Bavos van goud naar diamant
De jaren 1979-1989 verliepen voor Bavos zonder schokkende gebeurtenissen. Dat wil niet zeggen dat er niets gebeurde of veranderde in de afgelopen tien jaar. Niets is minder waar, een overzicht van de belangrijkste feiten.
De leden
Aan het begin van dit seizoen had de vereniging 369 leden. Dat zijn er slechts elf meer dan tien jaar geleden, toen voor het eerst met zeven senioren-elftallen aan de competitie werd begonnen. Die goei zette nog een aantal jaren door, met als hoogtepunt het seizoen 1983-1984 toen de club negen senioren-elftallen bij de KNVB aanmeldde. Na 1985 is dat aantal langzaam minder geworden en op zeven blijven steken.
In 1979 draafden op zaterdag negen juniorenelftallen over de groene grasmat. Daarna steeg het aantal teams, omdat vanaf 1980 jongens zich al op vijfjarige leeftijd bij de club mochten aanmelden om in een pupillenteam te gaan spelen. Op dit ogenblik hebben bestuur, leiders en trainers van de juniorenafdeling de zorg over dertien juniorenteams.
Al die jaren was er bovendien een veteranenafdeling, waarvoor op dit ogenblik ruim twintig oudere heren spelen.
Bij deze cijfers moet men wel bedenken, dat nu bij de senioren meer spelers per elftal worden ingedeeld dan vroeger. Tot 1985 mocht men zich tot zaterdagmiddag 13.00 uur afmelden bij de wedstrijdsecretaris. Die maakte dan de balans op en regelde daarna de verschuivingen die nodig waren om alle elftallen op volle sterkte te laten aantreden.
De laatste wedstrijdsecretaris die zo de zaterdagmiddag (en vaak ook nog de zondagmorgen) besteedde was Jos van Mierlo. Dat was eigenlijk onbegonnen werk, zeker toen er steeds meer elftallen kwamen en spelers zich steeds gemakkelijker gingen afmelden. Daarom werd de werkwijze in 1986 gewijzigd: iedere leider krijgt 15 of meer spelers toegewezen en regelt van week tot week wie speelt en wie niet. Pas als hij spelers tekort komt overlegt hij met de wedstrijdsecretaris.
De lange vergaderingen met alle leiders op donderdagavond in de bestuurskamer waren daarmee verleden tijd.
De velden
In de jaren dat Bavos meer dan zeven seniorenteams op de been bracht kreeg de vereniging er eindelijk een veld bij.
De hockeyclub, die eerder al onze oude kantine had overgenomen, verhuisde na enkele jaren naar een nieuw sportpark aan de andere kant van Bakel. Daardoor kreeg Bavos eindelijk de beschikking over drie speelvelden waardoor de organisatie op zondag wat soepeler kan verlopen.
Tien jaar geleden werd ook het huidige trainingsveld en de parkeerplaats aangelegd. In dat jaar trainde Mart Crul en zijn opvolger Verbakel tussen de bottelrozen-veldjes aan de Hendrikstraat. Onvoorstelbaar nu, maar waar.
Toen we na twee jaar het nieuwe trainingsveld mochten gebruiken, bleek al spoedig dat één veld te weinig was. De KPJ hielp Bavos uit de nood door hun veld twee avonden per week voor de training van onze junioren ter beschikking te stellen. Dat konden zij doen toen Bakel werd verrijkt met een sporthal en de KPJ 's winters in de zaal ging spelen. Zo had de komst van de sporthal toch ook nog een voordeel voor de club.
De uitbreiding van de trainingsmogelijkheden was nodig omdat steeds meer spelers steeds meer gingen trainen. Zo wilden de spelers van de B-selectie niet onderdoen voor de jongens die in de A-selectie staan en ook zij gingen twee keer in de week trainen. Bovendien konden de hoogste juniorenteams de concurrentie alleen nog aan als Sjef van Lieshout ze twee keer in de week onderhanden mocht nemen.
De sportieve prestaties
Die aanpak heeft bij de junioren veel vruchten afgeworpen. Zowel de A- als de B-junioren hebben enkele keren promotie gemaakt en spelen nu op een zeer hoog niveau.
Bij de senioren was dat, althans wat de A-selectie betreft, anders want de B-selectie leverde ieder jaar een of meerdere kampioenen op.
Het waren de jaren waarin legendarische voetballers als Harry van Lierop en Thomas Rovers op zeer hoge leeftijd met gote inzet speelden en nog zeer succesvol waren.
Voor het standaardelftal waren de afgelopen tien jaar de slechtste uit de geschiedenis van de vereniging.
Sinds de degradatie uit de vierde klasse in 1967, inmiddels 22 jaar geleden, is de hoop op een terugkeer naar de K.N.V.B. blijven leven. Ieder jaar in september bij de aanvang van de competitie zeggen supporters elkaar na: "Dit jaar moet het er maar eens van komen". Zo ook tien jaar geleden: het was een jubileumjaar en wie wist een beter cadeau voor de club dan een promotie?
Maar het zou anders uitpakken. Bavos degradeerde naar de tweede klasse. Het gevolg was dat voor het eerst sinds jaren weer de derby tegen Milheezer Boys op het programma stond. Dat werd een groot succes voor de penningneesters van beide verenigingen. Mensen die in jaren niet meer op het sportpark waren geweest omzoomden het veld. In sportief opzicht waren de wedstrijden niet zo'n hoogtepunt. Vooral de wedstrijd in Milheeze kende vele dieptepunten: de verslaggever van omroep Brabant sprak over een oorlog tussen twee kerkdorpen.
In 1981 keerde Bavos weer terug in de klasse 106, maar twee jaar later was het weer mis. Weer daalde de club af naar de tweede klasse, nu voor een jaar. Halverwege de competitie zette Bavos een eindsprint in die in Uden eindigde.
Bij winst zou Bavos nog periodekampioen kunnen worden. De wedstrijd werd inderdaad met 2-0 gewonnen, de spelers tevreden naar de douche, de supporters verheugden zich al op een beslissingswedstrijd en keerden huiswaarts. Toen kwam het ongelooflijke bericht dat de concurrent in blessuretijd nog had verloren, waardoor Bavos ineens kampioen was geworden.
Good-old Ger Peys, door trainer van Berlo van het derde elftal naar het eerste gehaald, zei het treffend: "Bloemen zijn er pas op de eindstreep". Daarna is Bavos slechts een keer dicht bij het vierde klasserschap geweest. Dat was in 1988. Bavos was periodekampioen en moest in Stiphout tegen Rood-Wit 62 spelen om de promotie. De eerste wedstrijd speelde Bavos voortreffelijk, was ook de betere ploeg maar de strijd eindigde in een doelpuntloos gelijkspel.
Een week later speelde Bavos nog steeds goed maar moest het afleggen tegen de Helmonders. Het jaar daarna bleef het bij een favorietenrol.
Inmiddels heeft het eerste team opnieuw een stap gezet naar het vierde klasserschap door in dit seizoen onmiddellijk de periodetitel te pakken. Zou het dan toch een keer lukken?
Het tweede elftal degradeerde zelfs twee keer en kwam in de derde klasse terecht, maar de reserves wisten vorig jaar een deel van het terreinverlies terug te winnen door op een overtuigende wijze kampioen te worden.
Vele malen heeft de voorzitter op de jaarvergadering gezegd dat een vereniging als Bavos met zo'n grote en goede jeugdafdeling vierde klasse hoort te spelen en het tweede elftal in de eerste klasse van de onderafdeling. Maar ja, die voorzitter heeft makkelijk praten, die speelt zelf bij de veteranen.
De trainers
Het valt blijkbaar niet mee een vereniging als Bavos te trainen. In de afgelopen tien jaar heeft Bavos vijf trainers gehad.
Aan het einde van het seizoen 1978-79 moest Bavos op zoek naar een andere trainer, omdat Mart Crul na vijf jaar intensieve trainingsarbeid stopte. Intensief, omdat Mart jarenlang de A- en de B-selectie trainde en dus twee keer in de week van half zeven tot half tien op het veld stond.
Oudere spelers denken met plezier aan die avonden terug omdat Mart, na de jaren bij Sparta, een schat aan oefeningen voor onze jongens kende.
Het bestuur meende in de heer Verbakel uit Eindhoven een opvolger gevonden te hebben, maar dat bleek een misser te zijn. Na enkele maanden moest het bestuur Jan van Wely, die de B-selectie trainde, vragen de leiding over te nemen. Na twee seizoenen moest Bavos opnieuw uitkijken naar een trainer.
Het werd Gerry van Berlo, toen trainer van de junioren bij Geldrop en oud-speler van Helmond Sport.
Gerry pakte de zaak zeer professioneel aan, misschien wel te professioneel voor een eenvoudige dorpsclub in Bakel. Het eerste seizoen degradeerde Bavos, het tweede seizoen leverde hij een knappe prestatie door onmiddelijk in de eerste klasse terug te keren. Van Berlo vertrok naar het C-team van Eindhoven en Ad van de Laar tekende voor twee jaren bij Bavos.
De laatste vier jaar wordt Bavos getraind door Pedro Kuypers, eveneens bekend uit de gloriejaren van Sparta.
Hij had met veel succes vele jaren Fiducia getraind en de lange periode bij Bavos is een bewijs voor de kwaliteiten van Pedro. Alleen de kroon op het werk ontbreekt nog. Het zou mooi zijn als hij dit jaar loon naar werken zou krijgen.
Het geld
Op 14 september 1981 werd het startschot gelost voor de tiende en laatste avondzesdaagse.
Dat was een jaarlijks terugkerend evenement bedoeld om voor Bavos geld te verzamelen, waardoor de contributie, vooral voor jeugdleden, laag kon blijven. Maar ook het feest rond het bestaan van de vereniging is vrijwel geheel met deze centen betaald.
De organisatie was in handen van een comité, dat maanden van tevoren al in de weer was om renners en sponsors te contracteren.
Als het dan eindelijk weer zover was en je liep tegen zevenen "Sportpaleis Vermulst" binnen, rook je de echte zesdaagse lucht: een mengeling van alcohol, nicotine en de door Piet van den Broek in de olie gezette kuiten van de renners. Naarmate de avond vorderde kwam daar nog het zweet en de spanning bij.
In de zaal zaten de supporters en de sponsors, waarvan Driek Sleegers en Dries Swinkels voor de meeste opwinding zorgden.
Wim van de Laar en Jac Sleegers zaten aan de jury-tafel, in de zaal verder nog zeven heren en drie dames. Die laatsten mogen niet ongenoemd blijven: Jo Nooyen, Tiny Verhoeven en Mariet van Dooren.
Maar de tijd veranderde en na de tiende aflevering werd besloten met de organisatie te stoppen.
Dat zou voor de kas van Bavos een goot gemis zijn geworden als niet spoedig daarna een andere bron van inkomsten zou zijn gevonden: de K.N.V.B. had niet langer bezwaar tegen shirtreclame op de shirtjes van de amateurs.
Bavos nam deze steun in natura van de Bakelse ondernemers dankbaar in ontvangst. Bovendien slaagde Henk Lenssen er in het aantal reclameborden rond het veld te verdubbelen, zodat penningmeester Jos Jansen de eindjes nog aan elkaar kon knopen zonder de contributie al te veel te verhogen.
Het mededelingenblad
In augustus 1979 verscheen het eerste mededelingenblad. Jan Horijon, toen hoofdleider junioren, de secretaris Hans van de Ven, Jos van Mierlo (wedstrijdsecretaris) en Ger Schinck zorgden voor 12 pagina's tekst in een oranje omslag. Het drukwerk werd in eigen beheer verricht.
Het bestuur had nog een stencilmachine op de kop weten te tikken dat in een klooster in gebruik was geweest en het nog redelijk deed. Maar het bleef behelpen: altijd misdrukken, inktzwarte handen en een lamme arm van het draaien aan de slinger.
Gelukkig hebben later anderen deze taak van het bestuur overgenomen en de zaak wat professioneler aangepakt. Daardoor heeft de vereniging nu een blad dat er wat inhoud en vormgeving betreft heel wat beter uitziet dan tien jaar geleden.
Vooral Jan Pennings en Sonja van den Heuvel die samen met Piet Rutten en Jos van Mierlo de redactie vormen, hebben daaraan bijgedragen.
Het bestuur
Wie het eerste nummer van het clubblad nog eens doorleest ontdekt onder de mededelingen van het bestuur dat er van het toen zittende bestuur nog drie leden, te weten Ger Schinck, Henk Lenssen en Adriaan Jonkers, in functie zijn.
Dat zou op een grote doorstroming in het bestuur kunnen wijzen. Dat is echter niet het geval geweest. Al een jaar na het jubileum traden Jos Jansen en Piet Rutten tot het bestuur toe. Zij volgden Jan Seelen en Hans van de Ven als penningmeester en secretaris op. Bovendien heeft Wim van den Heuvel jarenlang het materialenbeheer gedaan, een taak die daarvoor door Ad Reemers werd verricht. Het wedstrijdsecretariaat wisselde vaker. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat dat misschien wel de meest belastende functie binnen het bestuur is.
Alle donderdagavonden moet je er zijn en alle problemen komen dan bij jou op tafel. Na Jos van Mierlo heeft Wim Vloet dat karwei nog twee jaar gedaan. Het bestuur kon voor hem geen opvolger vinden waardoor Henk Lenssen en Piet Rutten het wedstrijdsecretriaat moesten waarnemen. Gelukkig was Martien Kusters een jaar later bereid die taak op zich te nemen.
Blijft nog over de vertegenwoordiging van de juniorenafdeling in het bestuur. Tien jaar geleden was er een plaats in het bestuur gereserveerd voor de voorzitter van het juniorenbestuur. Dat was toen Jan Horijon die in 1982 werd opgevolgd door Martien Kusters. Toen werd ook besloten voor de juniorenafdeling twee plaatsen in het bestuur te reserveren. Jan van Wely, Peter Busser en Wim Vloet volgden elkaar in die rol op.
Sinds 1986 is Henk van den Broek de eerste man in het juniorenbestuur. Sinds het begin van dit seizoen vergezelt Theo van den Elzen hem naar de vergaderingen van het bestuur van de vereniging.
Bovendien nam Henry Thijs enkele van de steeds zwaarder wordende taken van de secretaris en de penningmeester over.
Een jaar eerder was Frans Joosten al in het bestuur gehaald om samen met Henk Lenssen voor het onderhoud van de accommodatie te zorgen.
De samenwerking in het bestuur is al die jaren goed geweest. Er is in de afgelopen jaren altijd in grote harmonie gewerkt. Dat betekent bijvoorbeeld dat de vergaderingen niet eindeloos lang hoeven te duren.
Tien jaar geleden, toen nog in het clublokaal Vermulst werd vergaderd, betekende dat, dat er na tien uur nog een kaartje werd gelegd of een spelletje jens gespeeld kon worden.
Nu is er na afloop nog tijd om gezellig wat te buurten onder het genot van een glaasje.
De helpers
Na de opening van de nieuwe accommodatie op 20 september 1979 werd in de bestuurskamer van de kantine vergaderd. Acht jaar lang zorgde Ben en Helmy Akkers daar voor de koffie en andere drank. In 1988 droegen zij die verantwoordelijkheid over aan Ine en Leo Sleegers, die ook al in de oude kantine enige tijd beheerder waren geweest.
Iedere zondag is daar nog steeds Adriaan Jonkers aanwezig om als gastheer voor de vereniging op te treden. Hij zorgt voor de thee, praat met zenuwachtige scheidsrechters en deelt de ballen uit.
Die worden dan weer nageteld door Wim van den Heuvel, die ook de kwaliteit van de ballen in de gaten houdt. Tien jaar geleden deed Christ Joosten dat nog. Het waren de laatste jaren dat er nog met leren ballen werd gespeeld die 's-winters gedroogd en ingevet moesten worden om te voorkomen dat ze loodzwaar werden.
Toen het voor hem teveel werd, omdat zijn gezondheid te wensen overliet, heeft Piet Akkers dat nog enkele jaren gedaan.
In de nieuwe accommodatie werden twee wasmachines geplaatst en sinds die tijd wordt, eerst vele jaren door Ans Horijon en sinds 1987 door Jo van den Broek, direct na de wedstrijd het zweet en de modder op kosten van de vereniging er weer uitgewassen.
Ook Toon Joosten heeft in alle tien achter ons liggende jaren de lijnen getrokken op de velden, die door de mannen van Marinus van den Eikhof in orde worden gehouden.
Ook de voetbalclub is niet meer te besturen zonder een computer. Sonja van den Heuvel produceert er het clubblad mee en de pc van Jos Vermeulen rekent de winst van de kantine uit.
Twee keer heeft Bavos nog een bouwploeg op de been weten te brengen: in 1983 toen bij het trainingsveld een materialenhok werd gebouwd en in 1988 toen de kantine een portaal kreeg en de bestuurskamer werd vergroot. Wim van de Laar had beide keren de supervisie waardoor de bouw goed en goedkoop verliep.
En hoeveel massage-olie hebben Piet Keyzers en Piet van den Broek in die jaren op pijnlijke kuiten gesmeerd?
De ruggegraat
Maar de ruggegaat van de vereniging werd ook in deze jaren gevormd door al die mensen die op trainingsavonden of in het weekend als leider, scheidsrechter of trainer van een elftal optraden. Zonder deze mensen kan de vereniging niet.
Het zou te ver voeren om alle mensen hier met naam te noemen. Daarom volgen hierna slechts enkele namen, bij wijze van voorbeeld.
Wie naar het eerste elftal ging kijken zag daar, naast steeds wisselende trainers, al de tien achter ons liggende jaren Piet van den Broek zitten. Deze zomer heeft hij afscheid moeten nemen, omdat zijn gezondheid het niet langer toestond dat hij in weer en wind op de bank zat, maar anders zou hij ongetwijfeld nog steeds actief zijn.
Al die jaren was Thijs Manders leider en vlagger bij het eerste elftal. Vorig jaar droeg hij het stokje over aan André van den Elzen, maar zijn blauwrode werkbus blijft een vertrouwd beeld op de parkeerplaatsen bij de sportvelden in de omgeving.
Hele generaties junioren hebben voetballes gekregen van Sjef van Lieshout, die deze zomer na twintig jaar de trainingen voor de oudste junioren verzorgd te hebben, stopte.
Wie op zondag Bavos bezoekt wordt nog steeds door Adriaan Jonkers ontvangen. De enige verandering is zijn kostuum dat het bestuur voor de gastheer van de vereniging heeft aangeschaft.
Niet alles is opgeschreven, dat zou ondoenlijk zijn. Velen hebben kortere of langere tijd voor Bavos klaar gestaan. Steeds weer waren mensen bereid als leider op te treden, zitting te nemen in de verschillende besturen of een andere commissie die een taak op zich neemt.
Dat is eigenlijk nog mooier dan de prestaties op het veld.