Samenwerking
Sint Jozefsheil en de Jan de Witkliniek
Vanwege de teruggang van het aantal tuberculosepatiënten in Nederland besluit de overheid medio 1975 de laatste 105 plaatsen van de sanatoriumafdeling van Sint Jozefsheil per 6 december 1975 op te heffen. De directie en de medewerkers van Sint Jozefsheil zijn niet verrast door deze uitspraak, eerder was immers al aangekondigd dat in Nederland nog maar vijf inrichtingen voor tbc-patiënten zouden blijven, die bij voorkeur verbonden zouden zijn aan universiteiten.
Sint Jozefsheil en de Jan de Witkliniek vormen vanaf 1975 samen een groot verpleegcentrum voor het streekgewest Helmond. Hoewel de Jan de Witkliniek een afzonderlijke stichting is, zijn de twee verpleeghuizen moeilijk los van elkaar te zien. De medewerkers zijn immers met de beide inrichtingen verweven. Ook organisatorisch vormen de beide huizen een eenheid; bestuur en directie van de verpleeghuizen bestaan grotendeels uit dezelfde personen.
De renovatie
De bestaande accommodatie van Sint Jozefsheil blijkt niet geheel geschikt voor de opvang van lichamelijk langdurig zieken. De patiënten van de verpleegafdeling hebben behoefte aan privacy en voelen zich op de grote zalen niet prettig. Bovendien is het pand niet aangepast aan de soms slecht ter been zijnde patiënten en de rolstoelgebruikers. Begin jaren zeventig worden daarom drie van de vier paviljoens licht verbouwd. De verbouwing van het laatste gedeelte, het Mariapaviljoen, en de daaraan gekoppelde algehele modernisering van Sint Jozefsheil heeft echter meer voeten in de aarde.
Het Provinciaal Bestuur heeft een betere spreiding van de verpleeghuisvoorzieningen in de regio voor ogen. Het duurt tot 1980 voordat er een regionaal plan op tafel ligt. In goed overleg met het verpleeghuis Sint Joseph in Deurne en na instemming van het Ministerie van Volksgezondheid wordt besloten Sint Jozefsheil geheel te renoveren; in Deurne een nieuw verpleeg- en verzorgingshuis te realiseren en in Helmond een derde verpleeghuis te bouwen:' Keyserinnedael'.
Het bestuur van Sint Jozefsheil en de Jan de Wit kliniek dient twee bouwplannen in bij de Provincie. Sint Jozefsheil zal gerenoveerd gaan worden en in Helmond zal een verpleeghuis worden gebouwd voor zestig somatisch zieken en negentig psychogeriatrische patiënten.
De renovatie van Sint Jozefsheil gebeurt geleidelijk, omdat de bewoners hiervan niet teveel overlast mogen ondervinden. In april 1985 starten de eerste werkzaamheden aan het Mariapaviljoen. Het paviljoen en het ontmoetingscentrum kunnen in 1986 in gebruik worden genomen. De overige renovaties laten nog enkele jaren op zich wachten.
Keyserinnedael
Op 13 mei 1981 wordt een stichting opgericht, voor de bouw van het nieuwe verpleeghuis in Helmond. Dit zal 'Keyserinnedael' gaan heten, naar Keizerin Maria (1188-1260), echtgenote van Keizer Otto van Duitsland, en destijds Vrouwe van Helmond .
Een zeer strenge winter en de slechte bouwgrond zorgen ervoor dat men pas in mei 1986 met de bouw van Keyserinnedael kan beginnen. Het verpleeghuis wordt op 30 oktober 1987 opgeleverd. In november 1987 worden de eerste bewoners opgenomen.
De Stichting Verpleeghuizen Gewest Helmond
Begin jaren tachtig wordt veel aandacht besteed aan voorbereidingen voor het samengaan van de verpleeghuizen Sint Jozefsheil en Jan de Witkliniek in Bakel, Sint Joseph in Deurne en Keyserinnedael, het verpleeghuis in oprichting te Helmond.
Op 9 februari 1982 wordt een beginselovereenkomst getekend, waarin staat dat de bestaande stichtingen de krachten zullen bundelen in een nieuwe stichting: de Stichting Verpleeghuizen Gewest Helmond (SVGH)
Op 1 januari 1984 is de integratie een feit en vanaf 1 januari 1985 presenteren de genoemde vier verpleeghuizen zich onder een nieuw logo.
Het Logo van de stichting Verrpleeghuizen Gewest Helmond bestaat uit vier gelijke, maar niet te scheiden delen De V's (van verpleeghuis) worden samenhangenden op elkaar aansluitend gebundeled rond een centraal vlak: De patiënt. De 2 kleuren staan voor de twee soorten patiënten die in de verpleeghuizen verblijven: Lichamelijk zieken en geestelijke hulpbehoevenden.
De bewoners en de familieraad
De bewoners van Sint Jozefsheil krijgen in 1982 gestructureerde medezeggenschap. Op initiatief van de ondernemingsraad en onder leiding van de directie wordt een cliëntenraad van bewoners gevormd, die 'bewonersraad' genoemd wordt. De raad heeft advies en instemmingsbevoegdheden, maar natuurlijk ook verplichtingen. Alle regels worden in een reglement vastgelegd. Via verkiezingen worden per afdeling twee afgevaardigden gekozen en op 12 oktober wordt de bewonersraad door de directie geïnstalleerd.
In 1984 komt er voor de demente bewoners, die vaak zelf niet meer in staat zijn hun gedachten en wensen onder woorden te brengen, een cliëntenraad familie, kortweg familieraad. De familie van deze bewoners heeft in deze raad dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als de leden van de bewonersraad en behartigt de belangen van demente bewoners.
"Wat onder bewoners leeft, brengen wij ter sprake"
Cathrien Elfrink woont inmiddels alweer vijf jaar in De Nieuwenhof in Deurne. Heerlijk vindt ze het daar, midden in het centrum. Met haar rolstoel kan ze zich zelfstandig door het dorp bewegen, iets wat heel belangrijk, voor haar is. Ze heeft immers nogal wat hobby's, de ze zowel binnen-als buitenshuis uitoefent. 'Ik ben bijvoorbeeld lid van de Heemkundekring Deurne,' vertelt Cathrien in haar gezellige eenpersoonskamer in De Nieuwenhof. 'Binnen die kring verzamelen we in formatie over Deurne, bijvoorbeeld krantenknipsels. Die informatie archiveren we dan. Zo ontstaat er een compleet overzicht van de geschiedenis van Deurne.'
Ook volgde Cathrien een cursus schilderen aan de Vrije Academie . Een prachtig zelfportret in olieverf dat op haar kamer hangt getuigt van haar vaardigheid met de penseel. Schilderen is haar grootste hobby, vertelt ze.
Naast het uitoefenen van haar persoonlijke hobby' s vindt Cathrien het ook heel belangrijk iets voor andere mensen te betekenen. Omdat ze zelf al jaren intensief getraind had bij zwemclubs in Den Bosch en Helmond, wist ze hoe heerlijk het was om te zwemmen en vroeg ze zich af of lichte, recreatieve trainingen voor gehandicapten ook niet in Deurne mogelijk waren .
Daarom stuurde ze een aantal jaren geleden een brief naar zwemclub de Watervrienden in Deurne, met het verzoek of het mogelijk was dergelijke faciliteit en op t e zetten. Een tijd later kreeg ze goed bericht: de zwemclub was bereid mee te werken . Cathrien moest zoveel mogelijk mensen enthousiast maken, voor het initiatief en dan zou de club de trainingen gaan verzorgen.
Sindsdien gaat er elke week een groep gehandicapten zwemmen. Alhoewel Cathrien er zelf alweer een tijdje mee is gestopt, is ze nog steeds blij dat ze deze groep heeft kunnen oprichten.
Binnen de SVGH is Cathrien voorzitter van de bewonersraad. D ebewonersraad bestaat uit ongeveer tien bewoners en vergadert om de twee maanden in de Jan de Witkliniek. Een extern steunend lid, een voormalig werknemer van de SVGH, geeft de rad daarbij advies en werkt de notulen uit.
"We behandelen akkerkeu kwesties die naar voren komen uit bijvoorbeeld het afdelingsoverleg, of uit de ervaringen van de bewoners zelf' vertelt Cathrien. Zo hebben we kort geleden de directie om ruimte voor een doka gevraagd. "We weten overigens nog niet wat daaruit gaat komen hoor." Ook serieuze dingen worden aangekaart:'Een tijd geleden waren er erg veel leerlingen op een bepaalde afdeling van het verpleeghuis. Hoewel het heel fijn is dat die er zijn, en ze heel belangrijk zijn voor het verpleeghuis en de bewoners, vonden we het op dat moment erg onrustig op die afdeling. Daarom vroegen we via het bewonersoverleg of het mogelijk was de leerlingen over meerdere afdelingen te verspreiden.
Als voorzitter van de bewonersraad heeft Cathrien een taak met veel verantwoordelijkheden. Voor het jaarverslag van de Zorgboog schrijft ze een stuk over de bewonersraad. Ook maakt ze verslagen van de jaarlijkse uitstapjes van de raad, zoals de reis naar het openlucht museum in Arnhem, vorig jaar. 'Die uitstapjes hebben altijd heek wat voeten in de aarde,' vertelt Cathrien. 'Omdat we met zoveel rolstoelen zijn moet alles heel goed worden voorbereid. Vorig jaar ging er bijvoorbeeld iets mis: het restaurant waar we gingen lunchen bleek een aantal kilometers van het museum vandaan te liggen. We moesten daarom weer met zijn allen de busjes in en uit. wat heel veel tijd kostte. 'Als ik dat allemaal opschrijf, kan de organisatie daar dit jaar rekening mee houden.'
Cathrien vertegenwoordigt de raad ook bij officiële aangelegenheden, zoals het feest ter ere van de diploma uitreiking aan stagiairs, of anderer heuglijke gebeurtenissen.
'Laatst werden de nieuwe rolstoelbusjes in gebruik genomen. Toen heb ik namens de bewonersraad een speech gehouden over het belang van de busjes, en bovendien, de inzet van de vrijwilligers die de busjes besturen. Zouden hen kwamen we letterlijk nergens.
De nota vrijwilligers
Vrijwilligers zijn van meet af aan van grote waarde voor het verpleeghuis. Zij vullen de professionele zorgverleners aan, tot groot plezier van bewoners en medewerkers .
In 1985 is het aantal vrijwilligers zo groot geworden, dat het nodig is enige structuur aan te brengen in het vrijwilligerswerk. Daarom wordt in dat jaar de 'nota vrijwilligers ' opgesteld.
In de 'nota vrijwilligers' worden soorten werkzaamheden, faciliteiten, relatie ten opzichte van de organisatie, begeleiding en selectie nader omschreven. Zo kan voortaan met elke vrijwilliger afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over het aantal dagen en uren dat de vrijwilliger beschikbaar is.
Vrijwilligers ondersteunen de verpleeghuizen op vele manieren. Zij besturen indien nodig de rolstoelbus, brengen bewoners en patiënten naar allerlei activiteitenen bijeenkomsten, leggen een kaartje met de bewoners of drinken een kopje koffie mee. Ook staan ze achter de kramen op de jaarfeesten, gaan ze mee naar Lourdes op de bootreizen en zijn ze betrokken bij de veele projecten zoals realiseren van het nieuwe dierenpark. Het renoveren van het naruurpad en het opknappen van een prachtige huifkar voor bewoners. Op initiatief van een groep vrijwilligers werd zelfs een sponsoractie voor financiering van rolstoelfietsen opmtouw gezet. Rolstoelfietsen, waarmee zij na de aanschaf ook nog eens zelf rijden. Die vele aextra handen voegen heel veel toe aan het leven in en om de verpleeghuizen. De vrijwilligers zijn werkelijk onmisbaar!
'Ik ga altijd weer verrijkt terug naar huis'
Als sinds 1977 is mevrouw Martijn vrijwilliger voor Sint Jozefsheil. In dat jaar verhuisde zij met haar man naar Bakel, waar hij burgemeester werd. Tijdens een van de vele rondleidingen die zij door de gemeente kregen, maaktemn de Martijns kennis met Sint Jozefsheil. 'Ik deed in Berkel Enschot, waar we eerst woonden, ook al veel vrijwilligerswerk'vertelt mevrouw Martijn 'en ik wilde me ook in Bakel weer op die manier inetten voor anderen.'
Op de vraag wat het vrijwilligerswerk voor haar al die jaren al zo bijzonder maakt, antwoord ze lachend: 'Nou, in ieder geval heb ik het niet voor het lintje gedaan, wat ik de afgelopen Koninginnedag heb gekregen! Alhouwel ik het natuurlijk wel prachtig vind hoor, voegt ze er snel aan toe. "Tjonge, wat was ik overrompeld....ik had nooit gedacht dat het zo geweldig zounzijn om op die manier in het zonnetje gezet te worden. 'Sprakeloos was ik' Het mooist vind ze trouwens nog de gouden Zorgboogspeld die de directie haar heeft gegeven, en die ze heel vaak draagt. Ik heb het werk al die tijd natuurlijk in eerste instantie voor de mensen gedaan, maar het is heel mooi als een instelling dat op die manier weet te waarderen.
Al in die jaren dat mevrouw Martijn vrijwilligerswerk doet heeft ze al het een en ander meegemaakt binnen de organisatie. 'Moet je nagaan, ik weet zelfs nog dat de paviljoens hier werden verbouwd, zolang ben ik al betrokken bij de bewoners van Sint Jozefsheil en de Jan de Witklinie, zegt ze. Soms werd het ook wel eens teveel hoor. Maar het is zo heerlijk om iets te kunnen toevoegen aan het leven van de bewoners. Je gaat echt verrijkt weer terug naar huis. Maar je moet uitkijken dat je de ndige afstand bewaart, en je niet overal verantwoordelijk voor gaat voelen.'Een aantal jaar geleden zei ik wel eens tegen mijn man: Als ik 65, ben dan stip ik ermee, maar je ziet he, ik zit hier nog stseeds en ik zou het eigenlijk ook niet willen missen. Je gaat toch deel uitmaken van die verpleeghuisgemeenschap en ik wil graag dat de mensen van mij op aan kunnen.'
Elke woensdagochtend gaat mevrouw Martijn naar Sint jozefsheil, waar ze met de bewoners een spelletje speelt of een kopje koffie drinkt. Ook chauffeert ze bewoners regelmatig naar bijeenkomsten en springt ze bij waar het nodig is. Daarnaast is ze lid van de Zorgboogklachtencommissie: een commissie ie klachten van Cliënten van de Zorgboog behandelt.
OVerigens heeft mevrouw Martijn ook genoeg te doen buiten de SVG. Jaarlijks gaat ze op eigen initiatief net haar man, dochters en schoonzoons naar Lourdes om daar hand- en spandiensten te verlenen bij de bedevaart. Haar dochters zijn daar beide werkzaam in de zorg en haar schoonzoons zijn er brancardier. Mevrouw Martijn ervaart het als heel bijzonder om daar met z'n allen een paar dagen lang keihard te werken voor anderen. 'Het schept zo'n band. en er hangt zo'n goede sfeer, het is werkelijk elk jaar weer een heerlijke, verriijkende ervaring.'
Op dit moment heeft mevrouw MArtijn het heel druk met de voorbereidingen van de eerste rolstoelmeerdaagse in Deurne. 'Ik zorg onder andere voor het aantrekken van sponsoren, terwijl anderen het parcours door Deurne, Bakel, Gemert en Asten uitzetten en de inschrijvingsprocedure en pr-activiteiten verzorgen. Met zijn allen -de hele organisatie bestaat uit vrijwilligers- maken we een dsraaiboek van alles wat er moet gebeuren, zodat we allemaal maar een keer het wiel hoeven uit te vinden. We hebben inmiddels al 25 inschrijvingen, en we hopen er elk volgend jaar een paar bij te krijge, nu is het alleen nog even wachten op het mooie weer, het laatste weekend van mei!'
De actie: 'Mee naar Bakel'
In 1985 richt Rotaryclub Gemert/Beek en Donk/Lieshout de stichting "Mee naar Bakel"op. In februarie van dat jaar start zij met een actie om fl 350.000,- te verwerven ten behoeve van de bouw van elf appartementen op het terrein van Sint jozefsheil en de Jan de Witkliniek. De woningen zullen ter beschikking worden gesteld aan de partners of familieleden van de bewoners van de verpleeghuizen.
Binnen enkele maanden komen er via de actie allerlei grote en kleinere initiatieven tot stand, die alle een financiële bijdrage leveren. Sportwedstrijden, fancyfairs, buurt- en clubwestrijden, muziekavonden en exposities brengen een hoop geld in het laadje. Bovendien komen er bijzonder veel giften binnen.
De actie haalt niet alleen de regionale, maar ook de landerelijk publiciteit: De NZI en NZR besteden uitgebreid aandacht aan het initiatief tijdens een landelijk voorlichtingsdag en de NCRV brengt de actie in beeld tijdens het televisieprogramma "Wijzer". Het Mee-naar-Bakelplan wordt bovendien genomineerd voor een Dien Cornelissenprijs.
35 Jaar Sint Jozefsheil
1986 is een feestelijk jaar. Sint Jozefsheil bestaat 35 jaar; de Jan de Witkliniek 12 1/2 jaar en Sint Joseph 60 jaar Daarnaast wordt de eerste bouwfase van de renovatie van Sint jozefsheil afgerond met de ingebruikname van een gerenoveerde verpleegafdeling en het nieuwe ontmoetingscentrum "De Mert. In hetzelfde jaar wordt ook no eens de eerste kei gelegd voor het verpleeghuis Keyserinnedael in Helmond.
Dit alles wordt gevoerd tijdens een feestweek in september. Er worden feestmiddagen, een personeelsavond en een personeelreünie georganiseerd. Ook is er een open dag met een jaarmarkt op het terrein in Bakel en wordt er een avondsymposium gehouden.
Ter ere van het 35 jarig bestaan van Sint Jozefsheil wordt het boekje "Sint Jozefsheil, 35 jaar in plaatjes en praatjes" gepresenteerd.
De verhuizing naar Keyserinnedael
Op 15 november 1987 wordt het nieuwe verpleeghuis Keyserinnedael in Helmond opgengesteld voor belangstellenden. Twee dagen later verhuizen de eerste zestig somatisch zieken van Bakel naar Helmon. Miltairen van de vliegbasis Volkel verhuizen de patiënten in bedden en rolstoelen en zorgen ervoor dat de verhuizing vlekkeloos verloopt. De dementerende patiënten verhuizen in december in kleine groepjes naar Helmond. Rond Kerstmis is Keyserinnedael volledig bezet.
Op 21 april 1988 wordt Keyserinnedael officieel geopend.
Direct na de verhuizing wordt met de voorbereidingen voor de officiële opening en de daaraan gekoppelde feestweek begonnen. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet wordt bereid gevonden op 21 april 1988 de opening te verrichten. Daarna bezoekt zij enkele verpleegafdelingen.
De week krijgt een extra feestelijk einde met de koninklijke onderscheiding van de heer Ir. L.J.M. Ploevier, voorzitter van het bestuur. Als blijkt van waardering voor zijn vele verdiensten op het gebied van gezondheidszor, onderwijs en politiek, in het bijzonder voor de verpleeghuizen in de regio, wordt de heer Plouvier benoemd tot officier in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester van Elk speldt hem het bijzonder lintje op.
Afscheid van de congregatie
In 1951 nam de congregatie, inmiddels 'die Kongregation der Schwester vom Göttlichen Erlóser' geheten de verpleging en verzorging van de sanatoriumpatiënten van St. Jozefsheil op zich. De religeuzen zijn sindsdien actief geweest op leidinggevende en ondersteunenene functies op verpleegafdelingen, in de keuke, de wasserij en de naai- en linnendienst.
Eind 1987 is het aantal religieuzen zo klein geworden, dat er naar een meer passende huisvesting buiten het klooster op het terrein van het St Jozefsheil gezocht zal worden. In overele met de generale Overste wordt besloten de overeenkomst tussen de Congregatie en Sint jozefsheil te verbreken. Op 29 april 1988 wordt van de tien religieuzendie nog in heet klooster op het terrein van het Sint Jozefsheil wonen afscheid genomen.
Tijdens e afcheidsbijeenkomst worden herrinneringen opgehaald door d Generale Overste en de voorzitter van het bestuur, de heer Plouvier. Drs J.J.M. Bergs, directeur algemene zaken, biedt de zusters namens de organisatie een reis naar Lourdes aan. Burgemeester Martijn speldt Moeder Overste als eerbetoon aan de hele congregatie de eremedaille in goud op, verbonden aan de orde van Oranje Nassau.