09 - De Bakelse NCB na de oorlog
Midden in het Bakelse dorpsleven
Na de oorlog pikten de leden van de Bakelse NCB niet alleen de bedrijfsvoering op. Ook het verenigingsleven binnen de NCB kwam weer tot bloei. De leden gingen er met frisse moed tegenaan en tijdens vergaderingen werden allerlei onderwerpen aangaande de landbouw besproken. In 1947 kwam bijvoorbeeld een nieuwe methode van weide-afrastering - een met zwakstroom geladen omheining - ter sprake. Er werd dat jaar ook een aardappelselectie-vereniging opgericht om te komen tot de teelt van zelf geselecteerd pootgoed. En de Bakelse NCB-leden besloten om samen met Milheeze en Rips een rundveefokdag te houden. De eerste rundveefokdag was een groot succes. Nadien werd nog meerdere malen met succes een dergelijke fokdag georganiseerd. Ieder jaar was ook de plaatselijke middenstand met enkele kraampjes vertegenwoordigd.
Ook de trouwe inzet ten bate van de Bakelse gemeenschap waren de NCB'ers na vijf oorlogsjaren niet vergeten. In 1948 verrichtten de leden geheel vrijwillig het grondwerk voor de bouw van een kindersanatorium aan de Vlinkert en het Roessel. Dit sanatorium, Sint-Jozefsheil genaamd, was bestemd voor kinderen die aan de toen heersende ziekte tuberculose leden. Volgens deskundigen hebben de NCB-leden uit Bakel en Milheeze destijds voor 30.000 gulden aan gratis werk geleverd, puur uit naastenliefde. Het kindersanatorium werd op 23 augustus 1952 op feestelijke wijze geopend. Twee weken later bracht koningin Juliana er een bezoek. Ze onthulde er een gedenksteen en maakte kennis met de eerste patiëntjes.
Evenals voor de oorlog beschikte de Bakelse NCB na 1945 over een flinke vertegenwoordiging binnen de gemeenteraad. Deze hechte band was voor de Bakelse boeren zeer belangrijk, omdat ze op deze manier zeggenschap hadden in raadsbesluiten die voor de landbouw van belang waren. Om die zelfde reden hielden de NCB-besturen van de afdelingen Bakel, Milheeze en Rips regelmatig overleg met het college van burgemeester en wethouders. Tijdens zo'n overleg probeerde men het beleid van de gemeente betreft bestemmingsplannen, mestuitrijden en de aansluiting op gas, riool en verlichting in overeenstemming te brengen met de wensen van de landbouw.
De NCB op sociaal-cultureel gebied
Door de snelle ontwikkelingen in de landbouw en de ontzuiling van de Nederlandse maatschappij na de Tweede Wereldoorlog, ging de voorheen zo typische plattelandssamenleving steeds meer lijken op de samenleving van de andere bevolkingsgroepen in ons land. De behoefte aan culturele activiteiten met een agrarisch tintje werd steeds minder. Deze ontwikkeling leidde er onder meer toe dat in 1965 de Katholieke Plattelands Jongeren (KPJ) werd opgericht, waarvan ook niet-landbouwers lid konden worden. Zeven jaar eerder had eenzelfde ontwikkeling zich ook al bij de Boerinnenbond voorgedaan.
Ondanks deze vervlechting met de 'burger'-maatschappij kende de NCB en de aanverwante KVO en RKJB na de oorlog een groot aantal 'eigen' activiteiten. Samenwerking liep, en loopt nog steeds, hierbij als een rode draad doorheen. Zo werken de drie organisaties samen bij open dagen, de jaarlijkse kerstviering, oriëntatieritten, droppingen en cursussen op agrarisch, cultureel een sociaal gebied. Eens per jaar hield de Bakelse NCB een excursie voor de eigen leden met hun echtgenotes. 's Morgens bezochten ze dan een agrarisch of daaraan verwant object, terwijl aan het middagdeel een meer ontspannende invulling werd gegeven.
Een andere activiteit die jaarlijks terugkeerde, was de gezinsdag. Tijdens zo'n gezinsdag werd aandacht besteed aan alle onderdelen van de NCB. De Rooms-Katholieke signatuur, de stand van zaken in de landbouw en het culturele aspect kregen van 's morgens tot 's avonds de volle aandacht.
Op 11 januari 1950 werd voor het eerst een dergelijke gezinsdag gehouden. De leden begonnen 's morgens met een Heilige Mis voor levende en overleden leden van de NCB en hun gezinsleden. Na de koffietafel werd een inleiding verzorgd door kapelaan Verhagen uit Gemert over 'de moeilijke tijden voor de jeugd'. Hij besteedde vooral aandacht aan de vele gevaren en de moedeloosheid, mede veroorzaakt door de weinige toekomstmogelijkheden. Hij waarschuwde tegen de ontkerstening van het platteland. Men moest zorgen door arbeid en geloof vreugde te brengen in de boerengezinnen. Ook diende men te streven naar meer vrijheid voor de boerenstand en vermindering van het ambtenarenkorps van de overheid. Het avondprogramma werd die dag verzorgd door de RKJB. Na die eerste gezinsdag stond deze activiteit jaarlijks op de agenda. Met name het avondprogramma was daarbij steeds een groot succes. Deze culturele activiteit werd verzorgd door eigen leden aangevuld met leden van de KVO en de KPJ. Later nam toneelclub 'Bakels Toneel', waarvan velen NCB'ers lid zijn, de invulling van het avondprogramma over.
Het godsdienstig element werd bij de jaarlijkse activiteiten van de boerenbond niet vergeten. Grote festiviteiten als de jaarlijkse gezinsdag, de viering van de Kruisdagen en het oogstdankfeest, worden ook nu nog steevast vooraf gegaan door een heilige mis.
Het oogstdankfeest van Kring Helmond wordt jaarlijks georganiseerd door een van de 26 afdelingen. In 1976 was het de beurt aan de afdeling Bakel. Op de laatste zondag van augustus namen bij stralend weer, op het terrein voor het Jeugdhuis, 1.800 personen deel aan een openluchtmis. Aan het verdere verloop van de dag verleenden, naast de vele vrijwilligers die zorgden voor de aankleding, ook het KVO-koor, de fanfare en het Schuttersgilde hun medewerking. In 1993 kwamen de NCB-afdelingen uit de Kring Helmond opnieuw naar Bakel voor de viering van het oogstdankfeest. Dit keer vonden de festiviteiten plaats op het terrein achter de molen. Mede door het stralende weer en de medewerking van velen, konden de leden terugkijken op een zeer geslaagd festijn.
Het oogstdankfeest werd ook ieder jaar aangegrepen om geld in te zamelen voor goede doelen. Deze zogenoemde oogstdankgaven waren in 1956 ingesteld op voorstel van geestelijk adviseur W. Bekkers. Daarvoor kende de NCB-afdelingen allerlei aparte inzamelingen waarmee bijdragen aan onder meer het Sociaal Fonds van de NCB, het Lourdesziekenfonds, de vakantieweken voor gehandicapten en Oostpriesterhulp bekostigd werden. Kerkelijke instellingen konden eveneens op geldelijke steun rekenen. Vanaf het begin onderhielden de NCB, KVO en KPJ een sterke band met de parochie. In de parochieraad waren dan ook vier leden van de standsorganisatie vertegenwoordigd.
Een grote verandering binnen de NCB vond plaats in 1983. In dat jaar besloot men om echtgenotes van NCB-leden en alle vrouwen die in de landbouw werkzaam waren als gewoon of werkend lid van de NCB toe te laten. De aansluiting liep in het begin nogal traag; een gewenningsproces moest op gang komen. Ook hadden in bepaalde afdelingen de mannelijke leden nogal veel moeite met het besluit. Maar na verloop van tijd was het nieuwe fenomeen geheel geaccepteerd. Op dit moment wordt een aantal bestuursfuncties zelfs door vrouwen bezet.
Binnen het Bakelse afdelingsbestuur werden de taken meer en meer verdeeld. Zo kwamen er contactpersonen voor cursusonderwijs en programmabegeleiding. Zij hielden zich bezig met bijeenkomsten over levensbeschouwing en welzijn. Daarbij kwamen discussiethema's als 'Nieuwe kansen binnen begrensde mogelijkheden' aan de orde. Op cursusgebied werd onder andere de cursus 'Stap voor stap bij bedrijfsovername' geïntroduceerd. Nieuw was ook de wedstrijd "Kijk op ons erf" , die moest bevorderen dat het er in en om de boerderij netjes bij lag.
De NCB die feest viert
Een honderdjarige NCB heeft in zijn leven al vele keren stil kunnen staan bij gedenkwaardige momenten. Eerder zagen we al hoe in 1956 - tien jaar te laat - het vijftigjarig jubileum gevierd werd. In 1972 was er voor de boerenbond opnieuw genoeg reden voor een feest. Een half jaar na het feitelijke jubileum vierden de leden het 75-jarig bestaansfeest. Dankzij een zeer intensieve voorbereiding en met medewerking van vele leden werd het een grandioos feest. Oud-secretaris Jan Slits nam de gelegenheid te baat om een op rijm gezet, enigszins ludiek verhaal voor te dragen. Hieronder kunt u het nog eens nalezen.
In 1987 vierde de Bakelse NCB zijn negentigjarig bestaan. Het eigenlijke jubileum was al in 1986, maar door omstandigheden werd het pas een jaar later gevierd. Op 11 november stonden de leden en hun partners in het zonnetje, maar drie dagen daarvoor was het al de beurt geweest aan de Bakelse bevolking. Tijdens een open dag kon heel Bakel kennis maken met de moderne land- en tuinbouw. Vijf verschillende agrarische bedrijven (champignonteelt, legkippen, rundvee, vollegrondstuinbouw en een loonbedrijf) hadden hun poorten geopend.
Dames en heren verstaat U mij, Om samen te luisteren, liefst elke rij.
Geschaard en gericht in 't zicht van de vaan, Hoe de Boerenbond is ontstaan en heeft gedaan.
Maar wie 't initiatief heeft genomen, Daar ben ik niet achter gekomen.
Wie de eerste voorzittershamer heeft gehanteerd, Staat nu nog wel in Tilburg genoteerd.
De nog ouderen onder u hebben hem nog gekend, Het was, zegt men, een heel rijke vent.
Jan de Vedt moet 't zijn geweest. Die toen in Bakel heeft geheerst.
Maar uit verhalen uit 't grijze verleden, Weten wij, dat toen slechter was te leven dan heden.
Daarom namen onze voormannen een kloek besluit, En gingen samen om adviezen uit.
Pater van den Elsen, die boerenvriend, Had hun vertrouwen reeds verdiend.
Met de hoge kar werd hij naar Bakel gehaald, Uit vrees, dat hij anders zou zijn verdwaald.
Dat valt u misschien een beetje tegen, Maar Bakel had toen nog geen wegen.
Wat grint, een krom karspoor en een voetpad, Was alles wat Bakel toen die tijd had.
Men kende geen auto, brommer of T. V. Geen elektriciteit, telefoon of machine, o nee.
Geen manchetten, boord of lakschoenen aan, Maar met klompen op de baan.
Nu terug naar de Pater, die wellicht lang heeft gepraat, Na afloop waren de voormannen tot oprichting in staat.
En werd de afdeling Bakel opgericht. Zeer zeker toen al door eenheid gesticht.
Ze sloten zich bij de reeds bestaande organisatie aan, En wij vieren daarom hun 75-jarig bestaan.
Bakel heeft dit termijn nu ook gehaald, En worden nu door hen voor dit feest betaald.
In 1946 is er ook een groot feest geweest. Dit staat ieder nog wel voor de geest.
Het was toen precies 50 jaar geleden, Dat op de statuten koninklijke goedkeuring was gekregen.
Toen dit allemaal was gebeurd, en alles dus was goedgekeurd.
Toen kon 't bestuur ook iets wagen, Alles werd toen veel breder gedragen.
Rond 1906 was het toenmalig bestuur samengesteld als volgt:
Egid. Adriaans, Joost Jansen, Martinus Nooyen, Antoon Swinkels
en vermoedelijk nog de eerste voorzitter Jan de Vedt. Typerend is,
dat thans nog 3 familieleden van genoemde personen zitting hebben,
nl. Wim v.d.Berk, Huub Swinkels en Gerard Nooyen.
Fijn is wel dat uw voorzitter, W. v. d. Berk, onlangs is gekozen
tot dagelijks bestuurslid van de NCB Tilburg.
De volgende bestuursleden, die later hebben bestaan, Wiens namen bij inval van de Duitsers zijn verloren gegaan.
Daarom heb ik van later geen namen genoemd, Omdat ik niet weet wie 't meest moet worden geroemd
Na de goedkeuringsstatuten aan de Boerenbond, Kwamen voorstellen en ideeën van de grond.
Het bestuur koos een aankoop-commissie. Deze heren kregen blanco permissie.
Die reisden samen naar Rotterdam, Waar op de beurs elke koopman kwam.
Ze kochten daar het meel voor 't vee. En brachten ook wel geleerdheid mee.
In 1915 bouwde men een eigen pakhuis. De commissie bleef toen wel meer thuis.
Er werd hier en daar besteld en gekocht. En toen reeds de C.H. V. opgezocht.
Vanaf die tijd is het zo gegaan, Men was over dit besluit ook zeer voldaan.
De commissie had ook kunstmest ingeslagen. Boeren uit Deurne haalden dit in de 1ste oorlogsdagen.
Het bestuur had toch wel een vooruitziende blik. En wou voor de zaak werken zonder schrik.
Lezingen, cursussen, men greep wat men kon. Als het de boer maar terzijde stond.
Ze hadden ook het oog op beter vee gericht. En daarom een beren- en stierenstal gesticht.
Die stierhouderij bracht vooruitgang in 't vee. "Fok en controle" kan thans nog goed mee.
Een van de stieren moest mee naar de keuring. En werd bekroond als beste van de Kring.
De knecht toonde de stier met brem en een bloem, Ieder moest het zien, de eer en de roem.
Thuisgekomen wachtte een Bakelse schone, Om haar koe aan de stier te tonen.
De versierde stier kweet zich vlug van zijn taak. Zoals dit normaal bij stieren vergaat.
Een ooggetuige, een zeer verstandig man, Die gretig naar de uitslag der keuring vernam.
Nam 't gebeuren rustig in ogenschouw, En toen vragend aan de jonge vrouw.
Vertel me nu later, eerlijk en gewis, Als straks dat kalf eenmaal geboren is,
Of 't ook met bloemen is omweven, Zoals onze knecht aan de stier heeft gegeven.
In de stieren- en berenstallen, Stond ook een mooie bok te schallen.
De boeren hielden toen een geit tegen brullende koei. Ze kenden toen niet dat modern geknoei.
Ge kent allemaal den bok in de spreuk, Dat u die kunt kennen alleen aan de reuk.
Soms zei de knecht "ik haal de bok er vandaag niet uit. " Want vanavond moet ik naar mijn aanstaande bruid.
Afgezien van de bijzaak, de hoofdzaak ging vooruit. Het bestuur nam het ene na het ander besluit.
Alles wordt bestudeerd en bedacht. En door voorlichting de leden kennis bijgebracht.
Alles is er gekomen door de Boerenbond. Van bloeiende leenbank tot gewezen eierbond.
Geen vereniging is denkbaar op agrarisch terrein, Wat in oorsprong niet van de Boerenbond zou zijn.
Het is allemaal te veel om te omschrijven. Dit is de boer eigenlijk ook niet eigen.
Ze richtten op de Jonge Boerenstand. Een organisatie in NCB-verband.
Zo kwam ook de Boerinnenbond, Wat elk boerinneke wel aardig vond.
Thans noemen ze zich: Katholieke Vrouwen Organisatie. Dus niet-boerinnen staan bij hen ook in de gratie.
Later werden de jonge boerinnen en jonge boerenstand. Samen gevoegd over 't hele land.
Ook niet boerenjeugd doet daar aan mee. Samen noemen ze zich nu KPJ.
Zo was 't een en ander tot stand gekomen. Niemand zou 't vroeger hebben kunnen dromen.
Het was de organisatie zeer goed gegaan, Totdat alles plotseling stil moest staan.
Even nog terug naar de crisisjaren, Op zoek naar de oorzaak trachtte men soms de NCB niet te sparen.
De boeren kregen inkrimping van vee en andere voorschriften mee. Doch dit kwam van de regering en niet van de NCB.
De reeds gevreesde mobilisatie was feit geworden. Men vreesde toen de Duitse horde.
In 1940 brak de oorlog aan. Met elke vereniging was het toen gedaan.
De Duitsers hadden Nederland bezet en speelden de baas. Ieder moest luisteren naar hun bruut geraas.
Elke vereniging moest worden ontbonden. Ze hadden daar zelfs iets op gevonden.
Het gehele sociale en culturele leven was lam gelegd. Elke poging in die geest werd door de bezetter ontzet.
Een coöperatie mocht blijven bestaan. Daar moest iets aan worden gedaan.
En vlug, ja zelfs terstond, Werden de bezittingen van de Boerenbond,
Overgedragen aan een plotseling gestichte coöperatie. Dat was even een roem en prestatie.
De Boerenbond had dus geen bezittingen meer. De Duitse Damave greep mis deze keer.
Toch werd door de coöperatie heel veel gedaan, Dat ging stiekem en is aan de Duitsers ontgaan.
Ook de daden van de gewezen Boerenbond. Die bij de coöperatie bescherming vond.
Deden hun werk praktisch gelijk voorheen. Zij hadden aan de bezetter niks te leen.
Maar van alles kwam de Duitser van pas. Ze haalden soms zomaar 't eten uit de kast.
Zelfs mensen namen ze zo maar mee. Voor concentratiekamp of te werken in hun stee.
Maar alle gebeurtenissen haal ik niet voor de geest. 't Bederft dan misschien dit mooie feest.
Soms was 't wel 'n heel droevig gebeuren. We hadden hier ook doden te betreuren.
Ondanks alles, veel leden bleven de NCB trouw. Sommigen namen 't niet zo nauw.
Toen de Duitser eenmaal had gecapituleerd, Hadden de boeren van elkander toch wel iets geleerd.
Hoe 't verder na de oorlog ging. Hierover wordt door secretaris Nooyen verslag gedaan.
Wat ik aan jullie heb willen vertellen. Was wel op rijm, maar lang geen Guido Gezelle.
← Terug naar: Honderd jaar NCB BakelVerder naar: 10 - Terugblik.....en een blik vooruit. →