e penning is f. 3:19: 0
10 verhoog f. 0: 8: 0
f. 4: 7: 0

Bron als boven Folio 27 recto.
d.d. 12-11-1712.

Compareerde voor DRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAEKEL, PAULUS GOORT BAESTIAENS, BASTIAEN GOORT BASTIAENS, JAN AERT LEENDERS, JAN JANSSEN, inwoonderen tot GEMEERT ende erffgenaemen van GOORT BASTIAENS in huwelijck gehadt hebbende de suster van JAN PETER HERMENS de eene zijde ende LEENDERT JANSSEN inwoonder op DE DONCK in houwelijck hebbende de dochter van HERMEN PETER HERMENS dandere zijde, de welcken verclaeren te ratificeeren en approbeeren gelijck sij ratificeeren en approbeeren met desen soodanige coop bestaende in huijs, schuer en aengelag soo groes als lant groot ontrent de negen Loopensaet gelegen alhier tot MILHEESE gemeenlijck genaemt DE GREEFF aen DERICK van SCHINDEL inwoonder alhier op den 12 September 17C en twaelff heeft opgedraegen aen WILLEM MARTENS gelijck in dit prothocol breder staet geexpresseert geloovende sij comparanten in voege en maniere ……. off sij ten daegen van de opdragt present waeren geweest ende den selven coop en opdragt voor goet en van waerde te sullen houden ende doen houden met geloefte van guarantschappe in forma onder verbant als naer regten.
Schepenen als voor, als getuijgen hier toe versogt op heden binnen BAECKEL den 12e November seventhien hondert en twaelff.
DRIES DRIESSEN
KORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 27 verso.
d.d. 15-11-1712.

HENDRICK FRANS SCHEPERS inwoonder alhier verclaert wel en wettelijck te cedeeren, transporteeren en erffelijck over te geeven, gelijck hij doet met desen aen en ten behoeven van de Wed. WILLEM FRANSSEN inwoondersse alhier seecker heytvelt genaemt DE VREIJ gelegen onder MILHEESE d’eene zijde de erffenisse van de voorschr. Wed. WILLEM FRANSSEN dandere zijde de gemeene heij, groot ontrent twee Loopensaet off soo groot en gelijck ’t selve alhier gelegen is, off gelijck als hem transportant van FRANS HENDRICKS SCHEEPERS sijne vader ten erf regt en is aengecomen los ende vrij uijtgenomen den chijns van den gronden s’lants en Dorps lasten mitsgaders alle steegen en wegen van regts wegen daer over en door gaende.
Geloovende hij transportant dit te cederen, transporteeren end erffelijck over te geeven altijt voor goet en van waerden te sullen houden en doen houden met guarantschappen in forma alles onder verbant en renuntiatie als naer regt en aldus gedaen ende gepasseert bijnnen BAECKEL op heden den vijftienden November seventien hondert en twaelff.
DRIES DRIESSEN.
HERMEN PETERS.
P. de CORT, 1713.
Coop is soo partijen verclaeren 18
40e penning 9
10 verhoogingh 1
0-10- 0.

Bron als boven. Folio 28 recto.
d.d. 19-11-1712.

N.B. Bij de aanvang van dit document staat in de marge vermeld: Niet gepasseert.
Wij HENDRICUS van SCHARDENBERGH Predicant alhier, JAN YSBOUTS, AERT STERCKEN, ANDRIES DRIESSEN, HERMEN PETER NOEIJEN Schepenen, HENDRICK SCHEIJ Armmeester en CLAES HERMENS Peelmeester van den Dorpe van BAECKEL en MILHEESE doen condt, certificerende bij ende met desen, dat MARIJ dochtere van THEUWEN WILLEMS verweckt bij MAGRIET HERMEN BIEMANS, en tegenwoordige huijsvrouwe van DIONISIUS MOORS woonaghtigh, tegenwoordigh, tot AERLE is geboortigh van desen Dorpe van BAECKEL, ende want de selve MARIJ ons te kennen heeft gegeven dat de selve uyt de voorschr. gemeente van AERLE moet vertrecken ten sij men tot securiteijt van den Armen van AERLE niet gelooffde dat men den last van henne te verwerrende kinderen soude helpen draegen ofte in ’t geheel daer voor Cautie te stellen. Dien volgende soo gelooven wij bovengenoemde in onse qualiteijt de selve MARIJ ofte wel haer kint ofte kinderen die sij tegenwoordigh over haer mogte hebben te sullen alimenteren ende onderhouden uijt onse Arme kasse voor soo veel mogelijk sal wesen. Stellende ons ten dien eijnde tot borge voor de somme van drie hondert gulden des soo gelooft den voorschr. MOORS sijne bovenstaande Cautionarissen voor de helft van de voorn. borgteijt ter somme van hondert vijftich gulden tegens aenstaende Kerstmisse Seventien hondert en twaelff cost en schadeloos te sullen ontheffen daer voor verbindende sijnen persoon en goederen present end toecomende en specialijck geassisteert met MATTEUS WILLEMS sijnen vrouwen vader de helligt in de huijsinge teul ende weijlanderijen gelegen alhier op ’T SANT hem van sijnen vrouwen wegen ten erffregt competerende.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen BAECKEL den negentienden November 17C en twaelff.

Bron als boven. Folio 29 recto.
d.d. 03-12-1712.

Wij HERMEN PETER NOEIJEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificerende ende verclaerende bij desen op Eede in ’t aenvangen onses ampts gedaen waer waeragtigh en aen ons seer wel kennelijck te wesen dat MATTIJS POORTERS inwoonde rende Mulder tot MEEGEN alhier gecogt heeft seecker herbergh op getroecken vier cant in sijne steenen muereen met twee schoone geevels vol glasen en vensters, schuer ende brandewijns ofte stoockhuijs met sijne aengehoorende groes en landerijen, groot ontrent de sestien Loopensaet gelegen aen de STRAET ontrent de Kercke en welcke goederen aen den voorn. MATTIJS POORTERS op den negenden April 17C en negen alhier voor Schepenen sijn opgedragen ende gevest ende alhier op de voors. goederen binnen BAECKEL geen opgenomen penningen en sijn volgens onse beste kennisse oft alhier ten prothocolle geene obligatie op de voors. goederen te vinden sijn off voor Schepenen gepasseert en want ’t redelijck is de waerheijt getuijgenisse te geeven soo hebben wij Schepenen dese onse verclaringe niet connen ofte willen weg geven.
Toirconde van dien de minute prothocollair eijgenhandigh onderteijckent op heden binnen BAKEL den derden December seventien hondert en twaelff.
HERMEN PETERS.
KORSTIAN MANDERS.

Bakel 1713.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016,
235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE.
Folio 30 recto.
d.d. 17-01-1713.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL, REIJNDER WILLEMS ende JAN WILLEM REINDERTS inwoonderen alhier, verclaeren wel en wettelijck te cedeeren en transporteren en over te geeven geljck sij doen bij desen aen ende ten behoeven van JAN THOMASE mede inwoonder alhier seeckere twee parten in een huys, schuer en aengelagh met sijne aengehoorende landerijen genaemt DEN BRAECKACKER groot ontrent de thien Loopensaet off soo groot en cleijn ’t selven alhier onder MILHEESE gelegen is soo en in dier voegen als sij transportanten van hunne respective ouders bij scheijdingh en deelinghe is aengecomen, alles los ende vrij uytgenoomen den chijns vanden gronde mitsgaders de schulden en renten tot laste van de voorschr. goederen staende als mede s’lants en Dorps lasten.
Geloovende sij transportanten dit te cederen transporteren en erffelijck overgeven met helmelinge vertijdenisse ten behoeven van den voors. JAN THOMASE over te geven ’t selve altijt voor goet vast en onverbreeckelijk van waerden te sullen houden ende doen houden met guarantschappe in forma alles onder verbant en renuntiatie als naer regten.
Schepenen hier over HERMEN PETER NOEIJEN ende AERT PETER STERCKEN op heden den seventienden Januarij seventien hondert en dertien.
HERMEN PETERS.
AERT PERERS STERCKEN.
P. de CORT, 1712.
De coop is soo partijen verclaeren 175.
40e penning 4- 7- 8
10 verhoginge 0-16- 8
4-10- 8

Bron als boven. Folio 30 verso.
d.d. 17-01-1713.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAAKEL ondergenoemd PETER PETER MARTENS inwoonder alhier verclaert wel en wettelijck te cedren, transporteeren en overgeven gelijck hij doet met desen aen ende ten behoeven van JOOST DENISSEN mede inwoonder alhier seeckere heligte < = helft > in een huijs, schuer, schop, aengelagh met sijne aengehoorende groes en landerijen genaemt DEN WEIJER groot ontrent de achtien Loopensaet off soo groot en cleijn ’t selve alhier onder MILHEESE gestaen ende gelegen is soo en in dier voegen als hem transportant van sijne Respective vrouwe ouders ten erff regten ’t selve is aengecomen los en vrij behoudelijck negen vaten rogge jaerlijcx aen JAN van BRUSSEL borger der Stadt HELMONT, sijnde voor de heligte vier vat en een half alnoch jaerlijcx aen ’t Lant ter comptoire van de Heere Rentmeester de TOMBE eenen gulden eenen stuyver vier penningen ende den chijns van den gronde met regt daer uytgaende s’Lants verpondinge en Dorps lasten, stegen en wegen als van outs daer toe ende aengehoorende.
Geloovende hij transportant dit te cederen, transporteren en erffelijck overgeven – altijt voor goet en van waerden te sullen houden ende doen houden met gelofte van alle nadere aenmaninge cost en schadeloos aff te doen geheelijcken alles onder verbant en renuntiatie all naer regten getuijgen hier over HERMEN PETER NOEIJEN en AERT PETER STERCKEN Schepenen op heden den sevenentienden Januarij seventien hondert en dertien.
HERMEN PETERS
AERT PETER STERCKEN
P. de CORT, 1713.
De coop is soo partijen verclaeren 250
Uitgaende capitaele 116
40e penning 8-13- 0
10 verhooginge 0-17- 8
9-10- 8

Bron als boven. Folio 31 verso.
18-01-1713.

Wij JAN IJSBOUTS President, HERMEN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAAKEL en MILHEESE, doen conde dat JENNEKE dochtere JAN TEUNIS BANCKERS geboortigh alhier ende woonachtigh tot VELTHOVEN te kennen heeft gegeven, dat van haer door de Regenten haerder woonplaetse als een buyten gebooren der selve wort gevordert behoorlijcke cautie ten behoeven van haren Arme, ende wijl de voorschr. JENNEKE dochtere JAN TEUNIS BANCKERS is geboortigh alhier: en wij genegen sijnde, een ider soo veel in ons is te helpen: soo hebben wij ten versoeke de selve JENNEKE dochtere JAN TEUNIS BANCKERS gelooft gelijck wij belooven mits desen in onse voorn. qualiteijt :dat off het gebeurde dat de voors. JENNEKE JAN TEUNIS BANCKERS tot decadentie < = armoede > quame te vervallen sodanigh dat sij de Arme casse te baet mogte nemen: dat wij de voorschr. JENNEKE dochtere JAN TEUNIS BANCKERS in’t geheel ende haere toecoemende kinderen voor de helft uyt de Arme casse van BAAKEL en MILHEESE voor soo veel die lijden kan. Beneffens onse andere arme ingesetenen hebben onderhouden: versoekende dat dese onse acte van securiteijt bij den geregte van VELTHOVEN mag werden aengenomen ende de voorschr. JENNEKE JAN TEUNIS BANCKERS daerom gerichtelijck te laten inwoonen sullende ingelijck geval ’t selve doen.
Aldus gegeven den achtiende Januarij seventien hondert en dertien.
JAN IJSBOUTS
CORSTIAN MANDERS
HERMEN PETERS.

Bron als boven. Folio 32 recto.
d.d. 07-02-1713.

N.B. Bij de aanvang van dit document staat in de marge vermeld:
Dit is niet gepasseert en dienvolgende niet geteeckent, dat voor ons is gecompareert.
Wij HERMEN PETER NOIJEN en CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAECKEL en MILHEESE, doen conde certificerende ende verclaerende bij desen JENNEKE vanden BOMEN laetstelijck Wed. van JAN PETER STERCKEN, geassisteert met AERT PETER STERCKEN en JAN vanden BOMEN inwoonder tot DEURNE haeren respectiven swager ende broeder ter eenre, ende AERT JAN PETER STERCKEN, NICOLAES JAN PETER STERCKEN, mitsgaders WILLEM HUIJBERTS als in huywelick hebbende MARIJA JAN PETER STERCKEN ter andere zijde, ende verclaren de respective comparanten over hare differentien, waer over voor Schepenen van BAECKEL proces was ontstaen ende gewesen inder minne te sijn over comste ende geaccordeert in voegen en manieren hier naervolgende,
Eerstelijck dat JENNEKE vanden BOMEN als Weduwe en boedelhoudster van JAN PETER STERCKEN, sal houden en besitten alle soodanige gereede haeffelijcke ende erffelijcke goederen als met het overlijden van JAN PETER STERCKEN sijn naergelaeten soo wel ten reguarde van ’t eerste huywelijck van JAN PETER als andersints vercregen, blijvende over sulx de revenuens van de selve, aen ’t bevint ende directie van de gemelte JENNEKE vanden BOMEN, en ofte ’t gebeurde dat des gemelte JENNEKE van den BOMEN, tot eenige decadentie off armoede verviele en dat sij met de revenuens niet konde toecomen, sal het aen deselve JENNEKE vanden BOMEN.
Wij HERMEN PETER NOIJEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAECKEL en MILHEESE doen conde certificerende e nde verclaerende bij ende mits desen, dat voor ons is gestaen en gecompareert JENNEKE van den BOMEN, laetst Wed. van wijlen JAN PETER STERCKEN soo voor haer selven als moeder en voogdesse van hare kinderen bij den voorschr. JAN PETER STERCKEN verweckt geassisteert met JAN SIJMONTS vanden BOMEN inwoonder tot DEURNE, en AERT PETER STERCKEN Schepen alhier tot BAECKEL, haer comparantes broeder en swager ter eenre sijde, mitsgaders AERT en NICOLAES meerderjarige kinderen van JAN PETER STERCKEN, verweckt bij JENNEKE dogtere NICOLAES van NEERVEN mitsgaders WILLEM HUYBERTS als man en momboir van MARIA dogtere JAN PETER STERCKEN verweckt bij gemelte JENNEKE van NEERVEN ter andere zijde, dewelcke verclaerden over en ter saecke van ’t leveren van staeten en inventarissen van de goederen metter doot vande gemelte JENNEKE van NEERVEN naergelaeten, voor Schepenen van BAKEL in proces te sijn geraeckt, en omme welcke procedure aff te snijden, soo verclaeren de respective partijen comparanten met den anderen in voegen en manieren naer volgende te sijn geaccordeert en overcomen.
Eerstelijck dat alle erffeljcke goederen mitsgaders huysraet en meubelen, die bij JAN PETER STERCKEN in sijnen eersten huywelijck met JENNEKE van NEERVEN vercregen, als mede die geene, die JAN PETER STERCKEN in sijnen weduwelijcken staet, mitsgaders in zijnen laetsten huywelijck met JENNEKEN vanden BOMEN de eerste comparante, insgelijcx hebbende vercregen, bij de gemelte JENNEKE vanden BOMEN als Wed. en boedelhoudster van wijlen JAN PETER STERCKEN in togte haer leven lanck geduerende sal werden beseten ende gebruijckt, en welcks erffelijcke goederen huysraet en meubelen naer overlijden vande gemelte JENNEKE vanden BOMEN, bij de kinderen van JAN PETER STERCKEN verweckt bij JENNEKE van NEERVEN, als bij haer comparante JENNEKE vanden BOMEN sonder onderscheijt vant eerste off tweede bedt off waer van die gecomen sijn, door deselve kinderen als off ’t kinderen van eenen bedde waren, egalijck en hooft voor hooft, staecx gewijse verdeelt en genoten sullen werden, gelijck mede naer overlijden van de gemelte kinderen van JAN PETER STERCKEN verweckt bij JENNEKE van NEERVEN als mede bij haer eerste comparante JENNEKE vanden BOMEN, insgelijcx egalijck als kinderen van eenen bedde genoten en gedeelt sullen werden alle de gereede en andere goederen die met het overlijden van JENNEKE vanden BOMEN sullen werden naergelaeten, onder conditie nogtans dat de na kinderen van JAN PETER STERCKEN verweckt bij JENNEKE vanden BOMEN voor aff uyt den gelijcken boel sullen genieten en proffiteren eens twee hondert guldens ter consideratie dat JENNEKE vanden BOMEN in den boel eenige goederen heeft ingebragt, en die vervolgens gelijcke delen gedeelt sullen werden, gelijck oock mede is geconditioneert, dat dewijl de kinderen van JAN PETER STERCKEN verweckt in huywelijck bij JENNEKE van NEERVEN ten respecte van haer moederlijcke goederen al reale uyt den boel hebben genoten Een duijsent guldens als mede eenen beemt gelegen tot MIERLO dat de kinderen vanden gemelten JAN PETER STERCKEN verweckt bij de eerste comparante JENNEKE vanden BOMEN (met …….. van de gemelte voorkinderen bij JENNEKE van NEERVEN verweckt ) sullen hebben genieten en proffiteren, haer moeders erffgoet gelegen tot DEURNE, ’t welck voor de gemelte nakinderen met de revenuens van dien, sal blijven. Ende is verders geconditioneert, dat ingevalle JENNEKE vanden BOMEN quam te overlijden, voor en al eer ’t jongste kint van haer eerste comparante verweckt bij JAN PETER STERCKEN tot den ouderdom van twintigh jaren was gecommen dat ‘tselve kint off kinderen soos sij geen twintigh jaren out geworden waren, door de gelijcke kinderen van JAN PETER STERCKEN, soo vant eerste als tweede bedde, naer behooren in cost en kleederen, mitsgaders in geleegenheijt onderhouden en opgevoet sal off sullen werden, soo en gelijck sulx ter goeder mans seggen behoort te geschieden welke costen onderhoudingen en opvoedinge door haer gelijcke kinderen egaelijck en sonder verminderinge vant kint off kinders portien off erffdeel anders als een meer porties sullen moeten werden gedaen, en is verders geconditioneert dat de respective proces costen soo vande een als ander sijde gevallen en geresen, sonder onderscheijt uyt den gelijcken boedel sullen moeten werden voldaen en betaelt.
Alle welcke poincten conditiën en artikelen aende respective partijen comparanten duijdelijck sijnde voorgelesen verclaren sij comparanten ……… over ende weder of daer mede goet genoegen en volcomen contentement te nemen, sonder deen den anderen eenige moeyelijckheijt te doen offte doen doen. Renuntieerende sij drie laatste comparanten als kinderen van JAN PETER STERCKEN bij JENNEKE van NEERVEN verweckt op tleveren van staet off staeten van inventaris, uyt wat hooffde aen haer eenige gelevert soude moeten werden alsoo met dit ……….. partijen comparanten verclaeren alles doot en te niet doen, en waer mede de gemelte procedure is comen te cesseren < = verzuimen, na laten >, tot naercominge vant geene voorschreven staet verbinden de wedersijtse transportanten haere resp. persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende.
Aldus gedaen en gepasseert binnen BAECKEL desen sevenden Februarij 17C en dertien.
JENNEKEN van den BOOMEN.
JAN SIMONS van den BOOMEN broeder van JENNEKEN BOOMEN.
AERT PETERS STERCKEN als oom van de vóór ende naekijnderen.
AERDT JAN STERCKEN.
NICOLAES JANSEN STERCKEN.
WILLEM HUIJBERS.
HERMEN PETERS.
CORSTIAEN MANDERS.
P. de CORT, Secretaris 1713.

Bron als boven. Folio 35 verso.
d.d. 11-02-1713.

Wij ANDRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps BAEKEL ende MILHEESE doen conde dat HENDRINA dogtere GOORT CLAESSEN geboortigh alhier ende tegenwoordigh wonende tot STEENSEL te kennen heeft gegeven, dat voor haer door de Regenten haerder woonplaetse, als een buijten geboren der selve wort versogt ofte gevoordert Cautie ten behoeve van haeren arme, ende de wijle de voorschr. HENDRIEN dogtere GOORT CLAESSEN voorschreven is geboortigh alhier, ende wij genegen sijnde een ider soo veel in onse magt is te helpen, soo hebben wij ten versoeke de selve HENDRINA dogtere GOORT CLAESSEN gelooft gelijck wij belooven met desen in onse voorschreven qualiteijt (dat off het gebeurde dat de voorschr. HENDRINA GOORT CLAESSEN tot decadentie quaeme te vervallen: soodanigh dat sij de arme casse te baet mogte nemen) dat wij de voorschr. HENDRINA dogtere GOORT CLAESSEN in ’t geheel, ende haere toecomende kinderen voor de helft uyt de Armecasse van BAKEL ende MELHEESE voor soo veel die leijden can, beneffens onse andere armen ingesetenen sullen onderhouden versoeckende dat dese onse acte van securiteijt bij den geregte van STEENSEL magh worden aengenomen, ende de voorschr. HENDRINA GOORT CLAESSEN, daeromme gerustelijck te laeten inwoonen sullende insgelijck geval ’t selve doen.
Aldus gegeven binnen BAACKEL op huijden den erfde Februarij seventien hondert en dertien.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAEN MANDERS.
F.D. ROULLOU.

Bron als boven. Folio 36 recto.
d.d. 23-02-1713.

Inden naeme Onses Heeren Amen.
Sij condt en kennelijck eenen igelijcken dat voor HERMEN PETERS ende AERT STERCKEN mitsgaders voor PIETER AELBERT Secretaris des Dorps van BAKEL en MILHEESE, sijn gestaen en gecompareert JAN THOMAS GIJSBERTS ende CATOLIJN PETERS beijde ingesetenen van MILHEESE, wettige bedde genoten, dewelke verclaerden te overdencken de broossheyt van dit menschelyck leven op der aerde als een schaduwe verganckelyck en datter niets seekerder is dan de doot en niet onseekerder dan de tijt ende ure van dien, willende derhalven niet geern uyt deser verganckelycke werelt scheijden sonder alvorens van hare tydelycke goederen haer van Godt Almagtigh op deser aerde verleent uijtterlycken gedisponeert te hebben, doende tselve bij ende mits desen.
Eerstelijk bevelen sij testateuren hare onsterfelijcke zielen inde genadige bermhertigheyt Godts en haer sterffelijcke lichamen aenden mondt der aerde om eerlijck naer haren staet begraven te worden.
Conditien alsoo tot de Dispositie van hare tydelijcke goederen, soo verclaren sij testateurs den eenen den anderen en sulx den eerst stervenden den langhst levende van haer beyden, te maecken volcomen heer en meester, vrouw en meesteresse, om bij den langhst levende van haer beyden vande naerlatenschap volcomentlijck naer sijn off haren vrijen wille te werden gedisponeert institueerende den langhst levenden daer inne met volle regt van institutie, en dat de kinderen van haer testateuren te samen geprocreert off verweckt en die bij den testateur in eerderen Huijwelyck sijn verweckt in alle de goederen waer van sij testateuren meesterschap sijn hebbende en die bij haar ‘tsij bij versterff als anders vercregen mogen werden egalijck en heeft voor hooft gelijckelyck gedeelt sullen werden mits dat het kint van haer testateuren in desen Huywelyck verweckt en soo er nogh eenigen verweckt mogte werden, dat de selve voor uyt, uyt den boel ten respecten van hare moederlycke goederen sijnde de testatrice genoten en geproffiteert sal off sullen werden eens Eenhondert en vijftigh gulden, welcke somme voor ’t scheyden des boels uytgekeert sullen moeten werden, sullende de verdere nalatenschap gelyckelyck hooft voor hooft egaelyck gedeylt moeten werden, sonder onderscheyt van voor oft nae kinderen, te maken.
Dit verclaeren sij testateuren te wesen haer testament lesten en uyttersten wille willende en begerende dat dit selve naer haer beyder overlijden naegecomen en geobserveert sal werden, is het niet als testament ten minste als codicil off eenigh ander maecksel off soo en gelyck een testament van Cristelycke menschen opt alderlest plaets grijpen en effect sorteren magh alwaert dat eenigh clausulen en Lantregts in desen testamente gerequireert waeren gecommitteert houdende deselve hier inne voor geinsereert, revoceerende cosserende doot en te niet doende alle andere maeckselen bij haer testateuren ten reguards van hare kinderen of anders gemaeckt off op geregt te saem off ider int besonder voor dato deses en specialijck den Huywelycken voorwaerden op achtentwintighsten December 17C en acht bij haer voor Schepenen alhier aengegaen.
Aldus gedaen en gepasseert ten overstaen van HERMEN PETERS en AERT STERCKEN Schepenen van BAECKEL op heden binnen BAECKEL den drieen twintigsten February 17C en dertien.
Dit merck stelt X JAN TOMAS verclaerende niet te cannen schrijven.
Dit Merck stelt X LIJNEKE PETERS verclaerende niet te connen schrijven.
En noch een drietal signaturen.

Notaris Dirck Deckers te Helmond, inv.nr. 22, akte 6.
d.d. 25-02-1713.

Op huyden den XXVen Februari XVIJc ende dertien, compareerde voor mij DIRCK DECKERS openbaar notaris bij den Ed. Rade van BRABANT in s'GRAVENHAGE geadmitteert, binnen de Stadt HELMONDT residerende, ter presentie van de onder genoemde getuygen, CLAES FRANSSEN, ende GERRIT JANSSEN gewesene commerbeurders van BAECKEL van den jaere van Bamis (= 1 October) 1693 tot 1694:, dewelcke verclaerden te constitueren, en maghtigh te maecken bij en mits desen de Heer JOHAN ROSCAM procureur voor den welgenoemde Rade, omme uyt haer constituantur naem, ende van harentwegen waer te nemen, ende gade te slaen, soodanigh proces als sij comparanten genootsaeckt sijn geweest voor den meergenoemde Ed: Raede te enthameren als impetrant van Mande­ment van daeghsels ter eenre, op eede jegens Schepenen, en Regeerders van BAECKEL voorschr: gedurende int voorschr. cas ter andere zijde, Gevende den voorn: geconstitueerde volcomen last, macht, en authoriteyt omme inde voorschreven saecke alle dagen, en termijnen van rechte, mitsgaders comparitieve ist noot, waer te nemen, de saeck tot intentie incluys te vervol­gen, ende verders generalijck alles daerinne te doen, hande­len, en verighten, wes sij comparanten selfs present sijnde, souden comen, oft vermogen te doen, alwaert dat naerder, oft speciaelder last dan voorschr. staet gerequireert wierde als houdende der selve alhier voor geinsereert, met maght, omme des noots iemandt in sijn plaetse te mogen substitueeren, Beloevende voor goet vast ende van waerden te sullen houden, en dan houden allen 't gene bij den voorn. geconstitueerde ende deselft gesubstitueerde inde voorschr: saecke alreede gedaen, ende verrigt is, ende verders gedaen, ende verricht sal werden, onder verbant als naer reghten.
Aldus gedaen, en gepasseert binnen de voorschr. Stadt HELMONDT ter presentie van GOORT MARTEN KELDERS, ende HENDRICK GOORT KELDERS, borgers alhier, als getuygen ten desen versogt.
KLAES FRANSSEN
GERRIT JANSSEN ( kan niet schrijven )
GOORT MANTENS KELDERS
HENDRICK GOORT KELDERS
Mij Present
D.DECKERS Not.Publ. 1713.

Bron als boven. Folio 37 verso.
d.d. 06-03-1713.
Compareerde voor Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAAKEL ondergenoemt GIJSBERT MEUSEN inwoonder alhier verclaert wel en wettelijck te cederen transporteren en over te geeven gelijck hij doet mits desen aen ende ten behoeve van MARIJ MEUSEN mede inwoondersse alhier seeckere negende part in een huisken schueren en aengelagh met sijne aengehoorende landerijen groot ontrent de sestien Loopensaet off soo groot en cleijn ’t selve alhier onder MILHEESE in DE HOEFF gestaen en gelegen is soo en in der voegen als hem transportant alnogh onbedeijlt zijnde van sijne Resp. ouders ten erff regten ’t selve is aengecoomen los ende vrij behoudelijck agt stuyvers jaerelijcx aen den Heilige Geest tot GEMEERT sijnde voor de negende part veertien penningen.
Item aen ’t chijns boeck van de Heere van MILHEESE sijnde voor de negende part twaalff penningen, als nogh aen de Graeff Adelijcke huiser van HELMONT jaerelijcx eenen stuyver vier penningen sijnde ter comptoire van de Heer Rentmeester De TOMBE jaerelijcx vijftien stuyvers sijnde voor de negende part eenen stuyver ende twaalff penningen en verders den chijns van den gronde met regt daer uytgaende s’lants verpondinge en Dorps lasten stegen en wegen van outs daer toe en aengehoorende.
Geloovende hij transportant dit te cederen transporteren en erffelijck overgeven altijt voor goet ende van waerden te sullen houden ende doen houden met belofte van alle nadere aenmaninge cost en schaedeloos aff te doen geheelijcken alles onder verbant en renuntiatie als naer regten getuijgen hier over AERT PETERS STERCKEN ende HERMEN PETERS op heden binnen BAKEL, den sesden Meert seventien hondert en dertien.
AERT PETERS STERCKEN.
HERMEN PETERS.
P. de CORT, 1713.
De coop is soo partijen verclaeren 28- 0- 0
Uijtgaende pagten en capitaelen 3-10- 0
31-10- 0
40e penning daer van 0-15-12
10 verhoging daervan 0- 1-12
0-17- 8

Bron als boven. Folio 38 recto.
d.d. 21-03-1713.

JAN TOMAS GIJSBERTS inwoonder alhier tot BAECKEL en MILHEEZE, als in huywelijck hebbende CATOLIJN PETERS, dewelcke verclaert wel en wettelijck te cederen te transporteren en erffelycke over te geven, gelijck hij doet bij desen aen ende ten behoeve van HUYBERT BASTIAENS mede inwoonder alhier, seecker derde part van een huijske met het aengelagh soo groes als Lant int geheel een halff Loopensaet sijnde alsoo daer van een geregte derde part, gestaen en gelegen alhier aende STRAET deen sijde CATOLIJN EVERTS, dander zijde LIJNKE AERTS, deen eijnde langhs de gemeene Straet, dander eijnde uyt schietende op DE BEEK.
Item nog een derde part van een stuck teullants gent. DEN HOGEN BOOCX groot ontrent de een Loopensaet, deen zijde, LIJN EVERTS, dander zijde ’t lant van MICHIEL van de BIJL, deen eijnde op de gemeene Straet, dander eijnde JAN de WITH.
Item nog een stuck teullants gent. DEN LEEGEN BOOCX groot ontrent een en een halff Loopensaet deen sijde LIJN EVERTS, dander sijde WILLEM de WIT, deen eijnde opde gemeene Straet en dander eynde op den cooper.
Item een derde part in een stuck teullants genaemt DEN HUIJSACKER gelegen in DE SCHOUWSE ACKER deen zijde JAN JANSSEN, dander zijde de wegh, deen eijnde TEUNIS JAN JASPERS, dander eijnde ……
Item een derde part in eenen hoeybeempt gelegen in DE SCHOUWSE BEEMDEN, groot ontrent in ’t geheel een Loopensaet, deen zijde langs DE AA, dander zijde LIJN EVERTS.
Item een derde part in eenen hoeybeempt in DEN DOMMELER groot ontrent in ’t geheel twee Loopensaet, deen sijde de Molder van VLIERDEN, dander zijde JENNEKE MARTENS.
Item een derde part in een weijvelt gent. DE HOEYDONK, alles in soodanige groote en maete als de selve ter plaetse voorschreven gelegen is, en aenden vercooper ende transportant van sijne vrouwen ouders zaliger bij versterff voor sijn aendeel te dele is competeerende sonder eenige reserve, van de erffelijcke goederen van voorschreven vrouw ouders zaliger naergelaeten als verclaerende deselve aenden voorschreven HUYBERT BASTIAENS bij ende mits desen te transporteren sonder tot eenigh nader bewijs off bepaelde groote gehouden te willen sijn, los en vrij behoudelijck hier uyt te blijven vergelden, den derde part in seven cannen rogh aende Commanderij van GEMERT.
Item een derde part in drie coppe rogge aen d’Heer Rentmeester SGROTESANDE.
Item een derde part in een …. Chijns aen d’Heer van HELMONT, off wel soodanige renten chijns en pagten waer mede ’t voorschr. goet beswaert, ende belast is, mitsgaders s’Lants en Dorps lasten en gebuerlijcke regten, als mede alle stegen wegen ende waeterloopen voor soo verre dese getransporterende goederen daer mede van regts wegen, bevoordeelt en benadeelt sijn, verders los en vrij.
Geloovende hij transportant dit cederen en erffelijck overgeven altijt voor goet en van waerden te sullen houden en doen houden en heeft hij transportant op ’t geene voorschrevene helmelinge verteegen in maniere dien gewoonelijcke alles onder verbant als na regten en guarantschappen in forma.
Schepenen hier over CORSTIAEN MANDERS ende DRIES DRIESSEN – als getuijgen, op heden binnen BAECKEL desen eenentwintighsten Meert 17C en dertien.
CORSTIAN MANDERS.
DRIES DRIESSEN.
Mij present
P. de CORT, Secretaris 1713.
Rest uytmaken en zegel.
De coop is soo partijen verclaeren f. 12: 0: 0
Uytgaende pagten in coop f. 2:10: 0
f. 14:10: 0
40e penning, daer van f. 0: 7: 8
10 verhoginge f. 0: 0:12
f. 0: 8: 4

Bron als boven. Folio 39 verso.
d.d. 28-03-1713.

Compareerde voor Schepenen van BAAKEL en MILHEESE ongenoemt PETER WILLEMS de WITH inwoonder alhier den welcke verclaert nader van den bloede te wesen van wijlen WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL, als PETER ANTONIS, welcke volgende soo verclaert bij PETER WILLEMS de WITH, van bloets wegen met clinckende en blinckende penningen en woorde daer toe dienende te vernaederen soodanigh een huijs, schuer, schop, hoff en aengelagh met soodanige teul, hoeij en weijlanden als aen de voorschr. huijsinge is gehoorende gestaen en gelegen alhier tot BAAKEL aen de STRAET, soo als PETER ANTHONIJ MANSVELDERS op den sevende April des voorleden jaers 17C en twaelff van de gelijcke erffgenaemen van den voornd. WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL bij opdragt heeft vercregen, en welcke vernaderinge den voornd. PETER ANTHONIJ MANSVELDERS geassisteert met sijne vader TEUNIS JAN MANSVELDERS mede comparanten alhier sijn accepterende geloovende van de voors. goederen te Renuntieren ende dese vernaederinge voor goet ende van waerden te sullen houden ende doen houden en daer voor verbinden de voorn. comparanten haer persoon en goederen present ende toecomende.
Schepenen hier over HERMAN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den agt en twintighsten Meert seventien hondert en dertien.
Dit ist Merck X van PETER THONIS MANSVELDERS verclaerende niet anders te connen schrijven.
ANTONIJ JANSEN.
HERMAN PETERS.
CORSTIAN MANDERS, Schepenen
P. de CORT, 1713.
De coop is geweest 300- 0- 0
Uytgaende pagten in capitalen 27- 0- 0
327- 0- 0
40e penning daervan 8- 3- 8
10 verhogingen 0-16- 8
9- 0- 0

Bossche Protocollen, inv.nr. 1816, folio 568 recto.
d.d. 29-03-1713.

De Heer FRANCHOIS van BLOTENBURGH Schepen deser Hoofstadt van S'HERTOGENBOSCH, is met vonnisse van mijn Heeren Schepenen deser voorn. Stadt, in dato den 24 Meij 1712 nae dat haer Ed. Agtb. bij oppoinctement van den 23 7ber 1712 van reguarde der goederen bij de Hr. DANIEL MACKALLE selfs gebruijkt wordende de ses weeken geijselinge hadden gehouden voor gedaene handtligtinge ende door desselfs gebruijkers van zijne verdere goederen behoorlijke handtligtinge waeren gedaen, op den 26 October 1712 gerigt geweest tot eene huijsinge, hoff en aengelagh gelegen tot BACKEL genaemt DE PASTORIJE HUIJSINGE.
Item tot eene Hoeve bestaande in huijs en schuer aen malkande­ren gebout, mitsgaders schaepstal, turfhuijs, en karhuijs gelegen tot BAECKEL voorschreve, genaemt DEN RIJPELBERGH.
Item eenen acker teullants met den hoff, daer aen gelegen te samen groot twee Lopense.
Item eenen acker teulland, gent. DE SEIJLENS groot agt Loopensen gelegen neffens Erve JOOST BERKERS ende met den andere eijnde ........
Item eenen acker genaent DEN HOECKACKER groot seven Loopense, streckende met den eenen eijnde op Erve JOOST BERKERS voornt., ende met den andere eijnde op een weijvetje van den voors. MAKALLE.
Item eenen acker teullants genaemt DEN CROM ACKER groot seven Loopense mede gelegen ter plaatse voorschreve, d'een zijde JOOST BERKERS voors.
Item eenen acker teullandts groot veertien Loopense genaemt DEN CAMP gelegen neffens de bovengenoemde huijsinge.
Item eenen acker teullants groot een en een halff Loopense, gent. DEN BALKVOOREN, gelegen neffens DEN NONNENBEEMT.
Item een weijvelt groot omtrent twintigh Loopense genaemt HET KOEIJ EUSSEL gelegen neffens den voorschreve acker, genaemt DEN CAMP.
Item eenen Beemt groot ontrent ses Loopense genaemt DEN NONNENBEEMT.
Item de helfte in eenen Buender, of agt Loopense, gelegen in DEN HELMONTSE WEERT.
Item de helfte van een weijvelt soo weij als groeslant, genaemt HET LEEGH BEESTEVELT, groot ontrent dartigh Lopense of soo groot aldaar gelegen is, neffens de Gemeente, aen d'eene eijnde ende den bovengemelte acker genaemt DE SEIJLENS aen d'ander eijnde.
Item eenen beemt gent. DEN BRUGH BEEMT, groot ontrent vier Loopense gelegen neffens de rivier DE AA bij DE BAKELSE BRUG.
Item de helfte in eenen beemt genaemt DEN RIETBEEMT groot in 't geheel vier Loopense gelegen onder HELMONT.
Item eenen Beemt groot vier Loopense gent. DE BLEECK gelegen neffens DEN BRUGHBEEMT.
Item een hoij, of weijvelt groot twee Loopense genaemt HET CALVERVELTJE gelegen neffens 'T KOEIJ EUSSEL boven genoemt.
Item eenen dries groot twee Loopense genaemt DEN EEKELHOFF gelegen agter den acker genaemt DEN CAMP.
Item eenen dries te voren heijlant groot twee Lop. genaamt DEN NIEUWEN DRIES.
Item een stuck teullant groot twee Loopense, en twaalf á dertien Roeden, genaemt DEN PAARSACKER gelegen tot BEECK bij AERLE, d'een zijde HENDRICK DECKERS, d'ander zijde WILLEM JAN HOEVEN, d'een eijnd den Gemeene weg, d'ander eijnd s'Landts geestelijke goederen een sloot tusschen beijde zijde.
Item een stuck teullant groot drie Copse gemeenlijk genaemt DEN OMLOOP, gelegen als voor d'een zijde HERMAN CREMERS, d'ander zijde WILLEM JAN HOUTS, d'een eijnd DE S'LANDS HOEVE, d'ander eijnd den Molenaer van BEEK.
Item een stuck teullants groot een en een halff Lopese genaemt DE LEEGE BERGEN, gelegen tot BEEK voors.; d'een zijde HENDRIK van TRIGT, d'ander zijde DEN GROESWEG, d'een eijnd JOOST VERBEEK, d'ander eijnd een heijvelt, alle toebehorende den gemelte DANIEL MACKALLE, overmits gebreck van betalinge van eene somme van hondert guldens, wegens twee jaeren intrest van duijsent gulden capitael, gelooft bij den voors. MACKALLE prount in bris de dato ........ in den voors: vonnisse ge-eijscht, ende die nogh verder sullen comen te verschijnen met de costen van regt.
Ende heeft opgedragen
SIMON de RAS
Die geroepen heeft, eerste, tweede, derde werff.
Ende verkogt JAN van PROIJSTEN beloevende den 29 Meert 1713.
Die geboden heeft een hondert gulden aen interesse en de verder sulle komen te verhaelen mette kosten van regt inde vonnisse geeijst.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 40 verso.
d.d. 31-03-1713.

Compareerde voor CORSTIAEN MANDERS ende HERMEN PETER NOOIJEN Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAAKEL en MILHEESE EIJCKE Wed. GOORT JOORDENS, ANTHONIJ GOORT JOORDENS, JOORDEN GOORTS, CATHALIJN GOORT JOORDENS, mitsgaders WILLEMIJN dochtere WILLEM den SMITH, sijnde alle van competenten ouderdom, de welcke eerste vier deponenten daer toe gerigtelijk uyt den naem van de Hr. RUTGER TULLEKEN Stadthouder Crimineel der Stadt ende Meijerije van S’BOSCH gedaegt sijnde om getuygenisse der waerheijt te geven, hebben verclaert ende gedeponeert op den Eedt aen handen vande gecommitteerde tot Officie alhier afgelegt dat op den seventienden Februarij deses jaers seventien hondert en dertien s’avonts ten huijse van de voorn. Weduwe in huys sijn gecomen GOORT en WILLEM sonen WILBERT GOORT LAENEN inwoonderen alhier, hebbende in de handt groote lange stocken, dat soo ras als de selve in huys waeren gecomen seijde TONY haelt u Boeck wij sullen u Betaelen dat daer op door ANTHONY GOORTS ( alsoo haeren vader wegens Resterende Borgemeesters lasten bij Rauwe actie op de Rolle was gebragt, wierden geantwoort die Rolle moet eerst claer worden gemaeckt eer ick gelt ontfange, dat sij GOORT ende WILLEM voorschr. soo aenstonts met heure stoecken den voorn. ANTHONIJ sijn toegevallen, soodanigh dat sij hem in defentie mogte stellen ende met slaen van eenen stoel als andersints si jende sijnen broeder hen ’t huys uyt hebben gecregen, als wanneer die voorgenoemde gebroederen nogh met stocken op de deur waeren stootende, ende door het hulp roepen sijnde daer en tussen de glaesen aen die voordeur ontstucken, hebben de vlugt genoemen, des soo verclaerde die voorn. WILLEMIJN mede gedaegt als voor wel te hebben gesien dat op dito avont twee mans persoonen waeren in huijs gecomen met stoecken, dogh dat sij die door alterantie < = angst, ontsteltenis > niet heeft gekent ende dat sij derhalve met haeren spinnewiel de vlugt heeft genomen.
Redenen van wel wetenheyt alleguerende het selve alsoo gepasseert te sijn ende oversulcx daer van nogh goede kennisse te hebben, ende hebben naer voorgaende prelecture hier bij gepersisteert soo waerlijck mogt haer Godt Almachtigh helpen.
Actum BAKEL desen 31 Meert seventien hondert en dertien.
CORSTIAN MANDERS
HERMEN PETERS Schepenen.
Dit ist Merck X van Wed. GOORT JOORDENS verclaert niet te connen schrijven.
ANTONI GOORT JOORDENS.
G. JORDEN GOORTS.
CAELIN GOORTS.
Dit is het X Merck van WELLEMIN WILLEMS SMITS verclaert niet te connen schrijven.

Bron als boven. Folio 42 recto.
d.d. 18-04-1713.

Compareerde voor Heeren Schepenen onder genoemt DRIES DRIESSEN Schepen ende HENDRIK JANSSEN inwoonder alhier als aengestelde curateuren over de goederen van MICHIEL van der BIJL saliger bij Heeren Schepenen van BAAKEL daer toe gestelt en geauthoriseert volgens appointemente bij forma van appostille vergunt en gegeven op de requeste bij de naeste bloet vrienden en geintresseerdens aen haer Eerw. Schepenen gepresenteert, wesende van dato den …….. des jaers 17C en twaalff, de welcke volgens publiecke vercoopcedulle daer van sijnde uyt cragte voorschreven verclaeren wel en wettelijck te cederen te transporteren en met helmelinge vertijdenenisse erffelijcke over te geven gelijck sij doen bij desen aen en ten behoeve van FRANS JAN CORSTEN inwoonder alhier tot MILHEESE seecker huys, schuer en aengelagh, hoeij en weijlanden gestaen en gelegen alhier onder MILHEESE gemeenelijck genaemt DEN WIJBOSCH groot ontrent de dertien Loopensaet off soo groot en cleijn als ’t selven gelegen is, en bij MICHIEL van der BIJL op den op den twaelffde Meert 17C en een bij publique vercoopinge is vercregen aen te veerden de huijsinge en groes te Pincxteren deses jaers 17C en dertien ’t lant t’oochst blodt aen de stoppelen, los en vrij uytgenoemen jaerlijcks te vergelden aen den Heere van MILHEESE achtien stuyvers gront chijns.
Item seven stuyvers jaerlijck aen de Pastorije van GEMERT.
Item een vat rogge aen den Armen van BAAKEL. Dorps en s’lants lasten, soo verpondinge, commer als andersints. Behoudelijck alle steegen weegen en waterlaeten daer met regt over ende door gaende.
Geloovende die voorschreven transportanten in voornoemde qualiteyt dit cederen transporteren en erffelijck overgeven ten behoeven van den voorschreven FRANS JAN CORSTEN altijt voor goet vast steedich ende van waerden te sullen houden ende doen houden met gelofte van guarantscappe in forma onder verbant en renuntiatie van regten daer toe staende, alles volgens voors. publique conditie van vercoopinge van dato den twee en twintighsten Meert 17C en dertien en de Schepenen van BAAKEL hier overstaende AERT PETER STERCKEN, HERMEN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS op heden den 18 April seventien hondert en dertien.
AERT PETERS.
HERMEN PETERS.
CORSTAN MANDERS, loco Secretaris.
De coop met de slagen 132-10- 0
Uyt gaende lasten in capitaelen 45- 0- 0
177-10- 0
40e penning 4- 8- 8
10 verhogingen 0- 8-14
4-16- 6

Bron als boven. Folio 43 recto.
18-04-1713.

Compareerde voor Heeren Schepenen ondergen. DRIES ANDRIESSEN Schepen ende HENDRICK JANSSEN inwoonder alhier als aengestelde curateuren over de goederen van MICHIEL van der BIJL saliger bij Heeren Schepenen van BAAKEL daer toe gestelt en geauthoriseert volgens appointementen bij forma van appostille vergunt en gegeven op de requeste bij de naeste bloet vrienden en geintresseerde aen haer Eerw. Schepenen gepresenteert wesende van dato den ……. des voorleden jaers 17C en twaelff, de welcke volgens publiecke vercoopcedulle daer van sijnde, uyt cragte voorschr. verclaeren wel en wettelijck te cederen, te transporteeren, en met helmelinge vertijdenisse erffelijck over te geven gelijcks sij doen bij desen aen en ten behoeve van GOORT FRANSSE van den HOUT inwoonder alhier seecker huysse met den hoff gestaen ende gelegen alhier aen ’t KERCKEIJNT en tegenwoordigh bewoont bij FRANCIS van den HOUT in ’t midde op te deelen van ’t cleyn huijske en de het groote huijs.
Item den dries genaemt DEN ROSSEM soo groot en cleijn die alhier gelegen is.
Item de derde part in eenen acker teullants, deener zijden den hoff van den voornoemden MICHIEL van der BIJL saliger, dandere zijde de gemeente ofte de gemeene BERGEN.
Item een derde part in eene acker teullants genaemt DEN BEECKACKER d’eener zijde CORSTIAEN HERMENS d’ander BASITAEN HERMENS.
Item een derde part in eenen acker teullants genaemt DEN LANGHE ACKER gelegen aen DEN LICKWEGH d’eener zijde JAN CLAESSEN, d’andere zijde den gement wegh.
Item een derde part in eenen acker teullants gelegen achter den Muelen, d’eener zijde Wed. GEERTIE JAN JOOSTEN d’andere zijde BASTIAEN HERMENS.
Item een derde part in een coeyeuwsel gelegen in DE GEENEYNTSE EEUWSELS d’eenen zijde TEUNIS HENDRICX d’andere zijde JOCHEM TEUNIS.
Los en vrij behoudelijck jaerlijcx te vergelden den gront chijns bestaende in een derde part van een hoen ten huyse van den Heere van HELMONT.
Item alnogh jaerlijcx aen den Heere van DEURNE drie gulden tien stuyvers, sijnde de derde part van tien gulden tien stuyvers.
Aen te veerden de huysinge te Pincxteren in den jaere 17C en veertien, euwsel en groes te halff Meert ende ’t lant t’oogcht blodt aende stoppelen alles in den voorschr. jaeren met Dorps en s’Lants lasten soo verpondinge commer aentael als andersints, behoudelijk alle steegen weegen en waterlaeten daer met regt over ende door gaende.
Geloovende die voorschreven transportanten in voornd. qualiteyt dit cederen transporteeren en erffelijck overgeven ten behoeve van den voornd. GOORT FRANSSEN van den HOUT altijt voor goet vast steedigh en van waerden te sullen houden ende doen houden met gelofte van guarantschappe in forma onder verbant ende renuntiatie als naer regten daer toe staende, alles volgens voors. publique conditie van vercoopinge van dato den tweeentwintighsten Meert 17C en dertien ende Schepenen van BAAKEL hier overstaende AERT PETER STERCKEN, HERMEN PETERS ende CORSTIAEN MANDERS op heden den achtienden April 17C en dertien.
AERT PETERS STERCKEN.
HERMEN PETERS.
CORSTIAN MANDERS, loco Secretaris.
Den coop met de slaegen 176
Uytgaende pagten in capitael 94
269
40e penning 6-15- 0
10 verhoging 0-12-8
7-18- 8

Bron als boven. Folio 44 recto.
d.d. 21-04-1713.

Compareerde voor JAN IJSBOUTS ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen dese Dinghbancke van BAAKEL, JAN van der LINDEN ende ANTHONIJ PETER REIJNDERS, beijde van competente ouderdom, dewelcke in faveur van Justitie < = ten gunste van de gerechtigheid > gedaegt sijnde om der waerheijt getuygenisse te geven, hebben onder Solemneelen Eede aen handen van den gesubstineerden < = plaatsvervanger > van ’t Officy afgelegt verclaert ende getuygt gelijk sij doen mits desen waerachtigh te wesen dat sij ontrent de drie weecken geleden sonder den precisen dagh onthouden te hebben, in den voor nagt hebben hooren hout cappen, ende daer op genadert sijnde, hebben gehoort, en gesien dat op de gemeente ontrent ’t BEESTER BRUCXKE, eenige gemeents boomen op de gemeentes gront staende, wierden om gecapt off gesaegt, ende gesien te hebben, dat daer mede twee persoonen doende waren, sonder dat sij deponenten de selve hebben gekent en vermits den duijster nagt, hebben connen kennen, veel minder te weten waer de selve boom off boomen nae toe verbrogt off vervoert sijn geworden. Verclaerende verders niet meer te weten off andere kennisse meer te hebben. Redenene van welwetenheyt allegeerende sij deponenten soo als getuygt is. En hebben sij deponenten naer prelecture dese verclaeringe gepersisteert soo waerlijck mogte Godt Almachtigh haer helpen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den een en twintighsten April 17C en dertien.
Dit merck X stelt JAN van der LINDE verclaert niet anders te connen schrijven.
Dit merck X stelt ANTHONIJ PETER REIJNDERS verclaert niet anders te connen schrijven.
JAN IJSBOUTS
CORSTIAN MANDERS, Schepenen.
P. de CORT, Secretaris 1713.

Bron als boven. Folio 45 recto.
d.d. 09-05-1713.

Compareerde voor ANDRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps van BAAKEL ende MILHEEZE ondergenoemt LAMBERT GERITS out ontrent de 54 jaeren ende HENDRICK LAMBERT GERITS out ontrent ses en twintigh jaeren, beijde ingesetenen alhier, de welck ter instantie van de Hoogh Ed. Heere JOHAN RABO Baron van KEPPEL Heere van PECKENDAM Hoogh ende Laghschout der Stadt Meijerije van s’HERTOGENBOSCH, hebben onder Solemneelen Eede aen handen van den gesubstitueerde van ’t Officij alhier affgelegt, getuijgt, verclaert ende gedeponeert, gelijck sij doen mits desen ( voor waeragtigh te wesen den eerste in ordine deponent dat op Saterdagh wesende den 6de Meij 17C en dertien ontrent den avont ’t kint van MARIJ PETER HERMENS Wed. DERICK van SCHINDEL ontrent ’t huijs van hem voorn. eerste deponent LAMBERT GERITS heeft hier speelende ende ontrent een halff ure ongeveert daer naer gesien te hebben dat voorschreven ’t kint in den graeff was gevallen, ende aldaer in verdroncken lag waer op hij eersten ende tweede deponent ’t ligghaem van voorn. doode kint uyt den graeff te hebben gehaelt en ’t selve in ’t huys van de voornd. MARIJ PETER HERMENS des selfs moeder gebragt. Verclaerende verders hier van niet meet te weten off andere kennisse meer van te hebben redenen van welwetentheijt allegeerende sij deponenten naer prelecture dese verclaeringe gepersisteert soo waerlijck mogte Godt almagtigh haer helpen aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den negende Meij 17C en dertien.
Dit is het X merck van LAMBERS GERITS verclaerende niet anders te connen schrijven.
Dit is X het Merck van HENDRICK LAMBERS verclaerende niet anders te connen schrijven.
CORSTIAN MANDERS.
DRIES DRIESSEN, Schepenen.

Bron als boven. Folio 45 verso.
d.d. 27-05-1713.

Compareerde voor Heeren Schepenen ondergent. HENDRICK van GEMEERT Churigin < = chirurg > ende inwoonder tot GEMEERT, den welck onder presentatie van Solemneele Eede des versogt sijnde aff te leggen verclaert ’t doode lighaem van het kint van PETER JAN GERITS te hebben gevisiteert, daer aen geene quetsuren bevonden te hebben, en dienvolgensde ’t hooft, borst, buik en verdere ledematen in staet bevonden. En dat dien volgende geen uijtwendige tijckenen van de doot en hebben bevonden. Getuijgen hier over staende AERT PETER STERCKEN ende CORSTIAEN MANDERS op heden den 27e Meij 17C en dertien.
CORSTIAN MANDERS.

Oud Rechtelijk Archief Helmond, inv.nr. 311, folio 82verso.
d.d. 03-06-1713.

Compareerde voor JAN de RIJCK ende GERARDUS HUBERTI, Schepenen der Stadt HELMONDT, FRANS LAMBERS woonende onder de Heer­lijcheit ASTEN, den welcken verclaerde te cederen en transpor­teren, gelijck hij cedeert en transporteert bij ende midts desen, aen en ten behoeve van AERT PETER STERCKEN, woonende tot MILHEZE, sijn paert, drie koeijen, en vier leegbeesten, mitsgaders alle meubilen huysraedt, en graenen ten velde besaeijt sijnde, den voorn. FRANS LAMBERS toebehoorende egeen van dien uijtgesondert hoe deselve genaemt soude mogen sijn, en dit alles sonder eenich het minst recht off eijgendom daeraen off op te behouden daer van expresselijck renuntieren, en afstant doende bij desen, beloovende dit cederen en transporteren altijt voor goet vast en van waerden te sullen houden, onder verbandt als naer rechten; T'oirconde der waerheijt hebben wij Schepenen bovengent. de minute protocol­lair deses onderteeckent; op heden den derden Junij XVIIc en dertien.
JAN de RIJCK 1713

G. HUBERTI 1713.Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 46 recto.
d.d. 06-06-1713.

Compareerde voor Heeren Schepenen EIJCKE Weduwe PETER JAN JOOSTEN geadsisteerd met haere soon HENDRICK, ende MARIJ haere dochteren beijde mondige kinderen verweckt bij den voorn. PETER JAN JOOSTEN, de welcke verclaeren te cederen, te transporteeren en met helmelinge vertijdenisse erffelijck over te geven gelijck sij doen mits desen aen ende ten behoeve van PETER GIJSBERS inwoonder alhier, seeckere heij en groesvelt gelegen alhier onder MILHEESE deendere zijde de gemeente van DEURNE dandere zijde de erffgenaemen PETER HOOBEN, d’eender eijnde de erffgenaemen EIJCKE Weduwe PETER JAN JOOSTEN voorschreven, groot ontrent de vier Loopensaet off soo groot en cleijn als ’t selve ter plaetse voorschreven gelegen is, los en vrij sonder eenige reserve behoudelijck den chijns van den gronden mitsgaders alle steegen en weegen, waterlaeten, met regt daer over ende doorgaende, dorps commer lasten en verpondinge. Geloovende sij voorschreven transportanten dit cederen, transporteren en erffelijcken overgeven ten behoeven als boven altijt voor goet, vast, stedigh en bondigh en van waerden te houden ende doen houden met geloofte van guarantschappe in forma onder verbant van haere persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende en voorts alle alle commer calangie en / aentael den cooper ter saecke deses te sullen indemneeren.
Actum BAAKEL den sesde Junij 17C en dertien coram DRIES DRIESSEN ende ARIAEN JANSSEN.
DRIES DRIESSEN.
ADRIAEN < niet leesbaar >.
De coop is soo partijen verclaeren 40- 0 - 0
40e penning 1- 0 - 0
10 verhoogingen 0- 2- 0

Bron als boven. Folio 46 verso.
d.d. 24-06-1713.

Bij den inhouden van dese openbare instrumenten van houwelijckse voorwaerden sij cond en kennelijck die desen sal werden vertoont dat voor ons ANDRIES DRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen van BAAKEL ende MILHEESE in propere persoonen gecompareert sijn CORNELIS TIJS CORNELISSEN Weduwnaar van LYSKE DERICX sijne gewesen huysvrouw, toecomende bruijdegom ten eenre, ende MARIA FRANSSEN van den HOUT Jonge dochtere geassisteert met FRANCIS van den HOUT haeren broeder toecomende bruijt ter andere zijde. Die welcke verclaerde omme alle dispuijten ende onheijlen die in ’t toecoomende soude connen comen ofte mogen ontstaen wegh te nemen, alvoorens te treeden in den huewelijcke staet, met malcanderen te maecken dese heuwelijckse voorwaerden ofte contract acte nuptiel < = contract van huwelijkse voorwaarden > in daer manieren hier naer volgende.
Namentlijck gebruijckende hij toecomende bruijdegom de magt van de testamente bij hem ende sijne gewesene huijsvrouw op den eerste November des jaers 1694 < of 1699 > voor den Notaris THEODORUS AELBERTS ende seeckere getuijgen binnen der Stede HELMONT gepasseert (ons Schepenen onder copije autentycq geblecken sal alsoo tot onderstant van desen aenstaende huijwelijck alle sijne haeffelijcke ende gereede goederen breeder in de voorn, testament geexpresseert waer toe om kortsheijts wille wort gerefereert) in brengen en sal daer aen tegen die voorn. toecoemende bruijt tot onderstant van dit voorscheven huewelijck van haeren cant daer toe in brengen, soo in effecten als gelt ontrent waerdigh sijnde de somme van hondert gulden, ende in gevalle offte ’t gebuerde dat de voornoemde toecoemende bruijt ende bruijdegom in desen aen staende huwelijck geen kint offte kinderen quaeme te verwecken ende sij toecoemende bruijt eerst sonder kint ofte kinderen als voor afflijvigh quame te worden, soo sullen die voorn. hondert gulden, aen de regte erffgenaemen als dan in ’t leeven sijnde van den cant van de voorn. bruijt wederom geleveert worden door den toecoemende bruijdegom, en sullen de penningen moeten betaelt worden uyt de gereetste goederen sonder tegenseggen, mitsgaders sal oock wederom moeten gerestitueert worden het lijnwaet < = het linnegoed > ende klederen tot het lighaem van de toecoemende bruyt behoorende, ende ingevalle den voorschreven toecoemende bruijdegom eerst quame te overleijden, soo sullen alle de selve haeffelijcke ende gereede goederen, gelt als andersints gemunt als ongemunt bij de langst levende ende LIJNEKE dochtere van den toecoemende bruijdegom verweckt bij LIJSKE DERICX gelijckelijck worden gedeijlt in twee geregte portijen. Edogh kinderen te verwecken in desen aenstaende huwelijck, soo sullen dat naer kint ofte kinderen, met het voorn. voorkint deijlen hooft voor hooft ofte sij van eenen vaeder ende moeder gebooren waeren. Alleen gereserveert ten behoeve van ’t naer kint ofte kinderen haer regt in ’t goet genaemt DEN VLINCKERT onder BAAKEL, ende daer tegen sal ’t voor kint verweckt bij LIJSKE DERICX voors. behouden allent geene uyt hoofden van haeren grootvaeder sal comen aen te sterven volgens de lant regte.
Ende is mede ondersproocken dat off het gebuerde, dat ’t voorn. voor kint met naeme LIJNEKE met de toecoemende bruijt niet wel en conde accordeeren dat als dan het selve sal worden uijtgereijckt voor een uijtsetsel een bequaeme melck koey ende tien gulden aen gelt eens, ’t welck het voorn. voor kint wederom sal moeten gelijck maecken ’t sij uijt het gereet ofte haere vaste goederen, naer de doot van de toecoemende bruijdegom, alle welcke voorschreven poincten ende articulen die de voors. comparanten malcanderen hebben gelooft ten allen teijde te sullen doen stant houden, onder verbant als naer regten, ende oversulcx heijlighlijck te doen observeeren, sonder eenige oppositie in regt ofte daer buijten getuijgen waeren hier over Schepenen in BAAKEL ut Supra, op heden den vier en twintigste Junij 17C en dertien.
Dit is het X merck van CORNELIS TIJS CORNELISSEN verclaert niet anders te connen schrijven.
Dit is het X merck van MARIA FRANSSEN van den HOUT verclaert niet anders te connen schrijven.
DRIES DRIESSEN
CORSTIAN MANDERS, Schepenen.
P. de CORT, Secretaris 1713.

Bron als boven.
Folio 49 recto.
d.d. 29-07-1713.

Wij ANDRIES DRIESSEN ende THOMAS SWINCKELS Schepen des Dorps ende dinckbancke van BAAKEL ende MILHEESE doen conde dat JAN VERMUELEN geboortigh alhier ende tegenwoordigh woonende tot DUERNE te kennen heeft gegeven dat aen hem voor de Regenten sijnner woonplaetse, als een buyten geboren wort versogt ofte gevordert behoorlijcke cautie < = bewijs van borgtocht > ten behoeve van haeren armen. Ender weijle den voorschr. JAN VERMUELEN geboortigh is alhier ende wij genegen sijnde een ider soo veel in onse magt is te helpen, soo hebben wij ten versoecke van den selven JAN VERMUELEN gelooft gelijck wij beloven mits desen in onse voorschr. qualiteijt, dat off ’t gebuerde dat den voors. JAN VERMUELEN tot decadentie < = neergang; armoede > quame te vervallen soodanigh dat hij de Arme casse te baet mogte nemen, dat wij den voorschr. JAN VERMUELEN in ’t geheel, ende sijne toecoemende kinderen voor de helft uyt de Arme casse van BAAKEL ende MILHEESE voor soo veel die leijden can, beneffens onse andere armen ingesetenen sullen onderhouden versoeckende dat dese onse acte van securiteijt bij den geregte van DEURSE magh worden aen genomen, ende den voors. JAN VERMUELEN laeten inwoonen, sullende ingelijcke geval ’t selve doen aldus gegeven binnen BAAKEL op huijden den 29 Julij 1713.
DRIES DRIESSEN
THOMAS SWIJNCKELS
CORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 49 verso.
d.d. 22-08-1713.

Wij DRIES ANDRIESSEN en AERT PETER STERCKEN Schepenen des Dorps van BAAKEL doen conde Certificerende ende verclaerende bij desen, dat voor ons persoonlijck is gestaen en gecompareert DERRISKE dogtere MARCELIS HERMENS Weduwe van DIRCK LEENDERTS geboortig en woonagtig alhier tot BAEKEL out ontrent de 74 jaeren, dewelcke ter instantie van JAN DIERDONCX den OUDEN gerichtelijck gedaegt sijnde, om der waerheijt getuijgenisse te geven, heeft onder Solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerde des Officy affgelegt, getuijgt, verclaerdt en geattesteerd gelijck sij doet bij desen, waer waerachtigh en aen haer deponente seer wel kennelijck te sijn, dat seecker heij en weijvelt tegenwoordigh aenden requirant toebehoorende en van JAN PETER WILLEMS ende JAN JACOBS bij coop en opdragt vercregen haer deponentens moeders vader zaliger, dat ’t selve velt is off weijke van den requirant soo langh haere geheugenisse gedraegt, met drijven en varen is geweegt door een Eeusselke daer vooren gelegen, en ’t geen van’t voorschr. velden van de requirant is affgedeylt en nu aen JAN WILLEM JAN JOCHEMS is toebehoorende aent’t OVERSCHOOT alias COPERMAN, verders verclaert sij deponente dat haer alnog wel kennelijck is, dat tot ’t voorschr. veltje eenen anderen weg is geweest, en dat om gevoegs wille eenen sloodt was ingesligt, om dat dit agterste velt is gevoegelijcken, en tot proffijt van’t voorste namentlijck ‘tgeen dat wegen moet soude comen werden gevaren. Redenen van welwetentheyt allegerende, dat sij wel bekent is, dat in’t agterste veltje nu aenden Requirant toe behoorende bomen sijn gehouden en bagger gestoocken, en dat die door ’t eerste oft voorste veltje nu aen JAN WILLEM JAN JOCHEMS toebehoorende sijn uytgevaren en geweegt geworden sonder eenige contradictie, en heeft sij deponente naer prelecture van dese bij dese hare verclaring gepersisteert Soo waerlijck mogt haer Godt Almagtigh helpen. Toirconde geteeckent binnen BAECKEL desen tweentwintighsten Augusth 17C en dertien.
DERRISKE MARCELIS.
DRIES DRIESSEN.
AERT PETERS STERCKEN
P. de CORT, Secretaris 1713.

Bron als boven.
Folio 50 verso.
d.d. 29-08-1713.

Wij DRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, CORSTIAEN MANDERS, PETER THOMAS NOIJEN, ADRIAEN JANSSEN, PETER van den SANDE Schepenen, MARTEN JAN JOCHEMS ende REIJNDERT WILLEMS Borgemeesters, JOOST DERICX ende PETER CUIJPERS Armenmeesters, ……………. Kerkmeesters, ……………….. Peelmeesters des Dorps ende Dinghbancke van BAAKEL ende MILHEESE Quartier van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH: representeerende ’t geheele Corpus van BAAKEL en MILHEESE doen conde dat wij tot restitutie van andere capitaelen staende tot hooger intrest ten laste van deze gemeente, om de selve te reduceeren uijt cragte van permissie van Haar Hoog Mogende Heeren Staten Generael der VEREENIGHDE NEDERLANDEN in dato den eerste October 17C en ses te hebbe geconstitueert en volmaghtigh gemaeckt, gelijk wij constitueeren en volmachtigh maecken bij desen MARTEN JAN JOCHEMS en REIJNDER WILLEMS respective regeerende borgemeesteren deses dorps, omme in naem van dese gemeente binnen de Stadt S’HERTOGENBOSCH off elders te gaen negotieren soodanige capitaelen somme van penningen, als tot restitutie der capitaelen van de Hr. en Mr. GEERLOOFF SUIJCKERS Advocaat in S’GRAVENHAGE en andere capitaelen staende tot laste van dese gemeente tot hoger intrest, noodigh sullen oordeelen, met magt om ten laste van ons en onse gemeente en ingesetenen ider een voor al, voor Schepenen der Stadt S’HERTOGENBOSCH en andere ten behoeve van die geenen off den geene die de penningen sal comen te leenen te passeren Schepen schultbrieven, soo en gelijck op ’t cragtigste ’t selve ter Secretarie sal werden gerequireert, en daer van voor intrest te geloven, soo en gelijck sij geconstitueerdens sullen comen te bedingen, dagh dat ’t selve niet hooger dan vier per cent in’t jaer sal mogen geschieden, en verders in ’t passeeren en geloven der voors. Schepenschultbrieven ’t observeeren op gemelte Haer Hoog Mog. permissie gevende aen de voors. geconstitueerdens te samen volcomen magt, last en speciael bevel om ter saecke voors. als mede in ’t geloven der schult brieven generalijck en specialijck te doen en te handelen als sij geconstitueerdens oordeelen sullen ten meesten intrest der gemeente te behooren, alwaer ’t soo dat van de geconstitueerdens tot het restitueeren der capitaelen om gereduceert te crijgen, als om penningen te negotieren die tot restitutie van andere gebruijckt soude werden eenige generaeldere off speciaeldere magt dan voorschr. wierde gerequireert dan voorschr. staet.
Soo verclaeren wij allentgeene deses aengaende, van haer geconstitueerdens gerequireert conde werden tot verrigtinge van ’t geene voorschr. op de geconstitueerdens bij desen te houden, voor geinsereert, en al even off de selve nadere magt van woorden tot woorden bij desen waren gestelt.
Geloovende voor goet en van waerde te stellen houden, en doen houden allentgeene bij de geconstitueerdens ter saecke deses sal werden gedaen en verrigt, met gelofte van indemniteijt < = schadeloosheid, vrij houden > en onder verbant als nae regten. Soo als voorschreven staet, des sullen de geconstitueerdens gehouden wesen haer specialijck te reguleeren naer op gemelte Haar Hoog Mog. resolutie, en dat sij van haer verrigtinge gehouden sullen sijn te doen behoorlijcke reeckeningh bewijs en reliqua < = overblijfsel >.
Toirconde de minute prothocollair eijgenhandigh onderteeckent op heden binnen BAAKEL den negen en twintigsten Augusti seventien hondert en dertien.
DRIES DRIESSEN.
AERT PETERS STERCKEN.
THOMAS SWIJNCKELS.
CORSTIAN MANDERS.
PETER THOMAS NOIJEN.
ADRIAEN IJANSSEN.
PETER JANSSE van der SANDE, Schepenen.
Dit is ’t X Merck van MARTEN JAN JOCHEMS verclaert niet te connen schrijven.
REIJDER WILLEMS, Borgemeesters.
Dit is het Merck X van JOOST DERICX.
PETER CUIJPERS, Armmeesters.

Bron als boven. Folio 52 recto.
d.d. 05-09-1713.

Wij AERT STERCKEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorpe en Dingbancke van BAAKEL ende MILHEESE, doen conde certifeceerende ende verclaerende si jende mits desen, dat wij neffens Mr. HENDRICK van GEMEERT Chirurgijn inwoonder tot GEMEERT, hebben gevisiteert ’t doode Lighaem van HELKEN dochtere JOOST TEUNIS JOOSTEN en verclaerde den chirurgijn gelijk ons is gebleecken dat ‘t hooft van voorschreven dogter seer was gequest, verplettert, ende door wont, soodanigh dat de doot volgens verclaering des chirurgijns daer op heeft moeten volgen, presenteerende hij Mr. Chirurgijn des noots sijnde ’t geene voorschreven, altoos met Solemneele Eede te verifieeren. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den vijfden September 17C en dertien.
CORSTIAN MANDERS.
AERT PETERS STERCKEN.
Mr. HENDRIK van GEMERT, Chirurgijn.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1699, folio 264v t/m 266.
d.d. 07-09-1713.

Wij Schepenen ondergenoemt maken kennelijck, dat voor ons persoonlijck is gecompareert d'Heer HERMAN CREMERS als waarne­mende 't komptoir van de Heer MARTINUS den TOMBE Rentmeester van de Geestelijcke goederen over het Quartier van PEELAND gemagtigt bij den selve uyt kragte van een generale authorisa­tie wezende van dato den .......... <= open gelaten> den voorschreven Heere Rentmeester gemagtigt tot het navolgende uyt kragte van sekere Resolutie te insereren <= inlassen, invoegen van een tekst> de resolutie van haer Ed.Mo. de Heeren Raden van Staate te vinden in <meo?> Lib: op den 12 Maert 1707. Ende uyt kragte der magte den voorschreven Heere Rent­meester bij de voorschreven Resolutie ende den voorschreven geconstitueerde bij de voorschreven authorisatie soo blijkende was, gegeven ende verleent, huys, hoff ende aangelag, groot omtrent tien Lopensads JOOST REYNDERS, e.z. ........ a.z.
Item eenen acker genaamt Het WEYERKEN, groot twee Lopense, AERT op d'ASDONCK e.z., LAMBERT ANTONISSE a.z., e.e. de gemeene wegh, a.e. d'Heer COMMANS. Item een eeuwsel groot omtrent vier Lopensaet JAN CUUPERS e.z. en e.e. LAMBERT TEUNISSE a.z., a.e. de gemeynte. Item nog een parceel lands toebehorende STEYNEKEN HOLLANDERS, alle welke voorschreven parceelen van goederen gelegen tot BAECKEL toebehoort hebbende JAN HENDRICK JANSEN ende STEYNEKEN voors.. MICHIEL de GAREE s'Lands Deurwaarder uyt kragte van authorisatie van gemelte Heere geconstitueerde na voorgaande solemniteyten daer toe gerequireert publieckelijck ende voor alle man ten overstaan van Heeren Officier en Schepenen deser Stad bij Excecutie hadde verkocht, FRANCIS van den HOUT wonende tot BAECKEL voors. voor de somme van een hondert en tien gulden, de slaagen daer inne gerekent omme daer aan te verhaalen eene Rente van seven gulden tien stuyver jaerlijcks, wegens 't Convent van SOETERBEECK met de costen van excecuties. Breder blijkende bij de verkoopcedulle daer van zijnde de dato den 26 Juny laatstleden, heeft hij mits desen wettelijck ende erffe­lijck opgedragen ende overgegeven den voorschreven FRANCIS van den HOUT met sodanige voordelige ende nadelige servituten, als de voorschreven goederen sijn hebbende et effest. gelovende uyt krachte zijner voorschreven gegevene magte van s'Lands wegen . Des sal den voorschreven ver­krijger uyt de voorschreven parceelen van goederen jaarlijcx blijven vergelden den grondchijns ende gewinchijns, soo eenige met recht daer uyt is gaende. Ende off naemaels bij wegen van regten ende voorts . Sonder begrooting van lasten in kummissie. Datum ut Supra <= 7 September 1713>.
De qiutantie van de 80e penning en 10e denary geboekt als in margine met consent omtrent den tijd en geteekent HASEVOET en GILLIS KERCKHOVEN.
GRIMBERGEN
W. de ZOMINGEN 1713
Mij Present van. TEFFELLEN 1713.

! In de margine !
Koop 110. 0.00
80 1.07.08
10 0.02.12
1.10.04

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 52 verso.
d.d. 09-09-1713.

Wij DRIES ANDRIESSEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAECKEL en MILHEEZE, doen conde dat voor ons is gestaen en gecompareert, den Eerw. Heere HENDRICUS van SCHAERDENBURGH President alhier, dewelcke verclaerde te constitueeren en volmagtigh te maecken gelijck hij doet bij desen, d’Heer en Mr. JOHAN van de HOOVAERT Advocaat voor de respective Hoven van Justitie in S’GRAVENHAGE mitsgaders d’Hr. JACOB van der HORST Procureur voor den Ed. Mo. Souverainen Raede van BRABANT in S’GRAVENHAGE, om in den naem van hem Heere comparant, in hare respective qualiteyten, voor den gemelden Raede van BRABANT te vervolgen soodanige procedure als hij Heere constituant voor den gemelden Raede als impetrant van mandement met de clausule van arrest genoodsaeckt is geweest te institueeren op ende jegens d’Heer ADOLFH van der MEULEN als in huywelijck hebbende Mevrouw JOHANNA ‘THOOFT, d’Hr.n van BEVERWYCK Secretaris van VUGHT als in huywelijck hebbende gehadt Juffr. MARIA ‘THOOFT mitsgaders Juffr. LAUWERENTINA ‘THOOFT als gedaegdens wegens seeckere affreeckeninge monterende Drie hondert guldens alle dagen en termijnen van Regten te observeren, sententie te besolliciteren en verders generaelijck in saecke voorschreven. Naer vereys vandien te doen en te handelen als sij respective Heeren geconstitueerdens sullen oordeelen te behooren.
Geloevende voor goet en van waerden te sullen houden en doen houden, allentgunt bij de respective Heeren geconstitueerdens in voorschr. saecke alreede is gedaen en verrigt en verders gedaen en verrigt sal werden, met gelofte van indemniteyt en onder verbant als nae regten.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den negenden September 17C en dertien.
HENRICUS van SCHAERDENB. President van BAECKEL.
DRIES DRIESSEN, Vice President.
CORSTIAN MANDERS Schepen.
Mij present, P. de CORT, 1713.

Bron als boven. Folio 53 verso.
d.d. 19-09-1713.

Wij AERT STERCKEN en ADRIAEN JANSSE Schepenen van BAECKEL en MILHEESE, Quartier van PEELANT, Meijerije van S’BOSCH, doen conde, dat voor ons is gestaen en gecompareert THOMAS GIJSBERTS en PETER PETER MARTENS beijde van competenten ouderdom en inwoonderen alhier, dewelcke ter instantie van’t Hoog Officij gedaegt sijnde der waerheijt getuijgenisse te geven, hebben onder presentatie van Eede, op henne vrome waerheijt getuijgt verclaert en geattesteert gelijck sij doen bij desen, waer en waeragtig te wesen, dat sij als nae geburen van JOOST DENISSEN inwoonder tot MILHEEZE op den tweeden September jonghstleden sijn gecomen aende schops koijs < = schaapskooi > van dito JOOST DENISSEN en aldaer gesien en bevonden dat HEYLKEN dogtere JOOST TEUNIS JOOSTEN, aldaer was liggende seer beseert aen haer hooft soodanigh dat ’t bloet daer langs was aff loopende en verclaen verders dat de gemelte HEYLKE ontrent een groot quartier van een uer daer nae, in haer deponentens presentie is comen te overlijden sonder imant anders op de straet of ontrent de schobkoij daer bij off ontrent gesien te hebben.
Redenen van welwetentheijt allegerende soo voorschreven staet als ‘tgeene voorschreven staet getuijgt gesien en aenschouwt te hebben, en hebben de deponenten naer prelecture van dese, daer bij gepersisteert.
Toirconde geteekent binnen BAKEL desen negntienden 7ber 17C dertien.
Dit ist X merck van THOMAS GYSBERTS.
Dit ist X merck van PETER PETER MARTENS.
AERT PETERS STERCKEN.
ADRIAEN IJENSEN Schepen.
P. de CORT, Secretaris 1713.

Bron als boven. Folio 54 verso.
d.d. 23-09-1713.

Wij DRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, CORSTIAEN MANDERS, ARIAEN JANSSE, PETER van der SANDE ende PETER THOMAS NOIJEN Schepenen en Regenten van BAECKEL en MILHEESE Quartier van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, verclaeren te constitueren en volmachtigh te maeken gelijk wij doen bij desen Dhr. JOHAN ROSCAM Procureur van den Ed. Mog. Rade van BRABANT, om in onse naeme en van wegens de verdere gedaeghdens uyt cragte van mandement van den Rade, ter instantie van den Heere vn EIJCK Heere van MIERLO gedagvaert, voor den opgemelte Ed. Mo. Rade van BRABANT alle dage en termijnen waer te nemen, en gade te slaen soodanige procedure als bij den Heere van EIJCK Heere van MIERLO en tegens ons geenthameert < = aangevangen; aangepakt > is met magt om generalijck en specialijck in voorschr. saecke van wegens ons gedaegdens en die verdere gedaegdens te doen en te handelen als naer vereijs van dien wert gerequireert dan voors. staet, soo houden wij bij desen op den geconstitueerdens de selve voor geinsereert < = ingezet > met magt om hier toe advocaat te mogen assumeeren < = bijnemen >.
Geloovende voor goet en van waerden te sullen houden en doen houden allent geene bij de geconstitueerd in dese saecke sal werden verrigt, met ratificatie van ’t geene alreede is gedaen en verrigt. Alles onder verbant als nae regten en indemniteijt nae behooren.
Actum BAKEL den drie en twintighsten September 17C en dertien.
DRIES DRIESSEN.
AERT PETERS STERCKEN.
THOMAS SWIJNCKELS.
CORSTIAN MANDERS.
ADRIAEN IJANSEN.
PETER van der SANDT.
PETER THOMAS NOEIJEN.

Bron als boven. Folio 55 recto.
d.d. 15-11-1713.

Wij CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der ZANDE Schepenen des Dorps en Dingbanke van BAECKEL en MILHEEZE, doen conde certificerende ende verclarende op Eede int aenvangen onser Schepenen bedieningen gedaen ter instantie vant Officij waer waeragtigh en aen ons Schepenen wel kennelijck en geheugende te wesen dat wij niet en beneffens FRANCOIS de RELLOUW clerq ter Secretarij alhier op Maendag den dertienden November deses jaers hebben wesen tauxeren de verckens om daer nae den impost < = schattinge > vant bestiael aenden Lande betalen te reguleren als doen op den selven dito snamiddaegs ontrent de clocke drie uren sijn gecomen aen den huijsinge van HENDRICK HENDRICK GOORTS inwoonder alhier, vraegende aen hem HENDRICK HENDRIX off hij een vercke hadde dat bij hem geslagt soude werden, om ’t selve te tauxeren, waernae men den impost van ’t bestiael soude reguleren, om aent Landt de geregtigheijt daer van betaelt te werden, de voorn. HENDRIK HENDRIX antw. Ja, seggende verders dese off diergelijcke woorden soo tegens ons als den gemelten clerq, gij lieden Duyvels ‘tsal morgen weer geregt sijn, dan conde den balck (gij lieden dorps vreeters) weer vol vreten en neemt mijn vercken wegh dan cond soo veel te beter vreten, niet alleen scheldende, temeer oock van ons affgeloopen, om eenigh offensieff geweer te becomen, ’t welck door sijn vrouw is belet geworden alsoo deselve vrouw haren man HENDRIK HENDRIX heeft vast gehouden gehadt, waer door wij en den voorn. RELLOUW sijn gechapeert < = ontsnapt > geworden. Verclaerende verders dat wij nae alle apparenties < = scheinbaarheid > niet sonder affront < = belediging > soo men bemercken konde, alsdoen gechappeert soude zijn, als wel wetende den boossaerdighen aert van hem HENDRIK door dien hij soo wij berigt worden de Borgemeesters en Regeerders telckens is lasterende, en ‘twelck hij aen ons persoonlijck en aen andere Borgemeesters volgens getuigenisse wel heeft gedaen gehadt. Redenen van welwetentheyt allegerende soo als als voorschreven staet daer van goede memorie te gedragen.
Toirconde geteeckent binnen BAECKEL den vijfftienden November 17C ende dertien.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van der SANDE.

Bron als boven. Folio 56 recto.
d.d. 24-11-1713.

Wij Schepenen des Dorps en Dingbank van BAECKEL en MILHEEZE Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH resorterende onder de Hoog Mog. Heere Staten Generael der VEREENIGDE NEDERLANDEN doen conde certificerende ende verclaren bij desen dat JAN PETER TIELEMANS is een eerlijck vroom jonghman ende een vast ingesetenen deses Dorps. Soo versogt den selven dese onse Certificatie waeromme wij aen alle Heeren Officieren soo militaire als politie en aen alle anderen wie ’t soude mogen wesen versoekende sijne den voorn. JAN PETER TIELEMANS, voor soo danigh een eerlijck vroom jongman en vast ingesetenen deses Dorps te erkennen en den selven met desselfs peert peerden karren waren magnifacturen en goederen vrij en onverhinderd te laeten gaen, staen, passeren en repasseren sonder aenden selven te doen off laeten geschieden eenigh hinder letsel off empeschement < = verhindering > maer in tegendeel alle faveur < = gunste >, hulp en bijstant te bewijsen. Sullende in diergelijcken geval insgelijcx doen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL en MILHEESE desen vierentwintighsten November 17C en dertien.
PETER van der SANDE.
PETER THOMAS NOIJEN.

Bron als boven. Folio 57 recto.
d.d. 22-12-1713.

Wij ANDRIES DRIESSEN, THOMAS SWINCKELS ende CORSTIAEN MANDERS, PETER van SANDEN, Schepenen des Dorpen ende Dinghbanck van BAAKEL doen conde certificeerende ende verclaerende gelijck wij doen bij desen in geregte maniere overcomen, geaccordeert ende gemaeckt te hebben met Mr. JACOBUS de HAAR Schoolmeester alhier, hier mede present, dit nae volgende accoort.
Eerstelijck soo verclaert den voorn. Mr. JACOBUS de HAAR sigh selve te besorgen van eygen woontplaets, hoff ende schoolhuys, sonder eenige van de gemeente andere te versoecken, ’t sij op den naem van schoolhuys off andersints hoe het oock genoemt sou connen offte mogen werden, mits soos al de gemeijnte van BAAKEL gehouden wesen aen den meergemelte Mr. JACOBUS de HAAR voor de selve woonplaets, huys, hooft ende schoolhuys jaerlijcx te betaelen ende voldoen eene somme van vijff en twintigh gulden, waer van ’t eerste jaer sal verschijnen Pincxteren 17C en vijfftien ende soo voorts van jaere tot jaere geduerende den tijt van thien jaeren nogtans dat partijen sullen mogen schijden met den tijt van vijff eerste jaeren wie dan gelieven sa lende off het quam te gebeuren dat de gemeijnte in gebreck quam te blijve de voorschr. somme jaerlijcx te voldoen: soo sullen Schepenen gehouden wesen den voorschr. Mr. JACOBUS de HAAR te besorgen behoorelijcke ordonnancien van betaelingen. Geloovende sij partijen comparanten hier inde dit meergemelte accoort te accepteeren, voldoen, ende nacoomen sonder eenige oppositie ter contrarie onder haer wedersijts verbant als nae regten. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL dese twee en twintigste December 17C ende dertien.
J. d. HAAR, Schoolmeester.
DRIES DRIESSEN
THOMAS SWIJNCKELS
CORSTIAEN MANDERS
PETER van der SANDE.

Bron als boven. Folio 57 verso.
d.d. 28-12-1713.

Compareerde voor AERT PETER STERCKEN ende ARIAEN JANSSEN Schepenen van BAAKEL en MILHEESE HERMEN PETER NOIJEN inwoonder tot MELIS onder BAAKEL, den welcken verclaert in geregte maniere van verhueringe, uijt gegeven te hebben, gelijck hij doet met desen seecker huys, schuer, schop ende aengelagh met soodanige teull en weijlanden als aen de selve huijsinge sijn competeerende off soo en gelijck ’t FRANS JAN CORSTEN teegenwoordigh alnogh in culture is hebbende, aen JACOB GEEVEN mede inwoonder alhier hier present ende mede comparerende die de voorschreven huijsinge in voegen en maniere van hueringe is accepteerende ende sulcx voor den tijt ende termijn van ses achter een volgende jaeren met reghten drie jaere noghtans te mogen scheijden wie van patijen gelieven sal mits malcanderen de opsegginge te doen tijdelijck te Kerssemis, waer van den eersten pagt sal ingaen, namentlijck den hoeff te half Meert, de huysinge ende groes te Pincxteren ende de landerijen tooght bloot aen de stoppelen alles in desen aen staenden jaere van 17C en veertien, ende soo weder te verlaeten onder conditiën hierinne toe gedaen, dat den huerder offte pagter gehouden sal wesen, alle jaer te betaelen eene somme van drij en twintigh gulden tien stuyvers welke voorschreven sommes al moeten worden voldaen teegens Ligtmisse in den jaere 17C sestien, ende soo voorts van jaere tot jaere dese verhueringe ofte pagtinge geduerende te continueren, en sal den verpagter het vrij staen bij manquement dat den huurder nier jaerlijcx op den voorschr. gestipuleerden tijt promptelijck comt te voldoen de schaere van de verpagte goederen naer hem te mogen haelen en dat tot sijns volcomen genoegen ende voldoeninge toe, met de costen van dien sonder eenige oppositie van rechten, en belooft hij pagter in dien gevalle als dan mede van de hueringe aff stant te doen, oock sal den huerder gehouden wesen alle jaeren naer laets regt te verdecken, twee vimmen stroij ende verders de huysinge moeten onderhouden in want dichten waere dat de wanden vernieut moeste werden ende daer en boven belooft hij pagter te betaelen alle dorps comme rende lasten, egeen uijtgesondeert die op de voorschr. ingehuerde perceelen sullen werden omgeslaegen ten waere dat eenige lasten door de vijanth aenquamen, ende wert wel expresselijck geconditioneert dat den pagter egeen ofte ten minste eenigh schaerhout sal mogen houwen sonder speciael consent van den verpagteren ende sal den pagter de vergoedinge hebben ’t sij van hagelslagh, misgewas ende heerecragt < = oorlogsgeweld > volgens sijne nabueren alle welcke poincten, conditiën en articulen aen de voorschr. comparanten pertinentelijck sijnde voor gelesen, hebben sij comparanten daer aen voor soo veel ider mogte aen gaen hier inde belooft steede en vastigheijt, alles onder verbant van haer comparants persoonen en goederen present ende toecoemende. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL, den acht en twintighsten December 17C en dertien.
AERT PETER STERCKEN
ADRIAEN IJANSEN, Schepenen.
HERMEN PETERS
Dit is het Merck X van JACOB GEEVEN verclaert niet anders te connen schrijven.

Bron als boven. Folio 59 recto.
d.d. 28-12-1713.

Compareerde voor ANDRIES DRIESSEN ende THOMAS SWINCKELS Schepenen van BAAKEL en MILHEESE, HENDRICK IJSBOUTS ende LAMBERT THONIS in qualiteijt van wijlen WILLEM JAN CEELEN, de welcke verclaeren in geregte maniere van verhueringe uijtgegeven te hebben, gelijck sij doen in qualiteijt voors. met desen, seecker huys, schuer, schop, ende aengelagh met soodanige teull, hoij en weilanden als aen ‘t de voorschr. huijsinge sijn gehoorende off soo en gelijck ’t selve voor desen bij den meergemelten JAN WILLEM JAN CEELEN saliger in culture is geweest, aen JACOB JANSSEN van NEERVEN inwoonder tot VLIERDEN, hier present ende mede compareerende, die de voors. huijsinge in voegen en manieren van hueringe is accepteerende, ende sulcx voor den tijt en termijn van acht achter een volgende jaeren met vier nogtans te mogen scheijden wije van de partijen gelieven sal, mits malcanderen de op segginge te doen tijdelijck te Kerssmis, waer van den eersten pagt sal ingaen, namentlijck den hooff, groes te halff Meert, de huisinge te Pincxteren ende de landerijen toocht bloot aen de stoppelen, deses aen staende jaere 17C en veertien, gereserveert de groes aen ’t huys te verlaeten het leeste jaer op April ende de weijde gelegen over de Straet te verlaeten te Pincxteren alles in den leste jaere ende de verdere te verlaeten gelijck aengeveert is onder conditiën hier inne toe gedaen dat de huerder ofte pagter gehouden sal wesen alle jaer te betaelen eene somme van acht en dertigh gulden welcke voors. sommes al moeten werden voldaen teegens Lichtemis in den jaere 17C en sestien ende soo voorts van jaere tot jaere dese verhueringe offte pagtinge geduerende, en sal de verpagter vrij staen bij manquement dat den huerder niet jaerlijcx op den voors. gestipuleerden, de verpagters in hare quatoteijt de schaare op de verpagte goederen staende nae hun moegen haelen tot hunne volcomen genoegen ende voldoening met de costen van dien sonder eenige oppositie nae regten off gelooft hij pagteren indien gevalle als dan van de hueringe afstant te doen die daer mede comt te cesseren: oock sal den huerder gehouden wesen alle jaeren nae laets regt te verdecken drie vimmen stroij ende verders de huijsinge te moeten onderhouden in wantdight en waere dat de wanden vernieuwt moste werden, en daer en boven gelooft hij pagteren te betaelen alle ordinaire dorps commer en lasten. Ende wert wel expresselijck geconditioneert dat den pagter het schaerhout sal mogen genieten ende daer voor de huisinge en lestelijck in wanden moeten onderhouden als ’t bequaem is om te houwen, mitsgaders dat ingevalle de huysinge door quaet toesien van den huerder ofte imand van sijn huysgenoten (dat Godt verhoeden wil) quam aff te branden dat in sulcke gevalle wederom den huerder ’t selve sal moeten herbouwen ende leeveren tot contentement van de verhuerders in haere qualiteijt.
Alle welcke poincten, articulen ende conditiën aen de voorschreven comparanten pertinentelijck sijn voorgelesen, hebben sij comparanten daer aen voo soo veel ider mogte aengaen hier inde gelooft vast en steedigheyt. Ende heeft sigh tot borge voor ’t geene bij den huerder is belooft gestelt JAN CLAESSEN sijne vader hier mede present beloovende neffens sijnen soon als huerder dese in alle deelen nae te comen in Solidum, alles onder verbant van haer comparants persoonen en goederen nu hebbende ende vercrijgende.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den agt en twintighsten December Seventien hondert en dertien.
DRIES DRIESSEN
THOMAS SWIJNCKELS, Schepenen.
HENDRIK YSBOUTS
LAMBERT THONIS
JACOB JANSSEN
Ende sijn borgen
Dit het merc X van JAN CLAASSEN NEERVENS verclaerende niet te connen schrijven.
CORSTIAEN AERDEN.

Bakel 1714.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 60 verso.
d.d. 16-01-1714.

Compareerden voor Schepenen des Dorps van BAAKEL gelegen in ’t Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH ondergenoemt de Hr. DANIEL MACCALLE Drost van CROIJ ende STIPHOUT weduwnaer van ANNA van MAENEN, FRANCIS de ROULLOU weduwnaer van SOPHIA MACCALLE, JOANNA WILLEMINA MACALLE ende ISEBELLA MACCALLE alle kinderen van den voorn. Hr. Drost MACCALLA en ANNA van MAENEN sijne gewesene huysvrouw voorschr. van competenten ouderdom, de welcken verclaeren te constitueeren en volmaghtigh te maecken sulcx doende mits desen DANIEL MACCALLE sone van den voorn. Drossaert ende broeder van de comparantens constantinus van ZUTPHEN haeres comparants swager getrout met CORNELIA MACCALLE omme samenderhant ofte ider in ’t besonder hen te vervoegen naer GELDERLANT als iders ende aldaer te vervolgen ofte aff te doen soodanige procedure als al reede aldaer wegens de goederen gecomen van de voorn. ANNA van MAENEN teegens den gebruijcker ofte gebruijckers van de selve mogte wesen begonnen den verachterden intrest te ontfangen ofte de goederen waer die mogten wesen gelegen te vercoopen, en de coopers daer van behoorlijcke bewaernisse te doen, de penningen daer van te ontfangen, quitantie te geeven en voorts te doen alle het geene daer sij constituanten selfts present sijnde soude connen ofte mogen doen, alwaer ’t schoon dat speciaelder magte hier toe wierde gerequireert.
Geloovende allent geene uyt naem van onse geconstitueerdens gesamenderhant ofte in het besonder sal worden gedaen altijt voor goet vast bundigh en van waerden te sullen houden te lauderen ende preijsen allent geene sal worden verrigt onder conditie nogtans van ’t verrigte te moeten doen behoorlicke Reekeninge bewijs ende reliqua. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den sestienden January Seventien hondert en veertien. Coram ARIAEN JANSSEN ende PETER van der SANDEN Scabini.
F. de ROULLOUW 1714
D. MACCALLA
JOHANNA WILLEMIJNA MACKALLA
ISABELLA JUSTINA MACKALLA
ARIAEN IJANSSEN
PETER van der SANDE
Mij present
CORSTIAN MANDERS Loco Secretaris

Bron als boven. Folio 61 verso.
d.d. 27-01-1714.

Allen den geenen die dese onse letteren van Certificatie sal worden vertoont oft voorgelesen, Saluyt.
Wij DRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, en THOMAS SWINCKELS Schepenen des Dorps ende Dinghbancke van BAAKEL doen conde Certificeerende bij desen, dat den thoonder deses PETER DRIESSEN van der LAER is geboortigh van dese gemeente, hebbende ten tijde hij alhier heeft gewoont sigh gedragen gelijck een eerlijck Jonghman behoort te doen volgens onse beeste ofte bewuste kennisse is gedragende en van eerlijke ouders is voort gecoomen ende want den voorn. PETER DRIESSEN van der LAER heeft ons heeft te kennen gegeven, dat hij elders naer andere quartieren sigh Woude begeven, ende niet in staet is om sijnen cost alhier te connen winnen, vermits ’t ongeluck gehadt heeft van alhier op dato den achtiende December 1713 van den Meulen is comen te vallen ende daer door eenige tijt bedtleegerigh is geweest, en versogte daeromme dese onse opregte attestatie, waeromme wij versoecken aen alle Heeren ’t sij Geestelijcke off Wereltlijck ’t sij Magistraten off andere die dese vertoont sal worden, den voorn. PETER DRIESSEN van der LAER voor een eerlijk Jonghman te erkennen, te laeten passeren en te passeren en dien volgende alle billicke hulpe en bijstant des versogt sijnde te bewijsen met verseeckeringe dat wij in diergelijcke gevalle als desen bethoonen, ende alsoo ’t Christelijck is, der waerheijt getuijgenisse te geeven. Soo hebben wij dese letteren van Certificatie niet connen nogh willen weijgeeren, maer geerne mede gedeijlt, versoeckende dat de selve bij allen en een ider magh werden voor volcomen waerheijt aengenoomen.
Torconde der waerheijt dese ten Prothocolle beteijckent op heden binnen BAAKEL den Seven en twintighsten January 17C eb veertien.
DRIES DRIESSEN
AERT PETER STERCKEN
THOMAS SWIJNCKELS.

Bron als boven. Folio 62 recto.
d.d. 18-02-1714.

Wij ANDRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, CORSTIAEN MANDERS, ARIAEN JANSEN, PETER van der SANDEN, PETER THOMAS NOEIJEN Schepenen, JAN HUIJBERTS, FRANS van den EIJNDE Borgemeesters, BASTIAEN MANDERS, ANTOIJ van de LAER Kerkmeesters, JOOST DERICX, PETER CUIJPERS Heijlige Geestmeesters, des Dorps en Dingbancke van BAAKEL en MILHEESE Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH en alsoo representerende ’t gantse Corpus van BAAKEL ende MILHEESE, verclaeren uyt cragte van permissie van de Hoo. Mo. Heeren Staten Generael der VEREENIGHDE NEDERLANDEN in dato den eersten October Seeventien hondert en ses, bij desen te hebben geleent, opgenomen en ontfangen, uyt handen van PETER MATHIJS DEELEN inwoonder der Heerlijckheyt HEESE eene capitaele somme van drie duysent guldens, den gulden ad twintigh stuyver Hollants gereeckent welcke somme wij, hebben geemployeert tot Restitutie van gelijcke somme van drie duysent guldens, die d’Heer GEERLOFF SUIJCKERS in S’GRAVENHAGE, ten laste van dese gemeente hadde staen. Geloovende op verbant van onse persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende, als mede op verbant van de persoonen en goederen van onse ingesetenen, hebbende en vercrijgende die voorschr. capitaele somme van drie duysent guldens van heden dato deses over tien jaren aen den voorn. PETER MATTIJS DEELEN, off des selfs actie en pretentie hebbende, te sullen restitueeren voldoen en betaelen sonder eenighe tegenseggen in regt off daer buyten, overmits de opregte deugdelijckheyt deser schult spruytende en hercomende van deugdelijcken geleenden en aengetelden gelden, bij ons tot Restitutie soo voors. geemployeert genoten en ontfangen geloovende voor intrest van de voorschr. drie duysent guldens jaerlijcx vrij van alle lasten binnen HEEZE te sullen betaelen van ider hondert guldens, vier guldens, waer van ’t eerste jaer vervallen sal op dato deses over een jaer en soo van jaere tot jaere te constitueeren tot de volle afflossinge toe, en is verders ondersproocken dat ofte naer expiratie der voorgestipuleerde jaeren, die voors. somme van drie duysent guldens niet en wierde gerestitueert en bij ons ten laste van de gemeente quam te behouden, dat men malcanderen, ’t selve en halff jaer voor den verschijndagh sal moeten op seggen als mede dat indien den jaerelijxcen intrest niet wert betaelt binnen ses weecken naer den verschijndagh, dat men jaerlijcx sal moeten in plaets van vier ten hondert betalen vier gulden vijff stuyvers, ten hondert, submitterende ons en onser naecomelingen aen ’t ingebot van S’HERTOGENBOSCH en EIJNDHOVEN, alles onder verbant als boven en renuntiatie als nae regten Toirconde hebben wij de minute prothocollair deses eygenhandigh onderteeckent op heden binnen BAECKEL den achtsten February 17C veertien.
Zijnde vrij, ingevolge haer Ed. Mog. Resolutie exempt vanden 40 penning.
DRIES DRIESSEN
AERT PETER STERCKEN
THOMAS SWIJNCKELS
CORSTIAN MANDERS
ADRIAEN IJANSEN, Schepenen
PETER van der SANDE
PETER THOMAS NOOIJEN
JAN HUIJBERTS, Borgmeesters
Dit is het Merck van FRANS van EIJNDE verclaert niet anders te connen schrijven.
BASTIAEN HERMANUS MANDERS
ANTONIE van der LAER, Kerkmeesters.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX.
PETERE KUIJPERS.

Bron als boven. Folio 63 verso.
d.d. 08-02-1714.

Wij ANDRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, PETER THOMAS NOYEN en CORSTIAEN MANDERS, ARIAEN JANSEN, Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAAKEL en MILHEESE doen conde certificeerende ende verclaerende dat voor ons is gestaen ende gecompareert JAN WILBERTS inwoonder alhier, BASTIAEN MANDERS als man ende momboir van CATHALIJN WILBERTS, THOMAS SWINCKELS als man ende momboir van HENDRINA WILBERTS inwoonder alhier haar fort en sterck maeckende voor ANTONIJ WILBERTS, PETER WILBERTS, GERTIE WILBERTS Wed. JAN JOOST MANDERS mitsgaders voor MATHIJS SWINCKELS als man ende momboir van ANNEKE WILBERTS ter eenre zijde, ende GERIT WILBERTS inwoonder tot VLIERDEN ter andere zijde, de welcke verclaeren over en ter saecke van seeckere notoriale obligatie van vijff hondert gulden gepasseert ende gedateert in dato ……. 16C en drie en tagentigh voor JOCHIMUS KETS in sijn leven Notaris binnen de Stadt HELMONT in proces sijn geraeckt, en omme welcke procedure aff te snijden, soo verclaeren de resp. partijen comparanten met den anderen in voegen en manieren naervolgende te sijn geaccordeert, namentlijck omme alle moijelijckheden en verdere oncosten te prevenieren soo verclaeren en gelooven sij comparanten in voldoeninge en nuliteyt van de voors. notariale obligatie aen den voorschr. GERT WILBERTS te voldoen en te betaelen een somme van vier hondert vijfftigh guldens mits dat de aengestelde een hondert vijfftig guldens aen den meergemelte GERIT WILBERTS door THOMAS SWINCKELS toe getelt als mede alnogh hondert guldens toe getelt door THOMAS SWINCKELS voorschr. op de voorschreven vier hondert vijftigh guldens sullen comen te defalqueren < = aftrekken; korten > en te korten ende als dan de resteerende penninge naementlijck twee hondert gulden aen den bovengemelten GERIT WILBERTS sullen werden voldaen en betaelen in twee egaele termijnen, waer van den eersten termijn op heden sal toe getelt worden ende den tweede ende den lasten termijn in dato den elffde Meert deses jaers 17C en veertien, en welcke twee hondert gulden ten volle bij GERIT WILBERTS genooten ende geprofiteert sijnde, gelooft den voorschr. GERIT WILBERTS van de voorschr. notariale obligatie te renuntieren ende in alle deelen van geregtigheyt vromigheyt te nietigen, mits uyt geslooten te wesen van alle de erffelijcke als erffhaeffelijcke goederen van dito WILBERT HENDRICX Saliger egeene uytgesondert hoe die genaemt soude off connen werden off naemaels geen kint off kinders portije connen eijschen in eenige manieren mits soos al den voorschr. GERIT WILBERTS ontlast wesen van alle de nae gelaete schulden van dito WILBERT HENDRICX ende is verders geconditioneert dat de respective proces costen soo van deen off dandere zijde gevalle ende gerijsen ider sijn wederzijse sal moeten voldoen ende betaelen sonder eenige exeptien alle welcke conditiën aen de respective partijen comparanten deugdelijck sijnde voorgelesen verclaeren sij comparanten hier mede over ende wederover goet genoegen en volcomen contentement te neemen, sonder den een den anderen eenige moijelijcheyt of proces verders aen te doen ofte te doen doen, maer met dit geconvenieerde gelijck partijen comparanten verders verclaeren alles doot en te niet te wesen, en waer mede de gemelte procedure is connen te cesseren, ende tot naercomminge van ’t geene voorschreven staet verbinden wederzijtse comparanten haere respective persoonen en goederen hebbende en vercrijgende. Aldus gedaen en gepasseert binnen BAAKEL den achsten February 17C en veertien.
DRIES DRIESSEN
JAN WILBERTS
PETER THOMAS NOEYEN
BASTIAEN HERMENS
CORSTIAN MANDERS
THOMAS SWYNCKELS
PETER van der SANDE
GERIT WILBERTS
ADRIAEN IJANSSEN.

Bron als boven. Folio 65 recto.
d.d. 20-02-1714.

Wij Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAAKEL en MILHEESE Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, resorteerende onder de Hoog Mo. Heeren Staeten Generael der VEREENIGDE NEDERLANDEN doen conde certificeerende ende verclaerende bij desen dat JAN Soone LUCAS WIJNNANTS ende ANNEKE WILLEMS de WITH echte luyden is geboortigh alhier ende eenen vast ingeseten deses Dorps soo versogte den selven dese onse attestatie: waer omme wij aen alle Heeren Officieren soo militaire als poletique en alle anderen wie ’t soude mogen wesen, vertoechen < = betuijgd > den voorn. JAN LUCAS WIJNNANTS voor soodanige een eerlijck Jonghman, soo onse beeste kennisse is gedraegende, en vast ingeseten deses Dorps te erkennen ende den selve met allent geene hij tot sijn coopmanschappe bij sigh mogte hebben te laeten passeeren ende repasseeren sonder aen den selve te doen off laeten geschieden eenigh hinder, letsel, off empechement < = beletsel, belemmering, verhindering > maer in teegendeel alle faveur hulp ende bijstant te bewijsen, sullende diergelijcke gevalle insgelijcx doen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAAKEL den twintighsten February 17C en veertien.
CORSTIAN MANDERS
DRIES DRIESSEN
AERT PETERS STERCKEN.

Bron als boven. Folio 65 verso.
d.d. 28-02-1714.

Also ANTHONIJ SIJMONS van BOECKEL alhier binnen BAAKEL is comen woonen, soo wert van den selve ANTHONIJ SIJMONS gevordeert binnen borgen voor den last van kinderen die bij ANTHONIJ SIJMONS ende ELISABET GOORT TIJSSEN inwoondersse alhier verweckt mogte werden, welck volgende soo compareerde voor Schepenen van BAAKEL ende MILHEESE CLAES HERMENS inwoonder alhier, welcke comparant verclaert bij desen te stellen en te verbinden alle sijne goederen hebbende ende vercrijgende tot borge van alle belastinge van de heligte van den voorn. ANTHONIJ SIJMONS sijne kinderen als de gemeente en arme van BAAKEL van den voorschr. ANTHONIJ SIJMONS hier van mogte overcomen, dat oock den selve comparant van dese borge togte sal wesen bevrijdt, indien ter saecke voors. de gemeente en aan de armen eene somme van hondert vijftigh gulden, tot een onderpant sal werden gestelt. Geloovende hij comparant dit altijt voor vast en stedigh te sullen houden ende doen houden op verbant als naer regten.
Toirconde geteeckent coram CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der SANDE Schepenen op heden binnen BAAKEL den acht en twintighsten February Seventien hondert en veertien.
CLAES HERMENS.
CORSTIAEN MANDERS.
PETER van der SANDE.

Bossche Protocollen, inv.nr. 1839, folio 1 recto - 8 recto.
d.d. 30-03-1714.

Alsoo d'Heer FRANCHOIS van BLOTENBURGH Raedt deser Stadt S'HERTOGENBOSCHE, met vonnisse van mijn Heeren Schepenen deser voornoemde Stadt wesende van dato den vier en twintigste Meij seventien hondert en twaalff, naer gedaene handtligtingen sijnde van dato den vier en twintigsten Meij, en sesde Junij der voorschreven jaers en na dat bij appoinctementen van opgemelte Heeren Schepenen in dato den drie en twintigsten September seventien hondert en twaalff de ses weeken geijse­linghe ten Reguarde van de goederen bij de Hr. DANIEL MAKALLE selfs gebruijkt werdende waeren gehouden voor gedane handtlig­tinghe, op den 26en October daar aen volgende aengerigt was geweest tot eene Hoeve met de naer beschreven Landerijen bestaende in Huijs, schuur aen malkanderen gebout mitsgaders schaepstal, turfhuijs ende karhuijus, toebehoorende de Heer DANIEL MAKALLE voornoemt gelegen tot BAEKEL voorschreven genaemt DEN RIJPELBERGH.
Item eene acker teullant met den hoff daer aen gelegen te saemen groot twee Loopense.
Item eenen acker teullandt genaemt DE SEIJLENS groot agt Lopense gelegen neffens erve JOOST BERKERS.
Item eenen acker genaemt DEN HOECKACKER groot seven Lopense, streckende met den eenen eijnde op erve JOOST BERKERS ende met den anderen eijnde op een weijveltje van den voors. MACKALLE.
Item eenen acker teullandt genaemt DEN CROMACKER groot seven Lopense mede gelegen ter plaetse voorschreven, d'eene zijde JOOST BERKERS voorschreve.
Item eenen acker teullant groot seven Lopense gent. DE HUIJS­KENS, beijde de sijden en beijde de eijnden den voorschreve MACKALLE.
Item eenen acker teullant groot veertien Lopense genaemt DEN CAMP, gelegen neffens de bovengenoemde huysinge.
Item eenen acker teullandts groot een en een halff Lopense gent. DEN BALCKVOREN gelegen neffens DEN NONNEN BEEMT.
Item een weijvelt groot ontrent twintigh Lopense genaemt HET KOEIJ EUSSEL gelegen neffens den voorschreven acker, genaemt DEN CAMP neffens de huijsinge.
Item eenen beemt groot ontrent ses Lopense genaemt DEN NONNENBEEMT.
Item de helfte in eenen beemt in het geheel groot een Buender of agt Lopense gelegen in DEN HELMONTSE WEERT waar van de wederhelfte toebehoort den voorgenoemden JOOST BERKERS.
Item de helfte van een weijvelt soo weij, als groeslandt genaemt HET LEEGH BEESTE VELT groot ontrent dertigh Loopense of soo groot aldaar gelegen is neffens de gemeente aen d'eene zijde ende den bovengemelte acker genaemt DE SEIJLENS, aen d'ander zijde, waer van de wederhelfte mede toebehoort den voorschreve BERKERS.
Item eenen beemt genaemt DEN BRUG BEEMT groot ontrent vier Loopense gelegen neffens de rivier D'AA bij DE BAKELSE BRUGH.
Item de helft in eenen beemt genaemt DEN RIETBEEMT groot int'geheel vier Lopense gelegen onder HELMONDT, waar van de wederhelft is toebehorende den meergen.de BERKERS.
Item eenen beemt groot vier Loopense gent. DE BLEECK, gelegen neffens DE BRUGH BEEMT.
Item een hoij ofte weijvelt groot twee Lopense genaemt HET KALVER VELTJE gelegen neffens HET KOEIJ EUSSEL bovengenoemt.
Item een dries groot twee Lopense genaemt DEN EECKELHOFF gelegen agter den acker genaemt DEN CAMP.
Item eenen dries te voren heijlant groot twee Lopense genaemt DEN NIEUWEN DRIES.
Item tot eene huijsinge ende hoff genaemt DE PASTORIJE HUIJS-INGE laatst bewoont geweest zijnde bij den voornoemde MAKALLE.
Mitsgaders een stuck teullants groot twee Lopense en twaalff á dertien Roeden genaemt DEN PARSACKER gelegen tot BEEK bij AERLE, d'een zijde HENDRIK DECKERS, d'ander zijde WILLEM JAN HOEVEN, d'een eijnde den gemeenen wegh, d'ander eijnd s'Landts Geestelijke goederen een sloot tusschen beijde.
Item tot een stuck teullant groot drie Copse gemeenlijk genaemt DEN OMLOOP, gelegen tot BEEK voors. d'eene zijde den Heere van WAALWIJK Mr. de Heer HERMAN CREMERS. d'ander zijde WILLEM JAN HOUTS, d'een eijnd de s'Landts Hoeve, d'ander eijnd den Molder van BEEK.
Item een stuck teullant groot een, en een half Lopense genaemt DE LEEGE BERGEN aldaer gelegen d'een zijde HENDRIK van TRIGT, d'ander zijde den groeswegh, d'een eijnd JOOST VERBEEK, ende d'ander eijnd een heijvelt overmits gebreck van betaelinge van hondert guldens wegens twee jaeren intrest van duijsent gulden capitael bij den voorschreven DANIEL MAKALLE gelooft pro ut in lettris alhier wesende van der dato den .........................
in den vonnisse geeijscht hebbende JOHAN van PROIJEN Clercq ter Secretarije deser voorschreve Stadt den coop tegens den rigter ende met vonnisse van mijn Heeren Schepenen deser Stadt genomen en verkregen op den dertigsten Meert seventien hondert dertien ten behoeve van den voorschreve Heere Evicteur die daer voor als doen geboden heeft de voorschreven twee jaeren agterstels van de voors. rente van vijftigh gulden jaerlijx ende die pendente lite soude comen te vervallen met de costen van regt, conform den vonnisboek in de schrijffkamer deser Stadt onder de Heeren Secretarissen berustende, ende vervol­gens 't coopnemen aen s'rigter's Roede bejaert, ende bedaegt zijnde, soo sal men de voorschreve goederen ten beurde, ende verbuete stellen aen alle geinterresseerdens naer gedaene publicatien, soo tot BAKEL, te BEEK bij AERLE als dese Stadt dat men de voorschreven goederen voor alle, ende een iegelijke geinterresseerdens op den dertighsten Meert seventien hondert veertien ten beurde ende verbuete soude stellen des naer middaghs tusschen twee en drie ueren in 't openbaer Coffihuijs genaemt 't KEIJSERS COFFIHUIJS gelijk allen 't selve bij relasen des Vorsters Groenroede en uijt roepinge langhs de straeten ten beurde is geaffirmeert, soo is op heden den dertigste Meert seventien hondert veertien gecompareert voor den ondergeschr. Secrets. ende seekere getuijgen den gemelten JOHAN van PROIJEN in den naemen van opgemelte Heere Evicteur ende heeft volgens ordonnantie op alle opgewonne goederen gemaeckt de voorschreve goederen ten beurde ende verbuete gestelt voor alle geinterresseerdens daar voor biedende de voorschreve twee jaeren intrest ende die pendente evictione is comen te verschijnen mette costen daaromme geresen ende die nogh geduerende dese evictie nogh staen te gerijsen ende dat voor soo veel de opgewonne goederen aengaet, daar vooren ende voor alle anderen gerealiseerde lasten goet genoegh ende weldeugende sullen werden bevonden ende vorders ofte ander­sints niet. Zijnde daaromme den voorschreven Heere Evicteur van meeninge bij aldien hij metten uijtganck van de keerse des verbuets aen de voorschreve goederen blijft, de selve voorts wettelijk te sullen slijten, ende vercoopen omme soo verre het meer gelt, dan daar vooren dese evictie is geschiet ende alle andere gerealiseerde lasten te laeten volgen den naest geintertesseerde ende gelt het min, op de verdere goederen te sullen verhaelen ten dien eijnde het regt van verband reserverende, omme te decken daer, ende soo bevinden sal te behooren met conditie in desen toegedaen, dat de gene door meestbiedinge aen de voorschreve goederen blijft schuldigh gehouden, ende verbonden sal zijn den Heere Evicteur te doen volle betaelinge van de voorschreve twee jaeren intrest ende de verderen intrest tot heden toe vervallen mette costen van regt binnen veertien eerst comende daegen, ende bij foute van dien sal den voorschreve Heere Evicteur 't geene voorschreve wederom aenvaerden, behouden, of andermael tot laste van den gebreeckelijken ten beurde, ende verbuet afcoopen daer af, en van allen 't gene voorschreve wel expresselijk protesterende mits dezen.
Ende want op heden den dertighsten Meert seventien hondert veertien zijnde den dienenden dage des verbuets, de publicatie ende uijtroepinge langs de straten daer toe dienende behoor­lijke sijnde geschiet gelijk ten buerde als voor wiert geaffirmeert ende niemant gecompareert zijnde meer voor de voor-schreve parceelen biedende, als den voorschreve Van PROIJEN in den name van den gemelte Heere Evicteur hadde gedaen, de keersse des verbuets behoorlijk ontsteeken, en uijt gegaen zijnde, is den selven metten uijtgank van dien aen de voorschreve goederen gebleven versoekende hier van gemaeckt te worden instrument in forma.
Actum ut supra, testes ut infra.
J. v. PROIJEN
J. d. LANGE als getuijgen
PETER de BAEF testies
In kennisse van mij

! In de marge !
Instrument van Meert 1714 tot Junij 1725.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016,
235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 66 recto.
d.d. 13-04-1714.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, PETER THOMAS NOEIJEN, CORSTIAN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAAKEL ende MILHEESE Quartier van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificerende ende verclaerende dat voor ons compareerde FRANCIS van den HOUT inwoonder alhier, den welcke verclaert onder Solemeele Eede vercogt te hebben aen HEND. van den BOSCH inwoonder tot OOSTGEEST < = OEGSTGEEST Z.H. > twee en vijfftigh beesten, sijnde van de selve egeene de minste sieckte off besmettelijckheyt ondeworpen geweest oft nogh is. En welcke voors. twee en vijftigh beesten door den voorn. FRANCIS van den HOUT alhier in onse gemeente ter presentie van loofveerdige getuijgen namentlijck FRANCIS de ROULLOU ende CLAES HERMENS beijde inwoonderen alhier sijn gecogt, in teken van waerheijt hebben wij Schepenen dese minute prothocollair eijgenhandigh onderteeckent ende met onse gemeene Dorps Zegel becragtigh op heden binnen BAAKEL den dertiende April 17C en veertien.
PETER THOMAS NOEYEN
CORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 66 verso.
d.d. 03-05-1714.

Wij CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der SANDE Schepenen, doen conde en verclaerende bij desen dat voor ons persoonlijck is gestaen ende gecompareert HENDRICK SCHEIJ Mulder en inwoonder alhier tot BAAKEL, den welcke verclaert in geregte manieren van verhueringe uijt gegeven, verhuert ende verpagt te hebben sulcx hij doet bij desen, seecker husinge met den hoff gestaen ende gelegen alhier tot BAAKEL in de Straet, teegens over JAN ARIAENS van SON, aen JACOBUS de HAAR Schoolmeester alhier hier mede present en compareerende die de voorschr. huijsinge en hoff in voege en maniere van hueringe is accepterende, ende sulcx voor den tijt ende termijn van thien achter een volgende jaeren met vijff jaeren nogtans te mogen scheijden, wie van partijen gelieven sal, mits malkandere de opsegginge te doen tijdelijck te Kerssmis, waer van den eersten pagt sal ingaen te Pincxteren seventien hondert veertien, ende soo weder te verlaeten onder Conditien hier inne toe gedaen, dat den huerder offte pagter gehouden sal wesen alle jaer te betaelen eene somme van acht en twintigh gulden, welcke voorschr. somme sal moeten werden voldaen teegens Pincxteren in den jaere 17C en vijfftien ende soo voorts na jaere tot jaere dese verhueringe geduerende te continueeren, ende wert gereserveert dat den huerder sijn volcoemen genoegen sal moeten neemen met de huijsinge voor dit aenstaende jaer, bestaende in een keucken, op kamer ende kelder, met de geheele schuer, mits sal den verpagter gehouden t……..van den schelft ende den schuer ….., met den solder boven de keucken. Ende wert geconditioneert dat den voorschr. verhuerder gehouden sal wesen te maecken een bequaeme plaets alwaar inne den voorschr. Schoolmeester sijne school sal moeten houden en sal dan den pagter naer expiratie van het eerste jaer het gebruijck hebben van de geheele wooninge met den hoff, soo en gelijck ’t voorschreven staet, mits soo sal den pagter voor ’t eerste jaer comen te profiteeren twaalff gulden die teegenwoordigh bij de Wed. JOOST de BERCKER worden verwoont.
Alle welcke poincten, condtien en articulen aen de Respective comparanten pertinentelijck sijnde voorgelesen hebben sij comparanten daer aen voor soo veel ider mogte aengaen hier inde belooft steede en vastigheyt alles onder verbant van haere comparants persoonen en goederen present ende toecoemende.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den derde Meij 17c en veertien.
HENDRICK SCHEIJ.
JACOBUS de HAAR, Schoolmeester.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van der SANDT, Schepenen.

Bron als boven. Folio 67 verso.
d.d. 05-05-1714.


Wij DRIES ANDRIESSEN en CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL en MILHEEZE Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificerende ende verclaerende bij desen dat thoonder deses Sr. JOHANNES van BREDA is geboortigh alhier, ende die van Gereformeerde ouders is voortgecomen wiens vader COENRAED DENIS van BREDA nu eenige jaeren overleden, en desselfs moeder CATARINA van BREE – alnogh in leven, en alhier woonagtigh is, sijnde den requirant thoonder deses, bij ons en alomme, ( alsoo ons ter contrarie niet en is gebleecke ) bekent voor een eerlijck Jongman die gedurigh sijnder wooninge alhier, eene in allen deelen heeft gedraegen en gecomporteert < = gedragen > gelyck een Jongman betaemt versoeckende een ider vanden requirant voor soodanigh een jongman te erkennen en aenden selven als hulp en faveur < = gunste > te bewijsen, gelijck wij in gelijck geval des versogt sijnde, als dese insgelijcx sullen doen.
Toirconde op heden binnen BAECKEL desen vijffden Meij 17C ende veertien.
DRIES DRIESSEN
CORSTIAN MANDERS.

Bron als boven. Folio 68 recto.
d.d. 14-05-1714.

Wij Stadthouder ende Schepenen des Dorps van BAAKEL ende MILHEESE, doen conde dat WILLEM GERIT AERTS geboortigh alhier ende teegenwoordigh wonende tot MIERLO ons te kennen heeft gegeven, dat van hem door de Regenten sijnder woonplaatse, als een buyten geboren wort versogt ofte gevoordert behoorlijcke Cautie < = borgtochte > ten behoeve van haeren Armen, ende de wijle den voors. WILLEM GERIT AERTS voors. is geboortigh alhier, ende wij genegen sijnde een ider voor soo veel in onse magt is te helpen, soo hebben wij ten versoecke van den selven WILLEM GERIT AERTS soone GERIT AERTS gelooft, gelijck wij geloven mits desen, in onse voors. qualiteijten ( dat off het gebeurde dat den voorschr. WILLEM GERIT AERTS tot decadentie < = nedergang > quame te vervallen ) soodanigh dat hij de Arme casse te baet mogte nemen, dat wij den voors. WILLEM GERIT AERTS soone GERIT AERTS in het geheel, ende sijne toecoemende kinderen voor de helft uijt de Arme casse van BAAKEL ende MILHEESE voor soo veel die lijden kan, beneffens onse andere armen ingesetenen sullen onderhouden, versoeckende dat dese onse acte van securiteijt bij den gerechte van MIERLO magh worden aengenomen, ende den voorschr. WILLEM GERIT AERTS daeromme gerustelijck te laeten inwoonen, sullende ingelijck geval ’t selve doen.
Aldus gedaen ende gegeven binnen BAECKEL op huyden den veertiende dagh der mandt Meij seventien hondert en veertien.
HASEVOET
DRIES DRIESSEN
CORSTIAN MANDERS
THOMAS SWYNCKELS
PETER THOMAS NOOIJEN.

Bron als boven. Folio 68 verso.
d.d. ??

Wij DRIES ANDRIESSEN, AERT STERCKEN, PETER van de ZANDE, PETER TOMAS NOIJEN, ADRIAEN JAN ARIENS, TOMAS SWINCKELS en CORSTIAEN MANDERS Schepen, JAN HUIJBERTS en FRANS van den EIJNDE Borgemeesters, BASTIAEN MANDERS en ANTONY GOORTS van de LAER, Kerkmeesters, JOOST DERCX en PETER CUIJPERS Heijlige Geestmeesters,
Des Dorps ende Dingbancke van BAKEL en MILHEESE, en alsoo vervangende het gemelde Dorp van BAECKEL en MILHEESE, Quartiere van PEELANT en Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, verclaeren uijt cragte van permissie vande Hoog Mogende Heeren Staeten Generael der VEREENIGHDE NEDERLANDEN in dato eersten October Seeventien hondert ende Ses bij desen te hebben geleent, opgenomen en ontfangen uijt handen van GOORT MARTENS zijnde inwoonder van HEEZE een somme van Een duijsent guldens, den gulden ad twintigh stuijvers, dus wij sullen emploijeeren tot restitutie van ………….. capitaelen dus …………............................. op dese gemeente ten Intrest staende is hebbende, geloevende op verbant van haere persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende, als mede op verbant van de persoonen en goederen van onse ingesetenen hebbende ende vercrijgende een voor al, die voorschreven somme van een duijsent guldens van heden dato deses voor vijftien jaren aenden voorn. GOORT MARTENS zijnen off des selffs regt en actie hebbende, te sullen restitueeren voldoen en betaelen, sonder eenigh tegen seggen in regt off daer buijten overmits de opregte deughdelijckheijt deser schult spruijtende en hercomende is, van deughdelijcken geleende en aengetelde gelde, bij ons tot restitutie van andere cap. op hoger intrest staende te employeren geloevende voor intrest der voorschreven capitaele somme van
jaerlijcx vrij van alle lasten binnen HEEZE te sullen betaelen van ider hondert gulden …….. guldens, waer van het eerste jaer vervallen sal op ……… ……….
en soo voorts van jaere tot jaere daer inne te continueeren, tot de volle en effectueele voldoening en afflossinge toe, en is verders geconditioneert en ondersprooken, dat ofte naer experatie < = uitgang; beëindiging > der voorgestipuleerde < = voor afgesproken toezeggingen of bedingingen > jaren des voorschreven somme van een duijsent gulden, niet en wierde gerestitueert en bij ons ten laste van de gemeente wierde behouden, dat men in sulcken geval malcanderen een halff jaer van te voorens op te seggen voor den verschijndagh.
< Zo eindigt dit document >.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1706, folio 102v t/m 104v
d.d. 24-05-1714.

De Heer FRANCOIS van BLOTENBURGH out Schepen en Raet deser Stadt evicteuren. Eene huysinge genaamt De PASTORIJE huysinghe met sijn aengelagh gestaan ende gelegen tot BAEKEL. Soo groot en klijen 't selve toebehoort heeft DANIEL MACKALLE, MATTHIJS MANDERS e.z., de gemeene straat a.z., d'Een eynde het KERCKE PADT, d'ander eyndee - - - - . En van welck voorschreven huysinghe den clercq JOHAN van PROIJEN, den coop tegens den richter ende mett vonnisse van Heeren Schepenen deser Stadt verkreghen heeft ten behoeve vande gemelte Heeren evecteuren, en alle andere geinteresseerdens. Conform den vonnisse daer aff verkregen, wesende van der dato den 30 Meert 1713, sijnde daer nae den voornoemde van PROIJEN, het coop nemen aen s'rich­ters roede bejaert ende bedaeght sijn, bij uytganck vande keersse der verbuets daer, aen ten behoeve als voor. Gebleven prout in instrumento evictoris in dato den 30 Meert 1714, transportant bij forme van laetste en uyterlijck slij­tinghe DRIES DRIESSEN President tot BAEKEL ten behoeve van gemeente van BAEKEL voornoemt , promittens in sijne voorschreven qualitijt deponere, uitgenomen den grontchijns die met recht bevonden mochte werden daer uyt te gaen, ende voorts dorpslasten. Testes ut Supra datum ut Supra.
De quitantie van de 80 penning en 10 hogingen getekend
J. HASEVOET
AB. HUBERT
N.D. BLANKENDAEL
Mij Present LUIR CROLLIUS

! In de marge !
Coop 195- 0- 0
80 2- 8-12
10 0- 9-12
2-12- 8

De voorschreven Heere Opdraegere met naeme en qualitijt als Evicteur ut Supra, Eene Hoeve bestaende in huys en schuer aan malkanderen gebouwt mitsgaders schaepstal turffhuys en karhuys genaamt Den RIJPELBERGH.
Item een acker teulants metten hoff daer aengelegen groot twee loopen.
Item een acker teulants genaamt De SEIJLENS groot acht loopen gelegen nevens erve JOOST BERCKENS.
Item eenen acker genaamt Den HOECKACKER groot seven loopen strekkende met een eynde op erve JOOST BERCKENS voornoemd, metten anderen eynde op een wijvelt.
Item eenen acker groot seven loopen mede gelegen ter plaatse voorschreven JOOST BERKERS e.z..
Item een acker teulants groot seven loopen genaamt De HUYSKENS DANIEL MACKALLA.
Item eenen acker groot veertien loopen, genaamt Den CAMP gelegen nevens de huysinghe voornoemd.
Item een acker teullant groot een en een half loopen genaamt Den BOLCKVOOREN gelegen nevens Den NONNEN BEEMPT.
Item een weyvelt groot ontrent XX loopen genaamt 'T KOYE EUSEL gelegen neffens Den CAMP.
Item eenen beempt groot ontrent ses loopensse genaamt Den NONNENBEEMPT.
Item de helfte in eenen Beempt in't geheel groot eenen buen­der, gelegen inden HELMONSEN WEERT, waer van de wederhelft toebehoort den voorschreven JOOST BERKER.
Item de helfte van een coeyvelt genaamt 'T LEEGH BEESTEVELT groot ontrent dertigh loopen, de gemeente e.z. en den acker genaamt De SEYLENS a.z..
Item eenen Beempt genaamt Den BRUGHBEEMPT groot ontrent vier loopen gelegen neven de Riviere De AA bij de BAKELSCHE BRUGGE.
Item de helfte in eenen beempt genaamt Den RIETBEEMPT groot in 't geheel vier loopens gelegen onder HELMONT.
Item eenen beempt groot vier loopen genaamt De BLYECKT gelegen neven Den BRUGHBEEMPT.
Item een hoye of weyvelt groot twee loopen genaamt Het CALVER VELTJE gelegen neven 't KOY EUSEL voornoemt.
Item eenen dries groot twee loopen genaamt Den EECKELHOFF gelegen achter den acker genaamt Den CAMP.
Mitsgaders eenen dries te vooren heylant groot twee loopen genaamt Den NIEUWEN DRIES.
Van welke goederen den clercq ut Supra transportant, heeft hij wettelijck en erffelijck op draegen de Heer HERMAN CREMERS, , Datum ut Supra.
De quitantie van de 80 penning en 10 geboden, getuigen J. HASEVOET.
AB. HUBERT
N.D. BLANKENDAEL
Mij Present LUIR CROLLIUS

! In de marge !
Coop 775- 0- 0
80 9-13-12
10 0-19- 4
10-13- 0

Bron als boven.
Folio 70 recto.
d.d. 29-05-1714.

Pro Deo.
Allen den geenen die dese onse Letteren van Certificatie sullen werden vertoont, Salut.
Wij ANDRIES DRIESSEN, PETER THOMAS NOOIJEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dinghbancke van BAECKEL en MILHEESE, Quartier van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde Certificerende ende verclaerende bij desen dat voor ons is gestaen en gecompareert MARTEN JAN WERTS onsen inwoonder, de welcke te kennen was gevende, van dat hij niet in staet en was, om voortaen met sijn kinderen sonder ondersteuninghe tot sijns Levens onderhout te geraecken, ende alsoo den selven van Intentie was, sigh elders te begeven op hoope van dat hij eenige goede en ontfermende herten mogte ontmoeten, die hem met een mildadige hant reijckinge quame te ondersteunen, soo versogte den selven dese onse Certificatie en voorschrijvinge, waeromme soo ist dat wij Schepenen ter Beede van den voorschr. MARTEN JAN WERTS desen onse attestatie hem niet hebben willen weijgeren, met recommandatie < = aanbeveling > aen allen en een ider die dese vertoont sal werden van haerder over den voorschr. MARTEN JAN WERTS te ontfermen en aen den selven mede te deijlen een mildadige hantreijckinge, op dat hij daer door in staet mogte geraecken om een koeijke te coopen, sullende in alle voorvallende gelegentheden des versogt sijnde noijt manqueren, insgelijcx te doen.
Toirconde de minute prothocollair onderteeckent desen negen en twintighsten Meij 17C en veertien.
DRIES DRIESSEN
PETER THOMAS NOOIJEN, Schepenen.
Mij present,
F.D. ROULLOUW, absentie Secretaris.

Bron als boven. Folio 70 verso.
d.d. ??

Compareerde voor Schepenen onder genoemt, Juffrouw EMELIA HAEWINCKEL, Wed. wijlen den Hoogh Ed. Heer WILHELMUS AMBROSIUS de ZEELANT inwoondersse tot MIERLO geassisteert met den momboir bij den regter naer gewoonte gegeven, dewelcke verclaert in geregte manieren van huisinge aen pagtinge uijtgegeven verhuert en verpagt te hebben aen den
< Zo eindigt dit document >.

Bron als boven. Folio 71 recto.
d.d. 29-05-1714.

Pro Deo.
Allen den geene die dese onse Letteren van Certificatien sullen werden vertoondt, Salut.
Wij AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, PETER THOMAS NOIJEN ende ARIAEN JANSSEN Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE Quartier van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde certificerende ende verclaerende bij desen dat voor ons is gestaen ende gecompareert JAN WILLEM SCHATEN onsen inwoonder, dewelck te kennen was gevende van dat hij niet in staet en was, om voortaen met sijn vrouw en kinderen sonder ondersteuninge tot sijns levens onderhout te geraecken, ende alsoo den selven van intentie was, sigh elders te begeven op hoope van dat hij eenige goede ontfermende herten mogte ontmoeten, die hem met een mildadige hant reijckinge quame te ondersteunen, soo versogte den selven dese onse certificatie en voorschrijvinge, waeromme soo ist dat wij Schepenen ter Reede van den voorschr. JAN WILLEM SCHAETEN dese onse attestatie hem niet hebben willen weijgeren. Versoeckende des halve aen alle heeren het sij Geestelijke off Wereltlijcke het sij Magistraten off andere die dese vertoont sal worden, den voorn. JAN WILLEM SCHAETEN voor een eerlijck man te erkennen te laeten passeeren ende repasseeren, om dien volgende alle billicke hulpe bijstant ende de faveur te bewijsen, met verseekeringe dat wij in dier gelijcke gevalle als dese des versogt sijnde het selve sullen bethoonen en verders versoeckende aen allen en een ider die dese vertoont sal werden van haerder over den voorschr. JAN WILLEM SCHATEN te ontfermen, en aen den selven mede te deijlen een mildadige hantreijckinge ofte aelmoese, op dat hij daer door in staet mogte geraecken om met sijne vrouw ede sijne onnosele kinderen verders door de weerelt te comen.
Toirconde de minute prothocollair onderteeckent desen negen en twintichsten Meij 17C en veertien.
ADRIAEN JANSEN
CORSTIAN MANDERS
PETER THOMAS NOOIJEN
PETER van der SANDE.

Bron als boven. Folio 72 recto.
d.d. 16-07-1714.

In den Naem onses Heeren Jesu Christi Amen.
Bij den inhouden van dese openbaere instrumente van testamente sij cond en kennelijck eenen igelijcken dat wij PETER TOMAS NOOIJEN ende PETER van der SANDE, Schepenen des Dorps ende Dinckbancke van BAECKEL en MILHEESE op heden den sestiende dagh der maendt Julij Seventien hondert en veertien ons hebben getransporteert ten woonhuijse van FRANCIS de ROULLOU inwoonder alhier ende aldaer bevonden JAN van BREDA soone wijlen COENRAET DENIS van BREDA, de welcke siek te bedde leggende, dogh sijnen verstande, memorie ende sinnen over al machtigh ende gebruijckende, gelijck ons nae alle schijn te passeeren deses volcomentlijck is gebleecken, den welcken verclaerde te overdencken de broosheijt van het menschelijk leven op der aerde en dat ter niet seeckerder en is, dan de doot ende niet onseeckerder dan den tijt, en die van dier. Verclaerende hij testateur daer omme met goeden voor bedagten raeden uijt sijnen eijgen vrijen will en sonder persuasie < = aanrading; overreding > van imanden, gemaeckt, geraempt, en geslooten, gelijck hij testateur maeckt, raempt en sluijt mits desen, sijn testament lesten en uijtersten will, in voege en maniere hier nae volgende, in den eersten soo beveelt hij testateur sijn ziele, soo wanneer de selve uijt sijn sterffelijcke lichaem sal comen te scheijden in de barmhertige handen Godts sijnen Schepper, Verlosser en Saligmaecker, en sijn doode lichaem de aerde, om eerlijck naer sijnen staet begraven te werden, comende alsoo tot dispositie < = eene ordentelijke bestelling; of beschikking > van sijne tijdelijcke goederen hem van Godt Almachtigh op desen aerde verleent, soo verclaert hij testateur sijne moeder CATHARINA van BREE te maecken volcomen meester van alle sijne goederen, soo van roerende als onroerende nu hebbende ende vercrijgende waer die mogte gelegen sijn ende soo als hij testateur de selve met den doot ontruymen naer laeten sal, om daer mede bij haer sijne testateurs moeder te werden gedaen, als met haer eygen proper goet, institueerende hij testateur dien volgende sijne voors. moeder CATHARINA van BREE tot sijn testateurs eenigste en universeelste < = algemeene > erffgenaem met seclusie < = afsluiting; uitsluiting > van alle anderen dit verclaert hij testateur te wesen sijn testament lesten ende uyterste will, willende ende begeerende dat dit sijn testamente van eenen igelijcken sal werden achter volgt, ’t sij andersints, of soo en geljck een testamente off uytersten wille van een Cristen mensch alder best plaets grijpt en effecte sorteeren magh al waert oock soo, dat hier inne niet alle volcomentlijck en ware geobserveert de Solemniteijten van regts off costuijmen wegen gerequireert de selve verclaert hij testateur te houden voor geinsereert < = ingezet > derogerende < = afbrekende > alle ommissien < = overgeslagen; nagelaten > en versuijmenisse bij ende mits desen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den sestienden Julij seventienhondert en veertien.
J. v. BREDA
PETER THOMAS NOEIJEN
PETER van de SANDT
CORSTIAN MANDERS, Schepen loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 73 recto.
d.d. 16-08-1714.

In den name deses Heeren Jesu Christi Amen.
Sij condt en kennelijk eenen igelijcken dat voor PETER THOMAS NOEIJEN ende PETER van der SANDE, CORSTIAEN MANDERS vermidts de absentie van den Secretaris, Schepenen des Dorps van BAECKEL en MILHEESE sijn gestaen ende gecompareert JAN ARIAENS van SON ende CORNELIA PETER HENDRICX wettige bedde genoten, gesont naer den Lighaemen, de welcke verclaerden te overdencken de broosheijt van dit menschelijck Leven op der aerde, als een schaduwe verganckelijck ende datter niet seeckerder en is dan de doodt, en niet onseecerder dan den tijt ende ure van dien, willende der halve niet geerne uijt dese verganckelijcke werelt scheijden sonder alvoorens van haer tijdelijcke goederen haer van Godt Almaghtigh op deser aerde verleent uijtterlijcke gedisponeert te hebben, doende het selve bij ende mits desen.
Eerstelijck soo beveelen sij testateuren hare ontsterffelijcke Zielen in de genadige bermhertigheijt Godts en haer sterffelijcke lighaemen aen den mondt der aerde om eerlijk naer haeren staet begrave te worden, comende alsoo tot dispositie van hare tijdelijcke goederen, soo verclaerden sij testateuren den eenen den anderen, en sulcx den eerst stervende den langhlevend haerder beijden te maecken volcomen heer en meester vrouw en meesteresse en bij den langstlevende van haer beijden van de naerlaetenschap volcomentlijck naer sijnen off haeren vrijen will te werden gedisponeert. Verders soo begeeven sij testateuren naer haer beijdens afflijvigheijt dat alle hare gereede roerende goederen en haefelijcke effecten en goederen, hoe die genaempt mogte connen, mitsgaders alle gerede ende uytstaende penningen, te ……….. pretentien als andersints niet ter werelt gereserveert, off soo en gelijck sij testateuren met der doot ontruymen en naerlaeten sullen, sullen gedeijlt werden hooft voor hooft staeck geweijse bij ALEHE dochter WILBERT ARIAENS, bij ARIAEN, JAN, MARIJ, CATHALIJN en CLAES alle kinderen verweckt bij JACOB JANSSEN, ende ELISABET ARIAENS inwoonderen tot BRUGEL.
Item bij de kinderen verweckt bij AERT TEUNIS DERICK in huwelijck hebbende HENDERIN ARIAENS inwoonder tot NUNEN, mits soo sullen de voors. erffgenaemen gehouden wesen te moeten uytkeeren uyt de voors. goederen voor een Legaet aen de kinderen JAN van ELDEREN verweckt bij BARBARA PETER HENDRICX eene somme van twaalff gulden tien stuyvers ende meer niet, mits soos al CATHALIJN dochtere JAN van ELDEREN voors. gegeven worden de beeste < = beste > swaerte stoeffe schoort ende beesten falij met den swaarten voorschoot, mitsgaders soo maecken sluyten en begeeven sij testateuren dat MARIJ dochtere AERT TEUNIS DERICX sal profiteeren ende genieten behoudens haere gedeelte, eene somme van tien gulden, mits soo sal de voors. MARIJ dochtere AERT TEUNIS DERICX gehouden wesen ons testateuren bij te staen in alle noot, sullende daer en boven jaarlijcx gegeven oft betaelt worden haar heur gelijk ’t selve ondersprooken is, dit verclaeren sij testateuren te wesen haar testament, lesten en uytersten wille willende en begeerende dat dit naer haer beijdens overlijden naergecomen ende geobserveert sal worden, is het niet als testament, ten minsten als codicil < = een eigenhandig geschreven laatste wilsbeschikking > off eenigh ander maecksel, off soo en gelijck een testament van Christelijcke menschen alder beest plaets grijpen en effect sorteeren magh, alwaert oock soo dat hier inne niet volcomentlijck waer geobserveert de Solemniteijten van regts off costuijmen wegen, de selve verclaeren sij testateuren, te houden voor geinsereert
< = ingevoegd >, derogerende < = afgebroken > alle ommissien < = nalatingen > ende versuijmenisse bij ende mits desen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den sestiende Augusti seventien hondert en veertien.
Dit is het X merck van JAN ARIAENS van SON verclaert niet te connen schrijven.
Dit is het X merck van CORNELIA PETER HENDRICX verclaert niet te connen schrijven.
PETER THOMAS NOIJEN
PETER van der SANDT
CORSTIAEN MANDERS, Schepen absente Secretaris.

Bron als boven. Folio 75 recto.
d.d. 20-08-1714.

Compareerden voor Schepenen des Dorps van BAECKEL gelegen in het Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH ondergenoempt den Eerw. Heere HENDRICUS van SCHARDENBURGH Predicant alhier, als in huewelijck gehadt hebbende Juffr. JACOMINA MARGRITA het HOOFT, ende WILLEM van SCHARDENBURGH sijnde van competenten ouderdom, de welcke verclaerden te constitueeren ende volmachtigh te maecken sulcx doende mits desen DANIEL ALEXANDER MACCALLE Deurwaarder van haar Ed. Mo. de Heeren Rade van Staten der VEREENIGDE NEDERLANDEN in huewelijck hebbende MARIA MARGRITA van SCHARDENBURGH om sigh te vervoegen naer S’HERTOGENBOSCH ende OISTERWIJCK ofte elders ende aldaer van de Heer JOHAN van der DOES ende Heer JOHAN HARTONGH het sij in der minne ofte bij middelen van regt aff te voorderen Reeckening beweijs ende reliqua < = overblijfsel > van soodanige penningen als sijn geprocedeert ende gecomen van seecker perceel weijlant genaempt HET HOEFFSLAGH, het huijs in DE VIS STRAET te S’HERTOGENBOSCH, mitsgaders van eenen den rente brieff betaelt geweest sijnde door de Heer Ontfanger tot BOMMEL revoceerende < = herroepende > hiermede al voorige gegevene procuratien, ende gelooven wij constituanten voor goet, vast bondigh ende van waarde te sullen houden allent gunt bij onsen geconstitueerden sal worden gedaen ende verrigt met volcomen magt, omme des noots procureur ad lites < = een volmacht om een proces te vervolgen > te constitueeren ende voorts te doen als of wij selffs present waeren soude connen ofte mogen doen.
Geloovende den selve indemniteijt onder verbant als naer regten.
Toirconde geteijckent op heden binnen BAECKEL den twintigsten Augusti seventien hondert en veertien..
HENRICUS van SCHAERDENB:, Predicant in BAACKEL
WILLEM van SCHAARDENB
PETER THOMAS NOIJEN
PETER van der SANDT.

Oud Recht. Archief Helmond, Archiefnr. A-2001, inv.nr. 4011, folio 45verso,
d.d. 03-10-1714.

ANTHONIJ WILBERS inwoonder tot LIEROP, JAN PETER en GEERTRUIJ Wed, JAN JOOST MANDERS inwoonders tot BAKEL, MATTHIJS SWINCKELS als in huwelijck hebbende ANNEKEN dochtere WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL, inwoonder tot HELMONT, BASTIAEN MANDERS als in huwelijk hebbende CATELIJN dochtere WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL, mitsgaders THOMAS SWINCKELS als in huwelijk hebbende HENDRINA dochtere WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL inwoonderen tot BAKEL, alle kinderen van en erffgenamen van de voornoemde WILBERT HENDRICX van SCHIPSTAL hebben midts desen erffelijck gecedeert getransporteert en overgegeven aen ende ten behoeven van THONIS JAN MANSVELDERS inwoonder tot BAECKEL een huijs, schop en aengelach ap ende dependentien van dien, soo en gelijck tegenwoordich JAN JOOST WEERTS in sijn gebruijck is hebbende gelegen aen het NUIJEN EINDE tot BAKEL voor­schreven.aen te vaerden Pincxteren 1715 en 't landt t'oog­st aen de stoppelen, Los ende vrij uijtgenomen s'Landts ende Dorpslasten, nabuerlijcke rechten en de servituijten, voorts los ende vrij, waarop ende alle Schepenen letteren mentie maeckende helmelinge vertegen bij manieren in sulcx gewoonlijck sijnde, geloovende sij respective transportanten 't voorschreven cederen, transporteren ende erffelijck overgeven altijt te sullen houden den doen houden voor goet vast bundich ende van waerden. Mitsgaders te vrijen wairen en guaranderen van allen commer calangie en aentael daerinne wesen off comende aff te doen geheelijck, ijder een vooral en elck als principael, onder verbandt van henne respective persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende, doch is geconditioneert dat soo wanneer de voorschreven goederen binnen het jaer mochte werden vernadert dat den voorschreven cooper 't selve noch een jaer daer nae in sijn gebruijck sal mogen houden sonder eenich tegen seggen, sonder argh off list.
Testes scabinij in HELMONT. GERARDUS HUBERTI en GERARDUS de MATER op heden den derden October XVIJc veertien.
G. HUBERTI
G. d. MATER
Cooppenningen 267- 0- 0
40e pennning 6-13- 8
10 verhogingen 0-13- 8
7- 7- 0

Oud Recht. Archief Helmond, Archiefnr. A-2001, inv.nr. 4011, folio 46recto,
d.d. 08-10-1714.

MATTHIJS PETER SWINCKELS als in huwelijck hebbende ANNEKEN WELBERT HENDRICX van SCHIPSTAL wonende alhier, voor haer tochtrecht, en MARIA, GERRIT, HENDRICK, DIRCK, mitsgaders ANTHONIJ SWINCKELS als in huwelijck hebbende CATHARINA GERRIT HAGEMANS, alle kinderen en erffgenamen van GERRIT HAGEMANS, verweckt bijde voornoemde ANNEKEN WILBERT voorschr. voor haer erffrecht, hebben alsoo in die qualiteit erffelijck gecedeert, getransporteert, overgegeven end opgedragen aen, ende ten behoeven van LAMBERT THONIS woonende tot BAKEL, een vervallen schuerke, teul, groes, weij en hoijlandt, ap en dependentien van dien, soo en gelijck 't selve hun is aengecomen bij deijlinge van ANNEKEN THONIS REIJNDERS, gelegen tot BAKEL, los en vrij, uijtgenomen jaerlijcx daer uijt te vergelden de vijfde part van een vat rogge aen de Heer Rentmeester des TOMBES.
Item de vijfde part van 15 stuijvers aan de Armen van BAKEL.
Item de vijfde part van twee en een halff hoen chijns, ijder betaelt wordende met ses stuijvers.
Item noch een vijfde part van 13 stuijvers s'Land­ts en Dorpslasten, nabuerlijcken rechten en servituijten, voorts los en vrij, waerop en alle Schepenen letteren mentie maeckende helmelingee vertegen bij manieren in sulcx gewoonlijck sijnde.
Geloovende bij respective transportanten 't voorschr. cederen transporteren en erffelijck overgeven. altijt te sullen houden en doen houden voor goet vast, bundich ende van waerde, mitsgaders te vrijen, wairen ende guaranderen, van allen commer calangien en aentael daerinne wesende off comende aff te doen geheelijck ijder een voor al, en elck als principael, onder verbant van henne respective persoonen en goederen hebbende en vercrijgende, sonder argh off list. Testes scabinij in HELMOND GERARDUS HUBERTI en ARNOLDUS LEEMANS op heden den aghtsten October XVIIc en veertien.
G. HUBERTI
ARNOLDUS LEEMANS
Cooppenningen 125- 0- 0
La$sten in capitaal voor 1/5 part 4- 8- 0
129- 8- 0
40e penning 3- 4-12
10 verhogenigen 0- 6- 8
3-11- 4

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 75 verso.
d.d. 07-11-1714.

Wij CORSTIAEN MANDERS ende PETER TOMAS NOIJEN Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAKEL en MELIS Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificeerende ende vercaerende bij ende mits desen, dat PETER de CORT Secretaris deses Dorps met ons ende de verdere Schepenen van BAKEL en MELIS op dato deses over gemeijnt affairens hebben vergadert geweest, en mede des slants Impost < = schattinge > genaemt De Dranken die den voorz. Secretaris ingevolge vande Resolutie van de Ed. Mog. Heeren Raden van Staete der VEREENIGDE NEDERLANDEN, beneffens ons en de verdere Schepenen. Heeft helpen tauxeren, wij van den selven Secretaris versogt sijn geworden, te visiteren seecker affront < = belediging > dat aen sijn carré huijff gepleegt en begaen is geworden, hebben wij ( schoon der selven Secretaris is een man van eer en die niet anders en doet, aen ons, en aen alle, mitsgaders aen alle onsen ingesetenen in alle occasijen in ’t gemeen en particulier comt te bewijsen alle beleeftheden hulp ende beijstant, soo aen arme als rijcke ) egter toen ons leetwesen ondervonden hebben dat de carhuijfe vanden selven Secretaris ten eenenmaele is doorsneden, en hebben wij Schepenen mede ondervonden, dat ‘tselve op diversche plaetsen is geschiet, als mede dat drie van des selfs carré huiffens oock sijn doorsneden soodanigh dat de veiren daer uijt comen te vallen, over welck affront soo voorschreven geschiet en bij ons ondervonden, daer ‘tselve alsoo is gepleegt, heeft den voorn. Secretaris sijn peerts getuijgh en peert in onse presentie elders dan te vooren verbrogt en < geseureert ? >.
Actum BAECKEL den sevenden 9bris 17C en veertien.
CORSTIEN MANDERS
PETER THOMAS NOOIJEN.

Bron als boven. Folio 76 verso.
d.d. 11-12-1714.

Wij DRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, PETER van de ZANDE.
Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAECKEL en MILHEESE, doen conde certificeerende en verclaerende bij desen, op Eede int aenvangen onses ampts gedaen, ter Requisitie vant Officie waeragtigh te wesen, dat op huijden wesende den elfden Xber 17C en veertien inde kerck over gemeijnts saecken wegens ’t kiesen oft constringeeren < = dwingen > van de Borgemeesters waren vergadert Schepenen, Kerckmeesters, H. Geestmeesters en Peelmeesters, en dat naer eenige discoursen < = discussies > aldaer voor vallende door ADRIAEN JANSSE regerend Schepen wierde gesegt, dat BASTIAEN HERMENS en anderen ten tijde vant kiesen vande Borgemeesters hadde gesegt, dese oft diergelijcken woorden, dat indien JAN PETER STERCKEN tot het aenveerden van Borgemeestersampt niet gedwongen konnen werden, dat hij BASTIAEN HERMENS cum suis < = met de zijnen > ’t selve als dan soude bedienen buyten costen van des gemeente, waer op BASTIAEN HERMENS int openbaer den voorn. Schepen ADRIAEN JANSSE daer op in die vergadering toe spreekende zeyde, dat liegde gij, ‘twelck niet alleen in kennisse is gelegt temeer tot corroboratie
< = versterking > vant voorgeseyde vande voorschreven Schepen ADRIAEN JANSSE. Heeft den selven Schepen hem beroepen op ons Schepenen, en verclaren wij ’t voorgeseyde uyt den mont van BASTIAEN HERMENS te hebben gehoort, ’t geen hij aende voorschreven Schepen ADRIAEN JANSSE heeft heyten liegen.
Aldus gedaen binnen BAECKEL den Elfden December 17C en veertien.

Bron als boven. Folio 77 recto.
d.d. 19-12-1714.

Wij ANDRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, CORSTIAEN MANDERS, ADRIAEN JANSSEN, PETER van der SANDE, PETER THOMAS NOEIJEN, Schepenen ……………………………….. Borgemeester BASTIAEN MANDERS, ANTONIJ van der LAAR, Kerckmeesters, JOOST DERICX, PETER CUIJPERS Heijlige Geestmeesters, JAN TEUNIS de SMIT, CLAES HERMENS, Peelmeesters des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL en MILHEESE en alsoo representeerende ’t gansche Corpus van BAECKEL en MILHEESE, verclaeren uyt Cragte van permissie van de Hoo. Mo. Heeren Staeten Generael der VEREENIGDE NEDERLANDEN in dato den eersten October Seventien hondert en ses, bij desen te hebben geleent, opgenomen en ontfangen uyt handen van GOORT MARTEN zijnen inwoonder der Heerlijcckheijt HEESE een Capitaele somme van een duysent gulden ad twintigh stuyvers Hollants gereeckent, welcke somme wij sullen employeren tot afflossinge van gelijcke Capitaele sommen die ten laste van dese gemeente staende geloovend op verbant van onse persoonen en goederen hebbende ede vercrijgende als mede op verbant van de persoonen en goederen van onse ingesetenenen, hebbende ende vercrijgende die voorschr. capitale somme van een duysent guldens, van heden dato over tien jaeren aen de voorn. GOORT MARTEN ZIJNEN, off des selffs actie en pretentie hebbende, te sullen restitueeren voldoen ende betaelen sonder eenigh teegenseggen in regt ofte daer buijten, overmits de opregte deugdelijcheijt deser schult spruytende en hercomende is van deugdelijcken geleenden en aengetelden gelden, bij ons tot restitutie soo voors. geemployeert genoten en ontfangen geloovende voor intrest van de voorschr. een duijsent guldens jaerlijcx vrij van alle lasten binnen HEESE te sullen betaelen van ider hondert guldens, vier gulden, waer van het eersten jaer vervallen sal op dato deses over een jaer en soo voorts van jaere tot jaere te continueern tot de volle afflossinge toe en is verders ondersproocken, dat ofte naer expiratie der voorgestipuleerde jaeren, die voors. somme van een duijsent guldens niet en wierde gerestitueert, en bij ons ten laste van de gemeente quaeme te behouden, dat men malcanderen, ’t selve een half jaer voor den verscheijndagh sal moeten op seggen. Submitteerende ons ende onse naercomelinge aen het ingebot < = het recht om iemand voor het gerecht te dagen > van S’HERTOGENBOSCH en EIJNDHOVEN, alles onder verbant als boven en renuntiatie als naer regten.
Toirconde hebben wij de minute prothocollair deses eijgenhandigh onderteeckent op heden binnen BAECKEL den negentiende December seventien hondert en veertien.
DRIES DRIESSEN
AERT PETERS STERCKEN
THOMAS AERT SWIJNCKELS
CORSTIAEN MANDERS
ARIAEN JANSEN
PETER van der SANDE
PETER THOMAS NOOIJEN, Schepenen.
BASTIAEN HERMENS MANDERS
ANTONI GORTS van de LAER, Kerkmeesters.
PETER KUIJPERS, Heilige Geestmeester.
Dit is het X merck van JAN TEUNIS de SMIT verclaert niet te connen schrijven.
CLAES HERMENS, Peelmeesters.

Bron als boven. Folio 78 verso.
d.d. 19-12-1714.

Compareerde voor Schepenen ondergenoemt CORNELIS MARTENS eijgenaar en gebruijcke mitsgaders JAN JOOSTEN mede gebruijker en inwoonderen alhier dewelcke verclaeren bij desen te abbandonneren < = overgeven > ( behoudelijck de schaer opden velden tot betalingh van ’s lants en Dorps reeele lasten, seeckere huysinge, schuer en aengelagh als andersints soo groes, teull en hoeijlant als bij haert te samen en ider int besonder gebruijckt en beseten wort, gelegen onde BAECKEL sonder eenige reserve soo van Eijgendom off gebruijck van dien laetende aende Hoog Ed. Welgeb. Vrouwe van ASTEN en alle andere crediteuren vrij, op ’t voorschreven huijs en erffenisse tot verhael van haere pretentien sonder signet van proces off evictis maer naer voorgaende proclamatien des gerequireert tot vercoopinge soodanig te procederen gelijck in cas van geabbonneert goet magh werden gedaen.
Geloovende daer tegens niet te doen off laeten geschieden in eenigerhande manieren op verbant en renuntiatie als naer regten, getuijghen hier over DRIES DRIESSEN en PETER van ZANDE Schepenen op heden binnen BAECKEL de negentienden December 17C en veertien.
DRIES DRIESSEN
PETER van der SANDT
P. de CORT, Secretaris.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1706, folio 298v + 299.
d.d. 21-12-1714.

Alsoo d"Hr. PIETER de KORT Stadthouder en PETER RIJNDERS CLUYTMANS Schepen tot BAKEL gemechtight van de President, Schepenen, Kerckmeesters, H.Geestmeesters en verdere Regenten des dorps van BAKEL, die weder geoctroyeert waaren bij resolu­tie van Haer Ho.Mo. de Heeren Staeten Generael der VEREENIGHDE NEDERLANDEN wesende vander date den 1 October 1706, gelooft hadden, aen en ten behoeve van de Ho.Ed.Geb. Heer FLORIS van EYCK Heere van MIERLO, eene somme van drie=duysent Caroly gulden metten Interesse van dien tegens vier per Cento Prosit in Litte. alhier wesende van den dato den 14 January 1709. Eenduysent een=hondert ende vijftigh Car. inde voorschreven meerdere gelofte van drie=duysent guldens. Heeft den voor­schreven Heere FLORIS van EYCK alhier persoonlijk gecompa­reert, wettigh ende erffelijck opgedraeghen ende overgegeven Mevrouwe BARBARA van SCHERPENSEEL Douagiere ERASMUS van GREVENBROEK in sijn leven Heere van MIERLO deponeren, en staet te weeten dat den interest van voorschreven 1150 C.gld. eerst sal beginnen te loopen en aanvanck nemen op den sestienden January des jaers van 1716 blijvende die tot selven interest totten voorschreven daeghe ten behoeve vanden voorschreven Heere opdraegere. Testes ut Supra datum den een=en=twintighsten December seventien=hondert veertien.
De quitantie van de 40e penning en 10 verhogingen nihil en in marge tot besijden wert geconfenteert uit passeren dese op seeckere getuygen COLLAT en GILLES KERCKHOVEN.
F. CHATVELT
SEVENHOVE
Mij Present CROLLIUS.

! In de marge !
Coop: 1155:0:0.
40e pennige + 10 verhogingen nihil op 't Corpus van BAEKEL.

Bakel 1715.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 79 recto.
d.d. 17-02-1715.

Wij ANDRIES DRIESSEN, THOMAS SWINCKELS, ARIAEN JANSSEN, PETER van der SANDE, PETER THOMAS NOEIJEN Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAECKEL en MELIS bekennen en beleeden gelijck wij bekennen ende beleeden mits desen deugdelijck uyt handen van JENNEKE Wed. PETER DRIESSEN ontfangen ende genoten te hebben de somme van twee hondert guldens in verminderinge van seecker Capitael, staende tot Laste van de voors. Wed. JENNEKE PETER DRIESSEN, met gelofte nogtans van indemniteijt < = schadeloosheid > voor soo veel dese ontfangene twee hondert gulden aen ons Schepenen sijn gerestitueert op een Capitael van vier hondert gulden, op genomen ende genoteert bij PETER AB ANGELIS. Geloovende de voorschr. Wed. hier inne cost en schadeloos te sullen ontheffen ende te ontlasten onder verbant en renuntiatie als naer regteren.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den seventien Febriary 17C en vijfftien.
DRIES DRIESSEN
THOMAS AERT SWIJNCKELS
PETER van de SANDE
ADRIAEN IJANSSEN
PETER THOMAS NOEIJEN.

Bron als boven. Folio 79 verso.
d.d. 28-02-1715.

In den naem Onses Heeren Jesu Christi Amen.
Op heden den acht en twintighsten February 17C en vijfftien des s’avonts ontrent den seeven uren hebben wij PETER THOMAS NOEIJEN ende CORSTIAEN MANDERS Schepenen beneffens ……………. In den naeme van den Secretaris alhier ons getransporteert ten huijsen van LAMBERT THONIS ende EIJCKEN WILLEM JAN CEELEN beijde echte luijden en wettelijcke bedde genoten.
LAMBERT THONIS gesont naer den Lichaeme sijnde, EIJCKE des selfs huysvrouwe teegenwoordigh sieckelijck ende onpasselijck naer den Lichaeme, edoch beijde haer verstande memorie en vijff sinnen over alles wel machtigh en volcomentlijck gebruijckende soo en gelijck ons ten allen ten passeere deses volcomentlijck is gebleecken, de welcke overdenckende de broosheyt der menselijcken natuere, datter niet seecker en is dan de doot en niet onseecerder als den tijt en ure der selven. Hebben verclaert daeromme niet geerne uyt dese weerelt en soude willen scheijden, sonde voorgaende testamentaire dispositie < = een ordentelijke laatste wilsbeschikking >, hebben der halve ende daer omme naer voorgaende deliberatie < = beraadslaging > met goede voordagten raede, uyt hunne eijgen en vrije wille ende daer toe onbedwongen van imanden ( soo hij seijde ) gemaeckt geordonneert ende geslooten, gelijck sij maecken sluyten ordonneeren bij desen dit hunne testament leste en uytterste wille is willende ende begeerende dat het selve volcomen effecte sorteeren sa lende plaets grijpen magh: eerstelijck beveelen sij testateuren haere onsterffelijcke sielen sal comen te scheyden in de handen van de grondeloose bermhertigheijt van Godt Almachtigh, ende hunne doode lichaeme een Christelijcke begraeffenisse om eerelijck naer hunnen staet begraven te konnen werden comende soo voorts daer meede tot dispositie van haere tijdelijcke goederen haer van goet op deser aerde verleent soo begeven sij testateuren dat de voor kinderen met naeme ANTONIJ en THOMAS verweckt bij JENNEKE THOMAS, ende de nae kinderen met naeme LINNEKE en JENNEKE WILLEMIN en MARIJ verweckt bij EIJCKEN WILLEM JAN CEELEN sullen deijlen in alle de goederen soo in roerende als onroerende hoe die selve genaempt moghte werde voor hooft voor hooft staexgewijse soo en gelijck dat off de voors. voorkinderen en naekinderen van eenen vader en moeder waren, mits conditie noghtans dat de meergemelten naerkinderen aen de voors. twee voorkinderen uyt den volle boedel naer de afflivicheijt van testateuren sullen uyt keeren eene somme van twee hondert guldens eens, mits beheeren wij testateuren dat JENNEKE dochter LAMBERT TEUNIS verweckt bij EIJCKE WILLEM JAN CEELEN mede uyt de voorschr. boedel sal genieten en profiteeren een somme van hondert gulden, welcke somm van een hondert guldens naer de afflivigheijt van de voorschr. JENNEKE wederom egalijck sullen gedeijlt worden hooft voor hooft ende vrij gegeeven ende profiteeren uyt den volle boedel aen onse soone ANTONIJ heeft gehadt. Dit verclaeren sij testateuren te wesen haere leste en uijtterste wille, willende ende begeerende dat het selve in alle sijne poincten en deelen stiptelijck sal moeten werden onderhouden en achtervolgt en naergecomen, het sij als testamente codicil, gifte of andersints soo en gelijck een testament alder beest < = best > plaets grijpen maghs derogerende < = te niet doen > alle ommissen ende verschijnenisse bij desen.
Actum ut Supra, toirconde door de testateuren en Schepenen onderteeckent.
LAMBERT THONIS
Dit is het X van EIJCKEN WILLEM JAN CEELEN verclaert niet anders te connen schrijven.
F.D. ROULLOU.
CORSTIAN MANDERS
PETER THOMAS NOEIJEN.
P.S. In de marge:
Compareerde voor Schepenen en onderget.: HENDRICK CANTERS in heuwelijck hebbende MARIJ ANTONIJ BANCKERS inwoonder tot ASTEN ende hem fort en sterck maeckende voor JAN BANCKERS ANNEKE ANTONY BANCKERS huijsvrouw van FRANSCIS van HOEFF ende IDA ANTONY BANCKERS meedere jaare jonge dogter, alle kinderen en erffgenaemen van ANTONY BANCKERS, dewelcke bekennen ten vollen ende met genoegen ontfangen te hebben eene somme van vijff en twintigh guldens uyt handen van JAN JANSSEN BIEMANS, sijnds ... contingent … volgens het neffens gaende testamente van JENNEKE LAMBERT TEUNIS aengecomen. Geloovende mits desen nu ofte nimmer daer over eenige actie ofte pretentie sullen ofte doen maken in Regte ofte daer buyten.
Aldus gedaen op heden den 7e February 1741.
Dit is het X merck van HENDRICK CANTERS.
Dit is het X merck van ANNEKE JAN BANCKERS.
F.D. ROULLOU, President.
GIJSBERT DRIESSEN,
P.S. In de marge.
Compareerde voor Schepenen ondergent. THOMAS LAMBERS verclaert van deser neffens acte voldaen te wesen waer op nogh rest eene somme van ach en twintigh gulden.
Toirconde gedaen in dato den 1sten January 1726.
F.D. ROULLOU.
P.S. In de marge.
ANTHONIJ LAMBERS erkent en belijt ontfangen te hebben van de testateuren eene somme van sestigh gulden op affcortingh van dese voors. hondert gulden.
Getuyghen hier CORSTIAEN MANDERS en PETER THOMAS NOEIJEN.
P.S. In de marge.
Op huijden wesende den 1sten January 1726 soo compareerde voor Schepenen ondergent. GEERTRUY JANSSEN Wed. ANTONY LAMBERTS de welcke verclaerde van het bovenstaende ten vollen te voldaen te wesen ende dese bovengenoemde gulden ontfangen te hebben.
F.D. ROULLOU.

Oud Recht. Archief Helmond, Archiefnr. A-2001, inv.nr. 4011. folio 57 recto.
d.d. 13-03-1715.

REIJNDER, ende PETER MANDERS gebroeders, hebben midts desen erffelijck vercocht, overgedragen ende opgedragen aen ende ten behoeve van JAN van de WEIJER inwoonder tot BAKEL, twee gerechte portien in seecker huijs, hoff ende aengelach, ap en dependentien van dien, soo ende gelijck haer van henne ouders is aengecomen, gelegen tot BAKEL aen DEN BENTUM, jaerlijcx int geheel daer uijt te vergelden 5 stuijvers, 8 penningen chijns.
Item een driesken groot ontrent een Loopensaat.
Item een stuck hoijlandt groot ontrent een Loopensaat, genaamt DEN BIESCAMP mede gelegen tot BAKEL voorschr.
Item alnoch een Zil hoijlandt gelegen inde WEERT onder de Stadt HELMONDT, jaarlijcx daeruijt te vergelden vier penningen chijns int boeck vanden Heer van HELMONDT.
Voorts los ende vrij, uijtgenomen s'Landts ende Dorps lasten nabuerlijcke rechten ende servituijten, waarop ende alle Schepenen letteren mentie maeckende helmelinge vertegen bij manieren in sulcx gewoonlijck sijnde.
Geloovende 't voorschr. vercoopen, overgeven en opdragen altijt te sullen houden, en doen houden voor goet vast bundich ende van waerden, mitsgaders te vrijen, wairen ende guarande­ren van allen commer, calangien ende aentael van hennen 't wegen inde voorschr. twee portien wesende aff comende aff te doen, geheelijck, onder verbandt van henne persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende, sonder argh off list.
Testes scabinij in HELMONDT. ARNOLDUS LEEMANS en JOSEPH van GEFFEN, op heden den dertienden Meert XVIIc vijftien.
ARNOLDUS LEEMANS
JOSOPH van GEFFEN.
Cooppenningen 66- 0- 0
Lasten in capitaal voor 2/9 parten 1-11- 4
67-11- 4
40e penning 1-13-14
Verhogingh 0- 3- 8
1-17- 6

Notaris Dirck Deckers te Helmond, inv.nr. 22, akte 2.
jaar 1715,
d.d. ??

ANTONY WILBORTS WELTEN, woonende tot VLIERDEN.
BASTIAAN MANDERS als man ende momboir van CATALIJN WILBERT WELTEN ende
THOMAS SWINCKELS als man ende momboir van HENDRINA WILBERT WELTEN,
beyde woonende tot BAECKEL, alle erffgenamen van den voorn. WILBORT WELTEN.
Zij bekennen schuldich te zijn aan HENDRICK TEUNISSEN, gewesen dienstknecht van den voorn. WILBERT WELTEN een som van hondert een en twintich gulden sestien stuyvers, spruytende ter saecke van huur, en nog eens een som van drie en dertich gulden seven stuyvers ter saecke van geleende gelden. Maakt alsoo te samen een somme van hondert vijf en vijftich guldens drie stuyvers, etc. etc.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 81 recto
d.d. 23-03-1715.

Staet en inventaris van soodaenige goederen als metter doot ontruymt en naergelaeten sijn bij ALDEGONDA CORSTIAENS huysvrouwe van JACOB JANSSEN van NEERVEN, ende sulcx geinventariseert en in geschrifte gestelt op ’t aen geven van den voorsz. JACOB JANSSEN van NEERVEN Weduwenaer van voorsz. ALEGONDA CORSTIAENS sulcx ten behoeven van sijne twee kinderen bij de voorsz. ALEGONDA CORSTIAENS verweckt en sijn de selve goederen als volgt:
Eerstelijck:
twee veeren bedden,
drij kussens met veeren,
een wolle deken,
een linne deken,
seven paer slaap laakens,
een koets,
twee eycke kisten.
een kas,
twee tafelen,
een stant,
eenen ……. tob,
eenen múlck tob,
een múlck ton,
een scherft vlot,
een moes mes,
een guijdt banck,
een breij aerden schootel,
een scheer bier ton,
eenen ijseren moespot,
eenen ijseren papketel,
eenen cooperen hant ketel,
een kleijen coopere ketelken,
eenen koeij ketel,
eenen cooperen seij,
een coopere vuerpan,
vier tinne lepels,
drij tinne schoetelen,
een boter teel met eenen boter lepel,
eenen trogh met degh < = deeg > schup,
vier stoelen,
eenen kinderstoel,
een vuerijseren,
een hael,
een lenck hael,
een tangh,
een ysere pan,
een hangh ijsere,
eene tinne pispot,
een sout doos,
drij houtere papschoetelen,
drie houtere lepelen,
een tinne coomeke,
twee spandericke of spendericke of spondericke met twee heckels,
een vlaes heckel,
een coopere lamp,
twee aarde olij kannen,
een olij vat,
een spil korff met spillen,
twee haspels,
eenen spin=wiel,
eenen ijseren vuerpot,
twee trille tafellaeckens,
twee linne tafellaekens,
drij oor sluwinen,
eenen boterkorff,
een witte mandt,
een Evangelie boeck,
een lapmande,
een scheer,
twee halve en twee heele koeij backen,
een schup,
een schoob hack,
een laeij reck,
eenen breeck rieck,
een haem, saadel en haegten,
een hoogh kar,
een leegh kar,
een ploegh,
een eeght,
een light,
twee seijsens,
eenen snij back,
een snijmes,
een haargetouw,
eenen hoy rieck,
een Corren gavel,
drij mael …….,
een huijff,
twee vlegels,
een smervat.
Aldus gedaen ende geinventariseert op het aengeven van den voors. JACOB JANSSEN van NEERVEN verclaerende den selve in het opgeven van desen staet en inventaris sigh opregtelijck gedraegen te hebben souden iet wes ter quader trouwe verswegen, achter gelaeten, oft weerloos gemaeckt te hebben, pretenteerende als desen staet en inventaris opregt en deugdelijck sijnde, ten allen tijden met Solemneelen Eede den selve te sullen bevestigen, met geloofte dat off meer goederen mogte voorcomen dan op desen staet van inventaris is gestelt, dat hij den selve daer mede ten allen tijden sal vermeerderen alles onder verbant als nae regten getuijgen hier over PETER THOMAS NOEIJEN en CORSTIAEN MANDERS Schepenen op heden binnen BAECKEL den sevende Meert 17C en vijfftien.
JACOB JANSSEN van NEERVEN.
PETER THOMAS NOEIJEN.
CORSTIAEN MANDERS.
F.D. ROULLOU.
P.S. In de marge.
Wij ondergeteeckende Schepenen bekennen als dat voor ons gecompareert is AERT CORST AERT als momboir van LUIJTIE JACOBS, dewelcke verclaerde ende bekende van de naergelaetene Wed. ANNEKE JACOBS van desen staet inventaris ten volle voldaen te sijn.
Actum BAKEL den 29 Augustus 1727.

Bron als boven. Folio 82 recto.
d.d. 23-03-1715.

Pro Deo.
Allen den geenen die dese onse Letteren van Certificatie sal worden vertoont ende voorgelesen: Saluijt.
Wij ANDRIES DRIESSEN President, ARIAEN JANSSEN en CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE Quartiere van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificerende ende verclaerende bij ende mits desen voor de opregte waerheijt dat JAN JANSSEN VERMEULEN geboortigh is alhier binnen desen dorpe van BAECKEL voors. ende sigh eerlijck en vroom ter goeder naem en faem volgens onse beste kennisse en wetenschap ten tijde, dat den voorschr. JAN JANSSEN VERMEULEN alhier is woonachtigh geweest heeft gedragen, ende want den voorn. JAN JANSSEN VERMEULEN ons heeft te kennen gegeven, dat hij elders naer andere quartieren, hem woude begeeven en versogte daeromme dese onse opregte verclaringe waeromme wij versoecken aen alle Heeren, Officieren, Magistraten, Geestelijcke oft Wereltlijcke die dese vertoont sal worden, den meergemelte JAN JANSSE VEMEULEN te laeten passeeren, alle billicke hulpe, faveur en bijstant des versogt sijnde te bewijsen met verseeckeringe dat wij in diergelijcke gevallen als dese insgelijcx des versogt sijnde ’t selve sullen bethoonen, ende alsoo het Christelijck is de waerheijt getuijgenisse te geven, soo hebben wij dese onse letteren van certificatie niet connen nogh willen weijgeren maer geerne voor soo veel dit aengaet, mede gedeijlt, versoeckende dat de selve bij allen en een ider magh werden voor volcomen waerheijt aengenomen.
Toirconde der waerheijt dese met onse gemeenen Dorps Zegel doen becragtigen ende de minute prothocollair eijgehandigh beteijckent op heden binnen BAECKEL den drij en twintighsten Meert seven tien hondert en vijfftien.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAN MANDERS.
ADRIAEN IJANSSEN.

Bron als boven. Folio 83 recto.
d.d. 31-03-1715.

In den naeme Onses Heeren Jesu Christi Amen.
Op huijden desen een en dertighsten Meert deses jaer een duijsent seeven hondert en vijfftien soo hebben wij ANDRIES DRIESSEN President ende PETER THOMAS NOEIJEN Schepen des Dorps van BAAKEL en MILHEESE ons vervoegt ten huijse van JAN HENDRICK DIERDONCH ende EIJCTIE JAN NOEIJEN echte luijden ende inwoonderen alhier sijnde van verstande memorie ende haer vijff sinnen wel machtigh en gebruijckende gelijck ons Schepenen ten passeeren deses is blijckende, de welcke verclaerden te overdencken de broosheijt van ’t mensche leven op der aerde, dat ter niet seeckerder en is dan de doot ende niet onseecerder dan den tijt en ure der selver, willende daer omme niet geerne van dese tijdelijcke werelt scheijden, sonder alvoorens van haere tijdelijcke goederen haer bij Godt Almachtigh verleent uijt haeren eijge vrije wil soo sij verclaeren gedisponeert < = beschikt > te hebben, eerstelijck soo beveelen sij testateuren haer sielen in den grondeloose barmhartigheijt van Godt Almagtigh haeren Schepper, Verlosser en Saligmaecker ende haere lichaemen een eerlijcke ende Christelijcke begraeffenissen, comende sij testateuren tot dispositie <= een ordentelijke bestelling> van haere tijdelijcke goederen, soo begeeren sij testateuren ende willen dat naer de afflivigheijt van haer testateuren dat HENRICX DIERDONCX haeren echte soon sal genieten ende profiteeren uijt den volle boedel eene somme van een hondert vijfftigh gulden.
Item een sijl hoijlants gestaen ende gelegen in de BAECKELSE BEEMPT genaempt DE BUNDERS mitsgaders een stuck teullants genaempt DEN HELM gelegen deenen zijde DEN HEELIGE GEEST van HELMONT, dander sijde MATTIJS MANDERS ende de erfgenaemen JAN MARTENS mits soo sal den voorschr. HENDRICX DIERDONCX onsen soon moeten blijven buijten den houwelijcken staet oft anders soo sullen de voors. somme van een hondert vijfftigh gulden ende de voorschr. perceelen van landerijen bij onse andere kinderen hooft voor hooft gedeijlt worden mits soo sullen de voors. goederen comen naer de afflivigheijt van onsen soon HENDRICK DIERDONCX vervallen ende geprofiteert werden bij de geene die hem sal comen te onderhouden. Dit verclaeren sij testateuren te wesen haere lesten en uijtterste wille. Willende ende begeerende dat ’t selve volcomen effect sal sorteeren ende plaets grijpen, ’t sij als testamente off codicil, niet teegenstaande hier inne eenige poincten naer regten niet en waer geobserveert derogerende < = te niet gedaan > alle missiven en versuijmenisse bij desen aldus gedaen ende gepasseert in dato ut Supra.
Dit is het X Merck van JAN DIERDONCX verclaerende niet anders te connen schrijven.
ELIEY JANSSEN.
DRIES DRIESSEN.
PETER THOMAS NOEIJEN.
F.D. ROULLOU, Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 84 recto.
d.d. 09-04-1715.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, PETER THOMAS NOEIJEN, CORSTIAEN MANDERS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MELIS Quartier van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificeerende ende verclaerende dat voor ons is gecompareert FRANCIS van den HOUT inwoonder alhier, den welcke verclaert onder Solemneelen Eede vercogt te hebben aen HENDRICK van den BOSCH inwoonder tot OOSTGEEST acht en vijftigh beesten, sijnde de selve van egeene de minste siechte ofte besmettelijcheijt onderworpen geweest ofte nogh is en welcke voorschr. acht en vijftigh beesten door den voorn. FRANCIS van den HOUT, ter presentie van looffveerdige getuijgen namentlijck AERT JOOSTEN de VETH ende TEUWEN WILLEMS inwoonders alhier sijn gecogt in teecken der waerheyt hebben wij Schepenen de minute prothocollair eijgenhandigh onderteeckent ende met onse gemeene Dorps Zegel becragtigh heden binnen BAECKEL den negende April 17C en vijftien,
PETER THOMAS NOEIJEN.
CORSTIAN MANDERS.
F.D. ROULLOU, Loco Secretaris.

Oud Administratief Archief Deurne, inv.nr, 1371, blz. 20.
d.d. 14-05-1715.

Vorster der Heerlijkheeden DEURNE en LIESSEL.
Ghij sult ter instantie van mijn ondergeschreven in qualiteijt als Drossard alhier gerichtelijk arresteren den persoon van DIRK HENDRIKS Huevenaers woonende tot MILHEESE, ende hem plaetse van arrest aenwijsen ten huyse van ANTHONIJ EVERT HURKMANS Herbergier in DEN ROODEN LEEUW alhier. Leevert copie en relateert U wedervaeren, om etc.
Actum DEURNE deesen 14 Meij 17c en veijffthien, des ten oirconde.
P. CASSEMAJOR.
Deese uijtgegeven voor copie, ende de origineele voorgeleesen, aen DIRK HENDRIK HURKMANS omme etc.
Actum DEURNE in dato ut supra.
Handtekening onleesbaar.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 84 verso.
d.d. 15-05-1715.

Extract uijt seecker acte van verpagtinge alhier ten prothocolle staende waer onder meer anderen in het slodt is staende als volgt: Gepasseert voor Scholtus en Schepenen deser Heerlijckheyt geweest op den 6 Julius 1698 van de thiende van BAECKEL.

Ende tot meerdere securiteijt van het geene voorschreven staet, soo compareerde voor Heeren Scholtus en Schepenen boven genoemt NICOLAES van den HENST ende HENDRICK van GEMEERT, inwoonderen alhier, die welcke hen selve voor de voldoeninge van de voorschreven jaerlijcx pachtpenninge verclaerde te stellen als borghen ende schuldenaeren principaelen, een voor al ende in solidum, onder verbandt van henne respective persoonen en goederen, present ende toecoemende des soo gelooffde den voorschr. MICHIEL van der BIJL, sijne borg en dese aengaende altijt cost en schaedeloos te ontheffen, ende te indemneeren < = vrij houden > onder gelijck verbant als boven, gevende den eerste thoonder deser volcomen last en procuratie < = voorzorg > om dese acte van indemniteijt < = schadeloosheid >, specialijck voor Schepenen van BAECKEL en voorders voor alle Hoven en Gerechten te doen ende laeten realiseeren en hem den inhouden van dien voluntaerelijck < = vrijwillig > te doen en laeten condemneeren, tot dien eijnde constitueeren N.N. en N.N. procureurs in S’HERTOGENBOSCH, den eenen om te versoecken ende den anderen om te consenteeren, ende tot meerder verseeckeringe, soo gelooffde den voorschr. MICHIEL jaerelijcx een maendt naer Lichtemisse de quitantie van den voorschr. Heere Prelaet inte bengen, aengaende de betaelinge der voorgemelten thienden, en bij faute van dien, soo consenteert den voors. MICHIEL van der BIJL, dat sijne voors. borghen sonder daer toe te gebruijcken eenige remedien van Reght als van executie en andere formaliteyten, meesters sullen blijven van de voors. jaerelijcse gepagtde Thienden onder gelijck verbant van sijne persoon en goederen als voor:
Actum ut Supra, et Coram ut Supra en was onderteeckent.
Aldus F. BENEDICTUS Abt tot ECHTERNACH.
MICHIEL van der BIJL.
NICOLAES van den HENST.
HENDRICK van GEMEERT.
J. de LOOSE, Scholtus.
JAN THEUNIS van SCHUIJL.
WILLEM van MAENEN.
A. van ALPHEN, Secretaris.
Aldus dese bovenstaende acte geprothocolleert ende gerealiseert op heden binnen BAECKEL den vijftiende Meij 17C en vijftien.
Corom:
CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der SANDE.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van de SANDE, Schepenen.

Notaris Dirck Deckers te Helmond, inv.nr. 22, jaar 1715, akte 14.
d.d. 18-05-1715.

Op huyden den agtienden Mey XVIJc ende vijftien, compareerde voor mij DIRCK DECKERS openbaar notaris bij den Ed: Rade van BRABANDT in s'GRAVENHAGE geadmitteert, binnen dese Stadt HELMONDT residerende, ter presentie van de ondergenoemde getuygen, GOORT HENDRICK RAEYMAEKERS woonende tot BAKEL out omtrent sesenvijftich Jaeren, dewelcke ter instantie, ende requisitie van CLAES FRANSSEN gewesen commerbuerder tot BAKEL voornt: op sijne naeme waerheyt, ere ende vromicheyt in plaets van eede verclaerde hem seer wel kennelijck te sijn, dat den Requirant in die tijt sijn beesten sijn affgepant naer dat alvoorens het part van DRIES DRIESSEN tegenwoordige president van BAKEL was affgepant ende dat door den ingebieder van s'HERTOGENBOSCH inden beginne van den Jaere 1695, ende sulcx ter oorsaecke ende uyt hoofde, dat de Heer HENDRICK SWERTS de Landes Heer van BAERSCHOT verscheyde pleyten klodt was preten­derende, ende de costen daer over geresen, ende dat hij requirant tot lossinge der selver beesten heeft moeten betae­len voor de gemeente van BAKEL aen oncosten van den ingebieder vijf ent seventich guldens ende aen den Procureur DE BHIE voort taxaet van costen vijff en dertich guldens voegende hij Deponent daer nogh bij verscheyde reysen gehoort te hebben, ende present te sijn geweest, dat den Requirant sijne verscho­te penningen van de Regenten van BAKEL was vorderende, ende dat sij hem telckens met goede woorden hebben affgeset, gevende hij Deponent redenen van welwetentheyt, seght present te sijn geweest, ende de voorn. vijffendertich guldens aen den Procureur DE BIE voor den Requirant selfs te hebben getelt, en dat den Procureur DE BIE nog haer hem Deponent dat Schepenen deden als schelmen dat sij den Requirant dit dede betaelen, door dien hij het niet schuldich was, door dien maer commerbu­erder was, ende hij sijn renten betaelt hadde, ende ten reguarde van 75 guldens dat sulcx uyt den mont van de ingebie­ders off bedienders selfs heeft gehoort, ende met DRIES DRIESSEN tegenwoordigh president, en doenmaels int affpanden borgemees­ter in gespreck is geweest, ende hem verweten het groot ongelijck dat sij den requirant deden, soo oock aen HERMEN PETERS doenmaels, ende nu regerende Schepen, ende dat alsoo den voorn. President DRIES DRIESSEN, ende HERMEN PETERS vant gene voorschreven genoegsaem kennisse sijn hebben­de.
Eyndigende hier mede dese verclaeringe heeft den Deponent naer prelecture daer bij gepersisteert, presenterende deselve, des noots, ende versogt wesende tenallen tijden met solennelen eede te sullen bevestigen, Consentrerende mij notaris hier van te maecken, ende uyt te leveren attestatie in behoorlijcke forme, aldus gedaen, ende gepasseert binnen dese voorschr. Stadt HELMONDT ter presentie van GOORT MARTEN KELDERS, ende HENDRICK GOORT KELDERS, borgers alhier als getuygen ten desen versogt.
GORT HANDRIC REAYMAKERS
GOORT MARTENS KELDERS
HENDRICK GOORTS KELDERS
D:DECKERS Notaris substituut 1715.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 86 recto.
d.d. 29-05-1715.

Wij PETER van der SANDE ende PETER THOMAS NOEIJEN Schepenen des Dorps van BAECKEL, Quartier van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde dat voor ons is gestaen, ende gecompareert FRANCIS CLUITMANS man ende momboir van MARIA REIJNS de selve MARIJ hier mede present, inwoonderen alhier, de welcke verclaert te constitueeren ende volmachtigh te maecken gelijck constitueeren ende volmachtigh maecken mits desen.
Ende allen thoonderen deser, omm in sijn constituans naem aen sijnen swager JOCHEM REIJENS woonachtigh tot LOEMEL of andere voor Wethouderen van ARENDONCK ofte anderen in aller beste forme naer costuijme locael te cederen en erffelijck over te geven soodanige achste part ofte gedeelte als aen hem constituant nomine uxoris competerende is in een stuck moerlants genaemt DE COCKERSSE DAMME, groot het geheel stuck acht en twintigh Loopense en vervolgens dit drij ende een halff Loopense, nogtans onbegrepen en sonder in eenige mate gehouden te willen sijn gelegen onder ARENDONCK voorschr. alles soo ende gelijck als ’t aen hem constituant nomine uxoris competerende is, daer op ten behoeven voorschr. te renuntieeren. Geloovende voor goet ende van waarden te sullen houden ende doen houden allen ’t geene bij de geconstitueerde ter saecke voorschr. gedaen ende verrigt sal werden op verbant als nae regten bekennende verders ten effecte van desen coop de bedonge cooppenningen ten sijne genoege genoten en ontfangen te hebben.
Toirconde deses onderteeckent op heden binnen BAECKEL den negen en twintigsten Meij seventien hondert en vijfftien.
Dit ist X Merck van FRANCIS CLUIJTMANS.
PETER van der SANDE.
PETER THOMAS NOEIJEN.
Mij present:
P.D. COX, Secretaris.

Bron als boven. Folio 86 verso. 
d.d. 29-05-1715.

Compareerde voor Schepenen ondergent. D’heer PIETER de CORT Secretaris, alhier dewelcke verclaert als aengestelden curator over de geabbandonneerde < = overgegeven en verlaten > goederen van CORNELIS MARTENS en JAN JOOSTEN inwoonderen alhier te nemen in arrest en te stellen in handen van de Hoge overigheijt soodanige huijsinge, schuer en aengelagh als anders soo groes, teull en hoeijlant, gelegen onder BAECKEL als bij CORNELIS MARTENS en JAN JOOSTEN voor Schepenen alhier opden Negentienden December 17C en veertien geabbandonneert zijn, om deselve naer voor gaende gerequireerde proclamatien soo hier als binnen de Stadt van S’HERTOGENBOSCH publieq ende voor alleman ad opus jus habentium te vercoopen om daer aen te verhaelen s’lants en Borgemeesters lasten mitsgaders andere pretentien, alles soo in gelijck naer Regten bevonden sal werden te behooren. Coram PETER van der ZANDE en PETER TOMAS NOEIJEN Schepenen op heden binnen BAECKEL desen negenentwintighsten Meij 17C ende vijftien.
PETER van der SANDE.
PETER THOMAS NOEIJEN.

Oud Recht. Archief Helmond, Archiefnr. A-2001. inv.nr. 4011, folio 58verso,
d.d. 01-06-1715.

HUIJBERT van BRUSSEL oudt Borgemeester ende Borger alhier, als bij Heeren Drossard ende Schepenen deser Stadt aengestelde Curateur over den boedel van PETER SWINCKELS Zaliger heeft uijt crachter van decreet van Heeren Drossard ende Schepenen voornt. de dato den eersten Meert 1715, mitsgaders gedaene solemniteijten daer toe gerequireert, midts desen erffelijck getransporteert, overgegeven ende opgedragen aen ende ten behoeve van JAN LAURENSSEN woonende onder de Heerlijckheijt MILHESE een huijs ende aengelach gelegen aldaer, soo groot ende cleijn als den selven tegenwoordich in sijn gebruijck is hebbende, jaerlijcx daer uijt te vergelden aen den Heer Rentmeester Des TOMBES viergulden thien stuijvers ende alnoch aen den H. Geest ofte Kerke tot BAKEL twee gulden 2 penningen.
Item het achtste part inde HILBEEMDEN gelegen onder HELMONDT, groot twee Loopensaat thien Roeden, los ende vrij, uijtgeno­men, s'Landts, Stadts ende Dorps lasten, nabuerlijcke rechten ende servituijten alles breeder inde vercoopcedulle daer van sijnde vermelt ons Schepenen gebleken, voorts los ende vrij, waarop ende alle Schepenen letteren mentie maeckende helmelin­ge vertegen bij manieren in sulcx gewoonlijck sijnde.
Geloovende 't voorschreven transporteren, overgeven ende opdragen in qualiteit voorschr. altijt te sullen houden ende doen houden voor goet vast bundich ende van waerden, mitsga­ders te vrijen wairen ende guaranderen, van alle commer ende aentael daerinne wesende off comende aff te doen geheelijck, sonder argh off list.
Testes scabinij in HELMONDT, JAN van BRUSSEL ende JOSEPH van GEFFEN, op heden den eersten Junij XVIIc en vijftien,
JAN van BRUSSEL
JOSOPH van GEFFEN
Cooppenningen en slagen 260- 0- 0
Lasten in cap. 130-12- 8
390-12- 8
40e penning 9-15- 6
10e verhoging 0-19- 8
10-14-14

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE.
Folio 87 verso.

d.d. 12-06-1715.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, CORSTIAEN MANDERS, PETER van der SANDEN Schepenen, JOOST DERICX en de PETER CUIJPERS Armmeesters van BAECKEL, doen conde certificeerende ende verclaerende dat WILLEM JANSSEN in heuwelijck gehadt hebbende EIJCKEN JANSSEN in sijn leeven inwoonder tot VENROIJ een erff Rente heeft gemaeckt ende geordonneert ten behoeve van den Arme van BAECKEL, bestaende in eene somme van een hondert vijfftigh guldens welcke somme wij ondergeschrevenen bekennen ende beleeden mits desen ten dancke ontfangen ende genoten te hebben, met expresse reserve noghtans dat indie imant tot armoede quaem (dat Godt verhoede wil) van des selffs naergelaetene vrinden, dat den intrest van ’t voorschr. capitael genooten sal worden bij des overledens naeste vrinden, mits soos al van den voors. intrest jaerijcx aen de pastorije van BAECKEL betaelt worden tien stuyvers vermits dat het den overledenen ofte den aenbrenger deses capitaele somme sulcx begeert ende gewilt heeft.
Toirconde deses onderteeckent op heden binnen BAECKEL den twaalffde Junij 17C en vijftien.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van der SANDE.
Dit ist het X Merck van JOOST DERICX.
PETER KUIJPERS.

Bron als boven. Folio 88 recto.|
d.d. 12-06-1715.

Wij CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der SANDE Schepenen des Dorps van BAECKEL Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, dat voor ons is gestaen ende gecompareert JAN REIJNIERS van der PUTTEN inwoonder van GEMEERT, den welcke onder Solemnele Eede aen handen van den gesubstitueerde < = in de plaats gestelde > verclaert gelijck hij doet bij desen, vermits het overlijden van MAEIJCKE van der PUTTEN binnen GEMEERT op den drij en twintigsten Meij deses jaers sonder wettige geboorte naer te laeten overleden. Dat bij de selve overledene geen goederen off effecten onder de Generaliteijt gelegen sijn naergelaeten, subiet < = snel; terstond > de collateraele successie aan den Landen als alleen eene capitaele somme van vier hondert guldens staende ten laste van dese gemeente soo waerlijck mogte Godt Almaghtigh helpen ende verclaert den Eed als boven afgelegt.
Aldus gedaen op heden binnen BAECKEL den twaalfde Junij 17C en vijftien.
DRIES DRIESSEN.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van der SANDE.
F.D ROULLOU, Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 89 recto.
d.d. 22-06-1715.

Allen den geenen die dese onse Letteren van certificatie sal worden vertoont Saluijt.
Wij ARIAEN JANSSEN van de LOO, CORSTIAEN MANDERS, PETER van der SANDE Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificeerende ende verclaerende mits desen voor de opregte waerheijt als dat den Thoonder deses HEIJLIGER GOORTS van de LAAR geboortig ende altoos woonachtigh is geweest, tot dat hij naer HOLLANT is vertrocken binnen dese dorpe, van eerlijcke ouders en van wettige beddegenoten en egte luijden is voort gecomen, ende dat oock den selve HEIJLIGER GOORTS van der LAAR is een eerlijck Jongman bij ons en een ider daer voor bekent, ende sigh selven ten tijden hij alhier gewoont heeft altijt gedragen ende gecomporteert < = gedragen > als een Jongman behoort, en is ons noijt van den selven ietwes voorgecomen als alle eer en deught, waeromme wij versoecken aen alle Heeren Magistraten het sij Geestelijcke, Wereltlijcke off andere die dese vertoont sal worden den opgemelten HEIJLIGER GOORTS van der LAAR voor een eerlijck Jongman te erkennen, en dien volgende alle billijcke hulpe en bijstant des versogt sijnde te bewijsen, met verseekeringe dat wij in diergelijcke gevalle als dese, ingelijck des versogt sijnde. ’t Selve sullen bethonen ende alsoo het Christelijck is, de waerheijt getuijgenisse te geven, soo hebben wij dese onse Letteren van Certificatie niet connen nogh willen weijgeren maer geerne mede gedeijlt versoeckende dat de selve bij allen en een ider magh werden voor volcomen waerheijt aengenomen.
Toirconde der waerheijt ten prothocolle beteijckent ende met onsen Dorps Zegel becragtigh op heden binnen BAECKEL den twee en twintigsten Junij seven tien hondert en vijfftien.
ADRIAEN IJANSSEN van der LOO.
CORSTIAN MANDERS.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1709, folio 247v -248.
d.d. 10-07-1715.

LAMBERT van der ASSDONCK gewesen molder tot BAACKEL een parceel lants groot ontrent drije lopense genaamt HET NIEUW HOY of CLEVERVELT gelegen tot BAKEL achter de kerk de gemeyne straat aan de ene zijde, de bergen aan de andere zijde, streckende van d'erve der erffgenamen PETER de MULDER tot op d'erve van MARCELIS GERRITS. Hem aangekomen bij coop en opdrachte tegens ....... voor Schepenen van BAACKEL prout in littris de dato den ...... supportant aan Mevrouw IDA ISABELLA van den MEULEN Weduwe de Heer NIEUWHOFF en Joncker JACOBUS van de MEULEN voor twee vierde parten en Juffrouw ANNA BOSCH Weduwe de Heer ENDEPOEL voor een vierde part, mitsgaders Mevrouwe DADEMA en Jonker STEENLAGE voor het resterende vierde part. . deponere uytgenome dorps commere, laste en servituten van outs recht en gewoonten wege daar toe staande en gehorende. Testes et Supra, datum et Supra <=10-07-1715>.
De quitanties van den 40 penning en 10 verhogingen gebleven als in margine, get: HASEVOET.
C.C.CUPER van HOLTHUYSEN
D.D. LOBELL
Mij Present G.v.BREUGEL.
! In de marge !
Coop 80.--.--
40e penn. 2.--.--
10v verh. --. 2.--
2.-2.--

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 89 verso.
d.d. 05-08-1715.

Pro Deo.
Wij DRIES ANDRIESSEN en PETER TOMAS Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAECKEL en MILHEESE Quartier van PEELANT Mijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificerende ende verclaerende bij desen, dat BARTEL ROESSENBORGH met des selfs huysvrouwe (soo seijt) te wesen de dogter van PETER ………. In sijn leven < ????? > van VELP ontrent DE GRAVE, haer in dese gemeente eenigen tijt hebbende opgehouden, veel armoede met der selver vijff kinderen (volgens de getuijgenisse die aen ons gegeven is) hebben comen te lijden, en voor soo veel ons bekent is, wel te weten dat deselve niet in staet sijn, sonder hulp en assistentie, te connen bestaen veel min der selver onderhout connen fourneren < = verschaffen >. Waeromme deselve van ons versogt, voorschrijvingh aen de Regenten van VELP plaetse (soo ons is bekent gemaeckt) waer de vrouw van de gemelte BARTEL ROESSENBORG, gebooren soude zijn, omme welcke beede en in consideratie gecomen de armoede vandeselve, soo versoecken wij alle Regenten van VELP deselve haere ingeboorene met een mildadige hantreijckingh te helpen, op dat sij met genoodtsaeckt zijn in persoon hare woning tot VELP te gaen nemen, aengesien zij in geenen deele bevoegt sijn, tot den Armen alhier.
Toirconde van ’t geen voorschreven onderteijckent dese onse verclaeringhe pro Deo mede gedeijlt. Actum BAECKEL den vijffden Augustus 17C en vijftien.
DRIES DRIESSEN, President.
PETER THOMAS NOEIJEN.

Bron als boven. Folio 90 verso.
d.d. 05-10-1715.

Compareerde voor Schepenen van BAECKEL ende MELIS, DANIEL MACCALLE Deurwaarder van den Ed. Mo. Raede van Staeten den welcke, des versogt sijnde van ISAC OUCOOP collecteur van de verpondinge over den Dorpe van BAECKEL ende MELIS met kennisse van ANDRIJS DRIJSSEN als geauthoriseerden van den Heer JACOB HASEVOET Stadthouder alhier, heeft genoomen in arrest ende gestelt in hande van Hooge Overigheijt seeckere huijsinge met het aengelagh, hoff, wei jende teullanden groot ontrent te saemen ……. Loopense, gestaen ende gelegen aen HET OVERSCHOOT d’eene zijde WILBERT JAN MARTENS d’ander sijde de Wed. JAN DIERDONCX voor desen toebehoort gehadt de Wed. DERICK LEENDERS ende teegenwoordigh gebruijckt werdende LEENDERT DERICX, omme daer aen te verhaelen het restant van de verpondinge van den jaeren 17C twaalff, dertien, veertien en vijfftien, mitsgaders de costen hier omme gedaen ende nogh te doen.
Actum BAECKEL den vijfden October 17C en vijfftien.
CORSTIAN HERMENS MANDERS.
PETER THOMAS NOEIJEN.
F.D. ROULLOU, Loco Secretaris.

Bron als boven.
Folio 91 recto.

d.d. 15-10-1715.

Compareerde voor CORSTIAEN MANDERS ende PETER van der SANDE Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE, JAN GERITS MANDERS inwoonder alhier, den welcke verclaerde in hueringee uijtgegeven ende verpagt te hebben aen ANTONIJ SIJMONS alhier mede present, die de selve huijringe was accepterende seecker huijsinge weij en drijs met ses Loopensen teullants gestaen ende gelegen op DE SCHOUW en sulcx voor den tijt ende termin van vier achter een volgende jaeren met twee jaeren noghtans te mogen scheijden wie van partijen gelieven sal mits malcanderen de opsegginge te doen tijdelijck te Kerssmis waer van het eersten jaer is ingegaen naementlijck het huijs met de weij drijs te Pincxteren in den jaere 17C en vijfftien ende de landerijen t’oogst bloot aen de stoppelen in den selven jaere, ende soo weder te verlaeten onder conditiën hier inne toegedaen, dat den huerder alle jaeren sal gehouden wesen te betaelen eene somme van dartien guldens teegens Baeckelse Kermisse in den Jaere 17C en sestien, ende soo voorts van jaere tot jaere dese verhueringe geduerende te continueeren, mits soo sal het den verpagter vrij staen, bij manquement dat den pagter van alle jaer op den gestelden tijt niet en quaeme te voldoen aen hem te mogen neemen de voorschr. huijsinge met de landerijen ende belooft hij pagter in dien gevalle van de hueringe in voege als voor affstant te doen ende aen hem pagter in te ruijmen de voorschr. huijsinge met de voors. landerijen ??
Den pagter belooft de voors. huijsinge wel ende naer behooren te sullen bewoonen ende naer laets regt gehouden te sijn jaerlijcx te verdecken een vim dackstroij.
Den pagter sal gehouden wesen te betaelen alle dorps ende s’lants lasten, egeene uijtgesondert hoe die genaempt soude connen werden, die op de voors. huijsinge en landerijen soude connen komen te vervallen sonder costen van de gelooffdene pagtpenningen.
Ende wert wel expresselijck geconditioneert dat in gevalle de huijsinge door quadt toesin van den huerder offte imand van sijne huijsgesin (dat Godt verhoeden wil) quam aff te branden, dat in sulcke gevallen den huerder wederom sal moeten herbouwen.
Alle welke poincten, conditiën ende articulen aen den voors. verpagter ende pagter pertinentelijk sijnde voorgelesen hebben wij comparanten daer aen voor soo veel ider mogte aengaen hier inde belooft steede en vastigheyt alles onder verbant van haer comparantens persoonen roerende ende onroerende goederen hebbende ende vercrijgende.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den vijfftiende October 17C en vijfftien.
CORSTIAN MANDERS.
PETER van der SANDE.
JAN GERIT MANDERS.
Dit is het X Merck van ANTONIJ SIJMONS, verclaert niet anders te connen schrijven.
F.D. ROULLOU, Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 92 verso.
d.d. 19-10-1715.

Wij ANDRIES DRIESSEN, THOMAS SWINCKELS en AERT PETER STERCKEN, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAACKEL ende MILHEESE Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde certificeerende ende verclaerende bij desen dat voor ons in persoonen hebben gestaen en gecompareert MATTIJS MANDERS ende JOOST van den HOUT beijde inwoonderen alhier sijnde van competenten ouderdom de welcke op haare manne woorden in plaets van Eede tuijgen verclaeren ende attesteeren gelijck sij doen mits desen ter Requisitie ende versoucken van HENDRICK SCHEIJ Molenaer ende ingeseten alhier waer ende waerachtigh te wesen, dat sij deponenten op 30ste Augustus laatstleden sijn gewest ten huijse ende herberge van den voorschr. tweede deponent alwaer den voorschreven HENDRICK SCHEIJ deugdelijck heeft vercogt aen ende ten behoeve van JOOST ROEFFS Molenaer binnen den dorpe ende heerlijckheijt TER HORST seeckeren quant ketel met de slangh ende helm voor eene somme van vier en vijfftig gulden seven stuyvers ende eene halve stuyver Hollants, sonder oijt gehoort te hebben dat het den voors. JOOST ROEFFS soude vrij staen den op gemelten ketel slangh en helm te connen off mogen wederom brengen off te doen brengen, soo dat daer van egeene de minste reden ofte woorden doenmaels sijn gereijsen offte voorgevallen, maer wel gehoort te hebben dat den voors. coop is geweest, voor goet, vast bundigh end verclaeren sij deponenten mede van den wijncoop gedroncken te hebben. Redenen van wel wetenheijt allegeerende sullen sij deponenten op ’t geene voorschr. staet nader des noots sijnde altoos met Eede bevestigen.
Toirconde deses de minute prothocollair onderteeckent op heden binnen BAECKEL den negentiende October 17C ende vijftien.
DRIES DRIESSEN, Peresedent.
THOMAS AERT SWIJNCKELS.
AERDT PETERS STERCKEN.
MATTIJS MANDERS.
JOOST van den HOUDT.

Bakel 1716.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 93 verso.
d.d. 08-01-1716.

Compareerde voor ons Schepenen des Dorps van BAECKEL Quartiere van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, CATHARINA van BREE Weduwe van COENRAET DENIS van BREDA geassisteert met den momboir bij den regter naer gewoonte gegeven den welcke verclaert te constitueeren ende volmagtigh te maeken sulcx sij doende is mits desen d’Heer JACOB RIJKCKEVORSEL Notaris ende Procureur tot BREDA specialijck om in haere naem als in qualiteijt als universele erffgenaeme van JAN van BREDA haare Soone in de voordeeren soodanige portie off portien als haar in voorn. qualiteijt competeerende is in eene huijsinge ende erve gestaen ende gelegen binnen de Stadt van BREDA op DEN HAGHDIJCK van outs genaempt DE ROODE HANT gecomen van MARIA WIJNNANTS die moeder was van COENRAET DENIS van BREDA met magt om de selve huijsinge met ende neffens de veerdere erffgenaemen van MARIA WIJNNANTS te vercoopen, het sij publiq ofte uit ter hant, de reste daer toe staende te { PISSEEREN}, ende de cooppenninge onder quitantie te ontfangen, ende in geval de mede erffgenaemen het geene voorschr. wilde disputeeren de selve bij alle bedindkelijcke middelen van regten daer toe te constringeeren soo ende gelijck sulx wort gerequireert.
Geloovende voor goet te sullen houden ende doen houden allent geene bij den constituant sal werden gedaen ende verrigt alles onder Reeckeninge bewijs et reliqua.
Toirconde geteeckent op heden, binnen BAAKEL, den achtsten Januarij 17C en sestien.
KATARIJNA van BREE.
DRIES DRIESSEN Schepen.
JAN HUIJBERT, Schepenen.
AERDT PETERS STERCKEN.

Bron als boven. Folio 94 recto.
d.d. 26-02-1716.

Wij ANDRIES DRIESSEN, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAAKEL ende MILHEESE, doen conde certificerende ende verclarende dat voor ons in propere persoonen sijn gestaen JAN JACOBS, PETER JACOBS inwoonderen alhier ende FRANCIS WILLEMS in haewelijck gehadt hebbende PERIJN JACOBS ter eenre sijde, ende JAN HERMEN CEELEN, JENNEKE Wed. MARTEN VREIJSEN geassisteert met den momboir van den regten naer gewoonte geven THOMAS HENDRICX in huwelijck hebbende LINNEKE HERMEN MANRCELIS MANDERS, ende CLAES JAN NOEIJEN als momboir van WILLEMKEN HERMEN MANDERS, alle erffgenaemen van HERMEN MANDERS ter andere sijde, de welcke verclaeren te sijn overcomen ende veracoordert over ende ter saecke van optimmeren van een huijse in maniere en voege hier nae volgende;
Namentlijck soo gelooven de voorschr. erffgenaemen voor het op timmeren van het gemelte huijsken aen de voorschr. eerste comparanten te betaelen ende te voldoen eene somme van acht en veertigh guldens, voor welcke somme de voorschr. comparanten renuntieren ende affstant doen van het opbouwen van het voors. huisken ’t geene HERMEN MARCELIS MANDERS gewilt ende begeert heeft in sijn testamente ofte uijtterste wille gemaeckt ende gesloten voor Schepenen alhier in dato den negende November 17C en drij, ende wert verders geconditioneert dat de voors. erffgenaemen sullen betaelen de oncosten hier over gereijsen, mits dat de eerste comparanten sullen betaelen de oncosten van dese acte, ende tot aff snidingen van alle dispuyten die hier over soude verders connen oft mogen komen komen te gerreijsen, gelooven sij partijen comparanten hier mede vergenogt te sijn, gelooven de hier aen steede vastigheyt, ende tot naercoeminge van ’t geene voorschr. staet soo verbinden sij partijen comparanten haere persoonen en goederen hebbende ende vercrijgende.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAAKEL den ses en twintigsten Februrai 17C en sestien.
JAN JACOBS.
Dit is het X merk van PETER JACOBS verclaerde niet te connen schrijven.
Dit is het X merk van FRANCIS WILLEMS verclaerde niet te connen schrijven.
JAN HERMENS.
Dit is het X merk van JENNEKE NEEL MARTENS VEREIJSEN, verclaerde niet te connen schrijven.
Dit is het X merk van THOMAS HENDRICX.
CLAES JAN NOIJEN.
DRIES DRIESSEN, President.
P.S. in de marge:
Compareerde voor Schepenen ondergenoemt, PETER JACOBS, ende JAN JACOBS inwoonderen alhier, mitsgaders van FRANSCIS WILLEMS waer van de quitantie aen ons Schepenen vertoont is de dato den dartiende 7ber < = September > 17C en seventien. De welcke verclaeren ende bekennen gelijck sij comparanten bekennen mits desen van dit bovenstaende accoort door JAN HERMEN CEELEN mede comparant alhier te vollen voldaen te wesen ende door dito JAN HERMENS de geloovene penningen van ’t op gemelte accoort ontfangen te hebben. Actum BAKEL den dertiende 7ber 17C en seventien.
DRIES DRIESSEN.
AERDT PETERS STERCKEN.

Oud Rechtelijk Archief Helmond, inv.nr. 311, folio 118recto.
d.d. 07-03-1716.

Compareerde voor Heeren Schepenen der Stadt HELMONDT onder­gent. JENNEKE Wed. JAN PETER AERTS van STERCXSEL woonende tot MILHEZE onder BAKEL, dweelcke verclaerde ontfangen te hebben uijt handen van HUIJBERT van BRUSSEL als aengestelde curateur over den insolventen
<= onvermogende> boedel van wijlen PETER SWINCKELS eene somme van negenen t'sestich gulden elff stuyvers, en sulcx in conformiteijt vanden vonnisse van preferentie ende concurrentie over de cooppenningen geproce­deert vande gemelten boedel, bij Heeren Schepenen deser Stadt gepronuncieert <= bekend gemaakt> op den 15e december 1715. Beloovende sij comparante ingevalle naermaels verstaen mochte werden, dat imandt anders naerder daer toe gerechtight mochte wesen de voorschr. somme van negenen t'sestich gulden elff stuyvers ten allen tijde des vermaent werdende aende gem. curateur ofte ter secretarije alhier te sullen restitueren, onder verbandt van haer persoon ende goederen hebbende ende vercrijgende. aldus gedaen ende gepasseert ter presentie van HEND. HERINCX ende GERRARDUS HUBERTI Schepenen det Stadt HELMONDT voorn. die de minute protocolaier deses hebben onderteeckent. Op heden den sevenden Meert XVIIc sestien.
HENR. HENRICX
G. HUBERTI.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 95 verso.
d.d. 15-04-1716.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE JAN JAN MARTENS inwoonder der Heerelijcheijt DUERNE WILBERT JAN MARTENS, JOOST JAN MARTENS, GIJSBERT JAN MARTENS inwoonderen alhier, JAN WELTEN als man ende momboir van MARIJ JAN MARTENS, ende REIJNDER WILLEMS inwoonder binnen VENROIJ als man ende momboir EIJCTIE JAN MARTENS alle kinderen en erffgenaemen van JAN MARTENS Saliger SEIJTIE GIJSBERT MEUSEN in haer leeven echte beddegenooten welcke comparanten verclaeren wel en wettelijck gescheijden ende erffelijck gedeijlt te hebben, gelijck sij scheijden ende erffelijck deijlen mits desen alle de goederen van haere voorschr. ouders aen gecomen, in voege maenieren, conditie hier naer beschreven.
Eerstelijck is ten deele gevalle JAN WELTEN in huewelijck sijnde met MARIE JAN MARTENS een schuer met den schob ende aengelagh groot ontrent de vier Loopense gelegen aen ’t OVERSCHOT.
Item een acker genaempt DE VLIJDT gelegen d’eene sijde de Wed. GOORT JANSSEN, d’ander zijde BASTIAEN HERMENS groot ontrent drij Loopense en vijff en twintigh Roeyen.
Item DEN ERACKER gelegen d’eene sijde de Wed. GOORT JOORDENS, d’andere sijde JAN WILBERS groot ontrent twee Loopense en vijfen twintigh Roeyen.
Item een stuck teullants genaempt DEN ACHTERSTEN HELLIJN d’eene sijde WILBERT JAN MARTENS, d’andere sijde MATTIJS MANDERS.
Item een ackertie teullants genaempt DEN CRUYT HOFF groot ontrent twintigh Roeyen.
Item den drys vooraen neffens het lant van de Wed. GOORT JOORDENS.
Item den achtersten drijs in DE LEEMS CUIJLEN uijtschietende de gemeene Straet, d’andere sijde JOOST EVERS.
Item een sijl hooijlants gelegen in de BAECKELSE BUNDERS.
Item eenen beempt gelegen in DE WOLFFSPUT d’eener sijde THOMAS SWINCKELS d’andere sijde DE AA.
Item een seste part in een hoijveltie gelegen in DE WOLFFSPUT, mits behoudende daer uyt te blijven vergeldende soodanige pagten en chijnssen als uijt de voors. landerijen met regt sijn gaende, ende daer en boven te moeten uijt keeren de somme van vijftigh gulden eens aen JAN JAN MARTENS tot voldoenine van de voors. somme gelooft hij JAN WELTEN ten allen tijden bereijt te sijn.
Het tweede deel is ten deelen gevallen JAN JAN MARTENS, bestaende in een stuck teullants genaemt DE HOEFF ECKER, d’eener sijde JAN HERMEN CEELEN, d’ander sijde de Wed. JAN DIERDONCX groot ontrent vijff en twintigh Roeyen, behoudende hier uyt te vergelden alle chijnssen en pagten daer met regt uijtgaende.
Het derde deel is ten deelen gevallen WILBERT JAN MARTENS ende JOOST JAN MARTENS bestaende in een huijs, cleijn huijsaengelagh met den halve schob en hoff groot te saemen ontrent een halff Loopense.
Item een stuck teullants genaempt DEN ROOYEN ACKER, d’eenen sijde JOOST EVERS, d’andere sijde JAN MARTENS groot ontrent een Loopense negen en twintigh Roeyen.
Item een stuck teullants uyt schietende op den Gemeenen wegh groot drij Loopense ende drij en twintigh Roeyen.
Item HET KESSKEN ECKER groot ontrent twee Loopense ende een halff d’eener sijde gelegen WILLEM ANSEMS d’andere sijde MARY REIJNDERS.
Item een stuck teullants genaempt DEN HELLIJN groot ontrent twee Loopense d’eene sijde JAN WELTEN, d’ander sijde JAN WILLEMS.
Item een stuck teullants genaemt ’t NIEUWE VELT groot ontrent twee Loopense ende vijff en twintigh Roeyen.
Item een stuck teullant en drijs, genaemt DE BIESSHEN ECKER d’eene sijde PETER THOMAS d’andere sijde FRANS DERICX groot ontrent een Loopense.
Item een groes velt gent. DEN WEIJSTADT d’eene sijde PETER THOMAS d’andere zijde DEN VAARWEGH.
Item een groes velt gent. HET EUWSEL d’eener sijde PETER THOMAS d’andere sijde Wed. GOORT JOORDENS groot ontrent vier Loopense.
Iten het achterste van het HEIJ EUWSEL.
Item een hooijveltie gelegen in DE BAECKELSE BEEMDEN groot ontrent een Loopense, behoudende hier uyt te vergelden alle chijnssen en pagten daer met regt uytgaende.
Het vierde deel sijn ten deelen gevallen GIJSBERT JAN MARTENS ende REIJNDER WILLEMS als man ende momboir van EIJCTIE JAN MARTENS, bestaende in huijs aengelagh met den halve schob en de hoff gelegen aen ’t OVERSCHOT scheijdende tot aen DEN PAEL.
Item DEN BEECK ACKER groot ontrent de twee Loopense ende vijff en twintigh Roeyen d’eener sijde CORSTIAEN MANDERS, d’andere sijde CLAES JAN NOEYEN.
Item een stuck teullant gent. DEN HOEK groot ontrent de vier Loopense d’eene sijde de Wed. GOORT JOORDENS d’andere sijde den gemeene BEECK.
Item een acker teullants genaemt HET OORT groot ontrent een Loopense d’eene sijde den Gemeene wegh, d’ander sijde DEN MEULENWEGH.
Item een stuck teullants gent. DEN VOORSTEN HELLIN, groot ontrent een Loopense en vijff en twintigh Roeyen.
Item een stuck teullants gent. DEN HOEFFSTADT groot een Loopense en vijf en twintigh Roeyen d’eene sijde JAN WILLEMS, d’andere JOOST EVERS.
Item DEN COMPANIE ACKER groot ontrent twee Loopense, d’eener sijde JAN WILLEMS, d’andere sijde de Wed. PETER DRIJSSEN.
Item eene acker genaemt HET GROENE WOUT, groot ontrent ses en dertigh Roeyen d’eener sijde FRANCIS van den HOUT, d’andere sijde HUIJBERT BASTIAENS.
Item den achtersten drijs neffens den drijs van de Wed. GOORT JOORDENS, d’eener sijde JAN WELTEN scheijdende uijt gelijchs de palen.
Item voor aen den drijs in DE LEEMSCUYLEN d’eener sijde JOOST EVERS, d’andere sijde JAN WELTEN.
Item een haelff heij euwsel voor aen scheijdende op den MIDDELSTEN GRAEFF.
Item een sel hooys gelegen in DEN SLUIJTERS BEEMPT.
Item eenen beempt gelegen in DEN WOLFSPUT d’eener sijde THOMAS SWINCKELS, d’andere sijde PETER HERMENS, behoudende hier uyt te vergelden alle Chijnssen en pagte daer met regt uyt de voorschr. landerijen gaende.
Geloovende de voors. comparanten ende condividenten met de voorschr. deijlinge en geloovene penningen als voorschreven staet te neemen voor soo veel een ider aen gaet volcomen contentement en vernoegen, verclaerende sij comparanten en condividenten wel en wettelijck te renuntieeren ende affstant te doen op iders portie, mits mancanderen te wegen soo en gelijck het behoort. Sullende sij comparanten dese erffdeijlinge en scheijdinge altijt houden ende doen houden voor goet ende van waarden sonder in eenige nardere deijlinge gehouden te wesen, en sal een ider sijnen Chuijns en pagte tot ‘telck deel gehoorende soodanigh, moeten winnen ende betaelen, dat des anders deel der condividenten daer mede niet beswaert off belast en worden, sullende in die gevalle een ider den anderen daer voor moeten ontheffen, ende Chuijnssen en pagten soo als uyt iders deel is gaende moeten gedragen ende behouden, en neemen sij comparanten dien volgende hier mede volcomen genoegen sonder malcanderen oyt moeijlelijck te vallen, nogh gedoogen dat sulcx gedaen sal worden, in regt ofte daer buijten maar dit houden voor altijt steede en vastigh, waer vooren ende tot naercoeminge van het geene voorschr. staet verbinden sij comparanten d’een tot behoeff des anders haere persoonen en haere goederen hebbende ende vercrijgende.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den vijftiende April 17C en sestien.
Dit is het X merk van JAN JAN MARTENS verclaert niet te connen schrijven.
Dit is het X merk van GIJSBERT JAN MARTENS verclaert niet te connen schrijven.
Dit is het X merk van JOOST JAN MARTENS verclaert niet te connen schrijven.
Dit is het X merk van WILBERT JAN MARTENS verclaert niet te connen schrijven.
JAN WELTEN.
Dit is het X merk van REIJNDER WILLEMS.
JAN HUIJBERTS Schepen.
AERDT PETERS STERCKEN.

Bron als boven. Folio 99 recto.
d.d. 16-04-1716.

Voor ’s Lants Domeijnen.
Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAAKEL ende MILHEESE WILLEM GEENHOVEN s’langts Deurwaerder den welcke verclaerde uyt cragte van authorisatie van d’Heere en Meester PIETER VERSTERRE als waerneemende het Raet en Rentmeester Generael Ampt Domeinen van BRABANT in Quartiere van S’HERTOGENBOSCH bij desen genoemen in arrest ende gestelt in handen van de Hoogh Overigheyt alle de goederen toebehoorende ART JOOSTEN de VETH inwoonder tot BAECKEL, omme daer aen te verhaelen eene somme van ses en seventigh guldens, wegens een restant van hout ende onder Rentmeesterschap van den voorn. dorpe van den jaere 17C en vier en vijff ten comptoire van de voorn. Heere verschult met de costen daer omme gedaen.
Aldus gedaen ende gepasseert Coram JAN HUIJBERS van LEIJENBURGH ende AERT PETER STERCKEN Schepenen op heden den sestiende April 17C en sestien.
JAN HUIJBERTS Schepen.
AERDT PETERS STERCKEN.
F.D. ROULOU, Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 99 verso.
d.d. 01-05-1716.

Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE DANIEL MACCALLE Deurwaarder den welcke verclaerde uyt cragte van authorisatie van PETER CUYPERS inwoonder ende Armmeester alhier te hebben genoemen in arrest ende gestelt in de handen van de Hoogh Overigheyt alle de goederen toebehoorende CLAES JAN NOEYEN inwoonder alhier ende gelegen aldaar, omme daer aen te verhaelen de achter staende Arme pagten in twee posten verachtert sedert het jaer 17C en twee en 17C en drij met de costen hier omme gedaen ende nogh te doen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden den eersten Meij 17C en sestien. Coram AERT PETER STERCKEN ende ARIAEN JANSSEN.
P.S. In de marge:
Niet gepasseert.

Bron als boven. Folio 100 recto.
d.d. 30-05-1716.

Wij JOOST DERICX ende JAN HUYBERS van LEIJENBURGH Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL en MILHEESE Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificeeren ende verclarende bij ende mits dezen op Eede, in ’t aenvangen onser Schepensbedieninge gedaen, dat wij ter instantie van CLAES HERMENS inwoonder alhier ons hebben vervoegt op de hoeve toe behoorende d’Heer van BROECHOVEN gelegen onder BAECKEL ende aldaer bevonden dat het Godt Almachtigh gelieft heeft, door een swaer onweer ende hagelslagh, die op den achtentwintigsten Meij 17C en sestien is gevallen de geheele schaare staende op de voorschr. landerijen toebehoorende aen de voorschr. hoeve te beschaadigen, dat den voorschr. CLAES HERMENS sal moeten herteullen ende herbouwen allen sijner besaijden boecweijt, ja oock dat sijn rogge gewas door den hagelslag soodangh is geraeckt, dat wij naer onse beeste < = beste > kennisse overwoegen hebben, dat wel d’eene meerder en het andere minder van ’t rogge gewaes de helfte door den hagelslagh in den gront sijn geslagen verpleedt < = verpletterd > ende bedorven, waer van wij de voorschr. beleijdinge ende visitatie hebben gedaen verclaerende op Eede onser voorschreven bedieninge sulcx bevonden te hebben soo voorschreven staet, waer ende waerachtigh te wesen.
Actum BAECKEL den dertigsten Meij 17C en sestien.
Dit is X het merk van JOOST DERICX, verclaert niet anders te connen schrijven.
JAN HUYBERTS Schepen.
F.D. ROULLOU absente Secretaris.

Bron als boven. Folio 100 verso.
d.d. 22-06-1716.

Compareerde voor Schepenen van BAKEL ondergenoemt HENDRIK YSBOUTS Schepen der Heerlijckheyt VLIERDEN gearresteerde ende JOOST DERCX Schepen en Mr. timmerman wonende tot BAKEL gerigtelijck geciteert, dewelke op den Eede int aenvangen haerder respt. Bedieninge gedaen ter Instantie van Sr. GEVARD van DOERNE, President Schepen van VLIERDEN hebben getuijgt verclaert ende geattesteert, gelijck sij doen bij desen, waer waerachtigh, en aen haer deponenten seer wel kennelijck te sijn, dat JAN ANTONIJ PRINCEN, op de Hoeve DE SCHOUW gelegen op de CROM AA competerende aenden requirant, is comen wonen, dat de huijsinge vande selve Hoeve alsdoen in redelijcke reparatis niet alleen was, nemaer oock dat deselve door den requirant < = eischer; aanlegger; verzoeker > alsdoen is gerepareert, soodanigh dat deselve bequaem was om te bewonen. Redenen van welwetentheyt allegerende hij eerste deponent vanderselve Hoeve, wanneer JAN TONIJ PRINCEN daer op quam wonen, affgetrocken te sijn, is vervolgerns den staet van de huijsinge en schueren doen ter tijt en nog eene deponent seer wel kennelijck te wesen, in geval hij tweede deponent voor redenen van welwetentheyt, dat hij deponent niet alleen in en ontrent de voorschreven Hoeve van den Requirant is woonagtig nemaer oock als timmerman, aende huijsinge en schuer bij ’t opcomen van JAN TONIJ PRINCEN gearbeijt ende gewerckt te hebben.
Aldus gedaen en gepasseert op heden binnen BAECKEL desen tweentwintighsten dagh Junij 17C en sestien.
HENRICK IJSBOUTS.
Dit ist Merck X van JOOST DIRCX.
DRIES DRIESSEN.
THOMAS AERT SWIJNCKELS.
P. de CORT, Secretaris.

Bron als boven. Folio 101 verso.
d.d. 24-06-1716.

Wij JAN WILLEMS de WITH ende JOOST DERICX Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE Quartiere van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde certificerende ende verclaerende bij ende mits desen op Eede in ’t aenvangen onses Schepens bedieninge gedaen dat wij ter instantie van JAN JACOB WEIJERS inwoonder alhier ons hebben vervoegt op de Hoeve toe behoorende d’Heer CREMERS genaempt DEN RIPPELBERGH gelegen onder BAECKEL, ende aldaer bevonden, dat het Godt Almagtigh gelieft heeft, door een swaer onweer wint ende hagelslagh die op den 28 Meij 17C en sestien is gevallen, de geheele schaere van rogge soodanigh door den hagelslagh onweer ende wint sijn beschaedigt ende geraeckt, dat wij naer onse beeste kennisse overwoegen hebben dat wel de helft door malkander ’t eene minder ende ’t ander meerder van het rogge gewas door den hagel wint en onweer in den gront sijn geslagen verpleedt, ende verdorven, waer van wij de beleijdinge ende visitatie op den 3 Junij 1716 ende tot meerder verseeckeringe deele op den 25 Junie 1716 hebben gedaen verclaerende op Eede onser voorschr. bedieninge sulcx bevonden te hebben en soo voors. staet waer ende waerachtigh te wesen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den vier en twintigsten Junij 17C en sestien.
JAN WILLEMS de WIDT.
Dit is X het Merck van JOOST DERICX verclaert niet anders te connen schrijven.
Mij present:
F.D. ROULLOU, Schepen-absente Secretaris.

Bron als boven. Folio 102 recto.
d.d. 25-06-1716.

Wij JAN WILLEMS de WITH ende JOOST DERICX Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificerende ende verclaerende bij ende mits desen op Eede in ’t aenvangen onses Schepens bedieninge gedaen, dat wij ons ter instantie van PETER IJSBOUTS inwoonder alhier hebben vervoegt op de Hoeve toebehoorende de erffgenaeme Joffrouw De BECKERS genaempt DEN RIPPELBERGH gelegen onder BAECKEL ende aldaer bevonden, dat het Godt Almagtigh gelieft heeft, door een swaer onweer wint ende hagelslagh, die op den 28 Meij 17C en sestien is gevallen, de geheele schaere van rogge soodanigh door den hagelslagh wint ende onweer sijn beschaadight dat den voorn. PETER IJSBOUTS heeft moeten affmaeijen ontrent de tien Loopense met rogge gewas waer van niets van en coste voortcomen, ende het veerdere gewas van rogh het een minder ende het ander meerder soodanigh sijn geraeckt ende beschadigt, dat wij naer onse beeste kennisse overwoegen hebben de helft van het veerder roghgewas door den hagelslagh wint en onweer in den gront sijn geslagen ende verdorven, waer van wij de beleijdinge ende visitatie op den 3 Juni 1716 ende tot meerdere verseeckeringe op den 25 Juni 1716 hebben gedaen, verclaerende op Eede onser voorschr. bedieninge sulcx bevonden te hebben soo voorschr. staet waer ende waerachtigh te wesen.
Toirconde geteeckent op heden, binnen BAECKEL den 25 Juni 17C en sestien.
JAN WILLEMS de WITH.
Dit is het X Merck van JOOST DERCX verclaert niet anders te connen schrijven.
Mij present:
F.D. ROULLOU absente Secretaris.

Bron als boven. Folio 103 recto.
d.d. 07-07-1716.

Onder Conditien en voorwaerden, naerbeschreven, sal Meester PAULUS SUIJCKENS Advocaat voor den Ed. Mo. Rade van BRABANT als Rentmeester van de Keijserlijcke Abdije EGHTERNAGH gelegen in den Lande van LUXEMBURGH ten hooghsten en schoonsten voor alle man, aen de meestbiedende verpagten de Thiende van op gemelte Abdije over desen Dorpe van BAECKEL van outs competerende: en sulcx voor den oixt deses jaers 17C en sestien.
Dese verpagtinge sal geschieden, met Caroli guldens tot twintigh stuijvers Hollants goet ganckbaer gelt, den gulden gereeckent in egeene mindere munten, dan gereduceerde Schellingen aen handen van den verpagter tusschen Kersmisse en Ligtmis naestcomende binnen de Stadt van S’HERTOGENBOSCH ten prevee, lasten en perijcquele des pagters off pagteren aen te tellen te betaelen ende te leveren generalijck vrije van alle lasten, egeene ter werelt uijtgescheijden, hoe die oock soude mogen genaempt worden, het sij de selve ten lasten des pagters ofte pagteren ofte wel des eijgenaers alberijts sijn ingestelt off naermaels ingestelt mogten worden, en insonderheijt vrije van alle soo ordinaire als extraordinaire verpondingen met der selver verhoogingen, sonder dat den pagter ofte pagters, haer van eenige haar Hoog Mog: ofte haer Ed. Mo. placaten ofte resolutien haer ter contrarie < = dwars; strijdig > deses sullen mogen bedienen, maer dien onvermindert de gelooffde pagt-penningen van allen lasten, los ende vrije moeten betaelen als voor.
En specialijck vrij van den reëlen omslagh ofte omslagen van welckers gedaene betaelinge den pagter ofte pagters sal ofte sullen gehouden wesen de quitantie mede tusschen Kersmisse ende Lightmisse naest coemende aen den vepagter te overhandigen en aen hem onder behoorlijcke recipisse < = ontvangstbewijs > over ende aff te geven op peene van sulcx niet doende, te verbeuren eene somme van vier silvere Ducatons ten behoeve van den Armen alhier, alles mede sonder eenige alderminste cortinge aen de gelooffde pagtpenningen.
Op gemelte Thiende sal eerst ingestelt, en daer naer affgehangen worden, sullende den hoogsten insetter het voormeijnen hebben mitsch aenstonts voor een premie trecken twee silvere Ducatons, dogh sal den geene, de welcke bij den uytganck des hoogsel pagter blijven sal gehouden sijn het emport van dien aen d’Heere verpagter te restitueeren sonder eenige cortinge aen de geloofde pagtpenningen waer naer de selve wederom sal afgehangen worden, en sal den geenen die de selve affmeijnen sal gehouden wesen te slaen luttel ofte veel slagen doende ideren slagh eenen gulden halff tot profijte van den verpagter ende halff ten profijte van den mijnder, slager ofte ontslager, de slagen ende wederslagen te betaelen paratelijck bij uijtganck des hoogsels welck hoogsel soo aenstonts naer het affmijnen ende beslaen der Thiende uijtgaen sal, met het tellen van tien, als wanneer den geenen pagter blijven sal, den welcken naer ’t tellen van thien daer aen sal sijn gebleven.
De voors. Thiende wert verpagt, sonder dat aensien ofte reflectie < = verbuiging > sal worden genomen op al te excessiven < = overdadige > regen gte veel droogte, honinxdouwe ofte andere des hemels ongelucken, ter saecke van allen de welcke den pagter ofte pagters egeene aff slagh ofte cortinge altoos aen de gelooffde pagtpenningen sal ofte sullen mogen pretendeeren.
Maer alleenlijck sal men de voors. Thiende bevrijden van hagelslagh en heijrcragt < = oorlogschade > tot ter tijt ende wijle toe de granen gemeijt sijn sullen, ende verders niet en ofte het gebeurde dat men ter saecke voorschr. in de voorz. Thiende eenige schaede quaeme te leijden, soos al den pagter ofte pagters aenstonts naer de geledene schaede daer van aen den verpagter advertentie < = waarschuwing > gehouden sijn te doen binnen S’HERTOGENBOSCH omme daer van oculaire < = zichtbare > inspectie te connen neemen, en bij desen eerweerden geregte beleijdinge van die geledene schaede te connen gedaen werden, alles ten pagters privee costen en lasten, omme in dat onverhopt gevallen als dan aen den selven soodanige quitinge ende aff slagh te doen als bevonden sal worden te behooren.
Allen het welcke den pagter ofte pagteren binnen den tijt van acht dagen precijse naer des geledenen schaede sullen hebben te doen ende te verrigten off en sullen uyt hooffde van dien egeene quijtslagh ofte remisse < = vergeving > ter werelt pretendeeren mogen.
Den pagter ofte pagteren sal oft sullen bij uijtganck des hoogsels aen den verpagter moeten betaelen ses silvere Ducatons oft de waarde van dien met nogh vijff guldens sonder cortinge als voor.
Item sal den pagter ofte pagters ten sijnen ofte haeren costen van den verpagter leveren moeten eene Copije authentique deser conditiën en voorwaarden, en daer voor aen Dhr. Secretaris betaelen eene somme van drij guldens drij stuijvers.
Item sal oft sullen den pagter, ofte pagters alnogh aen den Heere Secretaris moeten betaelen voor het opstellen, passeeren en sluijten deser voorwaarden ende conditiën eene somme van vier gulden mitsgaders aen den Heere Officier en Schepenen voor het verstaen en teeckenen te saemen eenen gulden.
Item aen den Vorster en voor het affhangen eenen gulden tien stuijvers, alles te betaelen aenstonts bijden uijtganck des hoogsels sonder eenige de alderminste cortinge van de gelooffde pagtpenningen.
Den pagter ofte pagters sal ofte sullen gehouden sijn, bij uijtganck des hoogsels te stellen een ofte meer sufficiante < = genoegzame > ende den verpagter aen genoeme borgen die beneffens den pagter ofte pagters als schuldenaeren principael onverscheijden ende een voor alle sullen geloven alle dese contitien en voorwaarden prompelijck te sullen naerkomen ende achtervolgen onder verbant als naer regten.
En indien den pagter ofte pagters van sulx te doen bleven in mora < = uitstellen > en gebreecken, soo sal den voorn. verpagter die voorn. Thiende aenstonts en op nieuwen wederom mogen verpagten, het sij publiquelijck en voor alle man ofte ons mont aen mont, meergeldinge sal wesen ten profijte des verpagters en mingeldinge sal men met allen costen schaede ende intressen aen den gebreeckelijcken pagter als met regt verwonnen schult mogen verhaelen, daer van en van allen het geene voorschreven protesterende mits desen en constitueeren weijders den pagter ofte pagters mitsgaders sijne ofte haere borgen, allen en eenigelijcke Thienden deses acteb, en specialijck HENDRICK de BIE en JOHAN van GRIMBERGE Procureurs voor den Edelen Achtbaere geregte der hooftstadt van S’HERTOGENBOSCH en in cas van afflivigheijt der selver successeuren < = nakomelingen > in Officio < = ambt >, omme haer bij mijn Edele Achtbaere Heeren Schepenen der voorschr. Stadt in den inhoude en het naerkomen deses, voluntairlijck tot hare kosten ende lasten te doen ende te laeten condemneeren, den eenen omme de condemnatie te versoecken ende den anderen omme daer inne te consenteeren.
Op alle welcke voors. conditiën ende voorwaarden soo wert de gemelte Thiende ten beurde gestelt ende is dese ingeset bij JAN AERTS de VETH op eene somme van vier hondert drij en vijfftigh guldens en affgehangen op eene somme van vijfftien hondert guldens ende gedaelt op eene somme van vier hondert drij en vijfftig gulden ende daer bij gemijnt bij JAN AERTS de VETH voors., den welcke daer op gehoogt ende geslagen heeft twee slagen ende daer mede geset voor alle man, en alsoo niemant en is gecomparteert meer hoogende ofte slaende dan den voors. JAN AERTS de VETH, soo is denselven naer het tellen van tien pagter gebleven,
Beloovende ende beneffens hem JAN JOOST DERICX ende JAN IJSBOUTS sijne borgen, ider een voor al in solidum, en als schuldenaer principael in alles punctuelijck naer te sullen komen ende te achtervolgen als naer regten.
Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van ANDRIES DRIESSEN nomine Officii AERT PETER STERCKEN ende JAN HUIBERS Schepenen des Dorps van BAECKEL ende MILHEESE ende des oirconde bij de selve onderteeckent desen sevende Julij 17C en sestien.
JAN AERTS, pagter.
JAN JOOST DIRCKX
JAN IJSBOUTS, borgen.
AERDT PETER STERCKEN
DRIES DRIESSEN, Schepenen.
JAN HUIJBERS.
JAN WILLEMS de WIDT.

Bron als boven. Folio 106 verso.
d.d. 20-07-1716.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE de Hoogh Ed: Welgeb. Madame ANNA WILLEMINA Baronesse de DOERNE Dame de ASTEN, GOOR, ROUWENBERGH etc. verclarende in geregte maniere van verheuringe uijt gegeven, verheurt, verpagt te hebben, seeckere twee huijsinge met het aengelagh groot ontrent de drij en dertigh Loopense teullandt aen den anderen gelegen in DE CAEWEIJ, ende met soodanige hoij en weij landerijen als haer Hoogh Ed. Wel Geb. volgens opdragt daer van sijnde de dato den sevende September 17C vijftien heeft vercregen: aen CORNELIS MARTENS ende JAN JOOSTEN in DE CAIJWEIJ inwoonderen alhier, hier mede present ende compareerde, die de voors. huijsinge met de bij hebbende landerijen in heuringe sijn accepterende, ende dat voor den tijt ende termijn van vier achter een volgende jaeren met twee jaeren nogtans te mogen scheijden wij van partijen gelieven sal, mits malkanderen de opsegginge te doen tijdelijk te Kersmisse, waer van den eersten pagt is ingegaen, namentlijck den hoff met het wortelvelt te halff Meert ende de groes ……. …… mitsgaders de huijsinge te Pinxteren ende landerijen te oixst bloot aen de stoppelen des jaers 17C en vijftien, ende soo weder te verlaeten onder Conditien hier inne toegedaen, dat de voors. heurders sullen gehouden wesen te betaelen ider jaer teegens St. Andrijs aen haer Hoogh Ed. Welgeb. voor het voorlijff < = aanbetaling, ook geschenk dat gegeven wordt als een beleefdheid bij pacht of huur > eene somme van van ses en twintigh guldens mitsgaders gehouden te wesen aen de gemelte haar Hoogh Ed. ider jaer te leveren ende te laeten genieten de helffte van de schaare oft gewassen die sullen komen te waessen op de voors. landerijen: mits dat de voors. heurders sullen gehouden wesen ten hunner costen de voors. granen gewassen te moeten doen maeijen ende dorssen, mits dat haer Hoogh Ed. Welgeb. sal senden eenen dorsser, welcken dorsser bij de heurders sal hebben cost en dranck ende sal de Hoogh Ed. Welgeb. tot hare laesten behouden s’lants verpondinge, beede ende reële omslagen albereijts ingestelt off naermaels ingestelt mogte worden, mits alle pagten en Chijnsen die uijt de voors. landerijen sijn gaende, ende in die de voors. heurders de voors. pagten en Chijnssen komen te betaelen, sal haer Hoogh. Ed. Welgeb. aen haere, gelooffde pagtpenningen met overhandige van quitantie laeten valideeren < = geldig verklaren > voor goede betaelinge, ende sullen de heurders gehouden wesen te betaelen alle verdere ordinaire ende extraordinaire s’lants e dorps lasten egeene ter werelt uytgescheijden, hoe die genaempt soude connen werden ende gehouden wesen te leveren ende te doen allent saet coorn.
Item sullen de heurders gehouden wesen ider jaer te verdecken vier vimme dack stroij ende verders de huijsinge te onderhouden in wantten < = wanden > vloer en glasdigh ende de voors. landerijen ider jaer loffelijck naer behooren moeten bemissen < = bemesten >.
Ende wert wel expresselijck ondergesprooken dat in gevalle de huijsinge (dat Godt verhoede wil) door quat toesien quaem aff te branden, dat dan de heurders sullen gehouden wesen wederom te moeten herbouwen tot contentment van haer Hoogh Ed. Welgeb. voorschreven.
Alle welcke poincten articulen, ende conditiën partijen pertinentelijck sijnde voor gelesen, hebben sij comparanten voor soo veel een ider aengaet hier inde belooft: steede ende vastigheyt onder verbant als naer regt submitteerende haer aen de vrijwillige condemnatie van Schepenen alhier getuijgen hier over AERT STERCKEN ende JAN WILLEMS de WITH Schepenen, op heden binnen BAECKEL den twintigsten Julij 17C en sestien.
LA BARONESSE DE DOERNE, VROUWE der Grontheelicheyt ASTEN.
AERDT PETER STERCKEN
JAN WILLEMS
F.D. ROULLOU.
Dit is het X nerck van CORNELIS MARTENS verclaert niet anders te connen schrijven.
Dit is het X merck van JAN JOOST verclaert als voors.

Bron als boven. Folio 108 recto.
d.d. 08-08-1716.

Staet en inventaris van soodanige goederen als met de doot ontruijmt en naergelaeten sijn bij JAN ALBERS man van MARIJ HENDRICK DRIESSEN, ende sulcx geinventariseert en in geschrifte gestelt op ’t aengeven van de voorschr. MARIJ HENDRICK DRIESSEN Weduwe van den voors. JAN ALBERS ende sulcx ten behoeve van HENDRINA dogtere bij JAN ALBERS voors. verweckt, om te dienen tot aenwijsinge des voors. kints goederen welcke goederen aen ’t voorschr. kint ten erffregte sijn competerende soo en gelijck als volgt.
Eerstelijck drij coopere ketels, eenen stoel, twee schaepen, een hael, lenck hael, een tangh, een coopere lamp, een vuerpan, een ijsere lamp, een decken, een paer laeckens, een bed sonder veeren. Hier op volgt de onroerende goederen namentlijck een derde part in een huijs met twee Loopense lant, ende een derde part in ontrent de drij Loopense groes gestaen ende gelegen op GROOTEL ende teegenwoordigh gebruijckt werdende bij JAN TIJSSEN inwoonderen alhier ende momboir van ’t voorschr. kint.
Aldus gedaen ende geinventariseert op ’t aengeven van de voors. MARIJ HENDRICK DRIESSEN, verclaerende de selve in ’t opgeven van desen staet en inventaris haer oprechtelijck gedragen te hebben, sonder ietwes ter quader trouwe verswegen achtergelaeten off weerloos gemaeckt te hebben presenterende als desen staet en inventaris opregt en deughdelijck sijnde ten allen tijden met Solemneelen Eede de selve te sullen bevestigen, met geloofte dat ofte het gebeurde, dat naer dat aen haer eenige andere off meer goederen mogte voorcomen, dan op desen staet van inventaris is gestelt, dat sij de selve daer mede ten allen tijden sal vermeerderen alles onder verbant als naer regten, getuigen hier over AERT PETER STERCKEN, ARIAEN JANSSEN, Schepenen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den achtsten Augustus 17C en sestien.
MARIJ.
AERDT PETER STERCKEN
ADRIAEN JANSSEN …. De Loco.
F.D. ROULLOU, Secretaris.

Bron als boven. Folio 109 recto.
d.d. 26-08-1716.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL en MELIS gelegen in ’t quartier van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, PETER JAN WILBERS oudt ontrent 78 jaeren, JOCHEM TEUNIS oudt ontrent 71 jaeren, TEUNIS JAN JASPERS oudt ontrent 72 jaeren, JAN PETER TIJSSEN out ontrent de 70 jaeren, AERT JOOSTEN de VETH oudt ontrent de 74 jaeren, JAN BANCKERS oudt ontrent 71 jaeren, HERMEN PETERS oudt ontrent 74 jaeren, MARTEN JAN JOCHEMS oudt ontrent 63 jaeren, THOMAS GIJSBERS oudt ontrent 67 jaeren, CORST ANSEMS oudt 64 jaeren, JAN TEUNIS CUIJPERS oudt ontrent 74 jaeren, PETER van der SANDE oudt ontrent 61 jaeren, LAURENS PETERS oudt ontrent 57 jaeren, JOOST TEUNIS JOOSTEN oudt ontrent 56 jaeren, WILBERT GERITS oudt omtrent 61 jaeren, MATTIJS MANDERS out 56 jaeren, JOCHEM PETERS oudt ontrent 60 jaeren, alle ingesetenen ende out borgen des voorschr. Dorps. De welcke ter instantie van de Peelmeesters onder Solemneele Eede aen handen van den geauthoriseerde van den Heere Officier affgelegt, hebben getuigt ende verclaert, waer ende waerachtigh ende aen hun seer kennelijck te wesen, dat ten tijde ende als wanneer het Franse leger lagh inde Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, sijnde geweest in den jaere 1672 ende als wanneer die van BAECKEL ende MILHEESE drij weecken aen den anderen uyt hunne huijsinge waeren gevlucht, ende sij wederkeerende hebben bevonden, midderwijle geset te sijn op den grondt van BRABANDT eene save garde < = een vrijgeleide > van den Coningh van SPANIEN ende gegraven eene gracht, dat sij deponenten sulcx gewaer geworden sijnde aenstonts hen daer naer toe hebben vervoegt, ende den Pael, waer aen de savegarde was gehecht hebben uyt getrocken ende verbrand. Ende savegarde met haer genoemen naer BAECKEL, gelijck sij oock verclaren den opgegrave grachten, aenstonts te hebben geslicht, ende tot maintiem < = handhaving > van ’t regt van den Hertogh van BRABANDT, als die van BAECKEL ende verdere geintresseerders, waer teegens noijt ter contrarie is geattendeert sonder dat weder de novo < = op nieuw > aldaer savegarde sijn geweest, ’t sij door die van VENRAEIJ off imant ter werelt, redenen van wel wetentheyt allegerende, seggen daer van nogh goede geheugenisse te hebben, ende ’t geene voorschr. soo door haer als in haer bij weesen alles te wesen geschiedt, ende alsoo goede kennisse van saecke te hebben, ende want het redelijk is de waerheijt getuijgenisse te geven, hebben wij des versogt sulcx niet connen weijgeren, maer hebben naer prelecture daer bij gepersisteert: Soo waerlijck helpt haar Godt Almachtigh.
Toirconde de minute prothocollair geteeckent op heden binnen BAECKEL den ses en twintigsten Augustij 17C en sestien.
Hierna volgen de handtekeningen en handmerken van alle genoemden en aanwezige personen.

Bron als boven. Folio 110 verso.
d.d. 23-09-1716.

Compareerde voor Schepenen ondergent. des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL, CLAES GOERMANS hem fort en sterck maeckende voor de Wed. van ANTONIJ GOERMANS, JAN ANTONIJ van den EIJNDEN als bruijdegom van ANNEKE van de GOOR inwoonderen der Gront Heerlijcheijt GEMEERT, de welcke verclaerden uyt eene liberale gijfte < = vrije gift > over te geven transporteeren, ende te renuntieren gelijck sij doen mits desen, aen ende ten behoeven van den Armen alhier seeckere obligatie van vijftigh guldens staende tot lasten van MATTIJS MANDERS gepasseert de dato den …… voor JOCHEM KETS Notaris sijnde jaerelijcx twee gulden intrest, sonder eenigh het minste regt daer aen de voorschr. obligatie te behouden, sulcx, dat oock den voorschr. Armen van BAECKEL de voors. obligatie sal mogen maanen, eijssen ende op sijnen tijt behoorlijck te moggen opseggen.
Mede compareerde den opgemelten MATTIJS MANDERS, den welcke verclaerde de voors. obligatie deugdelijck schuldigh te wesen aen voors. comparanten, ende tot voldoeninge van dien is het overcomen met den Heere HENDRICUS van SCHAARDENBURGH Predicant en Proffesseur van den Arme alhier ende PETER CUIJPERS Armmeester alhier dat den gemelten MATTIJS MANDERS sal deugdelijck onderhouden den tijt van twee jaeren in eet en drincken MARGRIET EVERS werdende alhier van armen onderhouden ende naer expiratie < = beëindiging > doot ende voldaen wesende dan sijnde geweest den obligatie van twee hondert en vijftigh guldens ende off ’t gebeurde dat den voorschr. MANDERS off MARGRIET EVERS binnen den voors. tijt quaem afflijvigh te werden, soo sal alles naer tijt werden vergoet, ende voldoeninge van de voorschr. obligatie soo verbint den gemelten MATTIJS MANDERS alle sijne goederen, hebbende ende vercrijgende alles onder verbant van de renuntiatie als naer regten.
Aldus gedaen op heden binnen BAECKEL den 23 7ber 17C en sestien.
Dit is het X Merck van CLAES GOORMANS, verclaerende niet te schrijven.
JAN JOUCHEM van den VIJDEN.
MATIJS MANDERS.
HENRICUS van SCHAERDENB: Predicant in BAECKEL en Provisoor van den Armen.
PETER KUIJPERS Armmeester.
DRIES DRIESSEN President.
JAN HUIJBERS Schepen.

Bron als boven.
Folio 111 verso.d.d. 30-09-1716.

Wij AERT PETER STERCKEN ende ARIAEN JANSSEN Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL, doen conde, certificeremde ende verclaerende op Eede onses bedieninge gedaen dat wij ons hebben vervoegt ten woonhuijse van MARIJ Weduwe JAN HENDRICX inwoondersse alhier tot MELIS onder BAECKEL, welcke voorschr. Wed. was sieckelijck te bedde leggende nogtans haer verstaende memorie in allen deelen wel machtigh gelijck ons ten passeeren deses is gebleecken, de welcke verclaerde uijt sonderlinge redenen te wederroepen ende te niet te doen, gelijck sij wederroept ende te niet doet bij desen, soodanigh legaet als sij aen haaren dogtere bij testamente voor Schepenen alhier in dato den dertiende Meert 17C en twaalff uyt haere roerende goederen, hadde gesloten ende gemaeckt, ende dat het egalyck bij haare kinderen HENDRICK, TEUNIS ende HARSKE in gelijcke portys hooft voor hooft sal werden gedeelt, begerende dat ’t selve bij de voors. kinderen sal naer gecomen ende achtervolgt werden, al off het in haare voors. dispositie ende uytterste welle uijtgedruckt stont.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den dartigsten September 17C sestien.
Dit is het X merck van MARIJ Wed. JAN HENDRICX, verclaert niet anders te connen schrijven.
AERDT PETER STERCKEN.
ADRIAEN JANSSEN.
Mij present, F.D. ROULLOU, Secretaris.

Bron als boven. Folio 112 recto.
09-10-1716.

Compareerde voor Heeren Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE DANIEL ALEXANDER MACCALLE s’lants Deurwaerder als geauthoriseerde van ISAAC OUCOOP als collecteur van slants verpondinge over den dorpe voorschr. den welck verclaerde bij desen genoemen te hebben in arrest ende gestelt in handen van de Hoogh Overigheyt alle de landerijen gelegen binnen dese dorpe toebehoorende de Wed. AERT JANSSEN van VIJF EIJCKEN mitsgaders seeckere landerijen gelegen tot MILHEESE onder BAECKEL genaempt DE VENNEN, omme daer aen te verhaelen het restant van de voors. s’lants verpondinge aen den voorschr. collecteur verschult met alle de costen daer omme gedaen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den negende October 17C en sestien.
DRIES DRIESSEN.
JAN WILLEMS.
F.D. ROULLOU, Loco Secretaris.

Bron als boven. Folio 112 verso.
d.d. 15-10-1716.

Comparerende voor ANDRIES DRIESSEN ende JAN HUIJBERS van LEIJENBURGH Schepenen ende PETER TEUNIS CUIJPERS Armmeester des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE LUCIA THOMAS PETERS Wed. van JAN ARIAENS van HELMONT inwoondersse tot HELMONT, de welcke verclaerde uyt eene liberale gijfte over te geven te transporteeren gelijck sij overgeeft ende transporteert mits desen aen ende ten behoeve van den Armen alhier seeckere obligatie inhoudende eene somme van een hondert vijftich guldens sijnde den intrest jaerelijck vijff guldens ten hondert geleent ende ontfangen op den twee en twintigsten Meij seventien hondert en drij bij PETER van TRIGHT inwoonder der Stadt HELMONT sonder verders aen de voorschr. obligatie ’t minste regt te behouden, soo dat den voors. Armen van BAECKEL, de gemelte obligatie met den verloopenen intrest van dien sijnde eene somme van sestigh guldens te mogen maanen, eijssen ende op sijnen behoorlijcken tijt de verpondingen te mogen opseggen, ende daer verders mede te handelen ende te doen soo als ’t bij den voorschr. Armen sal goet gevonden worden, geloovende de voorn. LUCIA THOMAS PETERS Wed. van JAN ARIAENS dit liberalijck over geven ende transporteeren te sullen houden ende doen houden voor vast ende onwederroepelijck onder verbant als naer regten.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den vijfftienden October 17C eb sestien.
Dit is het X Merck van LUCIA THOMAS PETERS verclaert niet anders te connen schrijven.
DRIES DRIESSEN, President.
PETER HUIJBERS, Armmeester.

Bron als boven. Folio 113 verso.
d.d. 12-11-1716.

Compareerde voor DRIES ANDRIESSEN ende JOOST DIRCX, Schepenen des Dorps en Dingbancke van BAECKEL en MILHEEZE Quartiere van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, JOOST EVERTS, GOORT CLAESSEN en JAN WILLEM AERTS mitsgaders LIJNEKE JAN WILLEMS, alle van competenten ouderdom, en inwoonderen alhier tot BAECKEL dewelcke in faveur van Justitie geciteert sijnde der waerheijt getuijgenisse te geven hebben onder Solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerde des Heeren Officiers affgelegt getuijgt en verclaert de twee eerste in ordine deponenten dat gisteren middagh off daer ontrent aen off ontrent hare huijse bij haer is gecomen, een persoon met Swart bruijn hair presenterende aen den tweeden deponent, te verecoopen, een stuck Linne Laecke, ’t welk de deponenten bevonden dat nat was, hebben ’t selve laecken aengehouden, sonder te coopen, sijnde weijnig tijt daer nae gebeurt dat bij haer deponenten oock is gecomen ARIAENTIE dogtere AERT SCHUTTERS, dewelcke ’t selve Linne Laecken voor JAN WILLEMS den derden deponent eygende, en waer tegens den gemelten persoon geen dispuyt off woord maeckte. En verclaeren de derde en vierde deponenten dat zij op gisteren voor de middag buijten haer huijs aende boomen Linne Laeckens hadde opgehangen, ’t geen ontrent de middag van daer was weggehaelt, en mede dat het dat selffde Linne is geweest, dat aen haer door ARIAENTIE dogtere AERT SCHUTTERS wederom is overhandigt, en welcken persoon die dat Linne woude vercoopen, den selffde is, die sij twee eerste deponenten op heden dato deses binnen BAECKEL hebben bevonden in arrest genomen te zijn, welcken sijnen naem comt op te geven te wesen GERIT AERTSEN. En verclaeren sij twee eerste deponenten, dat den selven persoon ten tijde wanneer hij dat Lijnwaet presenteerde te vercoopen, haeres bedunckens ten eenemael was droncken.
Eyndigende hier mede zij deponenten hare verclaringe en geven voor redenen van welwetentheyt allent geene soo als een ider heeft getuijgt ’t welcke te hebben gehoort gesien en ondervonden t’oirconde onderteeckent op hden binnen BAECKEL den twaalffden November 17C en sestien.
Dit ist X merck van JOOST EVERTS verclarende niet te connen schrijven.
Dit ist X merck van GOORT CLAESSEN, Schepen, verclaerde niet te connen schrijven.
Dit ist V merck stelt JAN WILLEMS verclaerde niet te connen schrijven.
Dit merck X stelt LIJNEKE JANSSE verclaerde niet te connen schrijven.
DRIES DRIESSEN.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX, Schepen.
Mij present DE ROULLOU
L. de CORT.

Bron als boven. Folio 114 verso.
d.d. 16-11-1716.

Compareerde voor JAN HUIJBERS van LEIJENBURGH ende JOOST DERICX Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE GERARD de JONGH Subst. Eijckmeester over de Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, verclaerende op den Eedt, in het aenvangen van des selffs ampt gedaen, ten overstaen van ANDRIES DRIESSEN als geauthoriseerde van Dhr. JACOB HASEVOET Stadthouder alhier ende de voorn. Schepenen ende twee gecommitteerdens van de Brouwers van den S’HERTOGENBOSCH met naem GIJSBERT MUTSAERTS ende PETER de LAU in Conformite < = in gevolg > van het derde Art. der ordonnantie op het stuck van de Brouwerijen, en van den opheff van den impost < = schattinge > op de Bieren, ten platten lande van BRABANT, resort van desen Stadt gearresteert den tiende Augustus deses jaers te hebben geeyckt de naervolgende brouwketels ende kuijpen.
Als eerstelijck die van BAESTIAEN HERMEN MANDERS welckers ketel was houdende sestien en een quart aem < = een inhoudsmaat > ende de cuyp veertien ende een halve ton.
Item den ketel van AERT PETER STERCKEN tot MILHEESE groot vijftien tonnen ende de cuijp vijftien ende drie quart.
Actum BAECKEL den sestiende Novembert 17C en sestien.
G. de JONGH.
JAN HUIJBERTS LEIJENBURGH.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX Schepen verclaert niet anders te connen schrijven.
Mij present DE ROULLOU.

Bron als boven. Folio 115 recto.
d.d. 31-12-1716.

Wij ondergeteeckende Schepenen ende Regenten van BAKEL ende MILHEESE verclaeren naergesien te hebben den Staet der gemeene middelen van den eersten April 17C en drie tot 17C elff incluijs waer bij ons is voorgecomen, dat veele particuliere in gebreecke sijn gebleven te betaelen ’t geene de selve als nogh moeten betaelen, waeromme wij d’Heer GERAERT LAMBERT van STRIJP als Subst. Ontfanger der gemeene middelen van PEELANDT in alle ootmoedigheijt versoeckende sijn de naervolgende persoonen, bij parate executie in gevalle het geen uijtstell en konde lijden te executeeren ende tot voldoeninge te constringeeren,
< = dwingen >. Geloovende onder verbintenisse als naer regten ende submissie van de parate executie van dien, naer slijtinge het te cort comende te sullen voldoen ende betaelen.
Eerstelijck de Regenten voor eene somme van ses hondert een en sestigh gulden, dus 661: 7:14
De selve wegens eenen Restant der drancken van Bamis 17C en ses ingegaen tot 94:19: 8
De selve wegens de drancken van Bamis 17C en seven tot 152:10: 0
908:17: 4
CORSTIAEN MANDERS cum suo de Wed. PETER REIJNDERS
ende JOOST JAN MARTENS Collesteurs van April 17C en vier tot 97: 8: 8
Den Secretaris De CORT van Bamis 17C en vijff tot 350: 1: 2
JAN AERTS cum suis en JAN de WITH van Bamis 17C en seven ende 1 April 17C en acht tot 94:12: 0
PETER van der SANDE cum suo ende HENDRICK JANSSE cum suo van Bamis 17C en negen tot 1070: 0: 2
PETER CUIJPERS cum suo montant < = bedrag, beloopende eener rekening > 23:12:12
Alles onder expresse protestatie < = uitdrukkelijk onder tegenspraak > soo eenige der voors. opgegevene conden aentoonen naer betaelinge gedaen te hebben, dat de selve daer op sullen defalqueeren < = weg nemen > ende den anderen goet doen.
Aldus gedaen binnen BAECKEL desen een en dertigsten December 17C ende sestien.
DRIES DRIESSEN.
AERDT PETER STERCKEN.
ADRIAEN JANSEN van de LOO.
THOMAS AERT SWIJNCKELS.
JAN HUIJBERS LEIJENBURGH.
JAN WILLEMS de WIEDT.

Bakel 1717

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 116 verso.
d.d. 02-01-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN, President, ARIAEN JANSSEN van LOO, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL gelegen in het Quartiere van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde dat wij door ofte van wegen GERAERT JANSSEN van der LINDEN sijn versogt om een acte van Cautie < = van zekerheid, dienende ( des noots ) tot de Charge < = ambtenaar > van de Arme taeffelen van soodaenige Heerelijcheyt off Dorp, daar den Requirant mogt komen te woonen: en aengesien den voorn. GERAERT JANSSEN van der LINDEN alhier van geboorte is soo hebben wij President en Schepenen ( ten versoecke voorschr. genegen wesende ) gelooft gelijck wij gelooven bij desen, dat off het quame te gebeuren dat den voorn. GERAERT JANSSEN van der LINDEN tot armoede verviel, soodanigh dat hij van de Arme kasse behoorden geassisteert te worden, dat wij hem in het geheel, ende sijne wettige kinderen voor de helft, te weten voor soo verre dese Arme kasse lijden kan, sullen assisteren, en onderhouden benevens onse andere armen ingesetenen, versoeckende der halven aen de Achtbaaren Heeren Regenten daer hij teegenwoordigh is woonende off sal komen te woonen, dat sij dese onse acte van Cautie en de Charge gelieven aen te neemen en voorn. GERAERT JANSSEN van der LINDEN rustelijck ende vredelijck te laten woonen, sullende ingelijck geval ( des versogt sijnde ) ingelijck doen.:
Des T’oirconde geteeckent op heden binnen BAKEL den tweeden Januari 17C en seventien.
JAN HUIJBERS van LEIJENBURGH.
ADRIAEN IJANSEN van der LOO.
PETER KUIJPERS, Armmeester.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1707, folio 391 t/m 392.
d.d. 14-01-1717.

MARTEN JAN JOACHIMUS en REYNDER WILLEMS gemechtight tot of gans naervolgende van DRIES DRIESSEN, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINKELS, CORSTIAAN MANDERS, PETER THOMAS NOYEN, ADRIAAN JANSSEN, PETER van de SANDE Schepenen, MARTEN JAN JOCHEMS, REYNDER WILLEMS Borgemeesteren, JOOST DIRCKS en PETER KUYPERS Armenmeesteren, des Dorps ende Dingkbancke van BAAKEL, en MILHESE, Quartiere van PELANT, representerende 't heele Corpus van BAAKEL ende MILHESE. Inne procuratie bij deselve op 29 Augustus 1713 gepasseert en bij P. de CORT Secretaris onderteekent ende met het Schependoms segel bekrachtight. Deselve Regenten geauthoriseert bij permissie en octroye van Haar Ho.Mo. de Heeren Staeten Generael wesende van den date den 1 October 1706. En uyt krachte der machte de voorschreven geconstitueerden bij voorschreven procuratie de voorschreven Regenten bij den voorschreven octroye, soo blijckende was gegeven ende verclaert, promiserunt Juffrouw MARIA BOSCH Weduwe Joncker PETER van de ENDEPOEL woonende alhier eene somme van seshondert Car.gulden tot xx stuyvers 't stuck goet promissiegelt elken gulden gereekent metten inte­resse van dien tegens drie gulden een halven van 't hondert van date deses over een jaar te voldoen te betaelen ende binnen dese stadt vrij en supra, overmits d'oprechte deughde­lijke deser schult is spruytende van goede en welgetelde penningen bij de voorschreven geconstitueerde ten behoeve van de voorschreven gemeente tot handen van de voorschreven Juffrouwe Weduwe van den ENDEPOEL gehadt ende ontfanghen soo sij dat bekennen en verklaren sullen desen. En of het gebeur­de, datte voorschreven somme ten voorschreven daeghe niet weest, soo geloven de selve tot koop voorschre­ven en indivisen op verbant als voor daarvan interesse te geven als voor totte ende effectuele voldoeninghe en afflos­singhen enen cost van coe. En staet te weeten datte voorschre­ven opnieuw geschiet om daer mede af te lossen gelijcke somme van 600 gulden bij de selve Regenten aen Juffrouw MARIA van der HEUCHT Weduwe d'Heer JOHAN van den MEULEN Secretaris als hij leeffde, in eene meerdere somme en gelofte van 1400 guldens op den 17 Mart 1680 gelooft, gelovende wijders de voorschreven geconstitueerdens naer den inhoud van de voor­schreven octroye haar te sullen reguleren. Testes et Supra dat: den veertiende January seventien hondert seventien.
qta volgens resolutie van Haer Ed. Exempel.
HASEVOET
THOMAS HUBERTS
CRAMER
Mij Present CROLLEES
! In de marge !
Inhoud: Actum Den BOSCH 29 Maart 1759. Was geteekent SCHOONCUS en de gemelde secretaris ver­klaart dat de Heer SCHOONCUS hem zeer wel bekend is. Den 2e April 1700 negen en vijftig. Handtekeningen zijn onduidelijk.
De voorschrevene geloeven in qualiteyt ende gemechtight ut Supra, Procuiserunt super Juffrouw MARIA BOSCH Weduwe Sr. PITER van den ENDEPOEL eene somme van een duysent seshondert Car.guldens tot xx stuyvers 't stuck goet permissie gelt deses guldens gerekent metten interesse van dien teghen drie ende vijftiende gulden van 't hondert van date deses over een jaar te voldoen en te betaelen ende binnen dese stadt vrij ut supra, en wijders de somme ad verbum ad verbum ad fenem, uitgenomen dat met dese 1600 guldens staet affgelost te werden een gelijcke somme van 1600 bij de selve Regenten voor hem vande Ho. Ge. Heere van BAERSCHOT opgenomen. Ende wijders ut Supra, testes ut intre datum ut Supra.
Inde quitantie vande 40e volgens resolutie van Haar Ed.Mo. Exentie get: HASEVOET.
THOMAS HUBERTS
CRAMER
CROLLEES.
! In de marge !
.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 117 recto.
d.d. 13-02-1717.

Compareerde voor Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE gelegen in het Quartiere van PEELANDT, Meijerije van ’HERTOGENBOSCH ondergeschr. Den Eerw. Hr. HENDRICUS van SCHAARDENBURGH Predicant alhier, den welcke verclaarde te constitueeren ende volmagtigh te maecken sulcx hij doende is mits desen WILLEM van SCHAARDENBURGH soon van den voorn. Hr. Predicant ende DANIEL ALEXANDER MACCALLE getrouwt met MARIA van SCHAARDENBURGH om te mogen vercoopen ofte verheuren seeckere erven ofte stuck lants gelegen tot HIMTIM < = HINTHAM > onder S’HERTOGENBOSCH. De coopers ofte huerders daer van behoorlijcke bewaarenisse te doen, quitantie te geven, ende voorts te doen, als oft hij Hr. constituant present sijnde souden connen doen.
Geloovende hij Hr. constituant allent geene door de voorn. geconstitueerdens samenderhant ofte in ’t besonder in saecke voorschr. sal werden gedaen ende verrigt, altijt voor goet, vast, bundigh ende van waarden te sullen houden ende doen houden onder verbant als naer Regten.
Aldus gedaen verleden ende gepasseert op heden binnen BAECKEL den dartiende Februari seventien hondert ende seventien.
HENRICK van SCHAARDENB: Predicant in BAACKEL.
DRIES DRIESSEN.
ADRIAEN IJANSEN van der LOO.

Bron als boven. Folio 118 recto.
d.d. 17-02-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, AERT PETER STERCKEN, ARIAEN JANSSEN van der LOO, THOMAS SWINCKELS, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURG, JOOST DERICX, JAN WILLEMS de WITH Schepenen, PETER CUIJPERS Armmeester, JAN TEUNIS de SANT, CLAES HERMENS Peelmeesters, BASTIAEN MANDERS, ANTONY van der LAAR Kerckmeesters, JAN BANCKERS, PETER JAN WILBERTS, JAN CUIJPERS, FRANS van den EIJNDE, JAN DIERDONCX, JAN JOOST DERICX, JAN van GROTEL, WILLEM HERMENS, JAN WILBERTS, JOOST EVERTS, JAN WELTEN, FRANS DERICX, ANTONY GOORTS, HERMEN PETER NOOIJEN, REIJNDER WILLEMS, HENDRICK JOOSTEN, LUCAS WIJNNANTS, JAN WEIJERS, JAN JASPERS, TEUNIS JAN JASPERS, JAN WILBERTS van SCHEPSTAEL, MARTEN JANSSEN, PETER HUIJBERTS, JAN GOORTS den DECKER, THOMAS GIJSBERTS, FRANS WILBERTS, TEUNIS HENDRICX, JAN GERIT MANDERS, TEUNIS WILBERTS, MARTEN HEND. GERAERTS, PETER THOMAS NOEIJEN, MARCELIS van IJSDONCK, WILBERT FRANSSEN van ASTEN, GOORT WILLEMS, JAN VREIJNSSEN HEERDEN, JAN PETER TIJSSEN, MARTEN HENDRICK GERITS, JAN ARIAENS TEUNIS JAN MANSVELDERS, PETER JACOBS, LAMBERT THONIS, HENDRICK SCHEIJ, FRANCIS van den HOUT, CORST ANSEMS, GIJSBERT MARTENS, WILLEM BIEMANS, JAN CLAESSEN van der LINDEN, BAESTIAEN HUIJBERS, alle ingesetenen ende geerffdens des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE gelegen in het Quartiere van PEELANT, Meijerije van S’HERTOGENBOSCH, doen conde certificeerende ende verclaerende te constitueeren ende volmagtig te maecken, gelijck wij doen bij desen ……………………………………….. te saemen ende in het besonder haer te begeven en is te vervoegen naer S’GRAVEHAGE ende aldaer met de Hr. ende Mr. JAGERS Advocaat voor de Edele Heeren Hoven van BRABANT van en wegens het accort nopende de paelinge ende Limitscheijdinge tussen de gemeente van VENROIJ gelegen in ’t Overquartier van GELDERLANT ende de gemeente van BAECKEL te ondersoecken het appointement gegeven bij wedersijtse commj? ’t Welck onser ingesetenen tot nogh toe niet en is bekent dan alleenelijck op ’t seggen van een ander ende in geval ’t selve geen nut ofte tot onser voordeel niet en conde wesen ende tot merckelijcke schaade van onse ende onser ingesetenen, als dan Requeste dien aengaende aen haer Hoog Mo. Heeren Staten Generael te presenteeren om surchiantie < = opschorting > van de approbatie < = goedkeuring > van de voors. paelinge ter versoecken, ende verders des noot sijnde, naer gelegentheijt ende vereijs van de saack, alles daer inne te doen ofte laeten doen ’t geene bij gemelte Hr. Advocaat JAGERS geraeden sal werden, als off wij constituanten present sijnde, souden connen en vermogen te doen alwaer het soo, dat hier naerder procuratie < = volmacht > dan dese wierde gerequireert < = verzocht; geëist >, houdende de selve indien gevalle voor geinsereert < = ingerzet > geloovende wij constituanten voor goet vast bundigh ende van waarden te sullen houden ende doen houden allen ’t geene bij onsen geconstitueerdens sal werden gedaen ende verrigt alles onder verbant en renuntiatie als naer regten. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAAKEL den seventienden Februari 17C seventien.
P.S.
Hier onder zijn geplaatst de handtekeningen – en merken van alle boven genoemde personen.

Bron als boven. Folio 119 verso.
d.d. 20-02-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, ARIAEN JANSSEN van LOO, JAN WILLEMS de WITH Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE gelegen in het Quartier van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificerende ende verclaerende op Eede onse voorschr. bedieninge gedaen, dat voor ons is gecopareert JOSINA GOORTS VERHULST Jonge dogter geboortigh alhier de welcke ons te kennen gaff, dat sij van meeninge ende voorneemen is, haar te begeven tot den Geestelijken staet, ende dat sij soo verre gecomen is, om te connen tot TOURNOUT < = TURNHOUT > op het Begijnhoff, ende aldaer aen genoemen ende ontfangen sal werden, indie sij tot de penningen als daer toe staende ofte van nooden sijn can Cautie < = borgtocht > brengen, ende want het Christelijck is in saake als desen om malkanderen de behulpsaem hant te reijcken ende te toonen, soo ist, dat wij Schepenen uijt consideratie < = als beweegreden > van haaren goeden ijver, ende terwijle dat ons bekent, ja oock seecker is, dat haare middelen ende revenues < = inkomsten van goederen > niet genogsaem tot haare subsistentie komen te renderen, gelooven gelijck wij gelooven mits desen van dorps wegen daer voor te responderen < = verantwoorden > soodanigh, dat off het gebeurden, dat de voorschr. JOSINA GOORTS VERHULST ( dat Godt verhoeden wil ) quaem door siecktens ofte andere Goddelijke versoeckinge in den staet, om haer niet te connen erneeren < = voeden > ofte onderhouden, altoos des noodt sijnde, sullen alimenteren, ende onderhouden, ende tot naercoeminge ende securiteyt
< = zekerheid > van ’t geene voorschr. staet, hebben wij Schepenen dese onse verificatie ende guarantschappe < = waarmaking en garantie > aan de voors. JOSINA GOORTS VERHULST geerne mede gedeijlt ende tot meerder bevestinge met onsen gemeenen Dorps segel becragtight ende de minute prothocollair eijgenhandigh onderteeckent op heden binnen BAECKEL den twintigsten Februari Seventien hondert en seventien.
DRIES DRIESSEN.
JAN HUIJBERTS.
ADRIAEN IJANSEN van der LOO.
JAN WILLEMS de WITH.

Bron als boven. Folio 120 verso.
d.d. 27-02-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, JAN HUIJBERTS en JAN WILBERTS Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE gelegen in ’t Quartiere van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde dat wij door ofte van wegen JAN JANSSEN VERMEULEN sijn vesogt om een acte van Cautie dienende ( des noots ) tot de Charge < = ambt > van de Arme Taeffelen van VENROIJ ofte van soodanigh Dorp ofte plaetse daer den requirant mogte comen te woonen, en aen gesien den voorn. JAN JANSSEN VERMEULEN geboortigh is alhier, soo hebben wij President en Schepenen ( ten versoecke voorschr. genegen wesende ) gelooft gelijck wij gelooven bij desen, dat off het quaem te gebeuren, dat den voorn. JAN JANSEN VERMEULEN, dat Godt verhoeden wil, tot armoede verviel, soodanigh dat hij van de Arme casse behoorden geassisteert te worden, dat wij hem in ’t geheel ende sijne wettige kinderen voor de helft te weten voor soo verre dese Arme casse lijden kan, sullen assisteeren ende onderhouden, beneffens onse anderen ingesetenen, versoeckende der halven aen de Achtbaren Heeren Regenten van VENROIJ daer hij teegenwoordigh woonende is, als mede aen andere Heeren Regenten daer hij sal comen te wonen, dat sij dese onse acte van Cautie ende Charge gelieven aen te neemen, en den voorn. JAN JANSSEN VERMEULEN rustelijck ende vredelijck te laeten woonen, sullende ingelijck gevall ( des versogt sijnde ) in gelijcken doen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den seven en twintigsten Februari Seventien hondert en seventien.
DRIES DRIESSEN.
JAN WILLEMS.

Bron als boven. Folio 121 verso.
d.d. 27-02-1717.

Compareerde voor Schepenen ondergenoemt des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEESE, PETER van het TRICHT inwoonder der Stad HELMONT, den welcke verclaerde ende bekende gelijk hij verclaert ende bekent mits desen, wel ende deugdelijck geleent ende opgenoemen te hebben op den twee en twintigsten Meij 17C en drij eene somme van een hondert vijftigh guldens van JAN ARIAENS van HELMONT in sijn leven inwoonder tot HELMONT volgens de obligatie ende eijgen hantteeckeninge daer van sijnde, welcke voorschr. obligatie bij testamente bij LUCIA THOMAS PETERS Wed. van den opgemelten JAN ARIAENS is vercregen, ende het is nu sulcx dat de voorschr. obligatie met den verachterden interest van dien op den 19de October 17C en sestien uyt eene Liberale gifte is overgegeven ende getransporteert door gemelte LUCIA THOMAS PETERS aen ende ten behoeven van den Armen alhier, ende dat met soodanigh regt ende voordeel als in ’t voorschr. overgeven is vermelt, uyt welcke oirsaacke den voorn. comparant verclaert, overmits de opregte deugdelijcheyt dier schult is spruytende van goede en wel ontfangene penningen de gemelte hondert vijftigh guldens altoos te sullen restitueeren ende voldoen met den verachterden interest van dien, ende vermits de voorschr. hondert vijftigh guldens niet en worden gerestitueert, soo gelooft den voorschr. comparant gelijck hij gelooft mits desen jaerelijcx te blijven vergelden van het hondert vier per cento, tot de volle ende effectuele voldoeninge ende afflossinge toe, en is cas van repetitie offte restitutie soo
sal men wedersijts gehouden wesen sulcx malcanderen ses maenden te vooren wettelijck te vercondingen en op te seggen, ende tot meerder securiteyt van den Armen alhier ende tot naecoeminge van ’t geene voorschr. staet, soo verclaerden den voorschr. comparant te verbinden, specialijck de huysinge erven en landerijen gestaen ende gelegen op ’t BROUWHUIJS onder VLIERDEN teegenwoordigh gebruijckt werdende bij FRANCIS REIJNDERS, voorts generarlijck sijn persoon ende goederen, present ende toecoemende egééne uytgesondeert, consenterende inde Realisatie voor Schepenen van VLIERDEN, constituerende ten dien eynde allen toonderen, desen, met submissie van de vrijwillige condemnatie van alle Heeren, Hoven, Regte ebde Regteren ende des iudicature < = vonnis; rechtspleging > constitueerende ten dien eynde de twee eerste procureurs en alle anderen vertoonderen deses, onder gelijck verbant ende renuntiatie als naer regten.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAECKEL den seven en twintigsten Februari Seventien hondert en seventien.
PETER van TRIGHT.
ADRIAEN IJANSEN van de LOO.
DRIES DRIESSEN.
JAN WILLEMS de WIEDT.
De CORT.
40e penning voor de helft als sijnde den Armen ……. f. 1:17: 8
10 verhoging 0: 3:12
2: 1: 4
P.S. In de marge:
Den ongergeteekende Armmeester en Schepenen van BAKEL Bekennen ten behoeve van den Arme alhier de nevene staende somme van een Hondert en Vijftig gulden met den Intrest van dien ontfangen te hebben uijt handen van JAN soone JAN van BREE Consenteerende derhalve in de Cassatie < = afschaffing > en royeeringe deser ten Prothocolle.
Actum BAKEL den 21 Junij 1746.
HENDRICK HOSDRICKX HERMEST.
JAN JOOST DIRCK President.
JACOB MANDERS, Schepen.
Mij present J. LOZECAAT, Secr.

Bron als boven. Folio 122 verso.
d.d. 11-04-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, AERT PETER STERCKEN, ARIAEN JANSSEN van der LOO ende JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE gelegen in’t Quartiere van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCHE doen conde, dat wij door ofte van wegen ANSEM JAN CORSTEN geboortigh alhier van eerlijcke ouders in haer leven staende ter goede naem en faem sijn versogt om eene acte van Cautie ( dienende ( des noots ) tot de Charge van de Arme Taeffele van VENROIJ ofte van soodanigh Dorp ofte plaetse daer den Requirant mogte kommen te woonen, soo hebben wij President en Schepenen ( ten versoecke voorschr. genegen wesende ) gelooft gelijck wij gelooven mits desen, dat off het quaem te gebeuren, dat den voorn. ANSEM JAN CORSTEN dat Godt verhoeden wil, tot armoede verviel, soodanigh dat hij van de Arme casse behoorden geassisteert te worden, dat wij hem in ’t geheel, ende sijne wettige kinderen voor de helft, te weten voor soo verre dese onse Arme casse lijden kan sullen assisteeren ende onderhouden, beneffens onse andere ingesetenen, versoeckende derhalven aen de Eerw. Achtbaare Heeren Regenten van VENROIJ voorschr., daer hij teegenwoordigh woonachtigh is, als mede aen andere Heeren Regenten daer hij sal commen te woonen ) dat sij dese onse cautie ende charge gelieven aen te nemen, ende den voorn. ANSEM JAN CORSTEN, gerustelijck ende vredelijck te laeten inwoonen. Sullende ingelijck gevalle ( des noots sijnde ) van gelijcken doen.
Toirconde de minute prothocollair onderteeckent ende tot meerder conformatie dese onse acte van Charge met onsen Gemeenen Dorps segel becragtigh op heden binnen BAKEL den elffde dagh der maendt April een duijssent seventien hondert ende seventien.
DRIES DRIESSEN.
ADRIAEN IJANSSEN van der LOO.
AERDT PETER STERCKEN.

Bron als boven. Folio 123 verso.
d.d. 14-04-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, ARIAEN JANSSEN van de LOO Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE doen conde, dat voor ons gestaen sijn JOOST HEESMANS inwoonder tot VUCHT, TIJS MANDERS inwoonder tot GEMEERT, WILBERT JAN FRANSSEN inwoonderen et dorato caverende < = borg blijven voor een ander die principael schuldenaer > is voor ANSEM VERHAGE in huwelijk met MARIJ MANDERS, mitsgaders GEERTNE Wed. JAN JOOST MANDERS geassisteert met den mombior van richter naer gewoonte gegeven de welcke verclaeren gelijck sij doende sijn mits desen te approbeeren
< = toe te staan > ende te ratificeeren < = bekrachtigen > soodanigh testamente als WILLEM JANSSE van GEERREN is gemaeckt, mitsgaders soodange vercooppinge als voor Schepenen alhier van den naergelaetene boedel van MARIJ HEESMANS is gedaen ende gepasseert. Verders gelooven sij comparanten te renuntieeren van alle hunne erffdeelen haer ten desen competerende gereserveert dat ANSEM VERHAGE voorschr. moet profiteeren van WILLEM JANSSEN voorschr. drij gulden drij stuyvers ende tot meerder confirmatie < = bevestiging > van ’t geene voorschr. staet eijgenhandigh onderteeckent op heden den binnen BAKEL den veertiende April 17C en seventien.
DRIES DRIESSEN, President.
ADRIAEN IJANSEN van de LOO.
Dit is het X Merck van TIJS MANDERS verclaert niet anders te schrijven.
JOOST HEESMANS.
ANSEM VERHAGEN.
GEERRTUIJ PEDERE JANSHOFT.

Bron als boven. Folio 124 recto.
d.d. 21-04-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, JAN WILLEMS de WITH, JOOST DERICX, JAN HUIJBERTS, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAECKEL ende MILHEEZE gelegen in ’t quartiere van PEELANDT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH doen conde, certificeerende ende verclaerde dat voor ons persoonlijck sijn gestaen ende gecompareert ARIAEN JANSSEN van de LOO, ANTONIJ GOORT JOORDENS, JAN JOCHEMS, LAUWERENS PETERS, JAN CUIJPERS, ANTONIJ MARTENS, PETER HENDR. GOORTS, FRANSUS JOOSTEN, WILLEM HERMENS, DERICK HUIJBERTS, inwoonderen alhier, sijnde allen van competente ouderdom. De welcke uijt naeme van de Heeren Regenten gerichtelijck gedaegt sijnde, om der waerheijt getuijgenisse te geven hebben onder Solemneele Eede aen handen van den gecommitteerden van ’t Officie affgelegt, getuijgt, verclaert ende geattesteert < = betuijgt >, gelijck sij doen mits desen, waar en waarachtigh te sijn ende aen haar deponenten seer kennelijck te wesen dat sij op den …….. Augustij lastleeden sijn geweest in DEN PEEL, ter plaetse genaempt DEN HOENDERSTAECK alwaer de Heeren Commissarissen van den Coningh van PRUISSEN ende de Heeren Commissarissen van haer Ho. Mo: Heeren Staten Generael der VEREENIGDE NEDERLANDEN, vergadert waaren om oculaire inspectie te neemen van de limitscheijdinge ofte paelinge tussen de gemeente van VENROIJ gelegen in ’t Overquartier van GELDERLANDT, ende de gemeente van BAKEL, met haare consorten, gelegen in ’t Quartier van PEELANDT alwaar ter voorschr. plaetsen in DEN PEEL mede vergadert was Dhr. en Mr. CONINGH Advt. Ende CONINGH momboir, den welken sij deponenten hebben hooren seggen, dat sij seijde, het is nu sulcx dat wij met malcanderen soo langen tijt van jaaren, in questie sijn geweest over de limietscheijdinge ende paelinge, ’t geene met duisende wedersijts onse gemeentens heeft gecost, ja oock teegens malkanderen gevangen ende gespannen, schaepen wedersijts geschudt ende gehaelt, ja oock bij naer doot slagen door sijn gecomen, wij wenschte wel, dat wij over de plaets in questie in DEN PEEL costen overcomen ende accordeeren. Wij soude ons genoegen neemen, ende te vreden sijn met de helft indien sulcx wierde toegestaen ende geaccordeert. Redenen van welwetentheyt allegerende verclaeren sij deponenten sulcx gehoort te hebben dat de voorschr. Hr. CONINGH momboir teegens Dhr. en Mr. ANTONIJ MOLEMAEKERS Advt., sijnde met malcanderen in haarde woorden sprack ende hebben sij deponenten naer prelecture van dese bij dese verclaringe gepersisteert Soo waarlijck mogte haar Godt Almachtigh helpen.
Toirconde geteeckent op heden binnen BAKEL den een en twintigsten April Seventien hondert en seventien.
DRIES DRIESSEN.
AERDT PETER STERCKEN.
THOMAS AERT SWIJNCKELS.
JAN WILLEMS de WITH.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX verclaert niet anders te connen schrijven.
JAN HUIJBETS van LEIJENBURGH.

Bron als boven. Folio 125 verso.
d.d. 25-04-1717.

In den Naem des Heeren Jesu Christij Amen.
Bij den inhouden van dese openbaere testamente sij cond kennelijck eenen igelijcken dat wij ANDRIES DRIESSEN President, JOOST DERICX en JAN WILLEMS de WITH, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE ons hebben vervoegt ende getransporteert ten woon huijse van HEND. JAN GERITS inwoonder alhier ende aldaar bevonden JAN JANSEN WILLEMS den welcke sieck te bedde leggende, dogh sijnde verstaende, memorie ende sijnnen < = zinnen > overal magtigh ende gebruijckende, gelijck ons naer alle schijn ten passeeren deses volcomentlijck is gebleecken. Den welcken verclaerden te overdencken de broosheijt van ’t menselijck leven op der aarde, en datter niet seeckerder en is, dan den tijt en uren van dien, verclaerde hij testateur daer omme goeden voorbedaegten raede, uijt sijnen eijgen vrij en will sonder persuatie < = zonder aanraden > van imanden heeft gemaeckt geslooten, gelijck hij testateur maeckt, sluijt bij ende mits desen sijn testamente lesten en uijterste wille: in den eersten beveelt hij testateur soo wanneer der selve uijt sijn sterffelijck lichaem sal comen te scheijden, in de barmhartige handen Godts sijnen Schepper Verlosser en Saligmaeker, en sijn doode lichaem aen den mondt der aarde om eerelijck naer sijnen staet begraven te worden, coemende alsoo tot dispositie van sijne tijdelijcke goederen, hem van Godt Almachtigh op dese aarde verleendt, soo verclaert hij testateur te maecken gelijck hij doet mits desen aen den Arme alhier sijn huijs, hoeff, aengelagh, groes ende landerijen groot ontrent te saemen ses Loopensen off soo en gelijck het teegenwoordigh hebbende JAN GERITS in gebruijck is hebbende.
Item eenen acker genaempt DEN HUIJSACKER gelegen ontrent DEN SCHOUWSE WEGH ende teegenwoordigh bekent ende in ’t gebruijck hebbende GOORT WILLEMS ANSEMS cum suis. Onder conditie nogtans dat de voors. goederen soo langen tijt sullen verheurt worden, tot dat alle crediteuren ten vollen ende geheel sullen voldaen wesen, off sullen mogen vercogt werden door de Armmeesters alhier ten behoeven van alle crediteuren.
Item begeert hij testateur dat den Dhr. Van der ASDONCK voor seeckere gedaene dienste sal genieten uyt sijn gereet eene somme van seven gulden tien stuyvers.
Dit verclaeret hij testateur te wesen sijn testamente lesten en uijtterste wille, willende ende begeerende dat dit sijn testamente codicille donatie ofte andersints, oft soo en gelijck een testamente oft uijtterste wille van een Christen mensch alder beest plaets grijpt en effect sorteeren magh, alwaart het oock soo, dat hier inne niet alle volcomenlijck en waar geobserveert de Solemniteijten van regts ofte costuijmen wegen gerequireert, de selve verclaert hij testateur te houden voor geinsereert, derogerende < = te niet doende > alle omissie < = nalatige > ende versuijmenisse bij ende mits desen.
Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAKEL, den vijf en twintigsten April 17C en seventien.
Dit is het X Merck van JAN JANSSE WELTEN verclaert niet anders te connen schrijven.
DRIES DRIESSEN.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX, Schepen.
JAN WILBERTS de WITH.

Bron als boven. Folio 127 recto.
d.d. 13-05-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President, AERT PETER STERCKEN, THOMAS SWINCKELS, ARIAEN JANSSEN van de LOO, JOOST DERICX, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH ende JAN WILLEMS de WITH Schepenen, WILBERT GERITS op ESP, TEUNIS JAN HENDRICX Borgemeesters, BASIAEN MANDERS, ANTONIJ van de LAAR Kerkmeesters, PETER CUIJPERS Heijlige Geestmeester, JAN TEUNIS de SMIT, CLAES HERMENS Peelmeesters, des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEEZE, en alsoo representerende het gansche Corpus van BAKEL ende MILHEEZE verclaeren uijt cragte van permissie van de Ho. Mo. Heeren Staeten Generael der VEREENIGDE NEDERLANDEN in dato den eersten October seventien hondert en ses, bij desen te hebben geleent, opgenomen ende ontfangen uijt handen van WILLEMIN Weduwe PETER MATTIJS DEELEN, inwoondersse der Heerlijckheyt HEEZE een capitaele somme van vijff hondert guldens, ad twintigh stuyvers Hollants gereeckent, welcke somme wij sullen emploijeren tot afflossinge van gelijcke capitaele somme die ten laste van dese gemeente staende, geloovende op verbant van onse persoonen ende goederen hebbende ende vercrijgende, als mede op verbant van de persoonen ende goederen van onse ingesetenen hebbende ende vercrijgende, die voorschr. capitaele somme van vijff hondert gulden van heden dato over tien jaaren aen de voorn. WILLEMIN Weduwe PETER MATTIJS DEELEN, off des selffs actie en pretentie hebbende te sullen restitueeren voldoen ende betaelen sonder eenigh teegenseggen in regt offte daer buijten, overmits de opregte deugdelijcheyt deser schult, spruijtende ende hercoemende, is van deugdelijcke geleenden en aengestelden gelde, bij ons tot restitutie soo voorschr. geemployeert genoten ende ontfangen. Geloovende voor interest van de voorschr. vijff hondert guldens jaerlijcx vrij van alle lasten binnen HEEZE van ider hondert guldens, drij gulden tien stuyvers, waer van ’t eerste jaer vervallen sal op dato deses over een jaar, en soo voorts van jaar tot jaar te continueeren tot de volle afflossinge toe, en is verders ondersproecken dat ofte naer exspicatie < = beëindiging > der voorgestipuleerde < = vooraf gemaakte toegezeggingen > jaaren die voorschr. somme van vijff hondert guldens niet en wierde gerestitueert, en bij ons ten laste van de gemeente quaeme te behouden dat men malcanderen een halff jaer voor den verschijndagh sal moeten opseggen, als mede dat den jaarelijcxse interest acht weecken naer den verschijndagh sal moeten werden betaelt, off andersints van ider hondert hondert drij gulden vijftien stuyvers submitterende ons ende onse naercoemelinge aen het ingebot van S’HERTOGENBOSCH ende EIJNDHOVEN alles onder verbant als boven ende renuntiatie als naer regten.
Toirconde hebben wij de minute prothocollair dese eijgenhandigh onderteeckent op heden binnen BAKEL den dertienden Meij seventien hondert en seventien.
DRIES DRIESSEN President.
AERDT PETERS STERCKEN.
THOMAS AERT SWIJNCKELS.
ADRIAEN IJANSEN van de LOO.
Dit is het ====== merck van JOOST DERICX.
JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH.
JAN WILLEMS de WITH.

Bron als boven. Folio 128 verso.
d.d. 04-06-1717.

Compareerde voor ANDRIES DRIESSEN en AERT PETER STERCKEN Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE, HENDRICK van GEMEERT Mr. Timmerman en WOUTER de HAEN Mr. Metselaer, de welcke ter tequisitie van Hr. HENDRICK van SCHAERDENBURGH Predicant tot BAKEL, als daer toe ordres hebbende van de Heeren Gedeputeerdens van den Eerwaarde Classis van PEEL- en KEMPENLANT onlangs alhier tot BAKEL op de Kerke visitatie geweest sijnde omme te neemen oculaire < = schijnbare > inspectie wat voor oncosten aen den predick stoel, thuyn < = afscheiding > bancken, etc. tot den Godtsdienst van noode, soude moeten aengewent worden, mirtsgaders wat ontrent den vloer en besetten van ’t Choor ende Kerk, mitsgaders witten, leem, klack < kalck ? > en arbeijtsloon ende hout, soo van d’een als van ’t ander soude ontrent comen te costen waer op den voorn. Van GEMEERT seijde dat ter soude moeten wesen eenen predickstoel met eenen Thuijn daer voor, voor het afsluijten van den sroel.
Item datter mogten wesen ofte noodigh waeren twee kleijne stoelen ieder voor een man oft ses ongeveer.
Item nogh eenige gemeene Bancken ses oft seven ongeveer, dat den predickstoel met te trap mogte wesen van suijver waegeschot < = rechtdradig over de volle lengte uitgezaagde dunne eiken planken >, het gestoelten, bancken ende Thuijn van goet greijnen hout, welck voorschr. werck den voors. Van GEMEERT begrooten ongeveer te sullen comen te costen eene somme van twee hondert vijf en ’t seventigh guldens ende seijde mede den voorschr. WOUTER de HAEN Mr. Metselaer, dat het Choor mogte voorsien worden, met eene geheele nieuwe vloer dat in het selve, mogten toe gemest worden een heel lanck Rondeel < = ronde tafel > waer voor desen gelaesen < = ruiten, ramen > in hebben gestaen, dat het selve mogte beseth ende gewit worden welck reparatie hij met de plavuijsen, steen, kalck, leem ende arbeijtsloon begrooten ongeveer te sullen comen te costen eene somme van negentigh guldens, dat insgelijxs de geheele Kerk door mogte geleijt worden eene nieuwe vloer, mitsgaders dat de selve van onder tot boven mogte beseth ende gewit worden, welcke reparatie de voorn Kerk aengaende begroot en ontrent ongeveer te sullen comen te costen met de plavuijsen, kalck en arebeijtsloon eene somme van twee hondert negentigh guldens.
Aldus gedaen binnen BAKEL den vierden Junij seventien hondert ende seventien.
DRIES DRIESSEN.
AERDT PETER STERCKEN.
F.D. ROULLOU Schepen Loco Secr.

Bron als boven. Folio 129 verso.
d.d. 17-07-1717.

Compareerde voor ANDRIES DRIESSEN President mitsgaders JAN HUIJBERS van LEIJENBURGH ende ARIAEN JANSSEN van de LOO, Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEEZE gelegen in de Quartiere van PEELANT Meijerije van S’HERTOGENBOSCH ANNA van WELIJ inwoondersse alhier, de welcke verclaerde te constitueeren ende volmagtigh te maecken sulcx sij doende is mits desen Mr. JACOBUS de HAAR, haare wettige man, specialijck om in haare naeme als in qualiteijt als universele erffgenaem van Dhr. HENDRICUS van WELIJ haare broeder in sijn leven soliciteur < = een ambt in oude tijden in SURINAME > ende inwoonende borger der Stadt AMSTERDAM, in te voorderen soodanige portie ofte portien als haar in voorn. qualiteijt competerende is, in soodange goederen, obligatien en pretentien als die Van WELIJ naergelaeten heeft, met magt omme de selve goederen het sij publicq ofte uijtter handt te mogen vercoopen, alle obligatien, pretentien, te mogen eijsschen ende wedereijsschen ende alle debiteuren ( des noots sijnde ) tot betaelinge bij alle bedinckelijke middelen van regten daer toe te constringeeren < = dwingen > soo en gelijck te doen wert gerequireert, mitsgaders de penningen der quitantie te ontfangen ende voorts daer inne te doen ende te handelen als off sij constituante present sijnde soude connen doen, geloovende allen ’t geene bij den voorschr. geconstitueerden in saecke voorschr. sal werden gedaen ende verrigt altijt voor goet, vast, bundigh ende van waarden te sullen houden ende doen houden onder verbant als naer regten.
Aldus gedaen ende verleeden op heden binnen BAKEL den seventiende Julij seventien hondert en seventien.
ANNA van WELIJ.
DRIES DRIESSEN.
JAN HUIJBERS Schepenen.
ADRIAEN IJANSEN van de LOO, Schepen.

O.R.A. Helmond, inv.nr. 311, folio 143verso.
d.d. 26-07-1717.

Wij CORNELIS de GRAEFF en JAN SLOOTMAKERS Schepenen der Stadt HELMONDT doen condt en certificeren midts desen, dat voor ons gestaen, ende gecompareert sijn, PETERNEL Wed: PETER BECX, en DIELIS BECX desselfs soone, als mede JOSEPH soone DELIS BERNAERTS inwoonderen alhier. Dewelcke ter instantie vande Heer JOHAN de CASSEMAJOR, Drossard deser Stadt, hebben verclaert, waer ende waerachtich te wesen, dat inde maendt van Meij deses jaers 1717 nochtans den precisen dagh onbegrepen, aen haer eerste deponente huijs hebben sitten drincken, CLAES FRANSSEN van HOUT woonende tot BAECKEL, ende daer mede was ADRIAEN LEENDERS, sonder dat sij twee deponenten hebben gehoort, dat den voorn. Van HOUT, en ADRIAEN LEENDERS eenige questie off woorden tegens malcanderen hebben gehadt, maer doen den voorn. Van HOUT is wegh gegaen met sijn vrijster, en de twee knechtiens, dat den voorn. ADRIAEN LEENDERS als doen tegens de twee eerste deponenten vraeghde, sijn die van BAKEL al wegh, waer op de selve tegens hem seijde Jae. Dat alsdoen den voorn. ADRIAEN LEENDERS daer op ten huijse is uijtgegaen. Ende verclaerde den derden deponent, dat eenigen tijt daer naer den voorn. ADRIAEN LEENDERS is gecomen ontrent het huijs van JAN DELIS BERNAERTS opt BIJSTERVELT ende dat daer in huijs waeren, die van BAKEL voornt. dat alsdoen daer bij ontrent de put staende voor de deur, den voorn. ADRIAEN LEENDERS, ende dat denselven den voorn. Van HOUT aldaer aentaste, ende vochten tot twee reijsen toe tegens malcanderen, ende wederom gestut sijnde die van BAECKEL ijder een turffspaeij inde handt hebben genomen uijt het huijs van den voorn. JAN DELIS ende daermede de straet sijn ingegaen naer BAECKEL. Ende dat den voornoemde ADRIAEN LEENDERS alsdoen is gegaen naer het huijs van DELIS BERNAERTS, allwaer present was den voorn. deponent met sijn swager DIRCK SWINCKELS. Dat den voorn. ADRIAEN LEENDERS seijde tegens DIRCK SWINCKELS, ghij sult mij een schup, off spaeij langen <= lenen>, off ick sal u met een mes inde pens stooten, hebbende het bloot mes inde handt. En dat alsdoen de deur open gestooten heeft, seggende den deponent tegens den voorn. ADRIAEN LEENDERS, den Pastoir is in huijs, mijn vader is sieck. Waerop den voorn. ADRIAEN LEENDERS antwoorde, off de Pastoir in huijs is, off de duijvel, ick wil evel een schup off spaeij hebben. Waerop den selven een schup achter de deure staende tegens wil en danck wegh haelde ende den voorn. Van HOUT daermede is gevolcht. Dat den deponent daer oock op volghde, ende gesien heeft, dat den voorn. ADRIAEN LEENDERS hem Van HOUT met de voorn. schup de slagh heeft gegeven, dat daer seer van gequetst was. Waermede zij deponenten, eijndigen dese hunne sincere <= oprechte> verclaeringen gevende voor redenen van waerachticheijt als inden text. Hebben zij deponenten naer dat haer dese verclae­ringh van woorde tot woorde distantelijck was voor gelesen, daer bij gepersisteert, Soo waerlijck moest hun Godt Almacht­ich helpen. Welcken Eedt sij deponenten in handen vanden Heere Requirant hebben affgeleght. Te Oirconde der waerheijt hebben wij Schepenen bovengenoemt de minute prothocollair deses ondertekent, op heden den ses en twintichsten Julij XVIJc en zeventien.
C.D. de GRAEFF 1717
JAN SLOOTMAKERS

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 130 recto.
d.d. 27-07-1717.

In den Naeme onses Heere Jesu Christi Amen.
Bij den inhouden van dese openbare instrumenten van testamente sij cond en kennelijck een ijgelijcken dat wij JAN WILLEMS de WITH ende JOOST DERICX Schepenen, mitsgaders ANDRIES DRIESSEN in absentie van Secretaris des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEESE ons hebben vervoegt ende getransporteert ten woonhuijse van JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, op heden wesende den seven en twintigsten dagh der maendt Julij 17C en seventien savons ten clocke tien ure, ende aldaer bevonden FRANS HUIJBERTS van LEIJENBURGH sijnen Broeder den welcken siek te bedde was leggende dogh sijnen verstande, memorie ende sinnen over al machtigh ende gebruijckende, gelijck ons nae alle schijn ten passeeren deses vol coomentlijck is gebleecken, den welcken verclaerde te overdencken de broosheyt van ’t menselijck leven op der aerde, en dat ter niet seeckerder en is dan de doot, ende niet onseecerder dan den tijt en ure van dien: verclaerende hij testateur daer omme met goeden voorbedagten raede, uijt sijnen eygen vrijen will en sonder persuasie < = raadgevingen > van imanden, gemaeckt, geraempt en geslooten te hebben, gelijck hij testateur maeckt, raempt ende sluijt mits desen sijn testamente lesten en uijtterste wille in voege en maniere hier naer volgende:
In den eerste soo beveelt hij testateur sijne siele soo wanneer de selve uijt sijn sterffelijck Lichaem sal comen te scheijden in de Barmhertighe handen Jesu Christi sijnen Schepper Verlosser ende Salighmaecker, ende sijn doode Lichaem aan den mont der aerde met een eerlijcke begraffenis naer sijnen staet:
Coemende alsoo tot dispostie van sijne tijdelijcke goederen hem van Godt Almachtigh op der aerde verleent, soo verclaert hij testateur te maecken aen JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH sijnen wettige broeder eenigste en universele erffgenaem van alle sijne goederen Roerende ende onroerende en specialijck ook een huijs, schuer ende aengelagh met des selfs sijne bij hebbende Landerijen gestaen ende gelegen alhier onder BAKEL op ESP ende teegenwoordigh gebruijckt bij WILBERT GERITS oft soo en gelijck ’t hem testateur van sijne ouders ten erff regte is aen gecomen mitsgaders alle soodaenige goederen als hij testateur naer de afflivicheijt sijner respective ouders Saliger heeft geprocureert, mits dat den opgemelte JAN HUIJBERTS den testateurs sijnen wettige broeder sal moeten uijt keeren ende voldoen dese naer gespecificeerde penningen als eerstelijck aenden Armen ofte H. Geest alhier eene somme van twee hondert ende vijftigh guldens omme uijt geset ende geimploeert < = te werk stellen > te werden tot een erff ende altoos durende rente.
Item alnogh eene somme van een hondert guldens om door gemelte des testateurs broeder uijt te deelen, reijcken ende geven aen alle armen ende behoeftige menschen.
Item begeert hij testateur dat den voorschr. en gemelte JAN HUIJBERTS alnogh sal hebben uijt te keeren de somme van vijff ent seventigh guldens ende alnogh de somme van vijff en twintigh guldens, ende dat tot soodaenige eijnde als den testateur verclaert aen sijnen voorschr. broeder mondelingh bevolen te hebben.
Item begeert hij testateur dat den voorn. JAN HUIJBERTS sijnen broeder sal hebben te voldoen ende te betaelen aen d’Hr. Van der ASDONCK de somme van twee hondert vijftigh guldens voor seeckere gedaene ende nogh te doene Diensten, offwel naer affllivigheijt aen den Successeur in Officie < = erfgenaam >.
Item begeert hij testateur dat dito JAN HUIJBERTS sal moeten backen ofte laeten backen hondert vaten rogge, omme uyt te deelen ende te geven aen alle arme ende behoeftige menschen.
Item begeert hij testateur dat den opgemelten sijnen broeder sal uyt keeren ende geven twee hondert vaten rogge, sijnde een legaet ider van een hondert vat rogge voor MARIJ ende CATALIJN HUIJBERTS sijne wettige susters ende vijftigh vat rogge voor JAN HUIJBERS sijnen wettige broeder, mitsgaders vijftigh vat voor de Kinderen MATTIJS MANDERS verweckt bij TEUNISKE HUIJBERTS.
Dit verclaert hij testateur te wesen sijn testamente lesten ende uijtterste wille.
Willende ende begeerde dat dit testamente van een ygelijcken sal werden achter volgt, ’t sij als testamente Codicille Donatie ofte andersints, oft soo en gelijck een testament ofte uijtterste wille van een Christe mensch alder beste plaets ende effecte sorteeren magh mits behoudende de macht van ’t selve ten allen tijde te mogen herroepen ofte voiceeren < = roepen >:
Niet teegenstaende eenige versuijmmenisse offte alle Solemniteijten naer regten ende costuijmen daer inne niet volcoementlijck geobserveert ofte onderhouden en waaren, de selve verclaert hij testateur te houden voor geinsereert, derogende < = vernietigde > verders alle omissie en versuijmenisse bij ende mits desen.
Aldus gedaen verleeden ende gepasseert in dato ut Supra.
Toirconde.
Dit is het X Merck van FRANS HUIJBER verclaert niet anders te connen schrijven.
JAN WILLEMS Schepen.
Dit is het X Merck van JOOST DERICX Schepen verclaert niet anders te connen schrijven.
Mij present
DRIES DRIESSEN, absente Secretario.
! In de marge !
Compareerde voor Schepenen ondergent. FRANS van LEIJENBURGH testateur van dese bovenstaende testamente, sijn sinnen, memorie en verstaende over al magtigh gelijck ons ten passeeren deses volcoemenlijck is gebleecken, den welck verclaerde te Revoceeren < = wederroepen >, herroepen doet en te niet doende gelijck hij doet mits desen het bovenstaende tenstament, inde tot meerdere Confirmatie < = bevestiging > van het geene voorschreven staet eijgenhandigh onderteijckent op heden binnen BAKEL den dartiende October 17C twee en dartigh.
Dit is het X merck van FRANS van LEIJENBURGH, verclaert niet anders niet te connen schrijven.
F.D. ROULLOU President.
HENDRIK SMITS.
JAN WELTEN, Schepenen.

Bron als boven. Folio 133 recto.
d.d. 10-09-1717.

Compareerde voor Schepenen ondergenoemt AERT PETER STERCKEN mede Schepen alhier, HENDRICK SCHEIJE mitsgaders JENNEKE AERT PETER STERCKEN sijnde alle van competenten ouderdom de welcke gerichtelijck gedaegt sijnde ter instantie van PETER CLAESSEN van MEIJL om de waerheijt getuigenisse te geven, hebben getuijgt verclaert ende gedeponeert gelijck sij doen bij ende mits deesen waer ende waarachtigh ende aen haer deponenten seer kennelijck te sijn dat ongeveer de elff maende onder off boven gelegen dagh in den jaare 17C en sestien sij comparanten sijn geweest ten huijse van den eerste deponent ende derde deponenten vader ende dogter respectivelijck als wanneer de selve gesien bij geweest en ondervonden hebben, dat eenen JACOB HERMERS inwoonder tot UDEN gelegen in den Landen van RAVESTEIJEN, aldaer heeft doen arresteeren seeckeren FRANS DONSEN woonachtigh tot MEIJL gelijck den voorgemelten DONSEN hem HERMENS op den selven dagh en soo hun deponenten kennelijck weenige tijt daer naer oock gearresteert heeft ende naer dat wederseijts arrestanten den eenen den anderen reciproquielijck < = over en weer > bedreijgt hadden in ’t regt te betreecken, ende ten dien Regarde < = aanzien > ider eenen advocaet ofte bediende op te soecken, hebben de deponenten verstaen dat haere wederseijtsen questie waaren ontrijssen, signanter < = en met name > die van JACOB HERMENS ter oorsaecke dat hij JACOB HERMENS van FRANS DONSEN gelt pretendeerden soo sij vermeijnen wegens vercogte ende geleverde bijen ende dat FRANS DONSEN in teegendeel pretendeerde de restitutie van een getall der honigh toonen, welckers nombre < = getal > de deponenten niet hebben in memorie dit alsoo voor gegaan sijnde hebben de arrestanten door tusschen sprecken van goede vrede maeckers en specialijck van den eersten ende tweede deponenten den selven dagen van arrest malcanderen wederseijts ontslagen verblijvende, der sijne actie ende goet regt in het geheel ende heeft FRANSCIS DONSEN wel specialijck verlanckt dat JACOB HERMENS met hem tot MEIJL souden komen reeckenen ter oorsaecke dat hij DONSEN aldaer hadden eenen cameraet ende medeveniet < = mede vennoot > die de coopmanschap van bijen mede raakten, edogh is de deponenten buyten memorie waer ter plaetse ofte ten wiens huysen dese aff reeckeninge erlanckt is, niet te min weten de selve, dat wederseijts arrestanten onverrigter saecken sijn gescheijden, ende dat JACOB HERMENS de twee eersten deponenten verscheijde maelen heeft versogt om voor den gemelte FRANSCIS DONSEN borge te blijven, maer dat hij DONSEN sulcx niet en heeft gepermitteert gelijck sij oock niet en weeten ofte vermeijnden dat imandt voor den voorn. DONSEN is borg geworden ende sijn de arrestanten alsoo gescheijden soo sij deponenten vermeijnde ider aff<spiechen?> de sijne gelagh welcke verclaringe de twee eersten, in ordine deponenten saemen endei der in ’t besonder geconfirmeert < = bevestigden > hebben ende cragte deses sijn comfirmerende, verclarende den eersten deponent de waerheijt van dien op Eede in aenvanck van sijne Schepen bedieninge gedaen, ende den tweede deponent heeft ’t selve alhier ter Secretari aen handen van den geauthoriseerde van ’t Officie den Eedt affgelegt, ende de derde deponent heeft in gelijcx haaren Eedt in behoorlijcke forme uijtgesproocken onder restrictie dat sij alle in persoon het geposeerde niet gesien ofte gehoort maer ten dagen en tijden van de twee eersten deponenten ende anderen heeft hooren seggen. Ter oorsaecke dat de selve als dogtere van de herberge bij alle voorvallen niet en is present geweest maer de selve ten deelen gehoort en de uyt den mont van een ander genomen redenen van wel wetentheijdt hebben, naer dat ’t de voorschr. deponenten pertinentelijck voorgelesen is, daer bij gepersisteert soo waerlijck mogte haar Godt Almachtigh helpen. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAKEL den tiende September 17C en seventien. Coram JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, ARIAEN JANSSEN van de LOO, JAN WILLEMS de WITH Schepenen.
JAN HUIJBERTS Schepen.
ADRIAEN IJANSSEN van de LOO.
JAN WILLEMS de WITH.

Bron als boven. Folio 134 verso.
d.d. 29-09-1717.

Wij ANDRIES DRIESSEN President en JAN van LEIJENBURGH Schepen des Dorps van BAKEL en MILHEESE Quartiere van PEELANT Meijerij van S’HERTOGENBOSCH, doen conde dat voor ons is gestaen en gecompareert, d’Heer JOHAN de RIJCK out President Schepen der Stadt HELMONT en Rentmr. van de gront gewinchijnssen specterende aenden Adelijcken Huijse van HELMONT, alhier gearresteert, omme getuijgenisse der waerheijt te geven, heeft onder Solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerden des Officy alhier, affgelegt, ter instantie van den Hoo. Ede. Welgeb. Heer FREDERICK TOMAS IVOY Generael Major ten denste van desen Stadt, Commandeur der Stadt S’HERTOGENBOSCH etc. etc. getuijgt verclaert ende gedeponeert gelijck hij tuijgt verclaert ende deponeert mits desen waer ende waeragtigh te wesen, dat hij deponent voor eenige jaren aan den Abt van FLOREFF in pagtinge heeft gehadt, DE BIJNDRSE TIENDE, onder HELMONT, niet een maer ontrent de negen jaren agter den anderen, onbegrepen, sonder oijt off oijt te hebben genoten off gepretendeert eenige tiende van lammeren en bién, veel minder, deselve lammeren en biën tiende van eenige hoevenaren van BIJNDEREN te hebben geëiss off gemaent. Redenen van wel wetentheyt allegerende dat ’t geene voorschr. getuijgt staet hem deponent alnogh seer wel kennelijck indagtig en geheugende is, en daer van nog goede memorie te gedragen, dat oock de voorschr. pagt jaren sijn comen te eijndigen, als wanneer den Heer van NULANT Saliger Eijgenaer van BIJNDEREN, die BIJNDERSE TIENDE ja pagtinge hadde becomen, en heeft den deponent naer prelecture bij dese verclaringe gepersisteert bevestigende deselve met de woorden soo waerlijck helpe hem Godt Almagtig. Aldus gedaen en gepasseert op heden binnen BAKEL desen negenentwintigsten September 17C ende seventien.
JAN de RIJCK, R 1717.
DRIES DRIESSEN President.
JAN HUIJBERTS Schepen.
Mij present, de CORT.

Bron als boven. Folio 136 recto.
d.d. 16-10-1717.

Wij JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH President, AERT PETER STERCKEN ende PETER THOMAS NOEIJEN Schepenen des Dorps ende Dingbanck van BAECKEL ende MILHEEZE, doen conde dat voor ons zijn gestaen ende gecompareert HENDRICK JANSSEN gewesene Schutter van BEECK out ontrent agt en seventig jaeren, WILLEM AERTS van SCHIJBELE out ontrent een en tachtigh jaren, DILIS HENDRICX out ontrent de twee ent seventigh jaeren, WILLEM MARTENS out ontrent vijff en sestigh jaeren, AERT WILLEM HOUTS out ontrent de acht ent sestigh jaeren, JAN FRANSSEN VERBAECKEL out ontrent een ent seventigh jaeren, alle alhier gearresteert om der waarheijt getuijgenisse te geven ter instantie van Heeren Schepenen der Heerlijcheijt BEECK, de welcke onder Solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerden van ’t Officije afgelegt hebben, getuijgt, verclaert en gedeponeert bij desen waar waaragtigh en aen haar deponenten nog seer wel kennelijck en geheugende te wesen, dat seecker voorhooft < = gedeelte grond voor of bij een erf of huis als deel van de gemeijnte waarop de geërfde bomen mochten poten > tegens erve van wijlen GERARD DECKERS gewesene Drossard van BEECK t eijnden het aengelagh van sijnen dries agter sijne huijsinge op welcke erve teegenwoordigh ’t schoolhuijs staende ( nu voor eenige daegen afgegraven ) voor desen is beplant geweest met gemeentens heesters en oock van alle oude tijden is erkent voor gemeents gronden, en niet voor een voorhooft van den voors. dries gehouden kan worden: gevende sij deponenten voor redenen van wel wetentheijt dat sij ’t voorschr. tegenwoordigh afgegraven met heesters aen de gemeente toegehorende, hebben beplant gesien en hebben de deponenten naer prelecture bij dese verclaringe gepersisteert soo waarlijck helpt haar Godt Almachtigh. Aldus gedaen ende verleden op heden binnen BAAKEL den sestienden October 17C en seventien
JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH.
AERDT PETER STERCKEN.
PETER THOMAS NOEIJE.
Dit is X get merck van HENDR. JANSSEN verclaert niet anders te konnen schrijven.
WILLEM AERTS van SCHIJBELE.
DILISE HENDRICX.
Dit is X het merck van WILLEM MARTENS verclaert als voor.
Dit is X het merck van AERT WILLEMS HOUTS verclaert als voor.
JAN FRANSSEN VERBAKEL.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1713, folio 124 - 124v.
d.d. 29-10-1717.

JAN CUYPERS woonende tot BAKEL als in huwelijk hebbende HENDRIKSKE PEETERS. Eenen bunder hoylands geleegen tot AERLE ter plaatse genoemt IN DEN ELSHORST gewast als van ouds door DEN OSSECAMP. Ene zijde den verkrijger, andere zijde FRANCIS de COPPEL, streckende met den eenen eynde aan den Gemeenen Waterloop DE AA tot op HET BROEK, met den anderen eynde des verkoopers huysvrouwe. Aengekomen bij successie van haar ouders ut duebattire. Sijnde leenroerig aen den Ed.Mo. en Souverijne Leenhove van BRABANT in S'HAGE vendidit WILLEM BENIERS ten behoeven van JOHANNES WIJNANTS woonende tot EYNDHOVEN. deponere uyt genomen Dorps lasten, commeren ende servituten. Soo van ouds regts als gewoonte weegen daer toe te onderhouden staende ende gehoren­de. Testes ut Supra datum ut Supra. = 29-10-1717.
De quitantie van de 40e en 10e getekent HASEVOET gebleeken als in de marge.
BLOOTENBURGH 1717
....
Mij Present .

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 137 recto.
d.d. 30-10-1717.

Wij JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH, ARIAEN JANSSEN van de LOO, JOHAN BURGLOO, Schepenen des Dorps van BAKEL en MILHEESE, doen conde dat voor ons gestaen ende gecompareert is MARIJ JANSSEN MANSVELDERS out ontrent de tachentigh jaeren, JENNEKE Wed. HERMEN CEELEN out ontrent de tachentigh jaeren, de welcke gedagh sijnde om der waerheijt getuijgenisse te geven, ter instantie van de Heeren Regenten van BAKEL ende MILHEEZE hebben onder Solemneelen Eede aen handen van den gecommitteerden des Officije affgelegt getuijgt, verclaert ende gedeponeert gelijck sij getuijgen verclaren ende deponeeren mits desen aen haer deponenten nog seer wel kennelijck en geheugende te sijn, dat sij deponenten sijn geweest bijn JENNEKE REIJNDERS, de welcke baarden een kint, ende doen sij in baarens noot sijnde haer hebben affgevragt wie dat vader van haar kint was, ende doen tot antwoort gaeft geenen anderen vader te kennen als HENDRICK TEUNIS van SOMMEREN, gevende sij deponenten voor redenen van welwetentheijt sucx waar ende waarachtichtigh te wesen dat sij de voors. JENNEKE REIJNDERS in haare baarens noot sijnde hebben hooren seggen ende die eersten deponent bij haer is geweest als vroemoeder, en hebben de deponenten naer prelecture deses bij dese verclaringe gepersisteert soo waarlijck helpt haar Godt Almachtigh. Aldus gedaen ende gepasseert op heden binnen BAKEL den dartigsten October seventien hondert en seventien.
P.S. In de marge staat vermeld:
Niet gepasseert.

Bron als boven. Folio 137 verso.
d.d. 03-11-1717.

Wij PETER THOMAS NOEIJEN ende JOHAN van BURGLOO Schepenen des Dorps ende Dingbancke van BAKEL ende MILHEEZE doen conde, dat voor ons is gestaen ende gecompareert HENDRICK VRINDT inwoonder alhier, den welcke ter Requisitie van ISAC van ESCH, inwoonder tot DEURNE gedagt sijnde, om getuijgenisse der waarheyt te geven, heeft getuijgt verclaert ende gedeponeert gelijck hij tuijgt verclaert ende deponeert mits desen, waer ende waerachtigh te wesen ende aen hem deponent seer wel kennelijck ende geheugende te sijn dat hij deponent is geweest ten huijse van FRANSUS THOMASE Scholtis ende in woonder tot VENROIJ, in den voorleeden lenten tijt, sonder in dagh off weecke te willen achterhaelt wesen ende aldaer heeft hooren seggen van den voorschr. FRANSIS THOMASE onder discourse < = redenvoering; praatje > ende in presentie van HENDR. TIJSSEN inwoonder tot DEURNE soedanige woorden luijdende in substantie als dese, het is wonder Scholtis, dat gij ISAC van ESCH niet eer en hebt aengedaen voor de aamenden < = boete >van den Heere wegens het arrest voor MARIN BIESTERVELT gedaen ende aengelegt waer op den Scholtis antwoorden, dat was mij tijts genogh, ick dagte niet dat hij daer soo veel moeijten over gemaeckt soude hebben, ick soude wel eer gearresteert hebben, maer ick kende hem wel. Redenen van welwetentheyt allegerende verclaert hij deponent sulcx gehoort te hebben onder de discourse soo als voorschr. staet ende des noot sijnde ten allen tijden bereijt met Solemneelen Eede te bevestigen. Aldus gedaen ende verleden op heden binnen BAKEL den derde November 17C en seventien.
PETER THOMAS NOEIJE, Schepen.
Dit sijn J:B de letteren van JOHAN BURGKELOO, Schepen.
HENDRICK VRIJNT.

Bakel 1718.

Rechtelijk Archief Bakel, inv.nr. 229,
d.d. 18-01-1718.

JAN DIRCKS en EVAERT zijn broer alsmede WILBERT SLOUTEN zijn zwager, transporteren aan JAN JAN JOOSTEN.

Gemeente Gemert – Bakel.
Inventarisnummer AB. 016, 235.
Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 138 verso.
d.d. 08-01-1718.

Op heden den achten Jan. 17C en achtien soo sijn in wettelijke ondertrouw voor Heeren Schepenen als Commissarissen van heuwelijcxse saecke in geschreven JAN JOOST REIJNDERS Jongman geboortigh binnen BAKEL ter eenre, ende HEIJLKE TEUNIS JAN MANSVELDERS Jonge dochter, mede geboortigh alhier ter andere zijde, in presentie van JOOST REIJNDERS als vader van den bruijdegom ende TEUNIS MANSVELDERS als vader van de bruijt, JAN HUIJBERTS van LEIJENBURGH mits JOHAN BURGLOO Schepenen. Aldus gedaen ende gepasseert in dato ut Supra.
Toirconde geteeckent,
JAN HUIJBERTS, President.
JAN BURGLOO, Schepen.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 138 verso.
d.d. 20-01-1718.

JAN DIRCK SCHOUTEN en zijn broer EVAERT, transporteren aan JAN JAN JOOSTEN: huis, hof en aangelag "DIE VENNE" aan DE CLOET­SCHESTRAAT te MILHEEZE.

Oud Rechtelijk Archief BAKEL en MILHEEZE. Folio 138 verso.
d.d. 23-01-1718.

Op heden den drie en twintigsten dagh der maent Jan. 17C en achtien soo sijn wettelijck voor Heeren Schepenen alhier getrouwt JAN JOOST REIJNDERS ende HEIJLKE TEUNIS MANSVELDERS beijde geboortigh alhier. Toirconde geteeckent in dato ut Supra.
JAN HUIJBERTS, en
AERDT PETER STERCKEN, Schepenen.

Bron als boven.
d.d. 31-01-1718.

LAMBERT en JAN broers van bovenstaande personen, vernaderen het transport gedaan op 20-01-1618 aan JAN JAN JOOSTEN.

Bron als boven. Folio 139 recto.
d.d. 05-02-1718.

Op heden wesende den vijfde Febr. 17C en achtien soo sijn wettelijck in ondertrouw in geschreven voor Heeren Schepenen als Commissarissen van huwelijcxse saecken NICOLAES JANSSEN van GRINSVEN Jongeman geboortigh op DEN DUNGEN ende woonachtigh tot ST. MICHGELS GESTEL ter eenre, ende JOANNA AERT STERCKEN Jonge dogter geboortigh tot MIHEEZE gelegen onder BAKEL ter andere zijde, in presentie van ARNOLDUS van GRINSVEN als broeder van den Bruidegom ende AERT PETER STERCKEN als vader van de bruijt, mitsgaders JAN van LEIJENBURGH President Schepen, JOHAN BURGEHELOO Schepenen.
Toirconde get. op heden binnen BAKEL in dato ut Supra.
JAN HUIJBERTS.
JAN BURGLOO, Schepenen.
Mij present,
PETER THOMAS NOEIJE.

Bossche Protocollen, inv,nr. A 1708, folio 152v. + 153.
d.d. 05-03-1718.

D'Hr. HERMAN CREMERS, huys, hoff en lant groot ontrent drie Lopensse gelegen tot BACKEL. MARTEN JANSSEN ene zijde, een vaerwegh aan andere zijde, d'een eynde TEUNIS HENDRICK GOORTS, d'ander eynde de Gemeente.
Item een stuck teullants groot ontrent een Loopen gelegen aldaer, MARTEN JANSSEN eene zijde, andere zijde ....... fine De BERGEN.
Item eenen acker, groot ontrent veertigh roeden, JAN BORCKELO aan ene zijde, de Weduwe PETER WILLEMS aan andere zijde, de een eynde De BERGEN, GERRARD MARTENS d'andere eynde.
Item Den HOOGHEN DRIES groot twee Loopen of daer ontrent, ex utfoos lat; MARTEN JANSSEN voorschreven.
Item de STEEGH groot ontrent twintigh roeden.
Item een stuck lants Den GROES groot ontrent xxvi roeden.
Item een groesvelt groot ontrent een Loopen. Alle tot BAECKEL gelegen. Soo ende gelijck den voorschreven opdraegere 't selve verkregen heeft bij coop en opdrachte tegen 't gemeere Lant prout in Littris alhier dato den .. Xbris 1713, transportant JENNEKEN, CATALIJN, JAN, GEURT alle kinderen GERRIT JAN HENDRIXS in wettighe huywelijck bij CATALIJN JANSSEN verweckt. Testes ut uytgenomen den grontcijns, soo daer uyt mochte gaen en voort 't desselfs Commeren Lasten voorschreven. Testes ut Supra datum den vijftden Mart seventien hondert achtien.
De quitantie vande 40e penning. Getekend C. v. VRYBERGH.
J.van der HELST. BLOOTENBURGH
Mij Present JAN v. CROLLIUS.

! In de marge !
Coop 70 : 0: 0
40 --- 1 :15: 0
10 --- 0 : 9: 8
1: 18: 8

Rechtelijk Archief Helmond, inv.nr. 342,
d.d. 14-03-1718.

Onder conditien ende voorwaerden hier naer beschreven, so sullen JAN en THOMAS JACOBS van CAUWENBERGGH, ANDRIES van den BROEK als in huwelijk hebbende GEERTRUIJ JACOBS van CAUWEN­BERGH, JAN LAMBERTS van WOENSEL als in houwelijk hebbende WILLEMIJNA doghter PETER THOMAS SCHEPERS, mitsgaders WOUTER DIELISSEN van LUIJCK Schoonvader van JENNEKE JACOBS van CAUWENBERGH, ende PETER van GLABBEECK als wettige geëde momboirs over het voorn. JENNEKE, PETER van TRIGHT vader en de vooght over sijne drie onmundige kinderen verweckt bij wijlen HENDRINA JACOBS van CAUWENBERGH, ende LAMBERT van der ELSEN als wettige geëde momboirs over de voorn. drie onmundige kinderen; JOSEPH DELISSEN ende DIRCK WAGEMANS als wettige geëde momboirs over de onmundige kinderen van wijlen PETER ...... verweckt bij wijlen JENNEKE PETER THOMAS SCHEPERS; ende vooght over sijne minderjarige doghter verweckt bij ANNEKE THOMAS SCHEPERS; alle in qualiteijt als testamentaire erfgenamen van wijlen JAN ARIAENS van HELMONT in sijn leven Schepen deser Stadt, (de momboiren uyt craghte van decreet en authorisatie van Haar Ed.Agtb. de gesubstitueerde van den Heer Drossardt en Schepenen deser Stadt de dato den 24 Febr 1718) na voorgaende drie Sondaeghse publicatien publicquelijck ten hooghsten en schoonsten voor alle man vercopen de naervolgende erfgoederen, metter doet ontruymt en agtergelaten bij meergen. LUCIA THOMAS SCHEPERS.
Den hooghsten belegger sal het voormijnen hebben, leggende in het parck eenen Godts penninck en die te mogen verhogen.
Den coper sal boven sijne te belovene cooppenningen gehouden wesen te betalen den geheelen 40ste penninck met de 10de verhogingh van dien, Drossardts, Schepenen, Secretaris en Afhangers gereghtigheijt, mitsgaders van ideren gulde eenen stuyver tot lijcoop te beheeren alleen ten believen van de voorschr. verkoperen, so alsmede te ligten copie deser conditie op behoorlijcke segel tot sijne coste.
Den coper sal gehouden wesen te slaen ten minste twee verbonde slagen, doende idere slagh eenen gulden, d'eene helfte voor de verkopern, d'ander helfte voor de mijnder, slager, ofte ontslager, als naer ouder gewoonte.
Indien naermaels eenige paghten, daer men nu niet en weet, opquamen; sal men den coper goet doen tot seggen ofte taxatie van Heeren Schepenen deser Stadt HELMONT, dogh den grondtcijns met den gewinne al stonde die selfs niet geexpresseert sal wesen en blijven tot laste van den coper, wel te verstaen te reekenen van den laeste verschijndaghen af en verder niet.
Den coper sal sijne te belovene cooppenningen met de voors. oncosten moeten betalen prompt bij den uytganck der brendende kersse, als wanneer de opdraghte en veste naer deser Bancke reght voor Heeren Schepenen alhier sal geschieden tot costen van den coper.
Den slagh ofte hoogsel sal uytgaen van heden over veertien dagen sullende wesen Maandaghs den 28 deser maent Meert 1718 des namiddags ten twee ueren int Stadthuys alhier, die inmiddels sal gelieven te slaen ofte ontslaen, sullen sulx ter Secretarije alhier connen doen. Off iemant coghte ende mijnde, ende dese cecullen niet promt en voldede, sal men het selve wederom afhangen, en vercopen, meer geldende sal den gebreek­ige coper ofte mijnder niet te bate comen ende goederen paratelijck werden verhaelt ende geexecuteert.
Eerstelijck so wert alhier ten beurde gebragt seker Erve be­staende in huys, schuur, hoff ende aengelagh gemeenlijck genoemt DE HOOREVOORT groot omtrent de tien Loopensaat, d'een en d'ander zijde en het eene eijnde de gemeente, en t'ander eijnde de Erfgenamen CORSTIAEN ANSEMS;
Item een heijtvelt ofte groesvelt groot omtrent de ses Loopensaat met den houtwas daer op staende en het reght van pooten, gelegen als voor.
Item een stuck teullandts genaemt DE ESPE groot omtrent de vier Loopensaat, d'eene zijde de erffenisse WILBERT JAN MARTENS, d'ander zijde de Erfgenamen CORSTIAEN ANSEMS en de Wed. GOORT JOORDENS, t'een eijnde de Beek, t'ander eijnde PETER THOMAS en FRANS DIRCX, alle gelegen als voor onder de Juridictie van BAKEL, en jegenwoordigh bewoont en gebruyckt wordende bij JAN HERMEN MANDERS; mits jaerlijcx daer uyt te vergelden aen het Boek van den Heere van HELMONT veertien en een halve stuyver grontcijns, of so al wat met reght is uytgaende, aan te vaerde Pincxteren aenstaende, mits als dan den huerder mogh een jaer te laten wonen en gebruycken, dogh sal den coper de huer van dat jaer profiteren, en daer tegens gehouden wesen te betalen de lasten.
Ingeset bij PETER van GLABBEEK op twee hondert gulden.
Afgehangen op vijf hondert gulden.
Afgemijnt bij PETER CORNELIS BAUDEWIJNS op eene somme van twee hondert en twintigh gulden. Slaet dertigh slagen, deselve slaet nogh tien slagen, stellende daer in de voor alle man, deselve slaet nogh tien slagen.
Op den 27 Meert 1718 ontslaet JAN HERMAN MANDERS wonende tot BAKEL dese coop met twee slagen.
Op de 28 Meert 1718 is desen coop aen de voorn. JAN HERMAN MANDERS gebleven.
Item wert alhier ten beurde gebraght een huys, hoff ende aengelagh gelegen opt HOOGHEIJNDT alhier, d'een en d'ander zijde de kinderen GROOTENAKKER, strekkende verders voor van de gemeene wegh tot aghter aen de erffenisse van MARTEN BISSCHOP­PEN, mits jaerlicx daer uyt te vergelden eene stuyver cijns aen't Boek van den Heere van HELMONT, aen te vaerden Paschen of Vervaertijt <= vertrektijd, tijd wanneer eene dienst­betrek-king eindigt> 1718, en als dan den huerder nogh een jaer te laten bewonen, mits dat den coper de huer van dat jaer sal profiteren, en daer tegens betalen de lasten.
Ingeset bij JENNEKE Weduwe van HOEK op hondert en vier en taghtigh gulden.
Afgehangen op vijff hondert gulden
Afgemijnt bij Juffr. PETRONELLA ROEFFS op eene somme van hondert en 'tnegentigh gulden, slaet veertigh slagen, stellende daer mede voor alle man.
De 17 Meert 1718 slaet deselve Juffr. PETRONELLA ROEFFS nogh tien slagen.
Op heden den 28 Meert 1718 dese coop aen de voorn. Juffr. PETRONELLA ROEFFS gebleven.
Item eenen dries gelegen op't HOOGHEIJNT alhier ter plaetse genaemt DEN HEUVEL, groot omtrent de twee Loopensaat sestien Roeden, d'een zijde MARTEN BISSCHOPPEN, d'andere zijde JAN van VIJFFEIJKEN, teen eijnde de gemeene straet, tander eijnde ....
Mits jaerlijcx daer uyt te vergelden aen het Boek van den Heere van HELMONT sodanige cijns al bevonden sal werden met reght daer uyt te gaen, aenstonts aen te vaerden.
Ingeset bij PETER van GLABBEEK op hondert en vijffen sestigh gulden.
Afgehangen op vijffhondert gulden.
Afgemijnt bij JENNEKE Wed. van HOEK op hondert en vijff en taghtigh gulden, slaet twaalf slagen, stellende daer mede voor alle man. Deselve slaet nogh aght slagen, den selven dito ontslaet de Wed. DELIS BERNAERTS met tien slagen.
Op heden den 28 Meert 1718 id dese coop aen de voorn. Wed. DELIS BERNAERTS gebleven.
Item eenen beemt aghter DE HAGE alhier groot omtrent de seven Loopensaat seven Roeden, d'een zijde AERT PETER STERCKEN, d'ander zijde de Heer MOLENMAKERS, teen eijnde de LOOP, t'ander eijnde .......
Mits jaerlijcx daer uyt te vergelden aen het Boek van den Heere van HELMONT eene halve stuyver cijns.
Ingeset bij niemant.
Afgehangen op hondert en vijfftigh gulden en gedaelt sijnde tot niet.
Afgemijnt bij niemant, de post, also geen gelt heeft mogen gelden, so is desen coop aengeschreven PETER CORNELIS BAUDEWIJNS op niet, en bij hem geaccepteert, op heden de 28 Meert 1­718 verclaert de voorn. BAUDEWIJNS dit gedaen te hebben ten behoeve van JAN HERMAN MANDERS, die sulcx was accepteren­de.
Op heden den 28 Meert 1718 is desen beemt aen voorn. JAN HERMAN MANDERS gebleven.
Item eenen akker inden HOOGHEIJNTSE CLAMP groot omtrent de twee Loopensaet negen Roeden voor de helft waer van de ander helft is competerende aen de erfgenamen van BERTRAM van LUYTELAER, d'een zijde de voorn. erfgenamen, d'ander zijde de kinderen VERDUYSELDONK, teen eijnde de voorn. kinderen ..... t'andere eijnde THOMAS van den EIJNDEN met den cijns van den gronde, so bevonden wert met regt daer uytte gaen, aen te vaerden half Meert 1719 dogh sal den coper de te verschijnene huer profiteren beginnende met half Meert 1718 en daer tegens gehouden wesen te betalen de lasten.
Ingeset bij PETER van GLABBEEK op vijftien gulden.
Afgehangen op seventigh gulden.
Afgemijnt bij JAN ROEFS op eene somme van vijff en twintigh gulden, slaet ses slagen stellende daer mede voor alle man.
Op heden den 28 Meert 1718 is dese coop aen de voorn. JAN ROEFFS gebleven.
Item ende laatstelijk eenen akker inde WIJNGAERT STRAET alhier, groot omtrent een Loopensaat en aght Roeden, d'een zijde JAN de MOL BECX, d'ander zijde JAN HENDRIK SANDERS, teene eijnde JAN SLOOTMAKERS, t'ander eijnde de gemeene straet.
Mits daer uyt te vergelden den cijns van den gronde, so bevonden wert met reght daer uyt te gaen, dogh vertrouwende van neen, aen te vaerden als voor.
Ingeset bij PETER van GLABBEEK op negen en dertigh gulden.
Afgemijnt bij JENNEKE Wed. van HOEK op eene somme van veertigh gulden, slaet aght slagen, stellende daermede voor alle man.
Op heden den 28 Meert 1718 is desen coop aen de voorn. JENNEKE van HOEK gebleven.
Aldus gedaen publiecq ten hooghsten en schoonsten voor alle man verkoght ten overstaen van de gesubstitueerde van de Heer Drossardt; op heden den veertiende Meert seventienhondert en aghtien.
ARNOLDUS HERMANS
D.DECKERS 1718.
G.HUBERTI
De kerssen in den naeme van den Heere ontsteke sijnde, ende niemant meer op de voors. parceelen slaende, so sijn de respective copers en lest slagers, naer uytgangh des hooghsel­s, ider aen hennen coop gebleven.
Actum den agt en twintighsten Meert seventien hondert en aghtien.
ARNOLDUS HERMANS
D.DECKERS Secretaris 1718.
G. HUBERTI.

Oud Recht. Archief Helmond, Archiefnr. A-2001, inv.nr. 4011. folio 96verso.
d.d. 11-04-1718.

JAN en THOMAS JACOBS van CAUWENBERGH, ANDRIES van den BROEK als in houwelijck hebbende GEERTRUIJ JACOBS van CAUWENBERGH, JAN LAMBERTS van WOENSEL als in houwelijck hebbende WILLEMIJNA doghter PETER THOMAS SCHEPERS, mitsgaders WOUTER DIELISSEN val LUIJK schoonvader van JENNEKE JACOBS van CAUWENBERGH, ende PETER van GLABBEEK als wettige geëde momboirs over het voorn. JENNEKE. PETER van TRIGHT vader ende voorght over sijne drie onmundige kinderen verweckt bij wijlen HENDRICA JACOBS van CAUWENBERGH, ende LAMBERT van der ELSEN als wettige geëde momboirs over de voorn. drie onmundige kinderen, JOSEPH DELISSEN ende DIRCK WAGEMANS als wettige geëde momboirs over de onmundige kinderen van wijel PETER ............ verwekt bij wijlen JENNEKE PETER THOMAS SCHEPERS; ende NTHONIJ van den EVENTUIJN als vader ende vooght over sijne minderjari­ge doghter verweckt bij ANNEKE THOMAS SCHEPERS, alle testamen­taire erffgenamen van wijlen LUCIA THOMAS SCHEPERS Wed. wijlen JAN ARIAENS van HELMONT in sijn leven Schepen deser Stadt, hebben also in de qualiteit (de momboirs uijt craghte van decreet en authorisatie van Haer Ed. Agtb. de gesubstitueerden van de Hr. Drossardt en Schepenen deser Stadt de dato den 24 Meert 1718) erffelijck verkogt, overgegeven en opgedragen aen ende ten behoeve van JAN HERMEN MANDERS wonende tot BAKEL seker erve bestaende in huijs, schuer, hoff ende aengelagh gemeenlijck genoemt DE HOOREVOORT groot ontrent de tien Loopensaat, d'een en d'ander zijde ende het eene eijnde de gemeente, en tander eijnde de erffgenamen CORSTIAEN ANSEMS;
Item een heijtvelt ofte groesvelt groot ontrent de ses Loopensaat met de houtwas daer op staende en het regt van pooten, gelegen als voor;
Item een stuck teullants genaamt DE ESPE groot ontrent vier Loopensaat, d'eene zijde de erffenisse WILBERT JAN MARTENS, d'ander zijde de erffgenaemen CORSTIAEN ANSEMS en de Wed. GOORT JOORDENS, 'teen eijnde DE BEEK. 'tander eijnde PETER THOMS en FRANS DIRCX, alle gelegen als voor onder de Jurisdic­tie van BAKEL, en jegenwoordigh bewoont en gebruijckt werdende bijden coper in dese, los ende vrij, mits jaerlijcx daer uijt te vergelden aen het Boeck vande Heere van HELMONT veertien en een halve stuijver grontchijns, of so al wat met reght is uijtgaende;
Item eene beemt agter DE HAGE alhier groot omtrent de seven Loopensaat seven Roeden, d'eene zijde AERT PETER STERCKEN, d'ander zijde de Hr. MOLENMAKERS, t'een eijnde DE LOOP, t'ander eijnde ........... mits jaerlijcx daer uijt te vergelden aen het Boek van den Heere van HELMONT eene halve stuijvers cijns; voorts los ende vrij uijtgenomen s'Lants Stadts en Dorps lasten, nabuerlijcke reghten en servituijten en verder alles met sodanige restrictien als bij de publiecque vercoopcedulle, door de voorn. erffgenaemen daer van voor de Heeren gesubstitueerde van de Hr. Drossardt en Schepenen deser Stadt op den 14 Meert 1718 gehouden, staen geexpresseert, waer toe wert gereserveert, waar op en de alle Schepenen letteren mentie makende helmelinge verteege bij maniere en sulcx gewoonlijk sijnde; Geloovende het voors. verkopen, overgeven en opdragen in qualiteit voors. altijt te sullen houden en doen houden voor goet, vast, bundigh ende van waerde, mitsgaders het verkogte te vrijen, waire, en guaranderen van alle commer, calangie, ende aentael daer inne wesende ofte comende afte doen geheelijck, onder verbant van henne respective persoonen ende goederen hebbende ende verkrijgende, sonder argh of list.
Testes Scabini in HELMONT, d'Hr. DIRCK DECKERS en GERARDT HUBERTI, op heden den elfden April seventien hondert en aghtien.
D. DECKERS.
G. HUBERTI.
1718 Mij present W. v. OMMEREN S.Secrtrs.
Cooppenningen en slagen 246- 0- 0
Lasten in capitaal 26-17- 8
272-17- 8
40e penning 6-16- 8
10e verhoging 7-10- 2

Bakel 1719.

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1708, folio 334v - 336.
d.d. 22-07-1719.

JAN van PROYEN in qualitijt en gemechtight, als in de contrac­te folio 307 verso, twee hoeven gestaan ende geleghen tot BAEKEL genaamt SCHEPSTALL. Bestaande in huysingen, schuren, paerdestallen, schaepskoyen, torfthuysen, kar=huysen, hoven en boomgaarden mette opgaande boomen, plantagien en houtwassen, teullanden, hoy en coeylanden, en met alle der selver verdere rechten en privilegien, ap- en dependentien <= aanhorende en toebehorende> van dien. D'eene bewoont wordende bij THOMAS WINCKELS, en d'andere bij JAN WILBORS, soo ende gelijck de selve geren genoot sijn als volght, te weeten de hoeven gebruyckt wordende bij THOMAS WINCKELS voorschreven, aan de ene zijde De WOLFSPUT, aan de andere zijde de Jurisdictie van HELMONT, d'eene eynde de Jurisdictie van AERLE, d'andere eynde de naervolgende hoeve. En de andere hoeve gebruyckt bij JAN WILBORTS, d'eene zijde d'Hr. Generael YOOIJ, andere zijde de gemeene heyde, d'een eynde de voorschreven eerste hoeve, d'ander eynde d'Hr. MUS CUMALUS, beyde leenroerigh aen de Abt van ECHTERNAGH.
Item een clamp tiende, sijnde een derde part over BAEKEL oft wel soodanigh gedeelte als van outs geweest is, rijdende jaarlijxs tegen de tiende vande genoemde Abt van ECHTERNAGH en dan Commandeur van GEMERT. Leenroerigh als voor, alles soo en dier voegen, als den voorschreven ...... in eygendom gecompe­teert heeft, en van sijn ouders verkregen, transportant d'Hr. HERMAN CREMERS < latijnse tekst > deponere, des sal den voorschreven verkrijgere daer uyt jaerlijxs blijven vergelden ten comptoiren vande Hr. DES TOMBES twee vat rogge Peelse maet, en sestien over jaerlijxse.
Item aende kinderen van JAN MATTIJS BERCKERS tot GEMERT acht guldens elft stuyvers jaerlijx, mitsgaders aenden Abt van ECHTERNAGH ses en negentigh vaten rogge jaerlijxs in plaetse van sijns Heere contingent vande thiende voorschreven der Hoeve van SCHEPSTAL tot dien de gront of gewinchijnsen die met recht bevonden worden daer uyt te gaan. En wijders ut Supra testes ut Supra datum ut Supra.
De quitantie van de 40.10. get. COEBERGHEN.
ABRAHAM DAASDONCK
MARTINI
Mij Present CROLLIUS.

! In de marge !
Coop 7300. 0. 0
Last 2147.16. 4
9447.16. 4

40e 236. 3.14
10e 23.12. 6
259.16. 4

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1714, folio 33v - 35.
d.d. 05-08-1719.

Wij Schepenen onderschreven maken kennelijk certificeren mits desen dat voor ons gecompareerd is Sr. JOHAN van ROIJEN in den name en gemagtigt tot sgeens naar volgende van de Heer HERMAN CRAMERS Secretaris tot ROSMALEN en NULAND als waarne­mende het Comptoir van den Rentmeester CLENGNAGEL bij acte van authori­satie door den selven Heere CRAMERS eygenhandig onder­tekent. Sijnde van dato den twee en twintigsten July deses jaars. Den selven Heere CRAMERS gemagtigt van den Heere Rentmeester CLENGNAGEL bij authorisatie van den selven eygen­handig onder­tekent sijnde van dato den vierden February seventien hondert vijftien. En den voorschreven Rentmeester bij appt. van den Raat van State dato den sestienden April seventien hondert agtien, bij de geemployeert op den agt en twintigsten April daar aan volgende in hb. mec fo: 202. Ende uyt kragte der magte voorschreven eene Hoeve Lands gelegen tot BAKEL in de KIVITS BRAAK aldaar, bestaande in huys, schuer, schop, en aangelag groot te samen ontrent negen en twintig Lopens en een half. Het HEYEUSEL met den Hof en den Dries noyt gemeten, ene zijde de Heer van REYSINGEN, andere zijde Den BERG, een eynde Den HEYBEEMPT bij de DRIE DONCE, met anderen eynde de gemeen­te. De Heer PAIN ET VAIN MI de Heer CRAMERS ene zijde de Riviere De AA, andere zijde schietende op de DRIEDONQ.
Item tien Lopens Land, ene zijde HENDRIK JAN PAULUS, andere zijde de Heer van REYSINGEN. En welke goederen toe behoort hebbende Jonker WILLEM ARNOLDUS en JACOB DIDERICK van BROEKHO­VEN. Den voornoemde Heeren HERMAN CRAMERS in bovengemelte qualitijt door den Deurwaarder GINHOVEN, publiquelijk ten hoogsten, schoonsten en voor alle man, ten overstaan van Heeren Officier en Schepenen alhier hadde doen verkopen aan Jonker GASPER de VOOGT voor de somme van sestig gulden de slagen daar inne begrepen. Om daar aan te verhalen verschijden renthen ten Comptoire voorschreven veragtert met de kosten daar om gedaan breder blijckende bij de Coops conditien sijnde van dato den seven en twintigsten Juny deses jaars. Transpor­teert den voors. Jonker GASPER de VOOGT, met sodanigen voorde­ligen en naardeligen servituten als het selve is hebbende et effect: promittens uyt kragte der magte voors. van slands wegen warand 1 am, , uyt genomen den gront­chijns met regt daar uyt gaande des men niet en weet. Mitsga­ders eene rente van vier gulden tien stuyvers jaarlijks in eenen meerderen pagt aan den Rentmeester DES TAMBES. En of naarmaal met wegen van regt bevonden wierde min of meer uyt het geene voors. te gaan het selve sal den opdragere in sijne qualitijt ende den verkrijgere malkanderen refunderen en goet doen. Erf en losbaar tegens den pennig vijf en twintig, en losbaar volgens de brieven en bescheiden daar van sijnde. De Cooren pagten tegens drie hondert gulden het Bosche mut. En dat in soo verre als de Cooppenningen en slagen naar gedane Regten souden komen te strecken inne kennisse etc.. Datum den vijfden Augustus seventien hondert negentien.
De quitantie van de 80e en 10e getekend C. v. VRIJBERGEN gebleken in margine.
WILLEM VINK
MARTINI
Mij Present J.v. HAREN.

! In de margine !
Coop 60. 0. 0
Lasten 112.10. 0
172.10. 0
10e 2. 3. 2
80e 0. 4. 6
2. 7. 8

Bossche Protocollen, inv.nr. A 1714, folio 35v - 36.
d.d. 17-08-1719.

Juffrouwe JOHANNA MARIA van ORTEN begijntjen tot TURNHOUT cum tutore, eenen jaarlijken en erffelijken chijns van taghtig gulden jaarlijks te lossen met twee duysent gulden capitaal gelooft bij HENDRIK DECKERS Secretaris en JAN AART SMIT Borgemeester tot BEEK bij AERLE soo voor hem selve als in den name ende gemaghtigt van JOHAN PHILIPS Baron van LEEFDAAL Heere van WAALWIJK en BAK voorschreven mitsgaders van Schepe­nen, Borgemeesteren, H.Geestmeesters en de meeste principale geerfdens aldaar, aan MATHEUS van OERLE pro ut in littris De BUSCOD: dato den agtentwintigsten October sestien hondert vier en de tachtig. De transportante aan gekoomen bij testament van haar Moeder voor den Notaris RULO en sekere getuygen alhier op den derden September XVIIc twaalf gepasseert die het selve verkregen hadde van den voorschreven MATTHEUS van OERLE haaren broeder bij Successie en erffenisse soo men verklaarde. Transportants Vrouwe JOHANNA CORNELIA Baronesse van LEEFDAAL Marquise dasselve. Simul . Testes ut infra datum den seventienden Augusty seventien hondert negentien.
40. en 10e exempt volgens Haar Ed: Mo: appt. op de requeste vant quart. van PELANT dato 9 July 1708.
V. SEVENHOVE
WILLEM VINK
Mij Present STENSEN

! In de marge !
Cap: 2000. 0. 0
40e en 10e en empt om redenen in fra.

Oud Recht. Archief Helmond, inv.nr. 312, folio 26.
d.d. 18-11-1719.

Wij DIRCK DECKERS en GERRIT STARCKMAN Schepenen der Stadt HELMONT, doen cond, certificerende bij ende mits desen, dat voor ons gestaen ende gecompareert is PETRUS van den BERGH administrerende Armmeester deser stadt ter eenre,
ende JAN PETER JACOBS wonende tot BAKEL ter andere zijde.
Verclaerende hij eerste comparant in sijne voorn. qualiteit met kennisse van de Heeren Provisoiren van de Arme Taeffele alhier, in hueringe uijt gegeven ende verhuert te hebben, en hij tweede comparant in hueringe aangenomen ende gehuert te hebben, de Hoeve gelegen tot BAKEL op GROTEL met de landerijen etc.. So groot ende kleijn deselve ter plaetse voors. gelegen sijn, ende gelijck die eertijts bij LUIJTJE PETERS en PETER haere soon gebruijckt sijn geworden, op conditien hier naer volgende; ende dat voor den tijt van aght jaeren, met vier te scheijden wie het van parthijen believen sal, mits malcandern tijdelijck waerschouwende.
Inden eerste so sal den pagter gehouden en verbonden wesen jaerlijcx te betalen voor voorlijff <= aanbetaling ook ge­schenk dat gegeven wordt als een beleefdheid bij pacht en huur> eene somme van sesentwintich gulden vrij gelt, sonder dat den verpagter gehouden sal sijn in eenige s'Lants- off Dorpslasten so ordinaire als extraordinaire, ende daer en boven ses en dertigh vaten koren ende sestien vaten boekweijt alhier binnen HELMONT te leveren, waer van het eerste jaer voorlijff verscheijnen sal Ste. Marten 1720 ende het koren ende boekweijt Ligtmis 1721 alles aan te veerden bloot bij de stoppelen.
Ende daer en boven sal den pagter gehouden sijn de huijsinge, schop, schuur etc. behoorlijck tot sijne costen wandt en dack digt te houden, mits dat hem pagter de latten, banden en lookhout <= hout waarvan wervels werden vervaardigd om er deuren mee af te sluiten> sullen werden aengewesen waer te houwen <= kappen> dogh sullen de daghgelden van den decker door den verpagter werden betaelt.
Item eenigh ander timmerwerck ofte reparatie werdende gedaen sal de pagter gehouden wesen deselve timmerluijden en arbijders de cost en dranck te geeven ende sullen alleen de daghgelden bij de verpagter werden betaelt.
De verpagter sal in sijne voors. qualiteit aen den pagter goetdoen hagelslagh en heijerkragt, dogh bij den huerder sulxc binne behoorlijcken tijt te waerschouwen, om het selve dan te beleijden neffens andere nabueren, en estimatie <= schatting; waardering> te doen van goede onpartijdige mannen hen des ver-staende; ende in cas van quaet toesien (en selfs versuijm van den voors. pagter) voor brandt vande voors. huijsinge etc. sal den pagter sulcx moeten goet doen.
Ende tot naerkominge deses so heeft den pagter verbonden sijn persoon ende goederen present en toekomende; ende tot meerder verseekeringe so compareerde mede HENDRIK SCHEIJ Molenaer tot BAKEL, dewelke verclaerde sigh te stellen als borgh ende schuldenaer principael in solidium, met renuntiatie op alle exceptien en beneficien, die hem souden comen te stade comen, ende onder verbandt van sijn persoon ende goederen nu hebbende en namaels verkrijgende; des so geloofde hij pagter den voors. sijne borge ter sake dezer borgtogte altijt costen schadeloos te sullen houden en doen houden onder verbandt als voors..
Toirconde der waerheijt hebben wij Schepenen bovengent. de minute prothocollair deses onderteekent.
Op heden den agtiende Novemb. Seventien hondert en negentien.
D. DECKERS 1719
GERRIT STARCHMAN
Mij present W. v. OMMEREN S.Secrts.

Archiefnr: 001, Stadsarchief van Helmond, 1300-1811 (1821) nr. 4035. folio 37 verso.
d.d. 23-12-1719.

Compareerde ter Secretarije alhier, BASTIAEN HERMAN MANDERS vertoonende een transport brieff, om alhier geregistreert te worden, luydende als volgt:
Juffr. JOHANNA BERTINA van GRINSVEN metten momboir hier toe vercooren ende haer vanden Rigter naer gewoonte gegeven wonende alhier, de helft van twee sille hoijlant gelegen aenden BIJNDERSEN DIJCK onder HELMONT, off soo groot, ende cleijn 'tselve gelegen is, haer aengecomen bij successie van hare ouders soo men verclaerde, heeft wettelijck en erffelijck opgedragen, en overgegeven BASTIAEN HERMAN MANDERS woonende tot BAKEL van den selve coper metten erffregt te hebben, en te besitten, en heeft wettelijcke opgedragen met helmelinge vertijdenisse inne maniert indien gewoonlijck sijnde, gelovende met den voorseijden haren momboir op verband van haer persoon, en goederen hebbende en verkrijgende altijt schuldige, en geregte sal doen warantschappen <= zekerheid beloven>, en alle commer, calangie en aental daerinne wesende, off comende, den voors. coper aff sal doen ­gehelijcken, uytgenomen dorps lasten, commer ende servituten, soo van outs, regts, als gewoonte wegen daer toe te onderhouden staende, en gehorende, getuijgen waren hier over CORNELIS van SLOOTENBURGH en HENDRICUS ANTONIUS van de GRAEFF Schepenen in S'HERTOGEN­BOSCH, gegeven den veertiende November seventien hondert negentien. Onderstont: In lib. Hr. CHATEVELT Secretaris folio 179verso, onder waren aenhangende genoemde Schepen zegelen gedruckt in groene wassche,, aen dubbelde fransijne sterte.

Aldus geregistreert ten overstaan van GERRARDT HUBERTI en CORNELIS de GRAERFF Schepenen der Stadt HELMONT op heden den drie en twintigste Xber seventien hondert negentien.
G. HUBERTI
C. d. GRAEFF 1719.